Brazilië valt VS frontaal aan over NSA-spionage

rio3

Precies een jaar geleden hield president Obama een toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN. Hij nam de houding aan van de bevoogdende wereldleider die het beste met anderen voorheeft, als geen ander weet wat mensenrechten zijn en wat rechtvaardigheid is en dat vanuit z’n autoriteit kan zeggen. Kortom, Obama bewandelde in 2012 de ‘moral high road’. Hij meende anderen een voorbeeld te kunnen stellen.

Toen al vond ik de president uitblinken in dubbele waarden. Heeft iemand die spreekt over rechten van dissidenten maar in eigen land een heksenjacht op klokkenluiders leidt recht van spreken? NRC volgde de moralistische toespraak van Obama kritiekloos. Over zoveel volgzaamheid, eenzijdigheid en naïviteit verbaasde ik me. Onder het mom van berichtgeving gaf de kritiekloze houding van de NRC aan hoe bij de gevestigde media Obama’s image groter was dan zijn daden rechtvaardigden. Het publiek kreeg het niet mee.

Het slechtste moest nog komen: het NSA-schandaal. In september 2012 waren de onthullingen van Edward Snowden nog 9 maanden ver weg. Sinds juni 2013 is president Obama in het defensief gedrongen. Hij is bij velen in binnen- en buitenland zijn geloofwaardigheid kwijt. Vooral omdat-ie verklaringen doet die telkens weer onjuist blijken. Hoe goed ligt het in de internationale gemeenschap als-ie steeds maar herhaalt voor de rechten van Amerikanen op te komen, maar buitenlanders die rechten niet gunt? Dat maakt geen goede indruk. Moeilijk voorstelbaar is dat Obama zich nog met geloofwaardigheid op kan stellen als hoeder van de vrije wereld die opkomt voor universele waarden. Het verschil tussen schijn en wezen is te groot geworden.

Het best blijkt die omslag uit de toespraak tot dezelfde Algemene Vergadering van de VN door de Braziliaanse president Dilma Rousseff. Ging president Obama een jaar geleden over mensenrechten in de aanval tegen anderen, nu gaat Brazilië op dezelfde manier in de aanval tegen de VS. Deze opstelling en confrontatie tekent de zelfverzekerdheid van Latijns-Amerika. Vorige week zegde president Rouseff vanwege de spionage door de Amerikanen een staatsbezoek aan de VS af. Met haar toespraak zet Rousseff de puntjes op de i en schetst ze een uitweg om onder de Amerikaanse controle van het internet en communicatie-infrastructuur uit te komen:

I would like to bring to the consideration of delegations a matter of great importance and gravity.

Recent revelations concerning the activities of a global network of electronic espionage have caused indignation and repudiation in public opinion around the world.

In Brazil, the situation was even more serious, as it emerged that we were targeted by this intrusion. Personal data of citizens was intercepted indiscriminately. Corporate information – often of high economic and even strategic value – was at the center of espionage activity. Also, Brazilian diplomatic missions, among them the Permanent Mission to the United Nations and the Office of the President of the Republic itself, had their communications intercepted.

Tampering in such a manner in the affairs of other countries is a breach of International Law and is an affront to the principles that must guide the relations among them, especially among friendly nations. A sovereign nation can never establish itself to the detriment of another sovereign nation. The right to safety of citizens of one country can never be guaranteed by violating fundamental human rights of citizens of another country.

The arguments that the illegal interception of information and data aims at protecting nations against terrorism cannot be sustained.

Brazil, Mr. President, knows how to protect itself. We reject, fight and do not harbor terrorist groups.

We are a democratic country surrounded by nations that are democratic, pacific and respectful of International Law. We have lived in peace with our neighbors for more than 140 years.

As many other Latin Americans, I fought against authoritarianism and censorship, and I cannot but defend, in an uncompromising fashion, the right to privacy of individuals and the sovereignty of my country. In the absence of the right to privacy, there can be no true freedom of expression and opinion, and therefore no effective ÿdemocracy. In the absence of the respect for sovereignty, there is no basis for the relationship among Nations.

We face, Mr. President, a situation of grave violation of human rights and of civil liberties; of invasion and capture of confidential information concerning corporate activities, and especially of disrespect to national sovereignty.

