Burgers moeten afbraak publieke omroep halt toeroepen. Frans Kleins schoten in eigen voet bieden kansen voor nieuw omroepbestel

Frans Klein, 7 mei 2021 in Nieuwsuur. © NPO

In de recente uitspraken van directeur video van de NPO Frans Klein valt op dat hij het nooit echt over de inhoud heeft en hij alles beredeneert vanuit de kijkcijfers en het marktaandeel. Hij is verantwoordelijk voor de programmering van NPO 1, 2 en 3, NPO Start, ZAPP en Zappelin. 

Klein redeneert vanuit marketing. Hij bevestigt telkens het idee dat programma’s niet een hoger doel dienen, maar instrumenteel zijn voor een ander doel. Namelijk het behalen van marktaandeel of het aantrekken van specifieke doelgroepen. Zoals de middengroep van 20 tot 49 jaar.

In dit denken gaat het mis. Klein bevestigt het failliet van de omroeppolitiek dat gericht is op kijkcijfers en niet op inhoud. Dat valt hem niet persoonlijk aan te rekenen omdat hij een functionaris is die bestaand beleid uitvoert. Het beleid dat hij invult is echter krakkemikkig en slecht doordacht.

Waarom het in Nederland zo mis gaat met de omroeppolitiek omschreef ik in 2016 in het commentaarHoofd Klara wordt netmanager VRT. Waarom kan zoiets niet in Nederland?’ dat ik hieronder herhaal omdat het raakt aan de kern van het probleem van de Nederlandse omroeppolitiek en nog even actueel is als vijf jaar geleden. Namelijk het ontbreken van de focus op inhoud en de koudwatervrees om kwaliteit te maken die eeen deel van het publiek afstoot. Ik zoomde in op kunst, maar dat geldt precies zo voor zware informatie. Niet te verwarren met het lichte soort waarmee de NPO kosmetisch opinieprogramma’s tot journalistiek omkat, maar serieuze journalistiek zoals onderzoeksjournalistiek, gedegen historische documentaires en diepgravende interviews met opinieleiders die de tijd krijgen om te reflecteren op samenleving, politiek en wetenschap:

Zomaar een bericht in het Vlaamse nieuws. Deze keer niet over islamitische terreur en bomaanslagen in Brussel, maar over cultuur. Chantal Pattyn is netmanager van het Vlaamse Klara en wordt hoofd cultuur van de Vlaamse publieke omroep VRT.  Na de inkrimping en het bewust om zeep helpen om interne omroeppolitieke redenen in 2006 van de Nederlandse Concertzender en de infantilisering van Radio 4 is Klara nog de enige nationale culturele zender van niveau in het Nederlandse taalgebied die het beluisteren waard is.
Het cliché is waar, Vlamingen vinden cultuur belangrijk. Dat heeft met hun emancipatiestrijd te maken en het besef dat taal en kunst ertoe doen. En de overeenstemming over partijen heen dat het de nationale identiteit versterkt. In Nederland doen VVD en PVV die eveneens zeggen nationale identiteit belangrijk te vinden het omgekeerde: ze breken bewust de publieke omroep en de kunsten af. Maar ook in Vlaanderen moeten kunst en cultuur voor de poorten van de hel worden weggesleept. Ook daar moet telkens weer de liefde voor kunst op de politiek bevochten worden. Niets komt vanzelf. De loyaliteit van de bestuurders in de cultuursector lijkt het verschil te maken. De Vlaamse cultuurminister Sven Gatz (‘kunst dient nergens toe’) haalde in 2014 met terugwerkende kracht dezelfde shockdoctrine van cultuurbezuinigingen als Halbe Zijlstra uit de liberale kast.
Kunst is kunst, maar ook een wapen waarmee de strijd tegen terreur die van buiten komt en onverschilligheid die van binnen komt gewonnen kan worden. Het is de strijd om de harten en geesten van de eigen bevolking die telt en een positieve impuls kan geven. Media kunnen daarin een opbouwende rol spelen. Niet omdat het educatief is of doelgroepen emancipeert, maar omdat het kunst als voorbeeld voorhoudt. Juist dat patroon is in Nederland uitzondering geworden. Onder het uitroepen van ‘zie ons eens aan kunst doen’ wordt kunst naar aparte reservaten verbannen of slachtoffer van popup en populariteitsdenken. Wat Nederland mist is die positieve, vanzelfsprekende grondhouding tegenover kunst en cultuur die in een samenleving tamelijk breed gedragen wordt. In elk geval in omroepkringen die een kunsthistoricus tot netmanager benoemen. Klasse. 

