3D-reproducties zijn geen gevaar voor de kunsten, maar kunnen die niet redden

Schermafbeelding van deel opinie-artikelOpinie: ‘3D-reproducties zijn geen gevaar voor de kunsten, maar kunnen die juist redden’ van Liselore Tissen in Het Parool, 16 juni 2022.

I. Vroeger was ik een fervente bioscoopbezoeker. De toenmalige directeur van het Utrechtse filmhuis ’t Hoogt noemde mij en mijn vriendin ooit zijn trouwste bezoekers. 

Ik was dol op films van wat nu klassieke regisseurs genoemd worden. Of regisseurs van de klassieke film. Jean Renoir, Jean Vigo, Roberto Rossellini, Federico Fellini, Valerio Zurlini, François Truffaut, Jean-Luc Godard, Ingmar Bergman, Andrei Tarkovski, Alfred Hitchcock en talloze Taiwanese, Indiase en Japanse regisseurs die in het artcircuit werden gedraaid. 

Dat was in de tijd van de celluloid-film. Met de beschadigingen van kabels, kleurverschillen tussen de ene en de andere acte en andere imperfecties van het dragende materiaal. Maar celluloid had voor mij iets magisch. 

Toen kwam de digitale film in de bioscoop. In het begin was dat van een slechte kwaliteit. Vaak klopte de beeldverhouding, de ratio niet. Het was niet om aan te zien. Ik haakte af. Later werd de digitale projectie van een superieure kwaliteit. 

De inhoud van films waardoor ik me aangesproken voelde veranderde niet, maar het materiaal wel. 

Dat verklaart waarom ik een fan van de films van de kunstenaars Tacita Dean of Stan Brakhage ben. Die zijn van celluloid. Er zijn vele digitale kunstenaarsfilms van goede kwaliteit. Maar ze raken me niet. Niet in mijn hart en niet in mijn hoofd. Ik weet het, ik heb mezelf ermee, maar het is niet anders. 

II. Nu is er een pleidooi voor 3D-reproducties in musea. Deels beredeneerd vanuit educatie en publieksbereik. In een opinie voor Het Parool zegt buitenpromovendus technische kunstgeschiedenis Liselore Tissen die daar voorstander van is: 

‘In tegenstelling tot Benjamins claim, lijkt de ‘mechanische’ 3D-reproductie niet voor ‘de dood van kunst’ te zorgen, maar juist een remedie te zijn tegen het volledig verdwijnen van originele kunstwerken.’

Dat is me een te technische uitleg. Ik ben het er niet mee eens. Kunstwerken zijn niet voor de eeuwigheid bedoeld. In musea wordt hun houdbaarheidsdatum oneigenlijk opgerekt. Het is onvermijdelijk dat ze verdwijnen als origineel werk. Dat is naar mijn idee niet erg. Dat moeten we aanvaarden. We moeten ons ermee verzoenen

III. Theodor Adorno schrijft in Valéry Proust Museum (vertaald): Het Duitse woord ‘museale’ heeft nare ondertonen. Het beschrijft voorwerpen tot wie de toeschouwer niet langer een vitale relatie heeft en die een stervingsproces ondergaan. Ze danken hun behoud meer aan de historische context dan aan de behoeften van het heden. Museum en mausoleum hebben meer gemeen dan een fonetische overeenkomst. Musea zijn de familiegraven van kunstwerken.

De documentatie van kunstwerken in catalogi, boeken, films en foto’s kan ervoor zorgen dat de herinnering eraan, en studie en educatie ervan wordt behouden. Maar dat is een leven na de dood. Dat is niet de kunst zelf. Die aanzet tot denken, aanscherpen en naast de realiteit kijken.

Tissen pleit dat kunst recht in de realiteit kijkt. Dat is plat wat materiaal en functie betreft. Zij wil iets behouden dat niet is bedoeld om te behouden. Men kan zich afvragen of dat wat zij wil behouden nog kunst is. Ik denk het niet. Wat zij wil behouden is een echo van de kunst. Maar dat kan nooit het kunstwerk zelf zijn. 

Kunst is als het leven. Dat bestaat alleen samen met de dood. Het oprekken van het leven van kunstwerken kan, maar dan wordt het niet meer dan een technische vertaling, een reproductie van wat ooit kunst was. Kunst die niet kwetsbaar is en streeft naar het eeuwige leven houdt op kunst te zijn. 

Hans Wap: Geloof het of geloof het niet

Kunstenaar Hans Wap is helder in een van z’n gesproken gedichten: ‘Geloof het of geloof het niet. Ik geloof niet in het geloof. Bij ons thuis werd niet gebeden. We zetten de navigator aan als we een bestemming zochten‘.

Er pleit wat voor Waps uitgangspunt. Het geloof wordt overgewaardeerd. Ik geloof niet als hij zegt dat hij nergens in geloofde. Kun je je dan ontwikkelen als kunstenaar? Hij is zo slim om er een weerwoord aan te verbinden: ‘diep van binnen‘. Dat laat geloof losjes toe. Zo opent zich de grote lijn in het leven.

Het leven wordt ook overgewaardeerd. Iedereen die leeft en zich ervan bewust is gelooft in het leven. Totdat dat stopt. Het is nodig om tijdens het leven in het leven te geloven. Leven in het geloof is niet noodzakelijk. Geloof is afleiding van het leven. Geloof is het voorschot op de dood tijdens het leven.

Iedereen moet zelf weten om te geloven of niet te geloven. Het maakt uiteindelijk niet uit. Er volgt niets meer op. Het geloof heeft op het laatst geen diepere zin. Iedereen die gelooft valt ooit van het geloof af en voor iedereen die niet gelooft geldt hetzelfde. De bestemming staat vast. Voor allen.