We expressed to the Government of the United States our disapproval, and demanded explanations, apologies and guarantees that such procedures will never be repeated. [vet: GK]

Friendly governments and societies that seek to build a true strategic partnership, as in our case, cannot allow recurring illegal actions to take place as if they were normal. They are unacceptable.

Brazil, Mr. President, will redouble its efforts to adopt legislation, technologies and mechanisms to protect us from the illegal interception of communications and data.

My Government will do everything within its reach to defend the human rights of all Brazilians and to protect the fruits borne from the ingenuity of our workers and our companies.

The problem, however, goes beyond a bilateral relationship. It affects the international community itself and demands a response from it. Information and telecommunication technologies cannot be the new battlefield between States. Time is ripe to create the conditions to prevent cyberspace from being used as a weapon of war, through espionage, sabotage, and attacks against systems and infrastructure of other countries.

The United Nations must play a leading role in the effort to regulate the conduct of States with regard to these technologies.

For this reason, Brazil will present proposals for the establishment of a civilian multilateral framework for the governance and use of the Internet and to ensure the effective protection of data that travels through the web.

We need to create multilateral mechanisms for the worldwide network that are capable of ensuring principles such as:

1 – Freedom of expression, privacy of the individual and respect for human rights.

2 – Open, multilateral and democratic governance, carried out with transparency by stimulating collective creativity and the participation of society, Governments and the private sector.

3 – Universality that ensures the social and human development and the construction of inclusive and non-discriminatory societies.

4 – Cultural diversity, without the imposition of beliefs, customs and values.

5 – Neutrality of the network, guided only by technical and ethical criteria, rendering it inadmissible to restrict it for political, commercial, religious or any other purposes.

Harnessing the full potential of the Internet requires, therefore, responsible regulation, which ensures at the same time freedom of expression, security and respect for human rights. 

Foto: Affonso Eduardo Reidy, Museum of Modern Art in Rio De Janeiro. 1953. Braziliaanse modernistische architectuur.

NRC nog steeds goedgelovig en kritiekloos over Obama en NSA

nrc

De online-versie van de NRC over de persconferentie van president Obama van afgelopen vrijdag kon niet lovender zijn. Hij kondigde daarin onder meer een ‘onafhankelijk onderzoek’ met ‘experts van buitenaf’ over de NSA aan. Gisteren werd bekend wie deze hervormingsgezinde (aldus NRC) Obama tot coordinator van deze onderzoekscommissie benoemde: directeur van de National Intelligence James Clapper. WC-Eend keurt WC-Eend en noemt het hervormingWebwereld is kritisch over Obama en verwijst met een opinie naar techdirt. The Atlantic ziet genoemde persconferentie als een dieptepunt van leugenachtigheid en afwijzing, en een hoogtepunt in Obama’s gebruik van dubbele standaarden. Maar de NRC geeft Obama opnieuw het voordeel van de twijfel en associeert hem met hervormingen. Ondanks het vuile water dat onder de brug is gestroomd.

De NRC neemt die 9de augustus frasen van Obama’s persconferentie over en stapelt ze in een artikel zonder kritische lijn tot een kaartenhuis van vooronderstellingen. Een bloemlezing: ‘Barack Obama gaat een beroep doen op het Congres voor meer transparantie en toezicht bij het verzamelen van burgergegevens. “We kunnen en móeten transparanter zijn.“‘ En: ‘De Amerikaanse regering gaat nu meer informatie vrijgeven over de wijze waarop in binnen- en buitenland gegevens worden verzameld door de inlichtingendiensten.’ En: ‘Op onder meer deze manier moet het surveillanceprogramma van de NSA hervormd en beperkt worden.’ En zo door. Het zou kunnen, maar het zou ook niet kunnen. Is dat kritische berichtgeving van een ‘kwaliteitskrant‘?

De kritiek op het uitblijven van een omslag in het denken van de buitenlandredactie van de NRC blijft op dit blog een herhaling van zetten. Zie hier en hier en hier. Zolang de NRC weigert in te zien dat president Obama leugenachtig, afwachtend en passief is en daarbij volop kansen mist om de veiligheidsdiensten en de militairen weer in het gareel te brengen, verdient de krant deze kritiek. Zolang het zelf de ‘framing’ van de regering-Obama blijft volgen, wordt de NRC zelf als goedgelovig en kritiekloos ‘geframed’. Het is niet anders.

Foto: Schermafbeelding van opening online NRC-artikel ‘Obama presenteert hervormingen NSA en gaat in op kwestie-Poetin‘, 9 augustus 2013.

