Deze recensent van Trouw heeft een beperkt begrip van atheïsme en christendom

In een recensie van Leonie Breebaart in Trouw van 7 augustus 2019 van het boekThe Four Horsemen’ met Richard Dawkins, Christopher Hitchens, Daniel Dennett en Sam Harris komt onderstaande passage voor. Het is onduidelijk wat Breebaart meent te zeggen met de zin: ‘Bovendien kent deze wereld waarschijnlijk evenveel haatdragende atheïsten als gelovige betweters; denk alleen al aan Noord-Korea, en aan de recente racistische aanslag in El Paso’. Is volgens haar ‘haatdragend’ hetzelfde als door geweld om het leven brengen?

De dader van de schietpartij in El Paso is Patrick Crusius. Hij wordt in het bovenstaande bericht van Baptist News Global (in vertaling) een ‘trots-liefhebbende christen’ genoemd. De politieke opkomst van Trump is krachtig gesteund door de leiders van de Evangelicals en is volgens theoloog Reza Aslan omgeslagen in een cult. Fundamentalistische christenen zijn een gevaarlijke religieuze sekte die dankzij Trump de kern van de macht hebben bereikt. Dat is een macht die westerse atheïsten in de westerse wereld nergens hebben bereikt.

Probeert Breebaart steun en gelijkhebberigheid van fundamentalistische christenen die in El Paso ontaardde in een blinde moordpartij door een fundamentalistische christen te neutraliseren door te verwijzen naar Noord-Korea? Ze is onduidelijk en vaag. Is haar uitgangspunt dat daar haatdragende atheïsten aan de macht zijn en probeert ze dat tot een argument om te bouwen door associaties en losse verwijzingen? Breebaart strooit met woorden maar zet ze niet in een dwingend betoog. Breebaart is de impressionist van de flodderigheid. Als dat het niveau van haar betoog in het van oorsprong christelijke Trouw moet zijn dat dient om atheïsten lik op stuk te geven, dan roept ze vooral een recensie van haar recensie op. Wat hebben westerse atheïsten in hemelsnaam te maken met een bewind in Noord-Korea waar ieder zinnig mens afstand van heeft genomen?

Breebaart zou beter de associatie van het fundamentalistisch christendom met geweld en machtsvorming kunnen maken als ze dan toch zo nodig in een recensie over vier atheïsten wil verwijzen naar gelovige betweters. Het besef dat een wereld zonder religie een betere is, begint met het zo eerlijk en sec mogelijk benoemen van de nadelen en uitwassen van religie. Zonder oneigenlijke relativering die alles gelijkschakelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel berichtEl Paso shooting puts Christian nationalism on trial’ van Bob Allen in Baptist News Gobal, 5 augustus 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel recensieDeze vier atheïsten hebben een beperkt begrip van waarheid’ van Leonie Breebaart in Trouw, 7 augustus 2019.

Berkvens-Stevelinck: ‘Bewijzen dat God bestaat is ongelooflijk vaak geprobeerd, maar gelukt is het nooit.’ Hoe zou dat nou komen?

media_xl_3624138

In een artikel van Leonie Breebaart voor Trouw zegt emeritus hoogleraar Europese cultuur Christiane Berkvens-Stevelinck: ‘Bewijzen dat God bestaat is ongelooflijk vaak geprobeerd, maar gelukt is het nooit’. Het is exact om die reden dat geloof geloof wordt genoemd, en geen bewijs. Miljoenen mensen geloven dat God bestaat, maar kunnen het niet bewijzen. In plaats van dat ontbrekende bewijs dat ze niet kunnen leveren komen ze met allerlei verklaringen over wat hun geloof is: de ervaring van iets groters, iets dat de kosmos bij elkaar houdt of de verwijzing door het geloof naar iets anders. Op zijn best kan het bestaan van God dus door indirect en ondersteunend bewijs geleverd worden, maar niet overtuigend bewezen worden.