In 2018 kondigde Frans Klein al aan om te willen bezuinigen op journalistieke programma’s. In zijn NPO’s Newspeak noemde hij dat ‘vernieuwen‘. Hij zei toen in een interview met NRC’s Wilfred Takken dat journalistieke programma’s een steeds kleiner publiek bereiken en daarom een andere vorm moesten krijgen. Dit gaf toen ook al aan dat Klein niet redeneert vanuit de programma’s, de inhoud of een hoger doel als democratie of spreiding van kennis, maar vanuit de marketing. In het commentaarNPO-directeur Klein komt met ongeloofwaardige ‘vernieuwingen’, na kritiek op hem te korten op journalistieke programma’s‘ uit 2018 schreef ik:

De argumentatie van Frans Klein dat de kijker van Tegenlicht al ‘zeer goed bediend wordt door de publieke omroep’ zodat er gekort kan worden op Tegenlicht is onjuist. Tegenlicht en ook Andere Tijden zijn unieke programma’s die niet vervangen kunnen worden door andere programma’s.
Daarnaast maakt Klein nog een andere denkfout. Jongeren, maar ook ouderen kijken niet meer vanzelfsprekend lineair naar televisie. Uiteraard weet Klein dat. Waarom hij dan toch tot de gedachtensprong komt dat hij televisie voor jongeren wil maken is de vraag. Het lijkt onzinnig om krampachtig televisie voor jongeren te willen maken. Daar trappen jongeren niet in. Het gaat erom goede programma’s te maken die zowel ouderen als jongeren kunnen bedienen.
Het Nederlandse omroepbestel is gefragmenteerd en lijkt in die versplintering te weinig soortelijk gewicht te hebben. De noodzaak tot hervorming wordt versneld door extra bezuinigingen. Frans Klein is het symbool van een ouderwets zuilensysteem met levensbeschouwelijke omroepen dat zichzelf heeft overleefd. Hij is geen deel van de oplossing, maar van het probleem.
Klein helpt kwalitatief journalistieke programma’s om zeep, beschermt de omroepen, doet aan wensdenken en beseft onvoldoende dat de traditie van broadcasting niet meer gerevitaliseerd kan worden in de vorm die hij ons voorspiegelt. Dat tijdperk ligt achter ons. Ook in Hilversum. De winst van zijn interventie is dat hij zich ermee zo onmogelijk maakt in potsierlijkheid en wereldvreemdheid dat hij er onbewust een punt voor de tegenpartij mee maakt.
Namelijk voor degenen die de omroepen willen omvormen en afslanken tot productiehuizen en een nationale omroep willen optuigen. Klein bewijst met zijn manier van denken het Nederlandse publiek een grote dienst. Zijn schot in eigen voet biedt volop kansen voor de toekomst met een levensvatbaar omroepbestel zonder de omroepen zoals we die nu (nog) kennen. Dan is het definitief geen 1925 meer in Hilversum.

Er is een gezegde dat aan Joseph de Maistre wordt toegeschreven dat zegt: ‘Elk land heeft de regering die het verdient’. Een variant daarop is ‘elk volk krijgt de leiders die het verdient’ dat naar allerlei sectoren kan worden uitgebreid. Dat is een fatalistisch standpunt dat suggereert dat macht een land overkomt. Vertaald naar de publieke omroep luidt dat: ’Nederland krijgt de directeuren van de NPO die het verdient’.

Maar dat is onzin. Het Nederlandse volk hoeft het marktdenken van de publieke omroep dat wordt gepersonifieerd door omroepbobo Frans Klein die macht naar zich heeft toegetrokken niet voor zoete koek aan te nemen. Want zijn argumentatie is zwak en eenzijdig. Gezien de kritiek op Kleins plannen in 2018 en nu weer in 2021 vinden veel Nederlanders de plannen van de NPO die hij presenteert slecht en ongepast. Klein is een zetbaas die beleid uitvoert waar veel betrokken burgers het niet mee eens zijn. Welnu, laten ze niet Klein daarop aanvallen, maar degenen die er de oorzaak van zijn dat Klein dit dient uit te voeren. Te weten de politieke partijen.