In kwestie Snowden laat NRC zich opnieuw misleiden

Er valt heel wat af te dingen op het kritisch vermogen van de Nederlandse gevestigde media. Graag neem ik het verwijt voor lief in herhaling te vervallen door nogmaals te verwijzen naar de in mijn ogen onbegrijpelijke opstelling van de NRC die president Obama het voordeel van de twijfel geeft. De NRC wekte in oktober 2012 de indruk dat Obama het opnam voor de burgerrechten en de vrijheid van meningsuiting. Toen was dat naar mijn idee al een onhoudbaar standpunt, maar door recente onthullingen door Edward Snowden over de NSA is dat standpunt nog onhoudbaarder geworden. Dat leidt niet tot een andere opstelling van de NRC, ondanks het goede werk van haar Amerikaanse correspondenten. Het roept de vraag op waarmee de gevestigde media bezig zijn en wat ze voor lezers die zich op internet direct tot de bron wenden zo’n nieuwsmedium nog toevoegt. Zeker als de media de bemiddelende rol van ‘vertaler’ van het nieuws slordig en gekleurd uitvoeren.

Opmerkelijk is dat de NRC Obama nog steeds het voordeel van de twijfel geeft. Ik begrijp daar niets van voor een krant die zich kritisch en liberaal noemt. Ik neem aan dat er kundige en door de wol geverfde journalisten en redacteuren aan het werk zijn, maar toch is dat in de kolommen nauwelijks terug te vinden. Welk proces verhindert dat? Redacties baseren zich op persbureau’s die de waarheid verdraaien omdat ze belang hebben bij het verbergen van de waarheid. Maar een krant als de NRC heeft hier toch weet van en kan toch niet zo naïef zijn dat niet door te hebben? Toch lijkt het er sterk op. Voor de reden heb ik geen afdoende verklaring.

ka

Neem Judith Laanen van de redactie Buitenland. Ze neemt plichtmatig de berichtgeving van Reuters over, maar doet er een eigen schepje bovenop. Ze zegt in een artikel over de NSA van 18 juni: ‘Edward Snowden, de 29-jarige Amerikaan die de afluisterpraktijken van het Amerikaanse PRISM-programma vorige week aan het licht bracht, sprak de noodzaak van afluisteren gisteren tijdens een livechat met de Britse krant The Guardian nog tegen, schrijft persbureau AP.‘ Het gaat om het woord ‘nog‘ waarmee Laanen suggereert dat de waarheid van viersterrengeneraal en NSA-directeur Keith Alexander de waarheid van Snowden heeft vervangen. Maar ieder die kritisch kijkt naar wat Alexander zegt weet dat-ie liegt en steeds de cijfers bijstelt. Door de onnodige toevoeging van dat ‘nog‘ geeft Laanen aan deze zaak niet op de voet te volgen. Om het fatsoenlijk te zeggen.

Het is ook een onmogelijke opgave voor een krant als de NRC om zonder eigen expertise en directe toegang tot de bronnen verslag te moeten doen van een zaak die zich op grote afstand afspeelt maar toch de hele wereld bezighoudt. Het kan het niet negeren omdat er een direct belang voor Nederlandse internet- en telefoongebruikers mee gemoeid is. Wat de NRC en de Nederlandse gevestigde media opbreekt is dat ze geen idee hebben hoe ze de kritische geluiden moeten ‘omkaderen’. Het ene moment wordt de ene nieuwsbron gevolgd en het andere moment de andere die een tegengesteld perspectief geeft. Maar da’s geen zorgvuldige journalistiek die meerdere kanten belicht en zweert bij hoor en wederhoor. Da’s stuurloosheid in de berichtgeving en het ontlopen van de keuze om zich werkelijk kritisch en onpartijdig op te stellen.

