In een introductie van cartoonist Han Hoogerbrugge -ofwel Prostress– liet De Volkskrant hem opmerken: ‘Bij mij zit de grap er vaak net naast, of hij is net niet mislukt, een parodie op een parodie. Ik teken de cartoon die ik zelf miste.‘ Smaken verschillen. Zit Hoogerbrugge er in de verbeelding van de Franse president François Hollande ‘net‘ naast of zit-ie er ‘meer dan net‘ naast? Hoe dan ook is dit de cultuur van De Volkskrant waarvoor Hoogerbrugge tekent. Zijn expressie is een geslaagde parodie op een mislukte parodie. Of is het een mislukte parodie op een geslaagde parodie? Hoe dan ook een enormiteit die het copyright te boven gaat.
Foto: Schermafbeelding van de cartoonVive la France van Han Hoogerbrugge (Prostress) met de Franse president Hollande, 15 januari 2014. Credits: Prostress.
De online-versie van de NRC over de persconferentie van president Obama van afgelopen vrijdag kon niet lovender zijn. Hij kondigde daarin onder meer een ‘onafhankelijk onderzoek’ met ‘experts van buitenaf’ over de NSA aan. Gisteren werd bekend wie deze hervormingsgezinde (aldus NRC) Obama tot coordinator van deze onderzoekscommissie benoemde: directeur van de National IntelligenceJames Clapper. WC-Eend keurt WC-Eend en noemt het hervorming. Webwereld is kritisch over Obama en verwijst met een opinie naar techdirt. The Atlanticziet genoemde persconferentie als een dieptepunt van leugenachtigheid en afwijzing, en een hoogtepunt in Obama’s gebruik van dubbele standaarden. Maar de NRC geeft Obama opnieuw het voordeel van de twijfel en associeert hem met hervormingen. Ondanks het vuile water dat onder de brug is gestroomd.
De NRC neemt die 9de augustus frasen van Obama’s persconferentie over en stapelt ze in een artikel zonder kritische lijn tot een kaartenhuis van vooronderstellingen. Een bloemlezing: ‘Barack Obama gaat een beroep doen op het Congres voor meer transparantie en toezicht bij het verzamelen van burgergegevens. “We kunnen en móeten transparanter zijn.“‘ En: ‘De Amerikaanse regering gaat nu meer informatie vrijgeven over de wijze waarop in binnen- en buitenland gegevens worden verzameld door de inlichtingendiensten.’ En: ‘Op onder meer deze manier moet het surveillanceprogramma van de NSA hervormd en beperkt worden.’ En zo door. Het zou kunnen, maar het zou ook niet kunnen. Is dat kritische berichtgeving van een ‘kwaliteitskrant‘?
De kritiek op het uitblijven van een omslag in het denken van de buitenlandredactie van de NRC blijft op dit blog een herhaling van zetten. Zie hier en hier en hier. Zolang de NRC weigert in te zien dat president Obama leugenachtig, afwachtend en passief is en daarbij volop kansen mist om de veiligheidsdiensten en de militairen weer in het gareel te brengen, verdient de krant deze kritiek. Zolang het zelf de ‘framing’ van de regering-Obama blijft volgen, wordt de NRC zelf als goedgelovig en kritiekloos ‘geframed’. Het is niet anders.
Er valt heel wat af te dingen op het kritisch vermogen van de Nederlandse gevestigde media. Graag neem ik het verwijt voor lief in herhaling te vervallen door nogmaals te verwijzen naar de in mijn ogen onbegrijpelijke opstelling van de NRC die president Obama het voordeel van de twijfel geeft. De NRC wekte in oktober 2012 de indruk dat Obama het opnam voor de burgerrechten en de vrijheid van meningsuiting. Toen was dat naar mijn idee al een onhoudbaar standpunt, maar door recente onthullingen door Edward Snowden over de NSA is dat standpunt nog onhoudbaarder geworden. Dat leidt niet tot een andere opstelling van de NRC, ondanks het goede werk van haar Amerikaanse correspondenten. Het roept de vraag op waarmee de gevestigde media bezig zijn en wat ze voor lezers die zich op internet direct tot de bron wenden zo’n nieuwsmedium nog toevoegt. Zeker als de media de bemiddelende rol van ‘vertaler’ van het nieuws slordig en gekleurd uitvoeren.
Opmerkelijk is dat de NRC Obama nog steeds het voordeel van de twijfel geeft. Ik begrijp daar niets van voor een krant die zich kritisch en liberaal noemt. Ik neem aan dat er kundige en door de wol geverfde journalisten en redacteuren aan het werk zijn, maar toch is dat in de kolommen nauwelijks terug te vinden. Welk proces verhindert dat? Redacties baseren zich op persbureau’s die de waarheid verdraaien omdat ze belang hebben bij het verbergen van de waarheid. Maar een krant als de NRC heeft hier toch weet van en kan toch niet zo naïef zijn dat niet door te hebben? Toch lijkt het er sterk op. Voor de reden heb ik geen afdoende verklaring.
