Museum Oud-Amelisweerd nog steeds zonder goed onderbouwde exploitatiebegroting

Sinds vandaag is het voorstel Kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd van het Utrechtse college openbaar. Het college stelt de raad voor om 1,666 miljoen euro eigen geld beschikbaar te stellen voor Oud-Amelisweerd en het landhuis aan de Stichting Museum Oud-Amelisweerd (SMOA) in beheer te geven. De termijn moet in een gebruiksovereenkomst tussen Centraal Museum, SO Vastgoed en SMOA nog worden vastgelegd.

Het college laat zich slecht overtuigen door SMOA en geeft nog steeds gemengde signalen af. In een commissiebrief van 13 december 2011 kreeg dat vorm in het opnemen van een zogenaamde terugvaloptie. Nu in een kanttekening die zegt dat de exploitatieopzet van het museum ‘enige risico’s‘ blijft inhouden. Uit alles valt af te leiden dat het college de plannen van SMOA onvoldoende vindt. De gemeente moet er zelfs eigen eisen voor bijstellen. Zo worden ‘concrete eisen (..) van een goed onderbouwde exploitatiebegroting‘ uit de collegebrief van 31 mei 2011 in de toelichting gereduceerd tot ‘een exploitant met een sluitende exploitatie begroting‘. De ‘goede onderbouwing‘ laat het college in deze procedure vallen als harde eis.

Wat is de reden dat het college toch akkoord gaat met de SMOA die overduidelijk nog steeds geen goede onderbouwing overlegt? Stilzwijgend neemt het college deze beoogde exploitant op de koop toe. Utrecht laat het geld van de gemeente Amersfoort en sponsors voor zich werken. Over de aanpassingen aan het landhuis zegt het: ‘Ook bij een andere exploitant met een andere publieksfunctie zouden deze aanpassingen nodig zijn‘. Dit is de sleutelzin. Het gebrek aan overeenstemming zoals die uit de collegestukken en de SMOA-stukken blijkt is groot. Het college noemt de ‘Armando-collectie‘ geen enkele keer, de SMOA zwijgt niet over Armando die het presenteert als een panacee die zelfs haar ongezonde exploitatiebegroting zal genezen.

De cijfers van SMOA over bezoekersaantallen, inkomsten, exploitatie en dekkingsplan staan buiten de werkelijkheid en hebben weinig waarde in zichzelf. Ze dienen in de besluitvorming een kosmetisch doel. In vergelijking met de cijfers en de verantwoording uit 2011 van Amersfoort-in-C is er geen voortgang, maar achteruitgang geboekt. Cijfers zijn minder concreet geworden zodat de verwarring toeneemt. Zo redeneert de rekenschap van de bezoekersaantallen naar verwachtingen toe die uitblinken in stapeling en associaties, maar niet op feiten, vergelijkingen en tellingen gebaseerd zijn. Van een toegangsprijs voor volwassenen van 12,50 euro moet afgewacht worden of het realistisch en concurrerend is. Evenals van 100 kinderfeestjes per jaar.

De hoogte van de huur voor het landhuis van 49.000 euro verdient aparte aandacht van de raad omdat deze niet marktconform is. De huur voor het ensemble wordt 109.000 euro. Dit betekent dat De Veldkeuken voor het koetshuis 60.000 euro huur betaalt. Woordvoerder Jeroen Bosch zei najaar 2011 namens wethouder Lintmeijer dat Utrecht geen cent aan de exploitatie zou bijdragen. Nog op de raadsinformatieavond van 31 januari 2012 zei bestuursvoorzitter SMOA James van Lidth de Jeude rekening te houden met een huur van 100.000 euro. Nu blijkt dat De Veldkeuken meer betaalt voor het koetshuis dan SMOA voor het monumentale landhuis. Deze maatregel is een extra aanwijzing dat een goed onderbouwde exploitatiebegroting van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd nog steeds ontbreekt en dat kosten op derden worden afgeschoven.

Foto: Subsidie aan de kunst

Utrechtse museumsector moet in samenhang gezien worden

In regio’s heerst verwarring door het rapport Slagen in Cultuur van de Raad voor Cultuur. In Zeeland dreigt de enige presentatie instelling De Vleeshal ondanks de erkende  (inter)nationale kwaliteit te verdwijnen omdat de inkomstennorm niet wordt gehaald. Geen wonder voor wie Zeeland kent. Zo kent iedere regio problemen.