De marges zijn smal, maar de Nederlandse publieke omroep moet geen aansluiting zoeken bij de markt omdat dit een doodlopende weg is die teruggaat naar de 20ste eeuw en de laatste restjes kwaliteit inlevert, zodat er bij de volgende aankondiging van Klein of zijn opvolgers in 2024, 2027 of 2030 niks van kwaliteit meer is om in te leveren. Daarnaast is Nederland als markt te klein om in internationaal verband een vuist te maken.

Klein en degenen die hem zijn standpunten influisteren moeten nu teruggefloten worden in hun idee van meer van hetzelfde en minder van kwaliteit. Hun afbraak van de publieke omroep is ongewenst en strijdig met het grondidee van een publieke omroep. Dat is niet het populisme en het marktdenken dat Klein probeert te verkopen, maar algemeen nut zoals de watervoorziening of het elektriciteitsbedrijf. Dat kan uit principe niet vermarkt worden.

Rol van media bij opkomst van rechts-radicale politici als Trump, McCarthy of Baudet wordt onvoldoende beseft door journalisten

Vanavond wordt op PBS een nieuwe, twee uur lange documentaire over de legendarische senator Joseph McCarthy uitgezonden in het programma American Experience. Ook van belang voor onze tijd vanwege de parallellen met president Donald Trump. Beiden maakten ze misbruik van de structurele zwakheden in de Amerikaanse nieuwsmedia om de democratie aan te vallen. Dit is de kern, namelijk dat McCarthy, net als Trump, begreep dat verslaggevers zijn leugens niet zouden uitdagen uit angst vooringenomen te zijn. De zogenaamde linkse media die zoals uit onderzoek blijkt helemaal niet links zijn, maar evenwichtig neutraal.

Daar komt nog iets anders bij. Zeker voor Nederland waar politieke televisiejournalisten weinig diepgaande academische inhoud lijken te hebben. Een rechts-radicale politicus als Thierry Baudet wordt door media doorgaans niet aangesproken op zijn ideeën, maar op zijn emoties. Dat kunnen journalisten met weinig inhoud en durf makkelijk aan. Maar journalisten verzaken ernstig hun taak als ze een politicus niet op ideeën, maar op trivialiteiten aanspreken. Dat heeft er dus vermoedelijk mee te maken dat de meeste journalisten geen specialistische academische vorming hebben genoten, maar op zijn best handige generalisten zijn. Dat is echter onvoldoende om door het harnas van doorgewinterde politici te breken. Zo hijsen media rechts-radicale politici op het schild en lijken ze dat, gevangen in hun eigen mediabubbel, niet eens door te hebben.

Dat gebeurde ook met Trump die door onder meer CNN en MSNBC vanwege de kijkcijfers op het schild werd gehesen. Wat nu is omgeslagen in kritiek op Trump omdat deze media beseffen wat voor monster ze hebben helpen creëren. De conclusie is dat geen berichtgeving beter is dan ondermaatse berichtgeving die deze controversiële politici op oneigenlijke gronden legitimeert. Geen berichtgeving is beter dan halfslachtige, a-journalistieke berichtgeving die averechts uitpakt. De geschiedenis leert dat nadat de Senaat in 1954 had beslist om senator McCarthy te censureren de media snel interesse in hem verloren en zijn politieke carrière over was. Het kon niemand meer iets schelen wie hij was. Eindigt het ook zo met Trump en Baudet als de media ophouden aandacht aan hen te besteden? Laat media beter beseffen wat hun verantwoordelijkheid is.

Het artikelA Historian Reflects on the Return of Fascism’ plaatst bovenstaande overweging in een kader. Het begin van begrip bij de bevolking en zelfreflectie bij de media is om politici als Trump en Baudet historisch te determineren en in de traditie te plaatsen waar ze het beste in passen: het fascisme. Lawrence Wittner merkt op: ‘Desalniettemin is het afgelopen decennium enorme vooruitgang geboekt door bewegingen en partijen die het oude fascistische speelboek hebben gevolgd, met rechtse demagogen die de belangrijkste elementen van virulent nationalisme, raciale en religieuze onverdraagzaamheid en militarisme uitbazuinen. Radicaal Rechts grijpt vooral de massamigratie aan en wordt gefinancierd door hebzuchtige economische elites. Het heeft verrassende vooruitgang geboekt ― de Europese Unie ondermijnd, gestreden om macht in Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Griekenland en de controle gegrepen  over landen als Rusland, India, Italië, Hongarije, Polen, Turkije, Brazilië, de Filippijnen, Israël, Egypte en natuurlijk de Verenigde Staten.’

