CDA zoekt eenheid in de ontkenning van tegenstellingen

Het CDA poogt in het rapport ‘Om eenheid en inhoud’, ook: de commissie Rombouts, om de recente verkiezingsnederlaag te verklaren. Sinds 2007 heeft de partij meer dan 70% van haar electoraat verloren. Deze neergaande trend komt volgens de opstellers door meer dan ontkerkelijking of ontzuiling. Want: ‘Wij hebben deze neergaande lijn ook aan onszelf te danken. Decennialang heeft het CDA afwisselend met links en rechts geregeerd. Dit heeft de partij gemaakt tot kampioen ‘compromissen-uitleggen’. Het is steeds onduidelijker geworden waarvoor het CDA zelf stond. Ons profiel werd flets, vlak, kleurloos, niet onderscheidend.’

Het rapport doet een interessante poging om weer eenheid te brengen in een verdeelde partij. Mijn oog blijft haken op aanbeveling 12: ‘Het is nu zaak de uitvoering van het rapport Frissen weer voortvarend ter hand te nemen.‘ In bijlage 3 staan de aanbevelingen opgesomd van het rapport ‘Verder na de Klap van die commissie Frissen uit november 2010. De vorige klap dus. Onder het kopje ‘Nieuwe koers, krachtig geluid’ staat: ‘Het CDA moet een krachtig geluid laten horen, voorbij de verouderde analyse van de tegenstelling linksrechts.’

Ontkennen van ideologische tegenstellingen is het lek onder water. Het CDA kan gezien haar corporatistische instelling niet kiezen. Vervolgens verft de partij het lek groen en noemt dat nieuwe duidelijkheid. Of in CDA-orakeltaal: ‘eenheid’ of ‘bekendheid’. Ofwel, de tegenstellingen worden niet opgelost, maar omcirkeld.

Is nou volgens het CDA de tegenstelling links-rechts verouderd, of is de analyse ervan verouderd? Het maakt weinig uit, want de tegenstelling links-rechts is helemaal niet verouderd. Ondanks nieuw pragmatisme tooien partijen zich opnieuw met ideologische veren. Daar schudden ze trots mee voor de camera’s om die in de binnenkamers weer af te doen. Maar het CDA meent naakt de publiciteit te kunnen passeren en verklaart de links-rechts tegenstelling verouderd. Wat rest is de mist om de tegenstellingen aan het oog te onttrekken.

Foto: Dorp en kerk in de mist.

Jolande Sap treedt af en biedt GroenLinks een uitweg

Jolande Sap is vandaag afgetreden als partijleider van GroenLinks, zo maakt ze in een verklaring bekend. Ze stapt uit de fractie van de Tweede Kamer. Bij de verkiezingen van 12 september verloor de partij zes van de 10 zetels. Haar politiek inzicht komt tot uiting in het volgende fragment: ‘tot de dag van vandaag is mij onduidelijk welke oplossing een overhaast vertrek biedt‘.  Welnu, dat heet politieke verantwoordelijkheid.

Sap was sinds december 2010 een weinig overtuigende leider van een partij die onvast met de macht omgaat. Het door Femke Halsema voorbereide Kunduz-akkoord zorgde keer op keer voor irritatie. Onder Halsema probeerde de partij de weg naar het centrum te vinden. Paradox is dat Halsema faalde waar Sap met het Lenteakkoord slaagde. Maar als een politiek leider meer goedkeuring vindt buiten dan binnen de eigen partij dan legt dat een bom onder de toekomst. Die bom ging vandaag af. Sap was tweeslachtig door de ruimte naar zowel links als rechts open te willen houden. Telkens bezorgde Sap haar partij een onduidelijk profiel.

De gebrekkige organisatie en het schoolmeesterachtige optreden van de verkiezingscommissie onder leiding van senator Tof Thissen bij het samenstellen van de kandidatenlijst zorgden voor veel kwaad bloed. Een beeld van een kinderachtige partij die door hardleerse partijbobo’s wordt geleid ontstond. Dat beeld kon niet meer rechtgezet worden. Kamerleden als Tofik Dibi, Arjan El Fassed, Mariko Peters en Bruno Braakhuis ruimden het veld. Ineke van Gent liet eind juli in de pers zelfs weten dat GroenLinks al een jaar geen leiding meer had.

GroenLinks moet zichzelf opnieuw uitvinden. Sap’s aftreden is de juiste stap. Aan haar kleefde de blamage van een slecht verkiezingsresultaat en onvast optreden. Organisatorisch en strategisch is de partij zwak, maar programmatisch sterk. In de luwte kan de partij opnieuw beginnen. Verlost van het recente verleden.