Dat kader schetst Tim Shorrock in de New York Times. Hij stelt dat er jaarlijks zo’n 42 miljard euro naar private onderaannemers in de Amerikaanse veiligheids-industrie stroomt. Door stuivertje te wisselen tussen overheid en bedrijfsleven poetsen topbestuurders hun inkomen op. Een dreiging moet dat legitimeren. Onbelangrijk en bijkomend is of die dreiging realistisch is. Nieuwsmedia die menen ‘objectief’ verslag te kunnen doen verzaken hun controlerende taak omdat ze niet achter de waarheid kijken. Ze maken zich tot deelgenoot aan de politionele militarisering van de samenleving. Juan Bosch waarschuwde in de jaren ’60 voor het Pentagonisme in navolging van president Eisenhower die in 1961 voor het militair-industrieel complex waarschuwde. Het is aan kritische media om zich niet te laten misleiden en die steeds wisselende verschijningsvorm van dat complex journalistiek te volgen. Dat kan het kader voor een krant als de NRC zijn.

military-industrial-complex-dwight-eisenhower.preview

Foto 1: Schermafbeelding van laatste deel van artikel ‘NSA: meer dan 50 aanslagen afgewend door afluisteren door Judith Laanen in de online-versie van nrc.nl. 18 juni 2013.

Foto 2: Fragment afscheidstoespraak van president Eisenhower over het militair-industrieel complex. 1961.

Harde landing van Obama is nederlaag van eenzijdige media

dt.common.streams.StreamServer.cls

In navolging wat zich gisteren aankondigde in de afwaardering van president Obama naar aanleiding van het IRS-schandaal waarbij de belastingdienst conservatieve groepen op de korrel nam en het AP-schandaal waarbij het ministerie van Justitie onwettig de telefoongegevens van journalisten registreerde om hun contacten te achterhalen, zet de grote ommekeer door. Het beeld dat president Obama niks verkeerd deed en het voordeel van de twijfel kreeg van de media ligt aan gruzelementen. Zijn tweede termijn duurt nog drie jaar. Gaat-ie gedesillusioneerd voort? Miskend en in zichzelf gekeerd zoals president Nixon eindigde? Wie weet wacht hem nog een afzetting, een impeachment. Maar help ons voor flapuit vice-president Joe Biden.

De naïeviteit van de media was de afgelopen vijf jaar groot. Ook in Nederland. Ombudsman Sjoerd de Jong nam namens de NRC een correspondent in bescherming die ik als vooringenomen kenschetste. Aanleiding was de bewieroking van Obama -zoals ik dat zag- door Juurd Eijsvoogel naar aanleiding van de toespraak van de president voor de Algemene Vergadering van de VN in september 2012. Mijn ingezonden stuk werd niet geplaatst: ‘Het is me een raadsel waarom Juurd Eijsvoogel in z’n stukken zo kritiekloos is over de claims van president Obama. Deze roept van alles en Eijsvoogel gaat daar grotendeels in mee zonder ze in de kern te toetsen. Hij zet alleen wat kanttekeningen dat het campagnetaal is. Zijn kritiekloze stuk ‘Ovatie in VN voor Obama’s vrije woord’ van 26 september doet me afvragen op welke planeet Eijsvoogel en de hoofdredactie van de NRC leven. Dat was meer een hagiografie dan kritische journalistiek. Als lezer kan ik daar niks mee.’ Ik wacht nog steeds op uitleg van NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch. Media kunnen niet tegen kritiek.

In zijn column over de omslag van de media citeert Glenn Greenwald de woorden van ACLU directeur Anthony Romero van half 2010 over de burgerrechten: Ik walg van deze president (‘I’m disgusted with this president‘). Kortom, wie had willen weten, had kunnen weten. Maar wie vooringenomen was, bleef vooringenomen. Dat lijkt nu omgeslagen en da’s het nieuws. Door de goede bedoelingen, de etnische achtergrond en het mooie verhaal van Obama zagen journalisten de feiten niet meer. Zoals ze trouwens tijdens de Irak-oorlog de mooie woorden van toenmalig president George ‘W’ Bush geloofden. Totdat ze bij zinnen kwamen en tot hun schade en schande bekenden misleid te zijn. Nu wacht de journalistiek dezelfde Werdegang. Tragisch dat een beroepsgroep binnen 10 jaar twee keer dezelfde ontwikkeling moet doormaken om volwassen te  worden.

PS: De vooringenomenheid van de NRC gaat tot op de dag van vandaag door. Op de eindredactie moet de ommekeer nog plaatsvinden. Bij een artikel van Guus Valk over de positie van Obama en de schandalen staat online de volgende titel die normatief klinkt: ‘Hoofd Amerikaanse belastingdienst opgestapt – Obama boos over affaire‘. Professioneel of echt boos? Omdat het ontdekt is of omdat de president van niks wist?