Als journalisten als Margriet van der Linden meer dan 10 jaar na de opkomst van radicaal rechts nog steeds niet beseffen dat ze de agenda van radicaal-rechtse politici als Baudet dienen als ze die een platform bieden met softball interviews, dan kunnen ze beter een ander vak zoeken. Dan beseffen ze hun verantwoordelijkheid en taak als journalist niet. Dat is beter voor de politiek, de samenleving en de kwaliteit van de journalistiek.

Waarom moet sport dominant zijn? Petitie ‘Paralympische Spelen op de TV’ vraagt meer zendtijd. Klein volgt met kamervragen

para

De petitieParalympische Spelen op de TV’ vraagt meer aandacht voor de Paralympische Spelen op televisie. Ze worden in Rio gehouden van 7 tot en met 18 september. Aandacht voor sport was immens tijdens de ‘NPO Sportzomer’ op Radio 1 van 10 juni tot 21 augustus. Hier een commentaar. Uit de berekening bij kamervragen van Norbert Klein over dit onderwerp blijkt dat inclusief herhalingen de publieke televisie 35 uur besteedt aan de Paralympische Spelen. Vergeleken met willekeurig elk ander niet-sport onderwerp is dat veel zendtijd. Klein meent ook dat er meer zendtijd moet komen voor de Paralympische Spelen. Maar 35 uur lijkt redelijk.

Vergelijking van de Paralympische met de Olympische Spelen is een verkeerd uitgangspunt. Want het feit dat de publieke omroep 300 uur zendtijd besteedde aan de Olympische Spelen wil niet zeggen dat dat niet te veel was. Daarom kan er niets bij voorbaat uit afgeleid worden voor de Paralympische Spelen. Ook is de televisie-luwe zomer voorbij en kan de claim op zendtijd van sport niet meer zo makkelijk gerechtvaardigd worden.

Klein bemoeit zich met een klein onderwerp en probeert dat groot te maken. Paralympische Spelen zijn een kleiner evenement dan Olympische Spelen en hebben minder aantrekkingskracht voor een algemeen publiek.

Foto: Schermafbeelding van petitieParalympische Spelen op de TV’.

ANP Video op YouTube toont bijna alleen sport. Waarom?

anp

De laatste 32 video’s op het  YouTube-kanaal van ANP Video tonen op dit moment sport. Dat komt omdat er Olympische Spelen in Rio zijn. In dat verre buitenland Brazilië. Maar de wereld staat niet stil. Er is meer in de wereld dan sport alleen. Terrorisme, Putin en Oekraïne, ISIS, de strijd in de Republikeinse partij en Donald Trump, rassenonlusten en overstromingen in de VS, Erdogan en Gülen, de 90-jarige Fidel Castro, mogelijk uitstel van de Brexit tot 2019, Julian Assange die met onthullingen over Clinton dreigt, kanselier Merkel die oppositie ondervindt van zowel SPD als CSU, de herdenking van de Japanse capitulatie en een explosie in Schiedam. Maar ANP Video besteedt er geen aandacht aan. ANP Video beperkt zich hoofdzakelijk tot sport.

De NOS heeft de Sportzomer op Radio 1 die als een tsunami van voor- en nabeschouwingen, voor- en nagesprekken, wedstrijdverslagen en evaluaties het wereldnieuws gedurende 10 weken wegdrukt en de nieuwsvoorziening domineert. ANP Video gaat er als toeleverancier in mee. Zo genereert de aandacht voor sport de aandacht voor sport. Het lijkt er steeds meer op dat de Sportzomer vooral naar zichzelf verwijst.

Al bij de planning in 2015 was bekend dat Nederland niet meedeed aan het EK Voetbal en zoals in de vorige jaren behaalden Nederlandse wielrenners in 2016 geen topklassering in de Tour de France. Of Rio voldoet aan de verwachtingen is afwachten. Waarom dan toch die buitenproportionele media-aandacht voor sport? Komt het door het geld dat ervoor wordt vrijgemaakt en als een recordpoging dominostenen omgooien Hilversum in beweging zet? Is de stilzwijgende overeenstemming onder omroepbazen dat de nieuwswaarde nihil is, maar omdat het hoge kijkcijfers oplevert net gedaan wordt alsof sport geen amusement maar nieuws is?