Christiane Berkvens-Stevelinck klinkt sympathiek in haar geloof, maar het artikel ademt een abstracte sfeer uit. Want godsdienst is meer dat theologie en zingeving, geloof en troost. Godsdienst is ook machtsvorming van religieuze instellingen en uitsluiting van andersdenkenden. Zelfs in haar verlichte opvatting van religie die de fundamentele verschillen niet tussen gelovigen en ongelovigen, maar tussen zij die zich tolerant opstellen en de fundamentalisten legt. Praten over godsdienst en geloof zonder het apparatus van de religieuze instellingen met de kerkleiders met hun eigenbelang en de politieke en maatschappelijke belangen van de organisatie erin te betrekken oogt wereldvreemd en schiet tekort. Godsdienst is immers meer dan geloof in God alleen. Hoe theologische denkers als mevrouw Berkvens-Stevelinck ook zo graag het tegendeel beweren.

Foto: Afbeelding bij artikel ‘Hoe weet je eigenlijk of God bestaat?’ in Trouw, 25 februari 2016. Credits: Jenna Arts.

Maak religie in de kritiek erop niet groter dan het is

pri

Voor alle duidelijkheid: we hoeven kerken het leven niet zuur te maken. (..) Maar bij niet-gelovigen ontstaat lichte ergernis als de bezieling waarmee zij dagelijks werken aan een vreedzame samenleving niet op waarde wordt geschat, alleen omdat die niet opborrelt uit expliciet religieuze bron.’ Aldus Leonie Breebaart in haar column voor Trouw die in de titel aangeeft waar het om gaat: ‘Religie heeft niet het monopolie op zingeving.’

Breebaart verwijst naar Arie Slob en Gert-Jan Segers van de ChristenUnie die vorige week in een opinieartikel  in Trouw ervoor pleitten om religie niet uit het publieke domein te verbannen. Ze menen dat liberale partijen lijden aan religiestress. Een in christelijke kringen populaire term die enkele jaren geleden werd gemunt door theoloog en algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap Tom Mikkers in ‘Religiestress; Hoe je te bevrijden van deze eigentijdse kwelgeest’. Mikkers gebruikt het begrip ‘religiestress’ om door associatie religiekritiek in een ongunstig daglicht te zetten. En zo religieuze organisaties in bescherming te nemen.

In 2012 duidde ik de initiatiefnemers van de religiestressmeter die religiestress menen te kunnen meten: ‘Door de initiatiefnemers wordt een tegenstelling gesuggereerd die niet uit het secularisme voortkomt. Hier waart de geest rond van een behoudende religie die het verlies van voorrechten presenteert als aantasting van rechten. Waarom projecteren ze oude vijandbeelden? Ze zijn zelfs zo schrander om hun bedoelingen te maskeren door anderen te vragen de stap naar de moderniteit te zetten. Maar hoe kunnen theologen met wetenschappelijke pretentie in hemelsnaam menen dat volgens het secularisme religie terug in de kast moet?

Wat Slob en Segers beweren komt voort uit de vrees dat het terugdringen van voorrechten van christelijke organisaties doorschiet in de afbraak ervan. Da’s hun politieke marketing die dient om zich te profileren als beschermers van het christelijk gedachtengoed. Een onterechte angst, want liberale partijen als D66 streven naar een gelijk speelveld voor alle religies en levensovertuigingen en hebben nooit uitgesproken om religies uit het publieke domein te bannen. Om het secularisme te realiseren waarbij de overheid alle religies en levensovertuigingen gelijkwaardig waardeert en garandeert moeten de voorrechten van bestaande religies afgebroken worden. Slob en Segers weten dat als geen ander, maar doen net alsof ze dat niet begrijpen.

Leonie Breebaart praat over niet-gelovigen. De term verbindt iedereen ongelukkig aan religie. Maatschappelijk achterhaald omdat een meerderheid van de bevolking zich niet (meer) laat inspireren door religie. Ze geeft religie te veel eer door het te zien als richtinggevend. Da’s het allang niet meer. Slob en Segers doen aan belangenbehartiging voor de eigen achterban. Ze willen de afbraak van hun voorrechten vertragen. Da’s hun goed recht. Dat verdient geen ergernis, maar begrip. Andersdenkenden die dit achterhoedegevecht van Slob en Segers op waarde schatten hoeven zich er niks van aan te trekken omdat het nog nauwelijks relevant is.

Foto: Boeddhistische priester, Japana, 1915: Buddhist Priest: “When the Buddha priest of Japan seats himself among his congregation to preach, he wears the simplest of robes, a white or sober-hued cassock, but when he opens the sutra or recites the litany, his vestments are of brocade that would serve worthily to drape a throne. Buddhist priests live on contributions of their parishioners and on the income of their lands, now greatly reduced.