Wereldmuseum na succesvolle publieksactie gered met behoud van ‘Rotterdams karakter’. Wat zegt dat over het kunstklimaat?

imageproxy-aspx

Gisteren nam de Rotterdamse gemeenteraad een motie aan van PvdD, SP, PvdA, NIDA, GroenLinks en D66 over het Wereldmuseum. Dat gebeurde binnen het kader van het Cultuurplan 2017-2020. Hiermee spreekt de raad zich uit voor een zelfstandige positie van het Wereldmuseum binnen de samenwerking met het Nationaal Museum voor Wereldculturen. Door toedoen van de vorige directeur Stanley Bremer was het museum door vercommercialisering in een negatieve spiraal terechtgekomen. Onder druk van raad en toenmalig wethouder Adriaan Visser (D66) trad Bremer in april 2015 terug. Met het aannemen van deze motie is de actie afgerond om het Wereldmuseum te redden als autonoom museum ‘met een Rotterdams karakter’. Als sluitstuk omarmt wethouder Pex Langenberg (D66) de motie. Zodat voor de komende vier jaar de financiering, het Rotterdams profiel, tentoonstellingsprogramma, beheer van de collectie en monitoring door de RRKC zijn gegarandeerd.

Sinds 2012 verschenen hier meer dan 30 stukken over het Wereldmuseum. Ze volgden de ontwikkelingen op de voet door onder meer de weergave van bronnen binnen het Wereldmuseum die zich op straffe van ontslag publiekelijk niet konden uiten. En gaven er commentaar op. Door de jaren heen verschoof het accent van de aandacht voor het ontzamelbeleid naar kritiek op de aanpak van Bremer en de afwachtende houding van de opeenvolgende Rotterdamse gemeentebesturen. Na enkele kleinere publieksacties (met onder andere Boris van Berkum) kreeg in de zomer van 2014 een grotere publieksactie smoel met kunstenaar Olphaert den Otter die zich grotendeels op Facebook afspeelde. In de politiek was het Ruud van der Velden (PvdD) die initiatief nam, maar ook anderen als Jos Verveen (D66), Sun van Dijk (SP), Co Engberts (PvdA) toonden zich betrokken.

Het waren echter betrokkenen uit museumsector, partijpolitiek en openbaar bestuur die achter de schermen het verschil maakten. Reden voor die krachtenbundeling kan niet los worden gezien van een verslechterend kunstklimaat. Teken daarvan was de bovenproportionele korting op de landelijke cultuurbegroting die door het afbraakbeleid van toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) vanaf 2011 in gang werd gezet. Vooral Zijlstra’s minachting voor kunst en gepoch geen affiniteit met de kunstsector te hebben maakte velen die de kunst een warm hart toedroegen ziedend en machteloos. Het was patjepeeër Zijlstra tegenover een bovenlaag van kunstminnenden die zich aan de kant gezet voelden. Niet zozeer persoonlijk, maar eerder waar het de waarden betrof die ze belangrijk vonden. Het Wereldmuseum werd zo een streep in het zand die velen voor en achter de schermen konden trekken om de dikdoener Stanley Bremer en al die andere populisten die de kunst wilden uitverkopen een halt toe te roepen. Het cultuurbeleid is echter nog steeds niet gerepareerd zoals het voor Zijlstra was. Evenmin is het verder afgebroken. Het blijft halfslachtig hangen tussen hoop en vrees.

Een commentaar van december 2012 vatte die mentaliteit van de patjepeeërs en kunsthaters samen: ‘Het goede leven van wijnen, spijzen, gesprekken en ons soort mensen zet alle neuzen een kant op. Soms feestneuzen als er feest te vieren valt, soms wijsneuzen die het samen beter weten dan de professionals uit politiek of museumwereld. Weldenkende burgers zijn tevreden met zichzelf. En elkaar. Als individuen vinden ze elkaar in een groepsgevoel dat afkeer voor regelzucht uitstraalt. In het oprekken van de grenzen voelen ze zich weer de provo’s die ze nooit waren. Hun tweede jeugd neemt hen de kans niet af het alsnog te worden. In het schoppen tegen het establishment dat ze zelf vormen. Vanuit de luxe. Zo werkt kunst als glijmiddel.

Via emotie mobiliseert directeur Bremer steun voor zijn plan om de Afrikacollectie te verkopen. Zijn museum loopt uit de pas met de museumsector in het oprekken van de LAMO-richtlijn, en de gemeente Rotterdam doet hetzelfde door de deur voor de verkoop van topstukken open te zetten. Maar kritiek werkt niet, omdat dat daar aan dat gebouw aan de Maas alleen maar opgevat wordt als een bevestiging van het eigen gelijk.

