Debat over standbeelden raakt verhit en verstrikt in verdeeldheid. Het praktijkgeval Mahatma Gandhi en Zuid-Afrika als voorbeeld

Gandhi’s standbeeld in Amsterdam is door toedoen van Indiase en Surinaamse aanhangers van Mahatma Gandhi’s gedachtegoed tot stand gekomen, aldus Wikipedia. Het is in 1991 geplaatst. Barryl Biekman van het Landelijk Platform Slavernijverleden kiest als perspectief wat zij de strijd tegen Afrofobie noemt. Zij meent dat ‘ook een gevolg zou kunnen zijn dat het Mahatma Gandhi gedenkteken wordt verwijderd’. Dit zegt ze in een artikel op Afromagazine. Zij houdt enkele slagen om de arm en neemt een voorschot op een publiek debat. Ze pleit ervoor geen beelden omver te werpen, maar aan te sturen op historisch besef en bewustwording.

Biekman gaat uit van de persoon Gandhi in Zuid-Afrika tot 1914. Ze zegt ‘Mahatma Gandhi wordt in Zuid Afrika beschouwd als één van de grondleggers van de verfijning van het apartheidssysteem’. Dat lijkt een lastig te bewijzen claim en te veel eer voor deze Indiër van rond de eeuwwisseling die zelf door de witte machthebbers werd gediscrimineerd en geen machtspositie had. Apartheid was verdeel en heers, zoals in meerdere koloniale samenlevingen de zogenaamde éleveé’s als zwarte tusseenklasse bij de gratie Gods een tussenpositie mochten innemen, maar zelf wel degelijk gediscrimineerd werden en afhankelijk waren van de kruimels die van de tafel van de witte elite vielen. Biekman kliekte beseffen dat ze zich op gevaarlijk terrein begeeft. Ze  kiest haar woorden omzichtig, indirect en omfloerst als ze zegt dat anderen Gandhi verwijten ‘één van de grondleggers van de verfijning van het apartheidssysteem’ te zijn. Nogmaals, dat is onlogisch omdat Gandhi in het Zuid-Afrika van 1893-1914 geen machtspositie had en onduidelijk is wie dat in Zuid-Afrika ‘beschouwt’. Dat hij in die tijd racistische  denkbeelden over zwarte Afrikanen had is vastgesteld, maar dat is nog lang niet hetzelfde als hem te beschouwen als één van de grondleggers van het apartheidssysteem.

In september 2019 diende de radicale politieke partij Economic Freedom Fighters (EFF) van oud-ANC’er Julius Malema een motie in in de raad van Johannesburg om Gandhi’s standbeeld van het voormalige Van der Bijl Plein te verwijderen. Volgens een bericht van 28 september 2019 in de Indiase Hindustan Times had de motie het over  ‘Racistische uitingen’ over Afrikaanse mensen gemaakt door de jonge Gandhi tijdens zijn verblijf in Zuid-Afrika. Uit het bericht blijkt ook dat de EFF in de uitleg van de motie Gandhi’s verdiensten erkent en een mildere toon aanslaat als het Gandhi een ‘hervormde racist’ noemt. Door toedoen van de Democratic Alliance (DA) die de coalitie leidt en oppositiepartij ANC werd de motie van de EFF met een meerderheid van 226 tegen 20 afgewezen. In hun antwoord wezen vertegenwoordigers van DA en ANC op de bredere betekenis van de persoon Gandhi. De vertegenwoordiger van het ANC pleitte ervoor om verdeeldheid te vermijden.