Ook in Utrecht heerst verwarring. Rijksmuseum Huis Doorn wordt te veel van Duits belang bevonden en ingedeeld in de 4de categorie. En het in de stad gevestigde Nationale Geldmuseum komt in de 4de categorie terecht omdat het de aansluiting met de maatschappelijke realiteit zou missen. Dat deze musea op de tocht zijn komen te staan kunnen Utrechtse bestuurders zich aanrekenen. Hoewel de musea de eerste verantwoordelijkheid van de rijksoverheid zijn. Bestuurders in de provincie hebben dit niet op hun geweten, maar hebben onvoldoende naar de samenhang in het museumaanbod van de provincie Utrecht gekeken.

Op voorstel van het Utrechtse college stopt de Utrechtse raad naar verwachting in juni 2012 1,66 miljoen euro in een nieuw op te richten particulier Museum Oud-Amelisweerd. Terwijl door gebrek aan belangstelling het gelijksoortige buitenhuismuseum in Doorn dreigt om te vallen en voor het Geldmuseum in de stad hetzelfde dreigt. Zodat Utrecht als Culturele Hoofdstad 2018 een museum dreigt te missen, terwijl net buiten de stad een nieuw museum met gemeentegeld wordt opgetuigd. Geen gedeputeerde, wethouder of raadslid ziet de samenhang, of wenst met anderen een integraal beleid te ontwikkelen. Met een beeldspraak gezegd, politici zijn als junks, ze willen snel scoren en lopen daarna schichtig weg. Omdat hun termijn erop zit.

De oplossing die geld oplevert, en kwaliteit en samenhang bevordert wordt door de ambtelijke verkokering van projectbureaus’s verhinderd en door de politiek niet aangedurfd: De Armando Collectie naar Fort Vechten. Op Vechten is een budget van 20 miljoen euro beschikbaar dat alleen maar hoeft te worden opengebroken. Een coördinator met zijn voeten in de modder ziet mogelijkheden. Waar zijn de provinciale gedeputeerden, wethouders of raadsleden die persoonlijke moed tonen en zichzelf durven te overtreffen? Tot nu toe beweegt niemand omdat politici verstrikt zijn in hun bestuurlijk-ambtelijke werkelijkheid van nota’s, verslagen en raadsvoorstellen. Wethouders leven nog met hun plannen in 2010 en kunnen geen omslag maken naar noodmaatregelen nu. Hoe valt dat politieke autisme van onze goedwillende bestuurders te doorbreken?

Foto: Beeld van Wilhelm II en op de achtergrond Huis Doorn in Doorn, Utrecht

Provincie Utrecht beantwoordt vragen over Armando Museum

Update 16 juni: Een reactie zegt over onderstaand artikel: ‘Mooi stuk, geeft heerlijk inzicht in de bestuurlijke gang van zaken, Je hoeft later niet te reconstrueren waar het mis is gegaan.’  

Naar aanleiding van aandacht op dit blog voor de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd en het alternatief Fort Vechten stelde het Utrechtse statenlid Elly Broere (PVV) op 21 december 2011 vragen aan de gedeputeerde Cultuur Mariëtte Pennarts. Dit is gerubriceerd onder de naam De Ridder, de naam waarmee deze blogger naar buiten treedt. In de Statencommissie WMC van 9 januari 2012 antwoordt mw. Pennarts. Ik geef eerst de vragen en antwoorden die niet openbaar zijn in te zien, daarna mijn commentaar.

Vragen

  1. Welke argumenten spelen er om per se Armando museum in Oud-Amelisweerd onder te brengen?
  2. Welke alternatieven zijn onderzocht? Hoe hebben de bezwaren van de inwoners van Amersfoort mee gewogen, zij willen de collectie graag in Amersfoort houden. Waarom komt Fort Vechten niet in aanmerking.
  3. Wat vindt de gedeputeerde van alle bezwaren die volgens de heer De Ridder kleven aan het onderbrengen in Oud Amelisweerd en de voordelen van het alternatief Fort Vechten?
  4. Wat vindt de gedeputeerde van de bestuurlijke onzorgvuldigheid die volgens de heer De Ridder heeft plaatsgevonden.