Heinrich Heine zou gezegd hebben dat in Nederland alles 50 jaar later gebeurt. De uitspraak ‘Als de zondvloed komt, ga ik naar Holland, want daar gebeurt alles vijftig jaar’, wordt aan hem toegeschreven, zo memoreert deze boekbespreking. Als Heine nog leefde had hij dat na deze NPO Sportzomer en sportzomer op ANP Video kunnen wijzigen in de volgende uitspraak: ‘Als de zondvloed komt, ga ik naar Holland, om er een voor- en nabeschouwing, voor- en nagesprek, wedstrijdverslag en evaluatie van te zien’. Ook op ANP Video?

Foto: Schermafbeelding van YouTube-kanaal van ANP Video met de meeste recente 30 items die sport gerelateerd zijn.

Petitie: Laat Yuri van Gelder terugkeren naar Rio. Om lekker te sporten

yg

We raken er niet over uitgepraat: sport. De publieke omroep staat van 10 juni tot 21 augustus in het teken van sport: NPO-Sportzomer. Die uit gemakzucht en bij gebrek aan nieuwswaardige sportgebeurtenissen voor het leeuwendeel wordt gevuld met aandacht voor sportfutiliteiten. In een kantelend wereldbeeld van afnemend gezag voor autoriteiten past kritiek op sportbobo’s perfect in de tijdgeest. Merkwaardig is dat ze die kritiek nog verdienen ook. Hun handelen is hooghartig en zelfingenomen. Het tegendeel van egalitair en transparant.

Nu is er Yuri van Gelder die wegens alcoholgebruik en overlast is weggestuurd uit het Olympisch dorp. Nog niet alle details zijn bekend. Het is me een volkomen raadsel waarom dat is. Had dat niet soepeler opgelost kunnen worden? Sportbobo’s laten zich weer van hun beste kant zien. Het wegsturen van Van Gelder lijkt buiten proportie. Had hem op z’n lazer gegeven met een laatste waarschuwing. Om sterk leiderschap te tonen dat improviseert en goed weet om te gaan met dit soort noodgevallen moet je uiteraard gezag hebben. Voordat je terugvalt op verboden die tussen de regels staan geschreven en willekeurig overkomen op de buitenstaander. En waarvan de juridische onderbouwing wordt betwist. Het is het oude verhaal: de kleine vis (Van Gelder) wordt gepakt en de grote vis (Rusland) niet. Sport is politiek. Politiek van een beroerd niveau.

Foto: Schermafbeelding van petitie van J. Berkelaar ‘Laat Yuri van Gelder terugkeren naar Rio en deelnemen aan zijn olympische finale’.

NPO-Sportzomer is te gemakzuchtig en dominant. Dat kan beter

Er is kritiek op de NPO-Sportzomer die liefst 80 dagen duurt. Van 10 juni tot 21 augustus. Er zit wel iets in die kritiek van onder meer Jean-Pierre Geelen of Cornald Maas. Geelen heeft vooral kritiek op de programmering van radiozender Radio 1 die maandenlang in het teken van sport staat. Tot vervelens toe. Op twee van de drie televisienetten is soms sport te zien. Dat is op netten die bestemd zijn voor een algemeen publiek te veel van het goede voor een specifieke categorie waar niet iedereen warm voor loopt. Op twee manieren is er iets mis met de NPO-Sportzomer: het is overheersend en voorspelbaar. En de sport wordt niet eens centraal gesteld.

De NPO-Sportzomer laat niet alleen sportwedstrijden zien, maar toont veel praatprogramma’s over sport die nauwelijks over sport gaan. Of geeft commentaar bij sportwedstrijden dat niet over de sport zelf gaat. Daarbij komt dat de Nederlandse sportjournalistiek niet echt uitblinkt in diepgang en sport als een interessant maatschappelijk fenomeen weet te duiden waarin economie, nationale identiteit en politiek samenkomen als kenmerk van onze tijd. Het praten over sport wordt met voetbaltrainers, sportjournalisten of actieve sporters als gast geen poging om het fenomeen sport te willen doorgronden en de verschillende aspecten ervan te belichten, maar ontaardt in kletspraatjes, meligheid en incrowd gebazel over human interest. Het blijft te veel aan de oppervlakte en benadrukt het amusementsaspect van sport meer dan nodig. Die praatprogramma’s zouden met andere gasten meer diepgang krijgen en aan kwaliteit winnen. Waarom worden er geen filosofen, schrijvers en kunstenaars uitgenodigd die op een veelzijdige  en onvoorspelbare manier naar sport kijken?

