
Update 24 februari 2020: Het onvoorstelbare is gebeurd. Een zwalkende en liegende staatssecretaris Visser en een afwezige minister Bijleveld hebben de mariniers hun zin gegeven. Zoals de afwezige landbouwminister Schouten de boeren hun zin geeft. De nieuwe marinierskazerne komt niet in Vlissingen, maar in de bossen bij Apeldoorn. De nieuwe kazerne van de zeesoldaten komt in het bos. Het verschil tussen boeren en mariniers is dat die laatsten in dienst zijn van de overheid. Ze hebben te luisteren en niet te muiten. Nu zijn het ministerie van Defensie en het kabinet gezwicht voor eisen over secundaire arbeidsvoorwaarden van de mariniers.
Welzijn boven nationale veiligheid. Is dat typisch Nederlands van een weinig krijgshaftig land waar de krijgsmacht als lachtertje wordt beschouwd? Mede omdat het nooit eens een oorlog weet te winnen. De top van het Korps Mariniers heeft zich actief en in de semi-openbaarheid tegen de verhuizing naar Zeeland verzet. Dat is ongepast en de leiding van Defensie had dat moeten afkappen. Zo’n 21 maanden geleden schreef ik onderstaand commentaar. Ik blijf erbij dat politiek en media dit verkeerd aangepakt en begrepen hebben en dat generaal Mac Mootry in een functionerende democratie waar taken en verantwoordelijkheden helder zijn omschreven wegens insubordinatie ontslagen zou moeten worden. Nu mag hij zijn winstbonus incasseren ten koste van de geloofwaardigheid van de politiek, de krijgsmacht en de geschoffeerde provincie Zeeland.
Stel je de volgende situatie voor. Een detachement Russische mariniers dreigt van een kazerne in een bosrijke regio in het centrum van Rusland verplaatst te worden naar het zuidwesten van het land. Zeg naar Temjroek in de Koeban aan de Zee van Azov. Het besluit is in 2012 bekrachtigd door de Doema. Maar om sociale redenen zijn mariniers het er mee oneens omdat het ten koste van hun gezin zou gaan. De hoogste marinier generaal Jevgeni Motrovich geeft zes jaar na het besluit in een column in een mariniersblad zijn opinie waarin hij zich verzet tegen de verhuizing en de politiek oproept het besluit terug te draaien. Ook leidinggevende mariniers voelen zich gesterkt door de opinie van Motrovich en verzetten zich op sociale media en in de pers tegen de verhuizing naar Temjroek. Ze sturen zelfs een brandbrief naar minister Sergei Shoigu van Defensie waarin ze uitleggen waarom ze tegen het besluit zijn. En tegen het parlement dat het besluit nam. Parlementariër Andrei Balakrishnan die de belangen van de Koeban behartigt en zich uitspreekt voor de verhuizing naar Temjroek wordt op sociale media door mariniers tegengesproken. Als klap op de vuurpijl worden generaal Motrovich en drie mariniers uitgenodigd voor een gesprek met de Defensie-commissie van de Doema.
Dit scenario is in landen met een serieuze krijgsmacht onvoorstelbaar. Russische mariniers mogen blij zijn als ze niet naar oorlogsgebieden (Syrië of Oost-Oekraïne) of het Verre Oosten gestuurd worden. In serieuze landen is de krijgsmacht ondergeschikt aan de politiek. Als militairen zich verzetten tegen een politiek besluit dan worden ze tot de orde geroepen of de dienst uitgeschopt. Als ze hun verzet al overleven.
Ik licht graag toe waarom ik denk dat het lopende verhaal over de verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen een onderwerp is dat aandacht verdient en tot nu toe verkeerd is geanalyseerd door politiek en media. Vanuit de top van het Korps Mariniers is bij monde van brigadegeneraal Jeff Mac Mootry in de openbaarheid van een commercieel uitgegeven mariniersblad enkele maanden terug in een column gezegd dat hij zich verzet tegen die verhuizing. Dit betreft een in 2012 genomen politiek besluit. Daarna hebben op sociale media allerlei leidinggevenden van het Korps Mariniers dit standpunt van generaal Mac Mootry gevolgd en zoals het ernaar uitziet in een semi-georkestreerde campagne naar buiten gebracht.