Oprekken van grenzen is in lijn met de handel in Afrikaanse etnografica die is geconcentreerd in Brussel en Parijs. Deze handel met grote winstmarges vertoont de trekken van de Roomse kerk en de maffia. Uiterlijk vertoon, ex-communicatie, strenge hiërarchie, witwassen van valse objecten en omerta zijn de kenmerken. Verkoop van de Afrikacollectie speelt zich af in dit schemergebied waar handelaren zich opdringen omdat ze winst ruiken. Liefst via onderhandse verkoop. Raadgevers en clandestiene handelaren wisselen elkaar af. De directeur die kennis mist vaart blind op anderen. Hij zet de Afrikacollectie in de etalage om als een Robin Hood aan de Maas te nemen van de gemeenschap en te geven aan z’n medestanders.’

Dat het Wereldmuseum voor de poorten van de hel uit de handen van de praatjesmakers en de kunsthaters is gered heeft grote symbolische waarde. Maar het feit dat het kon slagen door de inzet van enkelen is ook wrang. Dit soort publieksacties komt immers door toevalligheden tot stand. Niet voor elke bedreigde culturele instelling die het waard is om gered te worden wordt zo’n actie op touw gezet. Als deze succesvolle actie een incident is, dan houdt dat nog lang geen structurele verbetering van het kunstklimaat in. De golf van rechts-populisme die delen van de politiek en bevolking overrompelt maakt somber. Overschatting ervan lijkt echter nog de grootste bedreiging van het democratisch proces. Vooral media en partijpolitiek moeten niet meegaan in projecties en angstdenken, maar gewoon de traditionele waarden beschermen. Daar is kunst er één van. De les van het Wereldmuseum is daarom uiteindelijk positief. Samenwerking van politici en burgers met een beroep op deskundigen en met mobilisatie van sociale en gevestigde media kan het verschil maken. QED.

Foto: BaHuana-Beeld uit de collectie van het Wereldmuseum, Beneden Congo.

Wereldmuseum maakt nieuwe start met AFRIKA 010. Geen doorstart zonder investering. Een terugblik

13124483_1022919657836380_2648610787077600993_n

 

Update 7 september 2016: Eind goed, al goed met het Wereldmuseum, dankzij de inspanningen van velen onder wie kunstenaar Olphaert Den Otter die een persoonlijk portret in de NRC krijgt. Hij is trouwens eerder intermediair dan klokkenluider. Het Rotterdamse gemeentebestuur gaat in een collegebrief van 6 september voorbij aan het advies van de RRKC dat door velen als onwerkbaar werd beoordeeld en pleit ervoor ‘alle museale functies te herstellen’ en stelt daarvoor ‘een bedrag van jaarlijks 5 miljoen euro maximaal’ beschikbaar. Hier de verdeling van de cultuurbegroting over de verschillende instellingen. De gemeenteraad moet er nog mee instemmen. Zoals uit een brief van directeur van het NMVW Stijn Schoonderwoerd blijkt volgt het gemeentebestuur de musea ingefluisterde constructie (‘Het gekozen model kan het best omschreven worden als een bestuurlijk organisatorische integratie zonder over te gaan tot een juridische fusie’).

Gisteren opende de tentoonstelling AFRIKA 010 in het Rotterdamse Wereldmuseum. Met een aparte website die gisteren de lucht in ging en de inhoud van de catalogus vol faits divers bevat die door Veenman+ wordt uitgegeven. De opening die met 600 bezoekers goed bezocht werd was op te vatten als een botsing tussen het oude en het nieuwe regime. De ontvangst was warm en genereus zodat de verwaaide bezoekers die gewoontegetrouw de weg naar de Willemskade weten te vinden niet verrast werden. Het overvolle programma met een lengte van meer dan 2 uur was het enige schoonheidsfoutje van de dag. AFRIKA 010 is uit eigen collectie samengesteld door curator Paul Faber. In vele opzichten een tentoonstelling met een geschiedenis.