Op stap met Marketing Groningen: Hendrik Werkman

In Groningen heeft Marketing Groningen een wandeling van zes kilometer uitgezet door het leven van de dode drukker en kunstenaar Hendrik Werkman (1882-1945). De bedoeling is dat het leven van Werkman nog beter bekeken kan worden door deze wandeling. Stadspromotie -of: citymarketing- van dode kunstenaars is iets waar levende kunstenaars alleen maar jaloers op kunnen zijn. Een afgerond verleden sluit zo goed als uit dat stadsmarketing voor onaangename verrassingen komt te staan. Daarom leeft stadspromotie bij dode kunstenaars. In hun nieuwe leven na de dood. Voor het heil van stad en land.

Antwoord over Elst Borst, Albert van Andel en Josef Mengele

A_Matter_of_Life_and_Death_1901_Medium

Kees reageerde op een posting over dominee Albert van Andel die in maart 2014 een direct verband legde tussen de dood van Els Borst en God. Het synodebestuur van de Hersteld Hervormde Kerk nam meteen afstand van de uitspraken van Van Andel. Hij ging met ziekteverlof. Kees brengt me tot de volgende reactie:

U mag zeggen wat u wilt. Zo mag dominee Van Andel ook voor zichzelf spreken. Maar het is wat anders als hij voor anderen zegt te spreken. En zichzelf benoemt tot tolk en woordvoerder van God. Zo krijgt Van Andel te maken met anderen binnen zijn kerk -of het Nederlandse protestantisme in ruime zin- die zich ook tolk en woordvoerder van God menen. Zo ontstaat een conflict tussen allen die in Nederland namens God spreken.

Veel van elkaar afwijkende uitingen over wat God is en waar God voor staat tast de geloofwaardigheid en het beeld van God aan. Het is in het belang van de kerk als geheel dat intern te stroomlijnen en de interpretaties op elkaar af te stemmen zodat ze niet teveel verschillen. Dat is mensenwerk. De paradox is dat het voor een stroming binnen de kerk die op wil vallen, gehoord wil worden en gelovigen aan zich wil binden juist profijtelijk is om een afwijkend geluid te laten horen en zo de consensus binnen de kerk te doorbreken.

De uiting van dominee Albert van Andel raakt aan allerlei aspecten, zoals 1) de nagedachtenis van mevrouw Borst; 2) het aanspreken van de nabestaanden van mevrouw Borst; 3) de vrijheid van meningsuiting; 4) de macht binnen de Nederlandse protestante kerk; 5) de beeldvorming over de Nederlandse protestante kerk; 6) de positie van de protestante kerk in Nederland en 7) de positionering en profilering van dominee Van Andel.

U isoleert in uw reactie 3) de vrijheid van meningsuiting. Maar dat dominee van Andel binnenskamers tot de orde is geroepen heeft niet zozeer te maken met de positie van mevrouw Borst, euthanasie of D66, maar alles met de interne politiek van de Nederlandse protestante kerk die opereert vanuit een machtsbasis, dus 4) – 7).

Het is een kwestie van smaak om mevrouw Borst ‘een engel des doods’ te noemen zoals dominee Van Andel deed en haar aldus doelbewust te vergelijken met de nazistische kamparts Josef Mengele die experimenteerde op gevangenen in het vernietigingskamp Auschwitz. Wat de bedoeling was van de dood van mevrouw Borst kan niemand weten. Zoals we evenmin weten wat de bedoeling van het leven is. Vraag is zelfs of leven en dood van mensen enige bedoeling heeft. Niemand die het antwoord weet of dat namens anderen kan geven.

Foto: Still uit A Matter of Life and Death (1946) van Michael Powell en Emeric Pressburger.

Simone pleegt zelfmoord wegens pesten. Nu op internet

linq

Mensenlinq.nl publiceert aan de lopende band overlijdensberichten. Elke dag weer. Soms staan er bekende Nederlanders tussen, zoals vandaag gitarist Reggy Tielman. Van de legendarische Tielman Brothers. Anderen blijven onbekend terwijl ze in de vergetelheid verdwijnen. Soms staan er onbekenden tussen die door hun overlijden enige bekendheid verwerven. Zoals de 12-jarige Simone Brekelmans uit Maarheeze die zelfmoord pleegde omdat ze gepest werd. Hoewel niet iedereen dat bevestigt. Ze sprong voor een trein. Tim Ribberink en Fleur Bloemen gingen haar voor. Simone die in de eerste klas van de Philip van Horne Scholengemeenschap in Weert zat kreeg een rouwbericht. Zo breekt het ultieme moment aan. Met bloemen, verdriet, kaarsen, condoleanceregister en rouw. Het terugkijken en het inblikken. Had het anders kunnen gaan als er signalen opgepakt waren? Of niet? Morgen staan er weer andere namen op de voorpagina van Mensenlinq. That’s life.

tielmanbrothers1959

Foto 1: Schermafbeelding van Mensenlinq.nl, 14 maart 2014.

Foto 2: The Tielman Brothers in hun glorietijd.

Er staat niet wat er staat: boom, auto, container

Allerheiligen. Zit het in de lucht, is het de wind die als in een film van Fellini de ziel symboliseert of zijn het de afgewaaide herfstblaadjes? Hoe dan ook leidt een dreigende lucht tot allerlei bijkomende gedachten. Over leven en dood, herinnering aan de doden en de verlossing van het aardse leven. Voor wie de symboliek koestert is een blad geen blad, een boom geen boom en een lucht geen lucht. Anderen zien een zoekende camera, asfalt, een auto als schuilplek en een afvalcontainer. De dood als vakantie. Alles komt samen, springt heen en weer en kiest niet voor of tegen het aardse. Zien we niet wat we zien? Hou toch op. Kraaien krijsen.