Het is in mijn ogen een doodzonde dat militaire leidinggevenden zich in het openbaar opstellen tegenover een politiek besluit. Belangenbehartiging van een sector is prima, maar daarbij passen beperkingen om niet in een bananenrepubliek te belanden. Leidinggevenden zoals Mac Mootry die in gesprek zijn met de top van Defensie kunnen niet tegelijk twee petten op hebben: die van onderhandelaar en belangenbehartiger, en die van activist in de (semi)-publiciteit. Aan leidinggevende militairen is door de samenleving het geweldsmonopolie uitbesteed, en zij moeten daar zorgvuldiger dan wie dan ook mee omgaan en niet het idee geven zich boven de politiek op te stellen. Of zelfs maar het idee geven de politiek onder druk te zetten.
Juist dat laatste is nu aan de orde. De leiding van Defensie kan dit op straffe van eigen irrelevantie niet over haar kant laten gaan en moet generaal Mac Mootry en zijn staf tot de orde roepen met een zwijgverbod. Dat ‘gewone’ mariniers en hun familieleden actie voeren is van een andere orde. Dat mogen ze en dat past binnen de normale sociale Nederlandse verhoudingen. Een rode lijn wordt echter overschreden als dat geen individuele uitingen van zorg meer zijn, maar de organisatie Korps Mariniers vanuit de coulissen bij monde van de leidinggevenden stilzwijgende richting aan zo’n protestactie geeft. Dat overschrijdt een rode lijn.
Daarbij komt dat in het bespelen van de publieke opinie door (kader)leden van het Korps Mariniers over Zeeland nepverhalen de media in gebracht over de arbeidsmarkt en de infrastructuur van de regio Zuid-West Nederland. Het is onaanvaardbaar wat Mac Mootry doet. Hij kan en moet binnenskamers kritiek uiten als hij zijn zaak wil bepleiten, maar hij gaat naar mijn idee een rode lijn over als hij de publieke opinie bespeelt en anderen binnen zijn organisatie het idee geeft aan hun kant te staan in het verhinderen van de verhuizing.
Op 17 mei is Mac Mootry uitgenodigd om te praten met de vaste kamercommissie voor Defensie over de verhuizing van de kazerne naar Vlissingen. Dat is een onterechte beloning voor zijn ondermijnende acties. Nogmaals, dat Mac Mootry voor zijn wapen opkomt is logisch en past binnen zijn functie, het gaat erom hoe hij dat doet. Hij doet dat niet alleen in de binnenkamers van Defensie, maar ook in de (semi)-openbaarheid.
Hij zou op dit laatste afgerekend moeten worden door de politiek, maar die durft (nog) niet door te bijten. Met de complicatie dat de mariniers radicaal-rechts munitie geven om tegen het kabinet Rutte te ageren. Die ontwikkeling baart me zorgen als democraat die niet wil dat de krijgsmacht ook maar op enige wijze de politiek onder druk zet. Zo zijn de Nederlandse verhoudingen niet en behoren ze niet te zijn. De muiterij in 1933 op pantserschip de Zeven Provinciën eindigde met een bom op het voordek van het schip. Als mariniers het binnen de krijgsmacht om sociale redenen voor gezien willen houden, dan moeten ze gaan. Chantage behoort averechts te werken en als minister Bijleveld en staatssecretaris Visser van toeten en blazen weten, ruggengraat tonen en zich niet onder druk laten zetten dan geven ze de leiding van het Korps Mariniers te verstaan dat het afgelopen moet zijn met het verzet tegen de verhuizing van de kazerne naar Vlissingen.

(Zelf heb ik als dienstplichtige gediend in de landmacht, ben ik voor een sterke Defensie en vind dat er vanwege het zogenaamde vredesdividend te veel is bezuinigd. Bij een goed functionerende krijgsmacht passen politieke visie, voldoende middelen, een goede militaire leiding en een perfecte afstemming tussen politieke en militaire leiding. Ik vind dat de opstelling van Mac Mootry de Nederlandse krijgsmacht verdeelt en verzwakt en hij zo via een omweg de vijanden van Nederland in de kaart speelt. Daar verzet ik me tegen.)
Foto 1: Schermafbeelding van artikel ‘Brandbrief mariniers over verhuizing kazerne’ van Olof van Joolen in De Telegraaf, 15 mei 2018.
Foto 2: ‘Het schip De Zeven Provinciën in de Straat van Malakka met erboven een “van Berkel W-A” watervliegtuig’.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...