Antwoorden

  1. De Provincie heeft geen initiërende rol gehad in de gesprekken en onderhandelingen tussen Gemeente Utrecht (eigenaar van Oud-Amelisweerd), de Stichting Armando Museum  Collectie, Stichting Amersfoort-in-C en Gemeente Amersfoort. De argumenten voor en tegen zijn mij dus niet exact bekend. Voor mij staat het belang voorop dat Oud-Amelisweerd als bijzonder monument een duurzame bestemming krijgt en dat het uitzonderlijk waardevolle Chinese behangsel voor een breed publiek te bezichtigen is. De nu voorgestelde museale bestemming voldoet aan deze eis en rechtvaardigt een provinciale bijdrage aan de noodzakelijke restauratie van de behangsels.
  2. De Provincie is niet op de hoogte van de alternatieven die door de betrokken partijen zijn onderzocht. De Gemeente Amersfoort heeft besloten haar steun aan het Armando Museum los te laten, als gevolg van een forse bezuiniging op Amersfoort-in-C, het samenwerkingsorgaan van vier Amersfoortse musea (Kade, Flehite, Mondriaanhuis en Armando Museum). In de Amersfoortse gemeenteraad zijn de voor- en nadelen afgewogen van deze keuze. De gemeenteraad, als vertegenwoordiger van de inwoners van Amersfoort, heeft hiermee recentelijk ingestemd.                                                                                                                                           Voor de inrichting van Fort Vechten zijn al in 2009 afspraken gemaakt over de bestemming en inrichting van het fort met Gemeente Bunnik, Staatsbosbeheer als eigenaar en de provincie als initiator. In januari 2010 werd de gunning van de exploitatie toegekend aan Nieuwland Holding. Op het Fort zal een Nationaal Liniecentrum komen, naast nog vele andere publieksactiviteiten zoals bijvoorbeeld een vleermuizencentrum. (zie voor meer informatie http://www.liniecentrumfortvechten.nl/plan.php ) Al deze plannen zullen zorgen voor een aantrekkelijke publieke bestemming waar vele verhalen verteld kunnen worden.
  3. Wat betreft de bezwaren van de blogger George Knight zoals in zijn blog van 14 november geformuleerd:  Oud-Amelisweerd zal met grote zorg aangepast worden aan de nieuwe openstelling voor publiek. De aandacht zal gevraagd worden voor respectievelijk de geschiedenis van het Huys en de tuin, de geschiedenis van de (deels) Chinese behangsels en het werk van de kunstenaar, schrijver en dichter Armando.  Er zal geen aantasting van de cultuurhistorische waarden van Oud-Amelisweerd plaatsvinden. De openstelling van Oud-Amelisweerd zal  de rust van het landgoed niet aantasten.  De Provincie draagt bij aan de restauratie van de behangsels  onder meer omdat Oud-Amelisweerd een publiekbestemming krijgt.                                                                                       Voor de inrichting van Fort Vechten zijn 2 jaar geleden afspraken gemaakt met de geworven beheersorganisatie, Nieuwland Holding. De Provincie en Staatsbosbeheer hebben daarmee verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld exploitatie overgedragen aan private organisaties. Wij zien het voorstel van de heer De Ridder daarom niet als een reële optie.
  4. GS heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van bestuurlijke onzorgvuldigheden van de gemeente Utrecht of de gemeente Amersfoort. Wij zien niet in op welk moment wij zelf onzorgvuldig gehandeld zouden hebben. Vorige maand is PS akkoord gegaan met het verlenen van een restauratiesubsidie aan Oud Amelisweerd, juist onder de voorwaarde dat de nieuwe functies in dienst staan van het behoud van huis en interieur, Wij hebben van de Stichting en van de stad Utrecht begrepen dat het Armando Museum het gebouw Oud-Amelisweerd zal gebruiken met respect voor het gebouw en de behangsels. Ook zullen de aanpassingen aan het Huys  niet ten koste van de cultuurhistorische waarden gaan. Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. 