Daarbij gaat Biekman in haar strijd tegen de Afrofobie voorbij aan het feit dat een standbeeld geen persoon is. ‘Ceci n’est pas une personne’ (Dit is geen persoon) zou als bij een schilderij uit 1929 van René Magritte bij standbeelden gedacht moeten worden. Zoals een afbeelding van een pijp op een schilderij geen pijp is. Standbeelden vallen niet samen met de persoon die ze representeren. Een standbeeld heeft per definitie een andere strekking, zeggingskracht en werking dan de persoon waar het naar verwijst. Dit geeft tevens de sleutel tot de oplossing voor de oproep die na de moord door een politie-agent op George Floyd in Minneapolis is gaan klinken om standbeelden uit het straatbeeld te verwijderen. Als onderscheidend zou het criterium moeten worden genomen of een standbeeld nu het racisme, de slavernij, het kolonialisme of in Biekmans idioom de Afrofobie promoot. Indien zo’n standbeeld daar een symbool van is, dan dient het serieuze overweging om het te verwijderen en naar een lokaal museum over te brengen. Anders kan het blijven staan of kan een bijschrift bij het standbeeld worden geplaatst dat historische details geeft.

Ik kan me trouwens vinden in de opinie van conservator Amsterdam Museum Tom van der Molen om ‘koloniale beelden’ te transformeren. Inspirerend is zijn idee om kunstenaars daarbij te betrekken. Hij komt met de voorbeelden die hij geeft (standbeelden ondersteboven begraven) terecht in het idioom en de denkwereld van kunstenaars als Wim T. Schippers en John Körmeling. Worden zij met terugwerkende kracht de grootvaders van hedendaagse kunstenaars die dit varkentje van de dekolonisatie moeten gaan wassen? In enkele uitspraken mist Van der Molen de nuance en gaat met zichzelf op de loop. Onder meer als hij zegt dat het simpelweg niet meer van deze tijd is om te streven naar gemeenschappelijke helden. Dat klinkt fatalistisch en ‘smal’, zeker voor een conservator van een historisch museum. Waarom is ‘deze tijd’ fundamenteel anders dan andere tijden? Dat is een merkwaardige uitspraak die eerder politiek dan historisch bepaald lijkt te zijn. 

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelTijd voor een Vierde VN Wereld Anti Racisme Conferentie?’ van Barryl Biekman op Afromagazine, 15 juni 2020.

Foto 2: René Magritte. La trahison des images [Ceci n’est pas une pipe]), 1929. Collectie: LACMA.

Foto 3: The statue of Gandhi in 2004 (Johannesburg, Zuid-Afrika). Credits: András Osvát.

Heeft Rotterdam een duurzaam en inzichtelijk atelierbeleid? Worden in Charlois ateliers tegen de hoogste prijs verkocht?

Kunstenaars in Rotterdam-Charlois verliezen mogelijk hun werkruimte. De gemeente Rotterdam wil panden in de Gouwstraat die nu in gebruik zijn als atelier verkopen. Het punt waar het om draait is of dat tegen de hoogste prijs moet. Die koopsom kunnen kunstenaars niet opbrengen. Fractievoorzitter Chantal Zeegers van D66 houdt een begripvol ogend verhaal waarin ze zich ervoor uitspreekt om niet de hoogste prijs te vragen aan kunstenaars zonder enige toezegging te doen. Er heerst dus onduidelijkheid over het atelierbeleid van Rotterdam. Doorgaans trekken binnen gemeenten de afdelingen Financiën en Vastgoed aan het langste eind en mag een afdeling CZ de kruimels oprapen. De conclusie kan niet anders zijn dat dat in Rotterdam, maar ook in andere grotere steden, een inzichtelijk en duurzaam atelierbeleid ontbreekt. Financiële opbrengsten zijn bepalend en andere criteria als sociale cohesie, leefbaarheid en kunstklimaat zijn ondergeschikt.

Eva Jinek besteedt kritiekloze aandacht aan tentoonstelling over Louis Vuitton. Gaat het programma over ethische grenzen?