Foto: Jolande Sap. Credits: GroenLinks

Karin Spaink verlaat GroenLinks en geeft stem aan Piratenpartij

Op Sargasso.nl kondigt publiciste en oud-PSP-ster Karin Spaink haar afscheid van GroenLinks aan. Ze heeft het gehad met een partij die zich door premier Rutte liet overhalen om tegen de eigen principes in de operatie in Kunduz te steunen. Volgens haar maakt de trots van Jolande Sap op een krakkemikkig resultaat het er nog erger op. Hoe groot de chaos bij GroenLinks is bleek bij de opstelling van de kandidatenlijsten. Kundige kamerleden als Arjan El Fassed en Tofik Dibi kregen als schoolkinderen vernietigende kritiek vanuit de partij. De kamerleden Van Gent, Braakhuis en Peters hielden het voor gezien en kondigden hun vertrek aan.

Het onmiskenbaar beschamende voor GroenLinks wordt nog erger als de Amsterdamse GroenLinkser Jorrit Nuijens zich in de discussie mengt. Zodat alle kritiek van Spaink opgerakeld wordt. Nuijens bereikt zo in zijn ongeduld het omgekeerde van wat-ie nastreeft. Geen weerlegging, hij stipt de zwakheden van GroenLinks opnieuw aan. De kern van Spaink kritiek, namelijk de Kunduz-missie laat Nuijens liggen. Zijn onhandige en onnodige antwoord toont aan dat GroenLinks de goede vorm kwijt is. Een kritische uitvoerende artiest verwijt GroenLinks dat het standpunten van de (Zweedse) Piratenpartij ‘leent’: ‘GroenLinks, onze eigen piratenpartij‘.

Machtsdenken dat onder Femke Halsema in een hogere versnelling kwam bevalt Spaink slecht. Het leidt tot compromissen die ze onverteerbaar acht. Da’s niet de klassieke spanning tussen wel of geen vuile handen maken. Merkwaardig is dat GroenLinks voor dat laatste niks terug heeft gekregen. Dat negeert Nuijens en merkt Spaink op. De partij opereert in haar compromisbereidheid dus ook nog eens onhandig. Kernpunten realiseert het er niet door, maar levert het juist in. Karin Spaink zegt voorlopig voor de Piratenpartij te kiezen.

Foto: Boekomslag ‘De Wereld van de Piraat‘ van Val Garwood

Onduidelijkheid bij GroenLinks over kandidaat-lijsttrekker Dibi

Update 19 mei: Onder druk van onder meer de partijraad heeft het partijbestuur van GroenLinks besloten om Tofik Dibi als kandidaat-lijsttrekker toe te laten. Maar de kandidatencommissie beoordeelt Dibi nog steeds als ‘ongeschikt’. Aldus een verklaring op de site van GroenLinks. De interne verschillen liggen op straat. 

Er gaan geruchten dat Tofik Dibi door het partijbestuur van GroenLinks niet geaccepteerd wordt als uitdager van lijsttrekker Jolande Sap. Dibi zou optreden in het NTR-programma De Halve Maan maar werd gesommeerd om te keren en niet te gaan. Zijn media-optreden zou een schending van de interne partijregels zijn. Dibi gaf gevolg aan de wens van het partijbestuur en keerde om. Formeel heeft-ie dus geen regel overtreden.

Onduidelijk is waarom Dibi niet geaccepteerd wordt als kandidaat-lijsttrekker. In een mededeling verklaart GroenLinks dat de sollicitatieprocedure voor de lijsttrekker nog loopt. Volgens een peiling heeft Sap niets te vrezen van Dibi. Dat maakt het raadselachtig waarom Tofik Dibi niet geaccepteerd zou worden als uitdager.

Hoe dan ook wordt GroenLinks beschadigd en komt het negatief in het nieuws. Er resteert een beeld van een angstige partij die bang is om leden te raadplegen. Ogenschijnlijk ontbreekt het zelfvertrouwen in een partij met slechte electorale prognoses. GroenLinks kan de kandidatuur van Tofik Dibi maar beter accepteren.

Foto: GroenLinks-kamerlid Tofik Dibi geeft een toelichting op zijn aanmelding als kandidaat-lijsttrekker van GroenLinks, 14 mei 2012.

GroenLinks: de ondraaglijke lichtheid van een gewichtige partij

GroenLinks heeft problemen met democratie. Het valt binnen de partij niet in goede aarde dat Tofik Dibi zich kandideert als lijsttrekker. Fossielen als Bas de Gaay Fortman, Herman Meijer en Wijnand Duyvendak bestoken hem vanuit de tweede linie. Partijvoorzitter Heleen Weening stelt in een zuinige reactie dat Dibi ‘alle recht heeft zijn sollicitatie bekend te maken‘. De mededeling op Weenings site is exemplarisch: onder constructie.

Partijpolitiek in werking is geen fraai gezicht. Bij de kandidaatstelling voor verkiezingen knokken leden van de Tweede Kamer voor een hoge plaats op de lijst. Hun carrière staat op het spel. Of facties trekken de macht naar zich toe met uitsluiting van rivalen. Zie 50PLUS. Op het spel staan functies in het openbaar bestuur die volgens een ongeschreven regel zijn voorbehouden aan leden van politieke partijen. Feitelijk is dit nepotisme van 2% partijleden over 98% niet-partijleden een weeffout die alle politieke partijen actief in stand houden. Maar geen enkele maatschappelijke groepering stelt de vanzelfsprekendheid van deze claim ter discussie.

