
Deel 1 gaat in op de schatting van het aantal moslims, beperkingen aan immigratie en de ontvangst van gastarbeiders. Deel 2 kijkt naar de ketting-immigratie en apartheid en concludeert wat er mis ging.
1. Als het over integratie gaat verbaas ik me al jaren over twee aspecten. Namelijk dat termen als migranten, allochtonen, moslims, achterstandsgroepen en minderheden door elkaar worden gebruikt. Dat geeft weinig scherpte. En dat de schatting van het aantal moslims in Nederland onnauwkeurig is en steeds bijgesteld wordt. Het is meer dan vrijblijvende zorg omdat een en ander dient als richtlijn voor beleid.
Nieuwe schattingen van het aantal moslims zijn lager dan het CBS eerder publiceerde. Voor 2006 resulteerde dat in 850.000. Dat kwam overeen met het aantal Nederlanders dat uit een islamcultuur afkomstig is. Daaronder vallen ook christenen, seculieren en afvallige moslims. Deze afwijking van het destijds voorspelde cijfer is het gevolg van een verandering in methodiek en niet van een dalende aanhang van de islam.
Na correcties zijn er volgens kwalitatieve schattingen en onderzoeken op dit moment minimaal 200.000 en waarschijnlijk 350.000 ‘echte’ moslims in Nederland. Dit betreft mensen die zich laten inspireren door de islam, die religie serieus belijden en regelmatig de moskee bezoeken. Een stabiel getal dat niet groeit. Het past in een trend van afnemende groei van het aantal moslims wereldwijd.
Onderling verschillen Nederlandse moslims enorm. Ze zijn etnisch, sociaal en wat herkomst en welstand betreft divers. Een promotieonderzoek van sociologe Fenella Fleischmann toont aan dat religiositeit van moslims geen negatieve invloed heeft op schoolprestaties en arbeidsmarkt. Hoogopgeleiden met een goede baan worden evenmin minder gelovig. Wel binnen de voorwaarde dat de islam gelijk erkend en behandeld wordt. Hiervan is in Nederland sprake.
Het integratiedebat is gepolitiseerd. Uiteenlopende partijen hebben hun specifieke belang bij een hoge schatting van het aantal Nederlandse moslims. Voor de PVV betekent dat het oproepen van een spookbeeld, voor zogenaamde anti-racisten het mobiliseren van fondsen en zelfs eigen bestaansrecht, voor de welzijnsindustrie een deel van de financiering en de invulling van een doelstelling en voor de Nederlandse moslims een betere plek aan tafel. Maar al deze partijen beseffen dat ze de waarheid bij elkaar liegen.
Dit klimaat van verkeerde aannames voedt theorieën die van vele kanten komen en allerlei kanten uitgaan. Het niet ontkrachten van de mythe van islamisering valt de Nederlandse politiek aan te rekenen. Merkwaardig is dat in Nederland geen enkele partij volmondig een zakelijke opstelling verwoordt. De voormalige voorzitter van de Jonge Socialisten, Mohammed Mohandis komt nog het dichtst bij een realistische opstelling.
Ook media zijn gepolitiseerd en laten na duidelijkheid te scheppen. De ene keer praten ze Wilders na, de andere keer Nederland Bekent Kleur. Dan weer een linkse politieke partij of een islamprediker. Een zakelijk en analytisch geluid wordt in de media nauwelijks gehoord. Gratis dagblad De Pers is een gunstige uitzondering.
2. Een zijstap geeft aan dat de meeste landen beperkingen aan immigranten stellen. Een Palestijnse of Thaise gastarbeider kan niet zomaar in Koeweit, de Golfstaten of Saoedi-Arabië aan de slag. De werkvergunning is een tijdelijk contract en gezinshereniging is verboden. Bij politieke of economische tegenwind worden ze het land uitgeschopt.
Het is dus aan de centrale overheid om voorwaarden te stellen. Traditionele immigratielanden als Australië, Canada en Nieuw-Zeeland werken met vergunningen, gaan uit van de arbeidsmarkt en stellen eisen aan de vakbekwaamheid van immigranten.
In 1924 deed de VS met de Immigration Act of 1924 het land voor een bepaald type immigranten op slot. De gedachte hierachter was dat de instroom in de jaren daarvoor te snel was gegaan, de integratie veel problemen kende en er tijd nodig was om de diverse etnische groepen aan elkaar te laten wennen en tot een eenheid te laten smelten. De Amerikaanse melting pot. In Nederland is het een taboe om te zeggen dat grenzen tijdelijk dicht moeten. Vluchtelingen uitgezonderd vanwege humane redenen.
3. Moslims waren 40 jaar geleden gastarbeider. Ze waren met weinigen, doorgaans zonder gezin en niet bovenmatig geinspireerd door de islam. Velen waren seculier of slapend islam-lidmaat. Ze ontvluchtten de dictatuur of de armoede van hun land van herkomst. Inclusief avonturiers die graag een gesloten sociaal klimaat achterlieten. Ze werden op zijn minst onverschillig tegemoetgetreden.
De gasbel van Slochteren maakte vanaf de jaren ’70 (vdve) subsidies mogelijk om gastarbeiders te pacificeren. De vorm die werd gekozen was de verzuiling die ook toen al door maatschappelijke ontwikkelingen minder geloofwaardig was. Orthodox islamitische organisaties bleken het best georganiseerd. Ze wonnen de inschrijving.
Een monsterverbond van bedrijven, overheden, politieke partijen, welzijnsindustrie en moslimorganisaties van orthodoxe snit sloot de gastarbeiders vervolgens op in een patroon van betutteling, beter weten, slachtofferdenken, goede bedoelingen en gemeenschapsdenken.
In de verdediging van de autochtone arbeiders boden de vakbonden het langst weerstand. En de Socialistiese Partij bracht in 1983 de brochure Gastarbeid en Kapitaal uit van vrijdenker Anton Constandse. Het bezorgde de SP veel tegenwind. SP-voorman Tiny Kox oordeelde later dat het de doorbraak van de SP had vertraagd. Nu is de status van de brochure ongewis. Door de opkomst van Fortuyn en Wilders kreeg de SP koudwatervrees om in het verkeerde kamp ingedeeld te worden. Het beroep op de klassenstrijd heeft de SP ingeslikt. De brochure is niet makkelijk te vinden.
Foto: De aankomst van zestig Spanjaarden in Someren in 1963
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...