Effect van de NPO-Sportzomer is niet alleen het tonen van sport (onder meer EK Voetbal, Tour de France, Olympische Spelen) en praatprogramma’s over sport, maar het bepaalt ook in hoge mate de programmering van de andere twee netten. Daarmee gaat de NPO-Sportzomer over een grens. Waarom is er gedurende de Sportzomer geen alternatieve programmering van programma’s die tijdens het hoogseizoen niet in het drukke schema passen? Waarom zijn er op de andere netten geen registraties van theatervoorstellingen of is er een filmcyclus te zien dat het werk van een breed aanspreekbare regisseur toont dat goed in de ‘losheid’ van de zomer past? Denk bijvoorbeeld aan Valerio Zurlini. Waarom geen project opgezet voor aanstormend talent dat lekker kan experimenteren? Waarom geen reisprogramma’s of historische programma’s over de Nederlandse Antillen, Suriname of Nederlands-Indië? Nu tonen KRO-NCRV hun detectives en wordt dat gepresenteerd als alternatief voor sport. Maar dat is het niet. Trouwens, naast Nieuwsuur is er nu geen enkele rubriek die de wereldpolitiek volgt. Is volgens het management van de NPO de politiek actualiteit 80 dagen met reces?

Sport is een interessant gebeuren dat in de NPO-Sportzomer de nek wordt omgedraaid. De NPO ontkent door wegkijken dat sport in dienst van een ideologie staat en meent dat het neutraal gepresenteerd kan worden. Dat is reinste volksverlakkerij. Waarmee geenszins gezegd wordt dat sport achter de politiek moet verdwijnen. Liever niet zelfs, maar die context moet wel genoemd worden. Laat het duidelijk zijn, met sport is niets mis, wel met de Sportzomer die de NPO ervan maakt. Of het nou komt door de gemakzucht van de netmanagers, de macht van de kijkcijfers, het gebrek aan intellectuele diepgang van de Nederlandse sportjournalistiek of de opvatting dat de zomer er in het uitzendschema nauwelijks toe doet valt te bezien. De NPO-Sportzomer die de publieke omroep ervan maakt is te gemakzuchtig en te dominant. Dat moet in de komende jaren anders. Evenwichtiger en beter. En wat de paradox is van de NPO-Sportzomer: met meer aandacht voor sport.

Hoofd Klara wordt netmanager VRT. Waarom kan zoiets niet in Nederland?

cp

Zomaar een bericht in het Vlaamse nieuws. Deze keer niet over islamitische terreur en bomaanslagen in Brussel, maar over cultuur. Chantal Pattyn is netmanager van het Vlaamse Klara en wordt hoofd cultuur van de Vlaamse publieke omroep VRT.  Na de inkrimping en het bewust om zeep helpen om interne omroeppolitieke redenen in 2006 van de Nederlandse Concertzender en de infantilisering van Radio 4 is Klara nog de enige nationale culturele zender van niveau in het Nederlandse taalgebied die het beluisteren waard is.

Het cliché is waar, Vlamingen vinden cultuur belangrijk. Dat heeft met hun emancipatiestrijd te maken en het besef dat taal en kunst ertoe doen. En de overeenstemming over partijen heen dat het de nationale identiteit versterkt. In Nederland doen VVD en PVV die eveneens zeggen nationale identiteit belangrijk te vinden het omgekeerde: ze breken bewust de publieke omroep en de kunsten af. Maar ook in Vlaanderen moeten kunst en cultuur voor de poorten van de hel worden weggesleept. Ook daar moet telkens weer de liefde voor kunst op de politiek bevochten worden. Niets komt vanzelf. De loyaliteit van de bestuurders in de cultuursector lijkt het verschil te maken. De Vlaamse cultuurminister Sven Gatz (‘kunst dient nergens toe’) haalde in 2014 met terugwerkende kracht dezelfde shockdoctrine van cultuurbezuinigingen als Halbe Zijlstra uit de liberale kast.