In september 2011 besteedde ik voor het eerst aandacht aan het Wereldmuseum in een commentaar over het afstoten van The Schoolboys van Marlene Dumas door Museum Gouda dat de museumwereld onaangenaam verraste. De echte reden waarom dit schilderij geveild moest worden is nog steeds niet door directeur Gerard de Kleijn geopenbaard, zodat we het moeten doen met een rammelende uitleg. Zie hier de kern van de kritiek op het beleid dat tot verkoop leidde. Antwoorden op kamervragen wezen op de smalle marges van musea die wilden ontzamelen. Afstoffen van beleid leidde tot herbevestiging van richtlijnen en floot museumdirecteuren terug die over de rand gingen. De paradox van het antwoord van toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra op kamervragen van SP’er Jasper van Dijk over de collectie van het Wereldmuseum leek dat het haaks stond op de kaalslag in de kunst die het kabinet Rutte I van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV vanaf 2010 inzette.

Het was geen paradox, maar het doorschuiven van verantwoordelijkheid zonder voldoende financiering naar een bestuurlijk lager niveau zoals later ook de zorg overkwam. Zijlstra antwoordde in 2011: ‘Ik ga ervan uit dat gemeenten, provincies en rijksoverheidsorganen de musea die hun collecties beheren in staat stellen die codes na te leven en zelf die codes als kader hanteren bij het verlenen van volmachten om voorwerpen af te stoten. (..) De beoordeling van de vraag of een voorstel van het Wereldmuseum binnen deze codes past ligt bij de Gemeente Rotterdam.’  Dit leidde begin 2014 in Rotterdam tot opstellen van de Rotterdamse regels

In die vijandelijke omgeving van lokale musea, museumsector, kunstfondsen, kunstenaars, kunstliefhebbers en -verzamelaars, steun op lokaal niveau van D66 en linkse partijen en op landelijk niveau van een kabinet van VVD, CDA ‘dat op de centen paste’ onderschatte toenmalig directeur van het Wereldmuseum Stanley Bremer de oppositie en het monsterverbond tegen zijn plannen om delen van de collectie te verkopen om een reservefonds van tientallen miljoenen op te bouwen voor de exploitatie. Bremer staarde zich blind op z’n inner circle van Rotterdamse Leefbaar- en VVD-getrouwen die lak hadden aan regels. Zijn rol als Robin Hood aan de Maas om te nemen van de gemeenschap en te geven aan z’n medestanders bleek potsierlijk en ondeugdelijk.

Het Wereldmuseum is door de inspanning van velen die nooit in de openbaarheid traden voor de poorten van de hel weggesleept. In de openbaarheid waren het onder meer Boris van Berkum, Olphaert Den Otter, Sjors van Beek, raadslid Ruud van der Velden en ikzelf die de voorstanders trachtten te motiveren om in actie te komen. Die berichten motiveerden het personeel van het Wereldmuseum dat zich geschoffeerd voelde door Bremer. Ze klampten zich vast aan kritiek die op een omslag kon wijzen. Vooral voor de zomer van 2014 verliep dat moeizaam, maar daarna kreeg de actie wind in de zeilen. De burgerbeweging die kunstenaar Den Otter wist op te tuigen was een prachtig voorbeeld van activistische politiek door burgers. Het was ook een front en focus voor anderen om door te drukken en de cultuurbarbaren zoals die gesymboliseerd werden door museumdirecteuren als Gerard de Kleijn of Stanley Bremer terug te wijzen en op hun plek te zetten.

De geschiedschrijving van deze kwestie is nog niet rond zoals een artikel van Claudia Kammer in NRC ter gelegenheid van de opening van AFRIKA 010 verduidelijkt. Het had de misleidende titel ‘Spookverhalen bleken niet waar’ die over de collectie Sanders leek te gaan, terwijl dat nauwelijks uit de tekst bleek. Spookverhalen blijken wel degelijk waar, want dat alle stukken uit de gemeentelijke collectie er uiteindelijk nog zijn wil niet zeggen dat ze zonder het hierboven geschetste monsterverbond van opposanten tegen het ontzamelbeleid van directeur Bremer niet verkocht zouden zijn aan kunsthandelaren in Madrid, Brussel, Parijs of Londen.