Louis Vuitton is onderdeel van de LVMH Group met de Franse zakenman Bernard Arnault aan het hoofd. Het creëert volgens de geest van LVMH ‘producten die een unieke knowhow, een zorgvuldig bewaard erfgoed en een dynamische betrokkenheid bij de moderniteit belichamen’. Deze ronkende pretentie is de marketing van een luxemerk dat lederwaren, prêt-à-porter, accessoires, schoenen, horloges en sieraden in de markt zet. Het leent van kunst om zichzelf in het zonnetje te zetten. Kunst wordt getemd en als halffabrikaat ondergeschikt gemaakt aan de pretentie van de commercie. De campagne ‘Masters’ met dode en levende kunstenaars als Koons, Da Vinci, Titiaan, Rubens, Fragonard en Van Gogh was exemplarisch voor wat Louis Vuitton doet. Het zet marketing in die zich nadrukkelijk presenteert als marketing. Het lijkt te zeggen, er is niets verkeerd aan het verkopen van producten of overtuigingen. Commercie is de nieuwe kunst die de oude kunst verdringt.

Louis Vuitton moet doen waar het goed in is. Namelijk winst maken. Dat journalisten zich echter met deze doelstelling lijken te vereenzelvigen is opvallend. Wat is het belang van de talkshow Eva Jinek (KRO-NCRV) om kritiekloze aandacht te besteden aan de tentoonstelling ‘Legendary Trunks’ in de Amsterdamse Beurs van Berlage met ‘meer dan 300 authentieke artikelen en koffers van Louis Vuitton’? Veelzeggend is Jineks toevoeging ‘zonder dat we hier reclame maken’, waarna het programma meer dan 5 minuten reclame voor merk en producten van Louis Vuitton maakt. Dit geeft aan dat Jinek beseft dat dit item over Louis Vuitton op z’n minst vragen oproept over sluikreclame. De reizende tentoonstelling is een productie van het in Zweden gevestigde bedrijf Nordic Exhibitions dat door de Beurs van Berlage als eerste wordt overgenomen. Er is ook de door Louis Vuitton georganiseerde tentoonstelling ‘Volez, Voguez, Voyagez’ die sinds 2015 te zien is geweest in Parijs, Tokio, Seoul en New York. Verschil is dat die Louis Vuitton productie gratis toegankelijk is en die van Nordic Exhibitions in Amsterdam voor volwassenen € 17 kost. Voor-de-gek-houderij om geld.

Verkoop ateliers Rotterdam: Heeft D66 een cultureel geheugen?

so

D66! Dit zijn de momenten om nog eens terug te denken aan de schwung van Van Mierlo. Aan Jan Terlouw. Aan Els Borst. Aan het belang dat ooit werd gehecht aan cultuur, onderwijs, et cetera. Waar is dat in hemelsnaam gebleven?’ Aldus de Rotterdamse beeldende kunstenaar en activist tegen wil en dank met liefde voor het Wereldmuseum Olphaert den Otter op zijn FB-pagina. Aanleiding voor deze vraag is het bestaande beleid van het Rotterdamse college (nu: Leefbaar Rotterdam, CDA, D66) om Stadsontwikkeling opdracht te geven om rendement te maken op het vastgoed. Ravage-webzine zet het uiteen in een bericht.

De kwestie spitst zich toe op atelierpanden in de Rotterdamse wijk Delfshaven die volgens het Rotterdamse college plaats moeten maken voor zogenaamde kluswoningen in een voormalig schoolgebouw in de Osseweistraat. Voor 50 duizend euro kunnen belangstellenden een casco kopen dat ze dienen op te knappen. Het gaat dus uitdrukkelijke niet om leegstaande of verwaarloosde panden. De kunstenaars die in de ateliers werken lieten het er niet bij zitten en begonnen een petitie samen met kunstenaars in een ander gebouw, de Schonebergerweg. Daarop kwamen de fracties van PvdA, de SP en de Partij voor de Dieren op 12 januari 2016 met een motie waarin ze vroegen om te bekijken of de kunstenaars de panden konden verwerven. Later ondertekende ook GroenLinks de motie. De motie werd in de raadsvergadering van 28 januari 2016 niet aangenomen. Alle oppositiepartijen inclusief VVD, NIDA en SGP/CU stemden voor de motie.

