Waarom is musical ‘Knickerbocker Holiday’ over Peter Stuyvesant zo onbekend in Nederland? Wat te denken van de kritiek van schrijver Maxwell Anderson op FDR’s New Deal?

De standard September Song werd door Kurt Weill (muziek) en Maxwell Anderson (tekst) op verzoek van acteur Walter Huston voor de 1938 Broadway-musical Knickerbocker Holiday geschreven. Omdat Huston geen zanger is werd de song geschreven op zijn ruwe stem en beperkt stembereik.

Het is gezien het thema opvallend dat de musical in Nederland tamelijk onbekend is. Hier ligt een rol voor Nederlandse producenten om dit onderwerp af te stoffen, te actualiseren en aan een Nederlands publiek te presenteren.

Het onderwerp van Knickerbocker Holiday is het ontstaan rond 1647 van New York toen het nog een Nederlandse kolonie was. De musical is gebaseerd op Washington Irvings A History of New York‘ uit 1809. Het geeft dus een 19de eeuwse blik op een 17de eeuws onderwerp.

Walter Huston speelde in de musical de rol van Peter Stuyvesant de Nederlandse directeur-generaal van Nieuw-Nederland dat in 1664 werd veroverd door de Engelsen.

Het is nu nog nauwelijks te begrijpen dat toneelschrijver Maxwell Anderson de musical behalve als romantische komedie schreef als een politieke allegorie waarin hij de New Deal van president Roosevelt (FDR) gelijkstelde met het fascisme.

Dat terwijl in zijn eigen tijd en zeker later de consensus is dat New Deal een progressief project was. Maar in de jaren 1934-1938 was er ferme kritiek op de zogenaamde tweede New Deal van Republikeinen en conservatieve Democraten. Het bezwaar van deze conservatieven kwam neer op de uitbreiding van de regulerende rol van de federale overheid.

Uit: Engelstalige Wikipedia lemma Knickerbocker Holiday

Onbegrijpelijk is het als Anderson volgens Wikipedia zegt dat hij ‘geloofde dat de overheid noodzakelijk was in de samenleving, maar dat er altijd op gelet moet worden omdat het wordt beïnvloed door het eigenbelang van de machthebbers. Hij zag FDR’s New Deal als een Amerikaanse versie van het corporatisme en de concentratie van politieke macht die aanleiding hadden gegeven tot het nazisme en het stalinisme’.

Kan de opvatting van Anderson serieus worden genomen dat de New Deal dat een Amerikaanse versie van het corporatisme en concentratie van macht was aanleiding hebben gegeven tot Nazisme en Stalinisme? In de geschiedenis gaat de New Deal die pas vanaf 1933 in de steigers werd gezet niet vooraf aan Nazisme en Stalinisme die vanaf het midden van de jaren 1920 werden gevormd en voorbereid in respectievelijk Duitsland en de Sovjet-Unie.

GroenLinks, de partij van heimwee en verlangen

Een song uit de Broadway-musical ‘One Touch of Venus’ uit 1943 uitgevoerd door componist Kurt Weill. Een song uit het Tin Pan Alley repertoire dat zijn weg als standard vond naar de jazz. De strijd tegen de nazi’s nadert zijn hoogtepunt en Broadway zingt over liefde. Waarbij het door het vette Duitse accent van Weill niet zoveel uitmaakt of hij ‘love’ of ‘low’ zingt. Op GeorgeKnightKort besteedde ik er 5 jaar geleden aandacht aan.

Waarom deze song hier geplaatst? Het doet me aan GroenLinks denken. In 2011 verklaarde ik in een commentaar mijn haat-liefde verhouding tot die partij. En ik denk er nog precies hetzelfde over: ‘Mijn eerste politieke liefde was de PSP. Pacifisten als Bertrand Russell en PSP-er Fred van der Spek opereerden in de marge, maar wisten hun bevlogenheid in een logisch betoog te vangen. Aangevuld met vrijdenkers als Anton Constandse en Laurens ten Cate die verder gingen dan zwart-wit denken, is dat nog steeds wat ik in de hedendaagse politiek mis: onafhankelijkheid, originaliteit en vrijdenken. (..) Ik ben dus sympathisant van elementen binnen GroenLinks. Relicten van vrijdenken en pacifisme zijn wellicht schaars, maar elders binnen de Nederlandse politiek helemaal afwezig. Waarbij het wrange is dat Van der Spek in 1985 afhaakte en tegen het ontstaan van een fusiepartij was. Ik denk dat de geschiedenis hem gelijk heeft gegeven. De PSP had autonoom moeten blijven. Omdat GroenLinks ook talloze anti-democraten en zwart-wit denkers omvat zal ik er niet makkelijk op stemmen. Zo’n blinde sympathisant kan ik nou ook weer niet zijn.