De antwoorden geven aan dat de provincie geen deelnemer was aan een inhoudelijk debat. Ze wijken niet af van die van de gemeente Utrecht zoals verwoord in een brief van 13 december 2011. De antwoorden komen erop neer dat er geen bezwaar bestaat tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd. Een opstelling met weinig enthousiasme. Er blijkt nergens dat de huisvesting en de combinatie Armando-Chinees antiek behang een verrijking betekent voor cultureel Utrecht en daarom noodzakelijk is. Rini Dippel is vernietigend over de combinatie Armando-Amelisweerd evenals Lucia Alberts. Talloze andere experts op het gebied van cultureel erfgoed en museologie zijn gehoord, maar houden zich angstvallig stil met hun kritiek.

In de Utrechtse Statencommissie Wonen, Maatschappij en Cultuur van 3 oktober 2011 is bij het onderwerp Parelfonds besloten om per 2012 het accent van industrieel erfgoed naar de historische buitenplaatsen te verleggen. Utrecht kent er 270 waarvan het rijksmonument Oud-Amelisweerd met eigenaar gemeente Utrecht er een is. In haar antwoord creeërt gedeputeerde Pennarts misverstanden als ze stelt ‘dat de vestiging van het Armando museum in Amelisweerd onderdeel zal zijn van de subsidievoorwaarden, zodat restauratie daadwerkelijk gepaard gaat met opening voor het publiek’. Hiermee passeert ze de eigenaar als eerst verantwoordelijke en koppelt ze de subsidie niet aan de buitenplaats, maar aan een museale bestemming. Ze suggereert tevens dat het landhuis Oud-Amelisweerd nu of in de toekomst niet geopend zou zijn voor het publiek. Beheerder Centraal Museum legt uit dat er onderhoud plaatsvindt en er daarom tijdelijk minder bezoeken mogelijk zijn, maar dat het boeken van groepsrondleidingen ook nu mogelijk is. Opvallend is dat de provincie bij Oud-Amelisweerd de uitzondering maakt niet rechtstreeks subsidie aan de eigenaar te geven.

De provincie Utrecht houdt zich van alle bestuurslagen het meest afzijdig. Het zegt te zijn aangeschoven en niet bekend te zijn met argumenten voor en tegen huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Als deelnemer aan de discussie zegt de provincie niet te weten of er alternatieven zijn onderzocht. Dit roept de vraag op hoe grondig de discussie was en hoe de besluitvorming tussen Amersfoort, Utrecht, Bunnik en de provincie is verlopen. Wanneer viel de politieke beslissing en waren bij het nemen van het besluit uitsluitend de politiek verantwoordelijken betrokken? Welke argumenten zijn er uitgewisseld?

Ook met betrekking tot Fort Vechten geeft de provincie aan dat haar rol bescheiden is. De provincie was initiator van een Liniecentrum, maar heeft de verantwoordelijkheid overgedragen en zegt nu geen invloed meer te hebben. Het oogt in mijn ogen ongerijmd om mijn voorstel om de huisvesting van de Armando Collectie in Fort Vechten te onderzoeken af te doen als niet reëel. De bestuurlijke gang van zaken impliceert namelijk niet dat huisvesting geen goed idee zou zijn. Met als ultiem argument dat er 20 miljoen in de projectorganisatie Fort Vechten beschikbaar is, 4 miljoen investeringen in Oud-Amelisweerd kunnen worden uitgespaard en ze kunnen worden samengevoegd. Voorwaarde is wel dat de provincie initiatieven neemt om de projectorganisaties open te breken. Die politieke wil ontbreekt overduidelijk. Overigens op 26 januari organiseert de Grontmij een fortensymposium in Fort Vechten over de herbestemming van militair erfgoed.

De antwoorden over de bezwaren tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd gaan in op de voorwaarden. Daarmee gaan ze voorbij aan de kern van mijn kritiek. Wat geldt voor het onderbrengen van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd geldt eveneens voor talloze andere museale collecties. Ik pleit voor de optie om collectie en landhuis goed op elkaar aan te laten sluiten. Zoals dat bijvoorbeeld zou gelden voor een museum voor Chinoiserie, buitenplaatsen of antiek behang. Precies de kritiek van Rini Dippel en Lucia Alberts op het Museum Oud-Amelisweerd. Verder berust de opinie dat de openstelling van een museum met in 2016 40.000 bezoekers het cultureel erfgoed van het landhuis en de rust van het landgoed niet zal aantasten op de aanname dat het beheer en de bedrijfsvoering optimaal zijn. Dat valt te betwijfelen bij een organisatie die van vele kanten kritiek ondervindt op de onderbouwing van de exploitatiebegroting.