13095739_1022919757836370_5920450050971882555_n

Hoe verder? Het Wereldmuseum is met AFRIKA 010 en interim-directeur Jan Willem Sieburgh de goede weg ingeslagen, maar de steun ervoor moet vastgehouden worden. In Nederland wordt kunst niet vanzelfsprekend gekoesterd. Dat moet elke keer weer bevochten worden. Ik omschreef een jaar geleden wat nodig is voor een levensvatbare doorstart: 1) politieke steun van de gemeente Rotterdam inclusief het herstel van het oude niveau van subsidie om tot een levensvatbaar bedrijfsmodel te komen; 2) heroriëntatie van het gebouw op tentoonstellingen en collectie (beheer, documentatie, ontsluiting), en afwaarderen van de niet-kerntaken (restaurant, banqueting) die trouwens toch verliesgevend waren; 3) herstel van de kerntaken van het museum door het opnieuw opbouwen van een wetenschappelijke staf en een tentoonstellingsafdeling die zo’n twee grote, vier middelgrote en zes kleinere presentaties per jaar maakt ; 4) herstel van het vertrouwen bij politiek, publiek, museumsector en collega-volkenkundige musea, bruikleengevers, vermogensfondsen en sponsoren.

Foto: Impressies van de opening van de tentoonstelling ‘AFRIKA 010‘ in het Wereldmuseum, 28 april 2016. Credits: Lydia van Oosten.

Debat over onderzoek naar onregelmatigheden bij Wereldmuseum

rvv

Aldus in een tweet Ruud van der Velden die in Rotterdam de Partij voor de Dieren in de Commissie Zorg, Onderwijs, Cultuur en Sport vertegenwoordigt. In een raadsoverleg werd vanochtend een zogenaamde actualiteit over het onderwerp ‘Derde onderzoek Wereldmuseum’ behandeld dat was ingediend door de oppositiepartijen PvdD, PvdA, SP en GroenLinks. Aanleiding was een bericht in de Volkskrant van 16 februari waarin een woordvoeder van de gemeente repte over ‘geruchten dat het depot niet op orde zou zijn’. Dat zette critici op scherp en leidde tot de actualiteit. Leefbaar Rotterdam vond bij monde van Anton Molenaar alle aandacht voor de vermeende chaos bij van het Wereldmuseum wat overdreven. Niemand steunde hem daarin.

Wethouder Adriaan Visser antwoordde dat het derde onderzoek bij het Wereldmuseum feitelijk geen derde onderzoek was, maar het tweede deel van het tweede onderzoek door het Bureau LawsonLuiten. Voer voor bestuurlijke fijnproevers. Het eerste onderzoek is dat van de Rekenkamer. Op voorstel van onderzoeker Gitta Luiten is op 22 januari de Erfgoedgoedinspectie ingeschakeld om na te gaan of, hoe en waar objecten in het museumdepot zijn terug te vinden. Het Wereldmuseum werkt in de registratie met inventarisnummers, de vraag is of die op orde is. Mede gezien de gesneefde ontzamelplannen. Twijfels hierover kon wethouder Visser niet wegnemen. Over twee weken komt Luiten met een conceptrapportage aan de wethouder.

Hier is het videoverslag van het raadsoverleg te zien; klik door naar ‘3b. Derde onderzoek Wereldmuseum, actualiteit aangevraagd door de leden Van der Lee, Engberts, Van Dijk en Bokhove‘.

Foto: Schermafbeelding van tweet van Ruud van der Velden (PvdD), 19 februari 2015.

Het Wereldmuseum draait door. Een Rotterdams drama

wm

Het raadslid van Leefbaar Rotterdam Anton Molenaar stelde op 2 september 2008 raadsvragen over het Wereldmuseum. Toen al kwamen er plannen van dat museum naar buiten om een groot deel van de collectie te ontzamelen. In het antwoord verwees het college (met Ivo Opstelten) naar de directie en de Raad van Toezicht van het op 1 januari 2007 verzelfstandigde Wereldmuseum die hadden verzekerd dat ze dat volgens bestaande normen zouden doen en voegde toe: ‘Het opschonen van de collectie is ook een vorm van verzamelen en zal leiden tot een kleinere en beter beheersbare collectie van topstukken en zal niet leiden tot de opheffing maar tot een betere profilering en efficiëntie van het museum.’ Een verbazingwekkende passage die met terugwerkende kracht de urgentie miste wat er precies aan de hand was bij het Wereldmuseum.

In de jaren erna ging de kritiek op het ontzamelbeleid van het Wereldmuseum niet meer liggen. Vooral niet toen directeur Stanley Bremer in 2011 met het plan van een fonds kwam met maximaal 60 miljoen euro dat gevuld werd door de verkoop van de Afrika-collectie. Bezit van de gemeente. Het zou gemeentesubsidie overbodig maken en de afhankelijkheid van de gemeente verkleinen, zodat de directeur de vrije hand kreeg om te doen en laten wat hem schikte. Toenmalig wethouder Antoinette Laan nam weliswaar afstand van de plannen, maar was niet ondubbelzinnig in haar standpunt dat verkoop van (een deel van) de collectie om economische redenen principieel afkeurde. Raad en college bleven dubbel in hun reactie op de plannen van Bremer, ze hadden wel oren naar een museum dat het zonder subsidie zei te kunnen stellen. Museumsector, publiek en toenmalig staatssecretaris Zijlstra maakten duidelijk dat dit soort verkoop ontoelaatbaar was.