Sinds 2011 is er veel water onder de brug gestroomd. De onderhandelaars van GroenLinks konden in de formatie niet leven met de oplossing voor de vluchtelingenproblematiek in Noord-Afrika. Daarom haakten ze af. Waarbij het mijn vraag is welke rol de anti-democraten en zwart-wit denkers deze keer hebben gespeeld.

Het leven is kort en de kunst lang. Daarom kunnen we naar Kurt Weill achter zijn piano luisteren. De kansen zijn beperkt. In het leven, maar ook in de politiek. Dat maakt weemoedig. Voor we het beseffen is het voorbij. GroenLinks is de partij van het verlangen en het gemis. De partij van de romantiek van Slauerhoff die tegelijk hier en elders wil zijn. Niet alleen onder de Haagse kaasstolp, maar ook op zee of in de velden waar het graan ruist. De partij die ontkent dat in de politiek vuile handen en een schoon geweten samengaan. De partij die wetenschap verwart met praktische politiek. Hoe langer het inlossen van het verlangen wordt uitgesteld, hoe hoger de verwachting. En hoe abstracter het wereldbeeld. GroenLinks, de partij van heimwee en verlangen.

I feel wherever I go that tomorrow is near, tomorrow is here and always too soon
Time is so old and love so brief
Love is pure gold and time a thief
We’re late, darling, we’re late
The curtain descends, everything ends too soon, too soon
I wait, darling, I wait
Will you speak low to me, speak love to me and soon

September Song

Voor de verandering maakt George Knight Kort een overstap naar hier. Over de melancholie van de herfst. Een compositie van Kurt Weill met tekst van Maxwell Anderson voor de Broadway Musical Knickerbocker Holiday. Met Walter Huston als Peter Stuyvesant. Nederlanders welbekend. De song komt ook voor in September Affair van William Dieterle met Joan Fontaine en Joseph Cotten. Play it again, Kurt. Cotton hangt weer melancholisch aan Citizen Kane van Orson Welles. Terugkijken op de zomer. Terugkijken op wat geweest is. Terugkijken naar waar geen terug meer is. Duits talent ontmoet de Amerikaanse markt. Walter Huston zingtzegt de standard die speciaal voor ‘m geschreven werd. Wat een eer. Wat een muziek. Wat een weemoed. Verdwenen.

When I was a young man courting the girl
I played me a waiting game
If a maid refused me with tossing curls
I’d let the old Earth make a couple of whirls
While I plied her with tears in lieu of pearls
And as time came around she came my way
As time came around, she came

Oh, it’s a long long while from May to December
But the days grow short when you reach September
When the autumn weather turns the leaves to flame
And you ain’t got time for waiting game

When days dwindle down to a precious few
September November,
And these few golden days I’d share with you
Those golden days I share with you

When you meet with the young girls early in the Spring
You court them in song and rhyme
They answer with words and a clover ring
But if you could examine the goods they bring
They have little to offer but the songs they sing
And the plentiful waste of time of day
A plentiful waste of time

Oh, it’s a long, long while from May to December
But the days grow short when you reach September
When the autumn weather turns the leaves to flame
One hasn’t got time for the waiting game

Oh, the days dwindle down to a precious few
September, November
And these few precious days I’ll spend with you
These precious days I’ll spend with you

knickerbockerfeat460

Foto: Knickerbocker Holiday, ‘Washington Irving (Ray Middleton, at right) tries to persuade Stuyvesant (Walter Huston) to spare his political enemies in the final scene. Brom Broek (Richard Kollmar) is on the gallows.