De bestuurlijke onzorgvuldigheid spitst zich toe op de bestuursopdracht die cultuurwethouder Lintmeijer aan directeur Jacobs van beheerder Centraal Museum gaf om een bestemming voor Oud-Amelisweerd te onderzoeken. Jacobs kwam vervolgens ‘toevallig’ bij zijn partner Ploum uit die ‘toevallig’ hoofd van het Armando Museum Bureau is. Veelbetekenend lijkt dat de GroenLinks gedeputeerde Pennarts hierin geen onzorgvuldig bestuur ziet van de GroenLinks wethouder Frits Lintmeijer. Vanuit de ethiek zou je verwachten dat een wethouder niet mee kan gaan met deze schijn van belangenverstrengeling. En dit voorstel van Jacobs op gronden van goed bestuur afwijst. Maar ook binnen de Utrechtse gemeenteraad of statenraad heerst blijkbaar koudwatervrees om belangenverstrengeling in het openbaar aan te kaarten. Ook bij de oppositie.

Verder bestaat de onzorgvuldigheid eruit dat er is gewerkt met een rookgordijn aan intenties, haalbaarheid en plannen. Lang voordat een formeel besluit gevallen was werd het hoofd van het Armando Museum Ploum telkens door directeur Jacobs in de gelegenheid gesteld om met betrokken wethouders en raadsleden in Oud-Amelisweerd in gesprek te gaan. Dit was geen toegevoegd lobbyen van Ploum, maar liep feitelijk parellel aan de politieke besluitvorming. Terwijl Ploums status dit niet toeliet en raadsleden en wethouders vanwege de bestuurlijke zorgvuldigheid haar onder genoemde omstandigheden niet hadden mogen spreken. Tevens werd de Amersfoortse ambtenaar Ploum in ambtelijke overleggen van de gemeente Utrecht met derden toegelaten zonder dat haar rol voor gesprekspartners duidelijk was en ze meer ruimte kreeg dan advisering alleen.

De opstelling van gedeputeerde Pennarts past in een verkeerde voorstelling van zaken die ook terug te vinden is bij de Utrechtse cultuurwethouder Lintmeijer en Amersfoort-in-C directeur Van Vulpen. Ze verdraaien de waarheid. Aantoonbaar onjuist is dat de huisvesting van de Armando Collectie een noodzakelijke voorwaarde is voor Oud-Amelisweerd. Pennarts zegt: Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. Hiermee gaat mw. Pennarts voorbij aan de kritiek op de combinatie Armando-Chinees behang, op het bestuurlijke traject dat geen alternatieven onderzocht en op het ontbreken van een gezond investerings- en exploitatieplan.

Ofwel, het voortbestaan van rijksmonument Oud-Amelisweerd is niet aan de vestiging van een Museum Oud-Amelisweerd gebonden. Het landhuis wordt al sinds 1990 door de gemeente Utrecht en het Centraal Museum zorgvuldig gerestaureerd. Door de bestuursopdracht kwam toevallig het Armando Museum in beeld. Zo ontstond een bestemming die niet ontstond door inhoudelijke noodzaak, maar vanwege persoonlijke contacten. Alternatieve locaties voor de Armando Collectie zijn nooit onderzocht en andere bestemmingen voor Oud-Amelisweerd zijn evenmin serieus onderzocht. Mijn voorstel is slechts om een bestemming te zoeken die beter bij het karakter van Oud-Amelisweerd past dan de huisvesting van de Armando Collectie.