In 2012 tekende ik de tactiek van het Wereldmuseum dat de eigen organisatie inzet om steun op te bouwen: ‘Het goede leven van wijnen, spijzen, gesprekken en ons soort mensen zet alle neuzen een kant op. Soms feestneuzen als er feest te vieren valt, soms wijsneuzen die het samen beter weten dan de professionals uit politiek of museumwereld. Weldenkende burgers zijn tevreden met zichzelf. En elkaar. Als individuen vinden ze elkaar in een groepsgevoel dat afkeer voor regelzucht uitstraalt. In het oprekken van de grenzen voelen ze zich weer de provo’s die ze nooit waren. Hun tweede jeugd neemt hen de kans niet af het alsnog te worden. In het schoppen tegen het establishment dat ze zelf vormen. Vanuit de luxe. Zo werkt kunst als glijmiddel.

Nu is er voor de zoveelste keer kritiek op het beleid van het Wereldmuseum. De kar van de Publieksactie Wereldmuseum wordt getrokken door kunstenaar Olphaert den Otter. Die vanuit het niets zich half augustus met het Wereldmuseum ging bezighouden. Aangezwengeld door artikelen van onderzoeksjournalist Sjors van Beek die vanaf 13 augustus in De Groene verschenen. Topstukken in de ramsj, zo zei van Beek. De toon was gezet. Den Otter sprak twee keer in de commissie ZOCS van de Rotterdamse gemeenteraad waar de C voor Cultuur staat. Op 30 oktober (7 u 45’) en op 19 november (55’50’’). In de raad vroeg het raadslid namens de Partij voor de Dieren en kunsthandelaar Ruud van der Velden herhaaldelijk aandacht voor het onderwerp.

Op  de FB-pagina van Olphaert den Otter werd het een gezellige, anarchistische boel. Ik zag er een voorbeeld voor nieuwe politiek in. Terloops ontstond een gemeenschap van betrokken burgers die zich verenigden in hun verontwaardiging over directeur Stanley Bremer die naar hun idee te veel ruimte van het gemeentebestuur kreeg. Zodat het onbegrip zich ook richtte op de Rotterdamse lokale politiek die het de afgelopen zeven jaar allemaal had laten gebeuren. Den Otter riep uit op 16 augustus: ‘Het is totaal krankjorem, maar niemand lijkt op het idee te komen die man eruit te flikkeren! Hoe kan dat nou? HELP!’ Ja, Gemeente Rotterdam, waarom vertegenwoordigden jullie gedurende zeven jaren het algemeen belang zo slecht? Waar liet dat de burgers?

Nu lijkt er een doorbraak. In een brief aan de raad meldde B&W deze week de ‘ingrijpende beleidstrajecten die momenteel bij het Wereldmuseum lopen, voorlopig stil te leggen.’ De gemeente zet het Wereldmuseum verder onder druk door het initiatief om de leden van de Raad van Toezicht te benoemen, één of meer termijnen van de bevoorschotting niet te vervroegen waar het Wereldmuseum om had verzocht, de uitspraak van de toetsingscommissie-Laan die half december wordt verwacht en het instellen van een extern onderzoek naar de algehele bedrijfsvoering van het museum. Vraag is of de brief diep genoeg gaat. Ruud van der Velden is er ontevreden over, ziet vele vragen onbeantwoord en heeft met PvdA, SP en GL een spoeddebat aangevraagd.

Foto: Renovatie Wereldmuseum door Putter Partners.

Publieksactie tegen directeur Bremer van Wereldmuseum

ven

Kunstenaar Olphaert den Otter die op dit moment in het Centraal Museum de prachtige presentatie World Stress Painting in een projectkamer heeft is op Facebook een actie tegen het Wereldmuseum begonnen. Dit naar aanleiding van een artikel van Sjors van Beek over dat museum en haar directeur Stanley Bremer in de Groene Amsterdammer. Op dit blog verschenen sinds 2011 diverse stukken over het ontzamelen door musea, met extra aandacht voor het MuseumgoudA en het Wereldmuseum die een bodem onder een artikel of actie leggen. In 2013 voerde een andere Rotterdamse kunstenaar Boris van Berkum actie tegen Bremers plannen.