Kunst is kunst, maar ook een wapen waarmee de strijd tegen terreur die van buiten komt en onverschilligheid die van binnen komt gewonnen kan worden. Het is de strijd om de harten en geesten van de eigen bevolking die telt en een positieve impuls kan geven. Media kunnen daarin een opbouwende rol spelen. Niet omdat het educatief is of doelgroepen emancipeert, maar omdat het kunst als voorbeeld voorhoudt. Juist dat patroon is in Nederland uitzondering geworden. Onder het uitroepen van ‘zie ons eens aan kunst doen’ wordt kunst naar aparte reservaten verbannen of slachtoffer van popup en populariteitsdenken. Wat Nederland mist is die positieve, vanzelfsprekende grondhouding tegenover kunst en cultuur die in een samenleving tamelijk breed gedragen wordt. In elk geval in omroepkringen die een kunsthistoricus tot netmanager benoemen. Klasse. 

Foto: Schermafbeelding van bericht ‘Chantal Pattyn wordt manager Cultuur VRT’ in TVvisie, 21 maart 2016.

Concurrentie in media en kunsthandel: toeschrijving van Karel Appel

Paul van Liempt heeft sinds kort voor zakenzender RTLZ  de talkshow ‘Van Liempt Live’. Hij ontvangt galerist Willem Baars om een in het programma ‘Tussen Kunst en Kitsch’ (AVROTROS) ontdekt vroeg reliëf van Karel Appel te praten. Volgens Baars en twee andere deskundigen taxateur Auke van der Werff en galerist Nico Delaive is het werk dat ‘expert’ en kunsthandelaar in Groningen Richard ter Borg in het programma van 2 september toeschreef aan Karel Appel helemaal niet van Karel Appel. Baars licht toe hoe hij tot dat oordeel komt. Opvallend is hoe experts/galeristen/taxateurs/kunsthandelaren het in de media met elkaar oneens zijn. Op de achtergrond spelen de kijkcijfers van beide programma’s en de broodwinning van de kunsthandelaren.

Weggeman: publieke omroep te links en te weinig vernieuwend

godard
Still uit Jean-Luc Godard, Je Vous Salue, Sarajevo. Op YouTube. (Kunst is volgens Godard de uitzondering).

Mathieu Weggeman is hoogleraar Organisatiekunde, bestuursadviseur, Rijnlander en lid van de Raad voor Cultuur. Wie vandaag de zoekterm ‘publieke omroep’ invoert ziet volgende koppen: ‘Raad voor Cultuur vindt publieke omroep te links’ (Elsevier), ”Publieke omroep ‘te links’ (Geen Stijl), ‘Raad voor Cultuur: publieke omroep te links’ (Televizier), ‘De publieke omroep is ‘te links’ en dat komt door de VARA’ (HP/De Tijd), ‘Raad van Cultuur: NPO te links‘ (De Telegraaf) of ‘Vara domineert publieke omroep’ (Villamedia). De Volkskrant en PostOnline voegen in de kop toe dat het om een lid van de Raad voor Cultuur gaat die spreekt. De anderen doen alsof niet Weggeman op persoonlijke titel spreekt, maar de Raad voor Cultuur als organisatie.

Weggeman beweert in De Volkskrant dat de publieke omroep te weinig doet aan talentontwikkeling en niet pluriform is. De omroep is hem te links: ‘De tegenstelling tussen links en rechts is een beetje ouderwets, maar je kunt het zo noemen. De samenleving wordt niet goed gerepresenteerd. Niet iedereen krijgt evenveel waar voor zijn belastinggeld.

Hij meent ook dat de omroep zich laat leiden door oude namen: ‘Paul Witteman stopt met Pauw & Witteman omdat hij eerder naar bed wil, zegt dat hij een nieuw programma wil en krijgt dat zomaar. De publieke omroep grijpt steeds terug op het old boys network.

De publieke omroep ontkent de kritiek: ‘De publieke omroep wordt door de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet als links ervaren. (..) We bieden een pluriform aanbod waarin uiteenlopende perspectieven en opvattingen de ruimte krijgen. Dat sommige programma’s beter scoren dan andere betekent niet dat we te links en te weinig vernieuwend zijn.

Het is jammer dat de ontvangst van Weggemans kritiek focust op de links-rechts tegenstelling. Dat oogt belangrijk vanwege de politieke verwijzing, maar is voor de kijker minder interessant dan de oude namen die blijven zitten, het gebrek aan talentontwikkeling, de dominantie van kijkcijfers en netwerkprogrammering. Die alarmerende eenzijdigheid vraagt om debat.