Culturele kopstukken, zoals directeuren van culturele instellingen stuurden de raad een burgerbrief waarin ze verzochten ‘de kunstenaars niet te laten zakken’. Ze zeiden de kunstenaars ‘voor de stad van groot belang te vinden‘ omdat ze ‘mede aan de basis van een bloeiend cultureel klimaat staan‘. Kunstenaars (of: culturele ondernemers) kunnen een meerwaarde zijn voor de stad en het vestigingsklimaat verbeteren. Ook directeur Sjarel Ex van museum Boijmans stuurde een brief aan wethouder Ronald Schneider (Leefbaar Rotterdam) met de oproep om het besluit te heroverwegen om ateliers te verkopen: ‘Voor de stad is het van belang dat er voor kunstenaars een gunstig klimaat is om zich in de stad te vestigen (..) Het zou een aderlating zijn voor het Rotterdamse kunstklimaat als deze ateliers (..) verdwijnen uit het centrum van de stad’.

D66 kan het verschil maken, zoals de HavenloodsNoord in een bericht stelt waar het een van de kunstenaars Nelis Oosterwijk van de Schonebergerstraat citeert: ‘Coalitiepartner D66 heeft aangegeven toch nog over het bestemmingsplan te willen nadenken voor er in september dit jaar over wordt gesproken. Op dit moment hebben de gebouwen namelijk nog geen woonbestemming. Dus we hebben onze hoop gevestigd op deze kleine kier (..)’ Dit geldt dan niet de vier panden in de Osseweistraat waarvan het huurcontract is opgezegd, maar wel andere ateliers in Rotterdam die dreigen vermarkt te worden door Stadsontwikkeling. De houding van wethouder Schneider die onder verwijzing van vastgoedbeleid dat al sinds 2009 bestaat zich beroept op het volgen van de correcte procedure laat weinig ruimte voor beleidsbijstelling. Het is aan D66 met een cultureel geheugen dat het gelijk hebben van het college gewijzigd kan worden in beleid dat de stad dient.

Foto: Schermafbeelding van deel pagina ‘Stadsontwikkeling‘ van de gemeente Rotterdam, 30 januari 2016.

Petitie: Rotterdam verkoopt ateliers zonder dat het zou weten dat ze in gebruik zijn

rott

Het past in een patroon. Sociale huurwoningen worden onder druk van de politiek ‘vermarkt’ en de huurders staan in de kou. Terwijl er tienduizenden asielzoekers naar Nederland komen die zijn aangewezen op een sociale huurwoning. Het beleid spoort niet. Nu ook in Rotterdam-Delfshaven waar de gemeente zonder enig overleg of aanbod van alternatieve ruimte ateliers die door kunstenaars in gebruik zijn wil verkopen als kluswoning. Rijnmond RTV vermeldt het in een bericht, Sinds 1 december is er de FB-pagina ‘Behoud Ateliers Schonebergerweg – Osseweistraat’ waarop de kunstenaars informatie geven. Een merkwaardige draai aan dit verhaal is dat de kunstenaars denken dat de gemeente helemaal vergeten is ‘dat deze ‘leegstaande’ school al tientallen jaren in gebruik is door professionele kunstenaars die daar hun atelier hebben.’ Deze uitleg valt nauwelijks te geloven en grenst aan het absurdisme van Kafka. Het komt erop neer dat een samenleving meer is dan economisering, rationalisatie en winst maken. Begrepen, gemeente Rotterdam? Tekenen kan hier

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Behoud Ateliers Schonebergerweg – Osseweistraat Rotterdam’ op petities.nl

Media en R’damse hulpdiensten noemen studenten ‘kunstenaars’