Den Otter toonde eerst z’n verontwaardiging over het handelen van Bremer en toen zijn actiebereidheid  door hem een brief te sturen: ‘Met ontzetting heb ik het artikel in de Groene Amsterdammer gelezen over uw plannen met het Wereldmuseum. Ik volg de kwestie al jaren. Steeds lijkt het erop dat de verkoop van de collectie toch niet door zal gaan. Nu blijkt u uw plannen gewoon door te kunnen zetten. Ik teken daar uit de grond van mijn hart protest tegen aan. U heeft een financieel probleem – dat begrijp ik. Door de collectie te verkopen en de museumstaf te decimeren handelt u als een restauranthouder die zijn koks ontslaat en het keukengerei verkoopt om de zaak te redden. U houdt niets over. En erger nog: onze stad wordt een erfgoed ontnomen, waaraan anderhalve eeuw is gebouwd. In een ommezwaai is het weg.

De volgende logische stap is het benaderen van de Rotterdamse politiek, en dat deed Den Otter vandaag in een e-mail aan voorzitter Judith Bokhove van de commissie Zorg, Onderwijs, Cultuur en Sport (ZOCS). Hij schrijft onder meer: ‘In onze stad dreigt een historische vergissing te worden gemaakt. Lange tijd leek het erop dat de voorgenomen verkoop van grote delen van de collectie van het museum steeds kon worden voorkomen. Nu blijkt anders. Zolang er geen stuk verkocht is, is het mogelijk een drama af te wenden. Ik reken erop dat u [een] bijdraagt aan het voorkomen van een stap die onze stad wereldwijd te schande zou maken en haar bewoners zou beroven van de mogelijkheid om middels deze schitterende collectie etnografica zich te informeren over de vele culturen binnen de gemeente Rotterdam.

Den Otter vraagt niet om het ontslag van Bremer, maar suggereert dat wel. Probleem is dat Bremer door de gemeente en de museumwereld in 2013 is teruggefloten, maar geen consequenties uit de afwijzing van z’n beleid heeft getrokken. Hij blijft om onverklaarbare redenen zitten. De problemen met Bremer zijn tweeledig. Hij heeft het museum naar de marge gevoerd door de nevenactiviteiten (restaurant, evenementen) voorop te zetten en de museale taken (wetenschap, bestandsbeschrijving) uit te kleden. En hij heeft tegen alle regels en afspraken in geprobeerd delen van de collectie op de markt te brengen. Nu is door de gemeente Rotterdam de procedure aangescherpt die Bremer geen ruimte laat voor zijn eerdere plannen. Maar Bremer blokkeert tevens een nieuwe start voor het Wereldmuseum. Da’s triest voor Rotterdam, de bezoekers en ook voor Bremer die in het verleden blijft hangen en niet meer voor- of achteruit kan. De gemeente Rotterdam kan dat oplossen.

Foto: Venue.nl: Wereldmuseum.

Rotterdam scherpt ontzamelbeleid museumcollecties aan

Twee maanden geleden leidde directeur Stanley Bremer van het Wereldmuseum een journalist van RTV Rijnmond rond in z’n depot. Hij legt uit dat er van de 100.000 stukken zo’n 10.000 tot 15.000 stuks bewaard zullen blijven. Opzet is om deze in een open depot aan het publiek te gaan tonen. Dat nog wel eerst gerealiseerd moet worden. De collectie van het Wereldmuseum is eigendom van de gemeente Rotterdam. 

Volgens de ‘Rotterdamse’ regels over ontzamelen verloopt afstoten volgens een strikte procedure. Dit raadsvoorstel komt op 23 januari 2014 in stemming. Over de procedure zijn allerlei moties door de raad ingediend. Zo herstelt een aangenomen motie de band tussen museum en de eigen collectie, zodat de opbrengst niet naar een algemene reserve maar naar het betreffende museum stroomt. De procedure gebiedt dat stukken uit deze collectie eerst aan Rotterdamse en dan aan nationale musea om niet aangeboden dienen te worden. Daarna volgt een inhoudelijke toetsing door een commissie. Alleen stukken zonder een bijzonder cultuurhistorische waarde mogen verkocht worden. De opbrengst mag ruimer ingezet worden dan de LAMO-richtlijn die het alleen mogelijk maakt dat de middelen ingezet worden voor aankoop, actieve conservering of restauratie van de collectie. In Rotterdam kan de opbrengst ook gaan naar de klimatisering of bereikbaarheid ervan, inclusief de digitalisering. Zodat ook het open depot van Bremers Wereldmuseum eronder valt.