De kijker wordt aan de hand van profilering het voorspelbare voorgezet. Het avontuur, het onbekende, het dwarse is in Hilversum zo goed als weggerationaliseerd. Of naar de marge gedrongen omdat het niet past in het format van de omroeppolitiek. Weggeman geeft een aanzet door te concluderen dat de publieke omroep risico loopt een eenheidsworst te worden. Als het dat al niet is.

Het laatste woord is aan programmamaker Jos de Putter (VPRO) die kritisch is op de omroeppolitiek: ‘Het aanbod is altijd iets waar we op de een of andere manier om gevraagd hebben (dat is immers onderzocht) en dat ‘toegankelijk’ wordt aangeboden. Dat is de opdracht die de netcoördinatoren van de politiek hebben meegekregen. En je kan hen niet kwalijk nemen dat ze daar vervolgens naar handelen, want ze zijn benoemd om kijkers te binden. (..) Deze situatie is verontrustend, omdat juist het publieke bestel een taak heeft in een versplinterde samenleving; een samenleving op zoek naar community, naar identiteit -kortom, een samenleving op zoek naar een verhaal. Het is heel verleidelijk om die zo rusteloos zappende kijker, u en ik, eens anders te beschouwen: als iemand die op zoek is naar een verhaal, naar iets wat hij niet kent.

Oh Oh SGP: ‘Barbie’s baby’ en ‘College Tour’

Roelof Bisschop is sinds twee weken het derde kamerlid van de SGP. Met de opvallend katholieke achternaam. Hij stelt kamervragen aan de ministers Opstelten en Van Bijsterveldt over de inhoud van tv-programma’s. Doorgaans een terrein waar politici geen vragen en antwoorden over menen te moeten hebben. Maar Bisschop gaat direct op de inhoud in: ‘De TV-serie Barbie’s baby en het bericht ‘Holleeder-geknuffel moet stoppen’?

Criminelen een podium bieden via de publieke omroep en een pasgeboren baby tentoonstellen om er geld mee te verdienen, de SGP vond en vindt dit bizar. Daarom wil de SGP van de regering weten of, en zo ja, wat er gedaan kan worden om zulke programma’s te voorkomen of aan te pakken‘, aldus de SGP op haar site onder het kopje ‘Bizarre Uitzendingen‘. De SGP toont haar verontwaardiging over wat het als bizar ziet.

Barbie’s baby is een RTL-programma over de baby van Samantha, oftewel Barbie. Een afsplitsing van de populaire realityserie Oh Oh Cherso. Volgens de SGP wordt het belang van het kind opgeofferd aan commercie en kijkcijfers. Want zegt de SGP: ‘De moeder van de baby heeft gezegd dat zij nooit mee zou hebben gedaan aan deze tv-serie als er geen geld voor was geboden’. Daarom vindt de partij Barbie’s baby van RTL5 kwalijk.

Heineken-ontvoerder Willem ‘de Neus’ Holleeder is volgende week onderwerp van College Tour, een programma van de NTR. Het presenteert zichzelf alshét interviewprogramma voor studenten: College Tour! Drie- tot negenhonderd studenten interviewen samen met presentator Twan Huys een grootheid uit binnen- of buitenland.’ Oud-hoofdinspecteur Kees Sietsma die de leiding over het politieonderzoek in de Heinken-zaak had ziet ‘de verheerlijking‘ van oud-ontvoerder Willem Holleeder met lede ogen aan, aldus De Telegraaf.

Waartoe dienen de vragen van de SGP in hemelsnaam? Er zijn duizenden programma’s op tv of sociale media waar elke dag uit kan worden gekozen. Het kost weinig moeite om ze niet te zien. Holleeder heeft z’n straf uitgezeten en verdient als vrij man een nieuwe start. Trouwens, Bisschops verontwaardiging over Barbie’s baby is groter dan over College Tour vanwege de rol van de baby. Want Barbie verdient ‘een lekkere boterham’ met haar baby. Feit dat de vragen van Bisschop ideologisch en niet praktisch bedoeld zijn blijkt eruit dat de vragen over de Arbeidstijdenwet niet gericht zijn aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Foto: Barbie en haar man Michael. Credits ANP