Hoewel er de afgelopen anderhalf jaar in mijn ogen niet breed en zorgvuldig genoeg is gekeken door de Utrechtse politiek, kan men zich op het standpunt stellen dat men dan maar voortgaat op de ingeslagen weg. Met als voordeel dat het Utrechtse college niet beschuldigd kan worden van stilstand en dat het landhuis vanaf 2016 mogelijk 40.000 bezoekers trekt. Is dit glas halfvol of halfleeg? De nadelen zijn groot. De combinatie van Oud-Amelisweerd en Armando is niet ideaal en het bedrijfsmodel van een Museum Oud-Amelisweerd moet om economische redenen zwaar opgetuigd worden en wordt zo een doel op zichzelf. Inclusief de werkgelegenheid van de staf van het Armando Museum Bureau waar het om draait. Een kleinschalige, flexibele museale bestemming past om redenen van infrastructuur en cultureel erfgoed beter bij Oud-Amelisweerd.

Foto: Trappenhuis provinciehuis Utrecht.

Huisvesting Armando Museum in Fort Vechten biedt kansen

Prijswinnend ontwerp voor het nationaal Waterliniecentrum Fort Vechten door Studio Anne Holtrop.

Er zitten haken en ogen aan de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Om vele redenen is het niet logisch. Het betreft een rijksmonument met zeldzaam 18de eeuws behang dat als zomerverblijf is gebouwd en gelokaliseerd is in een natuurgebied met povere ontsluiting. Strikte voorwaarden schepen een beoogd Museum Oud-Amelisweerd op met een onmogelijke bedrijfsvoering. Daarbij komen investeringen van meer dan 4 miljoen euro en een slecht onderbouwde exploitatie die niet realistisch is.

Het is merkwaardig dat de Stichtse politiek zich sinds najaar 2010 vastbijt in Oud-Amelisweerd terwijl vlak naast de deur een alternatief aanwezig is. Fort Vechten, ook in Bunnik. Deze bestemming compenseert alle nadelen van Oud-Amelisweerd en biedt zelfs hogere kwaliteit. In Fort Vechten kan een Armando Museum gerealiseerd worden bij de nieuwbouw van het nationaal Waterliniecentrum dat eind 2013 opgeleverd wordt.

Het Hollandse Waterlinie-project is een samenwerkingsverband van de provincies Noord- en Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Brabant en Utrecht. Voor het Liniecentrum Fort Vechten is de provincie Utrecht samen met Bunnik leidend. Verantwoordelijk gedeputeerde is Mariëtte Pennarts (GroenLinks) die in april 2011 de portefeuille van Anneke Raven (CDA) overnam. Wethouder Jorrit-Jan Eijbersen (Lib) is dat namens Bunnik.

Juist omdat Pennarts en Eijbersen verantwoordelijk zijn voor zowel Oud-Amelisweerd als de Waterlinie ligt in tijden van schaarste het ineenschuiven van beide projectorganisaties voor de hand. Niet Pennarts maar haar voorganger Raven heeft overigens de trein van Oud-Amelisweerd in gang gezet. Al met al is er voor het 19 hectare grote Fort Vechten een budget van 20 miljoen euro beschikbaar. Bestuurders die nalaten slimme dwarsverbanden te leggen nemen genoegen met de verkokering van de afzonderlijke projectorganisaties.

De huisvesting van de Armando Collectie te Fort Vechten levert meervoudige winst op. 1) Het behoedt Oud-Amelisweerd voor aantasting van het culturele erfgoed, 2) het respecteert het onderscheid tussen ‘stilte’-gebied Rhijnauwen-Amelisweerd en ‘pret’-gebied Vechten, 3) het zorgt door toevoeging van het Armando Museum voor kritische massa en verbreding van de eenzijdige focus van het Liniecentrum, 4) het levert de betrokken gemeenten en provincie bezuinigingen op, 5) het biedt het Armando Museum een meer gezonde bedrijfsvoering en bevrijdt het van de vervlechting met onlogische thematiek die volgt uit de huisvesting in Oud-Amelisweerd en 6) biedt een coherente thematiek over Waterlinie, oorlog en schuldig landschap.

Het niet in elkaar schuiven van deze projecten is een gemiste kans. Het kan nog steeds. Formeel zijn voor Oud-Amelisweerd nog geen onomkeerbare besluiten genomen of verplichtingen aangegaan. De wil is de weg die bestuurders van Utrecht, Bunnik en Amersfoort en provincie Utrecht kunnen gaan. Nodig is lateraal denken dat de bestaande informatie opnieuw ordent tot de combinatie Armando-Fort Vechten die kwaliteit toevoegt