Wereldmuseum_85FFAC62E84B68E6C1257C050058C81F_8

Over de topstukken van de Afrikacollectie heeft Bremer een opvallende draai gemaakt. Hij kiest eieren voor z’n geld. Eerst was-ie van plan om ze op de commerciële markt te verkopen om zo een fonds van 60 miljoen euro te vormen. Hij presenteerde dat destijds niet alleen als een gewenste, maar zelfs noodzakelijke verkoop. Die noodzaak blijkt nu echter minder noodzaak te zijn dan Bremer toen suggereerde. Eind 2012 moest-ie het voornemen van verkoop onder druk van politiek, museumsector en bezorgde Rotterdammers inslikken. Hij haalde bakzeil en erkent achteraf dat het een stap te veel was. Voor hem. Bremer ziet nu de waarde van de Afrikacollectie in. Niet alleen vanwege het prestige, maar ook in het ruilverkeer met andere musea dat het Wereldmuseum een goede onderhandelingspositie geeft. De kou in museaal Rotterdam lijkt nu uit de lucht.

Foto: Beeld uit Afrikacollectie in depot Wereldmuseum.

Wereldmuseum, ontslag, museumsector en de aangekondigde dood

phpThumb_generated_thumbnailjpg

De pijn in de museumsector doet zich vertraagd en tergend voelen. Overheden hebben de afgelopen jaren bovenmatig gesneden in cultuurbudgetten. En waar geen langlopende verplichtingen lagen gebeurde dat snel. Dat bleef niet zonder zichtbare gevolgen. Besef van pijn komt nu ook aan bij het publiek van kunstminnaars.

MuseumgoudA werd in 2011 geconfronteerd met een gemeentelijke bezuiniging van 25%. Ontslagen volgden en het museum kon zich niet meer uit de neergaande spiraal ontworstelen. Het Tropenmuseum voert deze weken slechtnieuwsgesprekken met medewerkers. Door een overheidsbezuiniging van 20 miljoen euro dreigen de culturele instellingen van het overkoepelende Koninklijk Instituut voor de Tropen te sluiten. Naast afgenomen dienstverlening probeert men te overleven door personeel te ontslaan. Niet sluiten is de strategie, om de continuïteit van de levensvatbare onderdelen te verzekeren. Dat kan een gedraaid rad voor ogen zijn.

Het Wereldmuseum gaat 28 van de 37 vaste medewerkers ontslaan. Aan de museumkant wordt tweederde van de medewerkers ontslagen. De subsidie van de gemeente Rotterdam is verminderd met 1,75 miljoen euro. Zo’n 40% van het budget. Directeur Stanley Bremer voelt zich niet met zijn rug tegen de muur staan, zo zegt-ie. Op de publiekstaken bezuinigt-ie zo min mogelijk, want ‘daar verdienen we ons geld mee’. Inclusief het restaurant en zalenverhuur. De verkoop van de Afrika-collectie werd in januari 2013 door de politiek geblokkeerd. In de plannen zou een fonds dat resulteerde uit de verkoop de bezuinigingen gaan opvangen.

Moeilijk voorstelbaar op welk niveau een museum met eenderde van het personeel kan blijven functioneren. Wordt dat meer dan een mausoleum? Schoonmakers, beveiligers, kassa-medewerkers, een boekhouder en een directeur zijn sowieso onmisbaar. Tijdelijk kunnen conservatoren, projectleiders, documentalisten en administratief personeel gemist worden. Of medewerkers van publiciteit, educatie of marketing. Maar het is kannibalisme. Zoals de voorgenomen verkoop van de Afrikacollectie dat ook was. Het is de aankondiging van een sluiting omdat de financiële balans niet in evenwicht komt. Een vaste opstelling kan niet eeuwig staan, technisch onderhoud is nodig, ook ingekochte wisseltentoonstellingen hebben begeleiding nodig en schenkingen moeten beschreven worden. Zo’n museum wordt een toko die zwakjes draait op vrijwilligers.

Foto: Banqueting in het Wereldmuseum.