Neem Judith Laanen van de redactie Buitenland. Ze neemt plichtmatig de berichtgeving van Reuters over, maar doet er een eigen schepje bovenop. Ze zegt in een artikel over de NSA van 18 juni: ‘Edward Snowden, de 29-jarige Amerikaan die de afluisterpraktijken van het Amerikaanse PRISM-programma vorige week aan het licht bracht, sprak de noodzaak van afluisteren gisteren tijdens een livechat met de Britse krant The Guardian nog tegen, schrijft persbureau AP.‘ Het gaat om het woord ‘nog‘ waarmee Laanen suggereert dat de waarheid van viersterrengeneraal en NSA-directeur Keith Alexander de waarheid van Snowden heeft vervangen. Maar ieder die kritisch kijkt naar wat Alexander zegt weet dat-ie liegt en steeds de cijfers bijstelt. Door de onnodige toevoeging van dat ‘nog‘ geeft Laanen aan deze zaak niet op de voet te volgen. Om het fatsoenlijk te zeggen.
Het is ook een onmogelijke opgave voor een krant als de NRC om zonder eigen expertise en directe toegang tot de bronnen verslag te moeten doen van een zaak die zich op grote afstand afspeelt maar toch de hele wereld bezighoudt. Het kan het niet negeren omdat er een direct belang voor Nederlandse internet- en telefoongebruikers mee gemoeid is. Wat de NRC en de Nederlandse gevestigde media opbreekt is dat ze geen idee hebben hoe ze de kritische geluiden moeten ‘omkaderen’. Het ene moment wordt de ene nieuwsbron gevolgd en het andere moment de andere die een tegengesteld perspectief geeft. Maar da’s geen zorgvuldige journalistiek die meerdere kanten belicht en zweert bij hoor en wederhoor. Da’s stuurloosheid in de berichtgeving en het ontlopen van de keuze om zich werkelijk kritisch en onpartijdig op te stellen.
Dat kader schetst Tim Shorrock in de New York Times. Hij stelt dat er jaarlijks zo’n 42 miljard euro naar private onderaannemers in de Amerikaanse veiligheids-industrie stroomt. Door stuivertje te wisselen tussen overheid en bedrijfsleven poetsen topbestuurders hun inkomen op. Een dreiging moet dat legitimeren. Onbelangrijk en bijkomend is of die dreiging realistisch is. Nieuwsmedia die menen ‘objectief’ verslag te kunnen doen verzaken hun controlerende taak omdat ze niet achter de waarheid kijken. Ze maken zich tot deelgenoot aan de politionele militarisering van de samenleving. Juan Bosch waarschuwde in de jaren ’60 voor het Pentagonisme in navolging van president Eisenhower die in 1961 voor het militair-industrieel complex waarschuwde. Het is aan kritische media om zich niet te laten misleiden en die steeds wisselende verschijningsvorm van dat complex journalistiek te volgen. Dat kan het kader voor een krant als de NRC zijn.
Gevestigde media geven nieuws met een korte vertraging, en mentaliteit met een lange vertraging door. Dat eerste is het kenmerk van de verslaggeving van nieuws dat altijd op de feiten volgt. Met het laatste is wat anders aan de hand. Het leidt snel tot misverstanden. Ik had er afgelopen week een woordenwisseling over met de Ombudsman van de NRC Sjoerd de Jong. Vanuit ons verschillend perspectief hebben we allebei gelijk.
Het meningsverschil spitste zich niet alleen toe op de verslaggeving, maar ook op het vermeende gebrek aan inlevingsvermogen van de redactionele staf van de NRC voor ‘de tegenbeweging‘ . Daaronder kunnen het hackerscollectief Anonymous, de activisten van Occupy en de klokkenluiderssite WikiLeaks verstaan worden. Niet toevallig geworteld in een Angelsaksische cultuur waar journalistiek van overheden en burgerjournalistiek van de tegenbeweging op een hoog niveau staan. Dat ik m’n pijlen op de NRC richt is deels toeval, ik lees die krant. Maar de krant lijkt ook wat verkalkt waarbij sensationele openingen eerder accentueren dan verhullen dat de referentie het establishment is. Die krijgen altijd het voordeel van de twijfel, ten koste van de marge.
Aanleiding voor mijn observatie was een stuk van redacteur Juurd Eijsvoogel over de toespraak van president Obama voor de VN. Ondanks zijn relativering dat het een campagnespeech was, werd in een paginagroot artikel de indruk gewekt dat Obama het voor de meningsuiting en burgerrechten opnam. Sjoerd de Jong stelt terecht dat reguliere berichtgeving verslag doet en commentaar en feiten niet kan vermengen. Valkuil voor een ‘kwaliteitskrant’ wordt dan echter een brede berichtgeving van een gemiddeld niveau die redactioneel-technisch klopt, maar met lege handen staat bij vragen over goed en kwaad. In een objectief nihilisme.
Het gebrek aan kritiek op Barack Obama bij de NRC zette me in beweging. Een president die meer dan welke Amerikaanse president uit de geschiedenis de burgerrechten en de meningsuiting inperkt. Notabene ook van journalisten door de NDAA, zoals blogster Alexa O’Brien betoogt. Waarover de NRC begin dit jaar berichtte dat Obama deze wet contrecoeur ondertekende. Nu presenteren de eindredactie en Juurd Eijsvoogel opnieuw Obama als een president die opkomt voor universele waarden. Waar Vladimir Putin of Hu Jintao terechte kritiek krijgen, schetst doorgaans de NRC Barack Obama nog steeds als de kandidaat van 2008 zonder vuile handen. Die mentaliteit begrijp ik niet. Hopelijk kan hoofdredacteur Peter Vandermeersch het me uitleggen.
Foto: Hope, I Don’t Get Detained Indefinitely ; Ik word niet voor onbepaalde tijd vastgehouden