Wat bijzonder is aan het bericht is de berichtgeving over de identiteit van de betrokkenen. De NOS zegt: ‘Een vrouw in Rotterdam liet zich vanmiddag op het Grotekerkplein in gips gieten voor een kunstproject. Toen het blok hard werd, raakten de kunstenaars in paniek.’ Maar over welke kunstenaars gaat het eigenlijk? Ook wijkagent Marco Smit twittert over ‘kunstenaars’, ze zouden zelfs het Grote Kerkplein ‘vervuild‘ hebben. RTL Nieuws bericht dat over de identiteit van ‘de kunstenaars’ de politie verder niets kwijt wil. Kortom, hulpdiensten en media beweren zonder twijfel of slag om de arm dat het om ‘kunstenaars’ gaat. Zonder namen van personen, een kunstinstelling, een projectgroep, een museum of galerie te noemen.

Zou het gezien de leeftijd van de betrokkenen die beteuterd op het Grote Kerkplein de reddingsactie van de hulpdiensten gadeslaan, hun klaarblijkelijke gebrek aan ervaring en het verzwijgen van hun identiteit door de politie niet logischer zijn te veronderstellen dat het om studenten gaat? Jongvolwassenen die enige clementie gegund wordt. Bijvoorbeeld van de Willem de Kooning Academy. Maar hun project in de soep lieten lopen.

De les voor de media en hulpdiensten is dat niet bij voorbaat iedereen die wat met gips aanklooit een kunstenaar is. Zoals evenmin iedereen met een camera een cineast is, iedereen met een opschrijfboekje een journalist, iedereen met een keuken en een fornuis een kok of iedereen die in de badkamer zingt een zanger is. In elk geval niet van professie. Kortom, het was weer even leuk om kunstenaars in de hoek te zetten. Wat zijn ze onervaren, dom, onhandig en roekeloos. Van onze subsidiecenten. Foei. Typisch lui zonder identiteit.

pol

Foto: Tweet van Wijkagent Smit, Binnenrotte Rotterdam. 19 januari 2015.

Dramatische zendtijd voor kunstenaars: Tg Nomen voor de PvdA

De PvdA geeft weer zendtijd voor kunstenaars. Na ‘het stadsproject OOG Den Boschen ‘jeugddansgezelschap De Stilte uit Bredanu Toneelgroep Nomen -met een basis in Breda en Groningen- met theaterproject Staat van Geluk. De video toont improvisaties waarvan het de vraag is of ze het scherm al verdienen. De marketing is veelbelovend: ‘In een onconventionele opstelling gaat Hanna samen met vier acteurs opzoek naar de betekenis van arbeid in onze samenleving en onze identiteit.’  Toe maar, een oncoventionele opstelling.

Aischylos en Shakespeare tot Ibsen en Pinter kunnen wel inpakken. De Staat van Geluk komt eraan met een onconventionele opstelling. Is het idee dat dat past bij een onconventionele partij? Die bij nader inzien niet zo onconventioneel is als het zelf denkt. Enfin, jammer dat de onvoldoende belichting van de video in de postproductie niet is opgetild tot aanvaardbaar niveau. Typisch PvdA? Niets blijft de partij in nood bespaard.

PvdA draagt kunst warm hart toe. Zo zegt het zelf. Is het echt?

PvdA: ‘Kunst inspireert. Kunst verheft, kunst analyseert, verbindt, zet aan het denken. Kunst brengt plezier. De PvdA draagt de kunstsector een warm hart toe. Met veel plezier stelt de PvdA daarom haar zendtijd ter beschikking aan verschillende kunstenaars. Op zondag 12 oktober (17.55 uur, NPO1) wordt de nieuwe spot voor de Zendtijd Politieke Partijen uitgezonden. In deze eerste uitzending: het stadsproject OOG Den Bosch.’