Jolande Sap is sinds december 2010 een weinig overtuigende leider van een partij die niet goed met de macht omgaat. Het Kunduz-akkoord knelt nog steeds en nu zijn er weer geruchten dat GroenLinks de JSF steunt. Onder Femke Halsema probeerde de partij de weg naar het centrum te vinden. De paradox is dat Halsema faalde waar Sap met het ‘Lenteakkoord‘ slaagde. PvdA-partijleider Diederik Samson bood haar die kans, zodat GroenLinks niet meer naar links getrokken werd. Maar Sap is tweeslachtig als ze zegt de ruimte naar de PvdA open te willen houden. En zelfs met de SP wil praten. Telkens bezorgt Sap haar partij een onduidelijk profiel.

Haar onvastheid maakt het onvermijdelijk dat iemand Sap uitdaagt. Dibi kiest eenduidig voor hervormingen en het centrum. De tragiek van GroenLinks is dat Dibi als ‘lichtgewicht‘ evenmin voldoet, aldus de Volkskrant. Halsema is jonger dan Sap en zou de geschikte kandidaat zijn. Zij kan niet meer terugkomen. GroenLinks is zowel meer als minder dan Sap. Opsplitsing en aansluiting van een deel bij D66 en PvdA is het beste dat de partij kan overkomen. Zodat principes niet langer verward worden met realisme binnen hetzelfde debat.

Foto: Emile Roemer, Job Cohen en Jolande Sap presenteren een gezamenlijk alternatief voor het bezuinigingsbeleid van het kabinet Rutte, januari 2012.

Wintels vergeet dat draaien en keren het karakter van het CDA is

In navolging van de PvdA kiezen de leden van het CDA de lijsttrekker. De profielschets vraagt onder meer om het ‘radicale midden’ gezicht te geven, het CDA-gedachtengoed te verinnerlijken en voor allerlei groepen aansprekend te zijn. Sinds Jan-Peter Balkenende in 2010 de politiek verliet heeft het CDA geen politiek leider meer. Tot nu toe hebben uit de top van de partij fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma en minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Spies zich gekandideerd. Favoriet Jan Kees de Jager en ‘technisch’ bewindsman op het ministerie van Financiën ambieert het leiderschap niet. Ook de populaire Camiel Eurlings past.

Dat de top van het CDA aangevallen zou worden op medewerking aan de gedoogconstructie met de PVV viel te voorzien. De onbekende kandidaat Marcel Wintels opent de aanval op HP/ De Site. Hij stelt dat aan Spies en Buma het draaien en keren kleeft. Ze zijn voor Wilders door het stof gegaan. Wintels heeft gelijk, maar stelt de integriteit van het CDA te mooi voor: ‘CDA’ers willen mensen insluiten, erbij halen en hen niet uitsluiten.‘ Wie de religieuze politiek van het CDA  jegens andersdenkenden tegen het licht houdt ziet geen insluiting.

Op de vraag of behalve Spies ook Buma bij wijze van spreken ‘bloed aan zijn handen heeft’ antwoordt Wintels: ‘Spies en Buma zullen zich de komende tijd in allerlei bochten moeten wringen om zich uit deze lastige spagaat te redden. Ik zal hun geworstel  aanzien en een alternatief bieden. Want juist dat draaien en keren van onze Haagse politici heeft mij de laatste jaren vaak buikpijn gekost.‘ Maar Wintels geeft juist met dat draaien en keren de karakteristiek van het CDA zoals zich dat sinds 1980 in het collectieve geheugen heeft vastgezet.

Wintels lijkt het wezen van het CDA niet te begrijpen. Of het mooier voor te stellen dan het is. Maar ook dan mist-ie het idee dat het CDA altijd opportuun naar links of rechts buigt. Waar de lijsttrekkersverkiezing bij de PvdA met de rem erop werd gevoerd, lijken nu bij het CDA alle remmen los. Of Wintels het nieuwe geluid is waarop volgens hem het CDA recht heeft is echter de vraag. Hij is ouder dan Buma en Spies. Hoewel juist zo’n ongerijmdheid van deze oudere jongere weer karakteristiek is voor het CDA en hem geschikt maakt.

Foto: Liesbeth Spies spreekt de aanwezige CDA’ers toe tijdens de uitslagenavond van de Provinciale Statenverkiezingen op 2 maart 2011. Ze wordt geflankeerd door fractievoorzitter Sybrand Van Haersma Buma, fractievoorzitter in de Eerste Kamer Elco Brinkman en CDA-aanvoerder en vice-premier Maxime Verhagen. Foto NRC / Roel Rozenburg