Santralistanbul Museum veilt volledige collectie. Hoe kan dat?

macka-mezat_page16_image2_0

In Nederland kreeg het Wereldmuseum het afgelopen jaar tegenwind vanuit de samenleving, en de erfgoed-, museum- en kunstsector toen het opperde haar Afrika-collectie te verkopen. Eigendom van de gemeente Rotterdam. Uiteindelijk zette de Rotterdamse politiek directeur Stanley Bremer de voet dwars. Voorlopig eind goed, al goed. Nederland kent een fijnzinnig maaswerk van belangen die soms zichtbaar, soms onzichtbaar langs fundamenten en luchtbogen lopen. Burgerschap mobiliseert tegenkrachten als het allerergste dreigt.

In Turkije ontbreekt zo’n burgernetwerk dat zich in Nederland sinds de 19de eeuwse Victor de Stuers heeft ontwikkeld. Met volop politieke kracht. Gevolg is dat de volledige collectie van het door de Bilgi Universiteit in 2007 opgerichte museum voor hedendaagse kunst Santralistanbul op de veiling verkocht is. Bij het Turkse veilinghuis Macka Mezat. De opbrengst was omgerekend 4,5 miljoen euro volgens de Financial Times.

Er hielp geen protest aan. Kunstenaars, conservatoren, kunstcritici en betrokkenen uit de kunstsector konden de veiling niet verhinderen. Vasif Kortun legt uit dat in Turkije de norm voor verkoop de ouderdom van de objecten is. Het ministerie van Cultuur en Toerisme gaf toestemming om deze collectie hedendaagse kunst te veilen. Kortun vindt dit kwestieus omdat de Turkse overheid er zo aan meewerkte om deze collectie te onttrekken aan het openbaar kunstbezit. Een complicatie waaraan de Bilgi Unversiteit voorbij ging was dat vele geveilde werken schenkingen waren of ooit voor schappelijke prijzen verworven konden worden om het museum op de been te helpen. Martijn Sanders wees in 2008 bij de veiling van de BAT-collectie op hetzelfde argument. Hij noemde het cultuurbarbarisme. De moraal is dat donateurs en kunstenaars niet op voorhand culturele instellingen kunnen vertrouwen. Ze moeten contractueel voorwaarden aan hun schenking verbinden.

santral

Foto 1: Lot 18 van de veiling van een werk van Sarkis, Kirmizi Yesil (Rood & Groen), 1993. Uit collectie Museum Santralistanbul.

Foto 2: Schermafbeelding van inmiddels gesloten petitie op change.org om de collectie van Museum Santralistanbul niet te veilen.

Politiek en museumsector keren zich tegen plannen Wereldmuseum

Petities

Op petities.nl kan men zich uitspreken tegen de verkoop van de Afrikacollectie. De plannen van Stanley Bremer om de Afrikacollectie van de gemeente Rotterdam te vermarkten lijken in de raad onvoldoende politiek steun te krijgen. Deze collectie wordt beheerd door het Wereldmuseum waar Bremer directeur is. De commissie Jeugd, Onderwijs, Cultuur en Sport van de Rotterdamse raad praat aanstaande woensdag over het voorstel van het college om delen van de gemeentecollectie te verkopen. Volgens een bericht in De Volkskrant is er in de raad een meerderheid van PvdA, D66, GroenLinks en SP om de richtlijnen voor afstoting niet te verruimen. Wethouder Antoinette Laan had die mogelijkheid in november 2012 in een brief aangekondigd.

Behalve politieke tegenwind heeft Bremer met zijn plannen en zijn halsstarrige houding ook tegenwind gezaaid in de museum- en erfgoedsector. Zo spreekt de Vereniging Rembrandt zich op 14 januari in een nieuwbericht uit tegen de plannen van Bremer: ‘De Vereniging Rembrandt roept de gemeenteraad op een verstandig besluit te nemen inzake het voornemen van het Wereldmuseum Rotterdam, naar de richtlijn zoals in grote gemeenschappelijkheid overeengekomen.’ Ofwel, de Vereniging Rembrandt roept de Rotterdamse raad op om de voorstellen van wethouder Laan (VVD) niet te volgen. Het Rotterdamse raadslid voor D66 Jos Verveen zegt in een tweet de uitspraak van Bremer in de NRC van afgelopen weekend dat de verkoop van de Afrikacollectie van de gemeente Rotterdam ‘een moderne manier van museummanagement is‘ niet te volgen:

JosV

Foto 1: Schermafbeelding op 14 januari 2013 van petities.nl/Afrikacollectie.

Foto 2: Schermafbeelding van tweet D66-er Jos Verveen.