Of het een zwaktebod is en een gebrek aan ideeën om de zendtijd van politieke partijen aan kunstenaars af te staan zou kunnen. Partijen zijn meestal niet zo genereus als het om de positionering van hun partij en die van het partijkader gaat. Mogelijk bedoelt de PvdA het goed. Maar waarom staat het zendtijd af aan kunstenaars, en niet aan filosofen, mensenrechtenactivisten, wereldverbeteraars of professionals in zorg of onderwijs?

Wat voor beeld geeft de PvdA van kunst met de opsomming ‘Kunst inspireert. Kunst verheft, kunst analyseert, verbindt, zet aan het denken. Kunst brengt plezier’? Waarom is het niet: ‘Kunst ontregelt. Kunst schuurt, kunst zet op scherp, confronteert, geeft te denken. Kunst geeft diepte’? De PvdA laat zich kennen als weer zo’n partij die graag de kunst inlijft om het dienstbaar te maken. Aan de PvdA. Want van de politiek mag kunst geen kunst om de kunst zijn. Stel je voor. De kronkels van de politieke marketing zijn zichtbaar. Bloedeloos?

pvda

Foto: Schermafbeelding van banner ‘Zendtijd Politieke Partijen voor de kunst’ op PvdA.nl.

Brakhage en Van den Hoed: zonder concessie

Willem van den Hoed (1965 – ) en Stan Brakhage (1933-2003) zijn puristen in hun werk. Ze construeren een eigen werkelijkheid. Om ruis in en uit te sluiten. De recensent schrijft over Wonder Ring (1955) van Brakhage: ‘There is no story, no protagonist, no linear narrative other than the train itself, traveling endlessly along its track.’ Probeer maar eens geen verhaal te vertellen. Da’s moeilijk. Als het lukt, dan stempelt het meditatief. Of het dat is kunnen we niet bevatten. Van den Hoed rijdt door Seoul, een halve eeuw nadat Brakhage New York doorkruiste. De een kiest met z’n fotocamera voor een luxe hotel. De ander reist eindeloos verder. Blijvend.

Britse Blocking Blitz: aanval op file-sharing door muziekindustrie

In het Verenigd Koninkrijk wordt gratis downloaden van muziek straks onmogelijk. Als het aan de industrie ligt. Deze heeft 25 downloaddiensten op de korrel en legt die aan de rechter voor. Met het verzoek ze te blokkeren. Zoals in Nederland de Stichting Brein de belangen van de amusementsindustrie beschermt. Vraag is of Britse rechters even weinig van internet begrijpen als Nederlandse rechters. Hoewel ze het wellicht wel begrijpen, maar net doen alsof dat niet zo is. In Nederland zijn de belangen van advocaten, rechters, rechter-plaatsvervangers, raadsheer-plaatsvervangers en juridische wetenschappers vermengd en roept dit de schijn van belangenverstrengeling op. Het Britse juridische systeem kent meer interne tegenspraak en is opener.

De Britse piraat Loz Kaye wijst op bestaande rechten in de samenleving. Zoals andere piratenpartijen wijst-ie het principe van auteursrechten en patenten op muziek, film of geneesmiddelen niet af. Hij zoekt wel een redelijke balans die het musici of kunstenaars mogelijk maakt om geld van hun werk te maken en die de internetvrijheid schappelijk in stand laat. Een mogelijkheid is om de looptijd van auteursrechten terug te brengen. Onderliggend is het debat wie er profiteren van auteursrechten en patenten: de kunstenaars en ontwerpers, of het conglomeraat van belangenbehartigers, advocatenkantoren en communicatiebedrijven. Vanuit de basisdemocratie gunnen de Piratenpartijen de makers hun winst, maar zijn ze kritisch op de amusements- en geneesmiddelenindustrie die vanwege de economische belangen met brute kracht juridische middelen inzet. En looptijden oprekt. Dat radicaliseert de consument waarmee ook de industrie niets opschiet.

sharing-is-caring2

Foto: Pirate Party UK: ‘Sharing Is Caring‘.