Chris Hedges bij Democracy Now! over de apathie van de gevestigde media in de zaken Manning en Assange:

Glenn Greenwald houdt vanmiddag als The Guardian-columnist een Q&A (vraag en antwoord) voor zijn lezers. Ik heb de volgende vragen ingestuurd die mogelijk beantwoord worden. Maar de respons is enorm:
-What do you think is the role of party politics in the corruption of President Obama? In other words, had a “European” coalition administration Obama saved from the derailments now mentioned?
-Will president Obama actually go down in history as a worse president than Nixon or Bush Jr.?

Foto: Pat Bagley: Obama aan het stuur. (Ken je die koele, futuristische auto’s die zelf rijden? -Dit is er niet zo een). Credits: The Salt Lake Tribune.

Journalistiek verzaakt in steun medestanders. Publiek is onwetend

Gisteravond zat ik aan tafel met een slimme meid die geïnteresseerd is in de wereld, binnenkort een boek publiceert en geïnformeerd genoeg is om zich geen knollen voor citroenen te laten verkopen. Maar op m’n verzuchting dat president Obama op het terrein van burgerrechten erger is dan z’n voorganger president Bush reageerde ze alsof ik gek was. Onder de toevoeging dat deze feiten de gevestigde pers niet halen liet ik het er maar bij. Niet voor het eerst. Doorgaans goed geïnteresseerde burgers zijn over dit onderwerp opvallend slecht geïnformeerd. Waarom? Kritiek haalt de televisie en kranten niet. Het moet op internet en in de marge van de gevestigde pers bijeengeschrapt worden. De doorsnee nieuwsconsument die daarvoor geen tijd heeft en vertrouwt op de bemiddelende functie van de gevestigde media wordt een verkeerd beeld gepresenteerd.

Zelfs een buitenstaander als ik die aan de zijlijn staat in een land ver weg voelt de druk zich te voegen in de consensus. Wat ik uiteraard niet doe. Nog steeds ben ik teleurgesteld in de NRC die ik ervan betichtte in de berichtgeving eenzijdig pro-Obama te zijn. In het antwoord van de ombudsman Sjoerd de Jong die me wilde uitleggen dat ‘reguliere berichtgeving‘ andere journalistieke normen vraagt kon ik me niet vinden. In een vergelijking met de columnist voor The Guardian Glenn Greenwald suggereerde De Jong dat een blogger of politieke columnist meer vrijheid heeft. Dat is zo. Maar binnen die vrijheid doet Greenwald meer dan welke NRC-journalist dan ook voor elkaar krijgt. Van journalistiek die aankruipt tegen de macht maakt de NRC onderdeel uit. Hoe anders het zelfbeeld van zo’n krant ook is. Het is simpel. Er is foute en goede journalistiek.

Dezelfde Glenn Greenwald wijst vandaag in zijn column voor The Guardian op de vervolging van Barrett Brown. Deze onderzoeksjournalist die verbonden was aan Anonymous is volgens Greenwald op valse gronden opgepakt door de FBI. Zijn moeder waar Brown verbleef werd geïntimideerd en onder druk gezet. Critici van de regering-Obama zien telkens het bekende patroon. De Amerikaanse overheid schakelt opposanten zoals klokkenluiders of politieke activisten uit door ze te criminaliseren en op oneigenlijke gronden via het recht te vervolgen. In feite een poging om het onderzoek te stoppen van iedereen die duikt in de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, leger en veiligheidsdiensten. Maar het brede publiek krijgt er geen idee van.

Video: Trailer van ‘War on Whistleblowers; Free Press and The National Security State‘ van Robert Greenwald. Deze documentaire verschijnt binnenkort.

Obama bezorgt ons met de ‘War on Terror’ permanente kopzorgen

Kan iemand beseffen in wat voor tijd ie leeft? Twee tegengestelde sentimenten werken op elkaar in. We overschatten de eigen tijd omdat we nu leven. Dan wordt gezegd dat het nog nooit zo beroerd, bloedig, onrechtvaardig of armoedig was. Tegelijk zitten we te dicht op de gebeurtenissen om overzicht te hebben. De hedendaagse geschiedenis loopt nog door. Een gefragmenteerd beeld resteert. Sommige aspecten worden uitvergroot, andere schuiven naar de achtergrond. We zien alles in diepe focus, zonder dat ons oog stilstaat.

Het ligt in de menselijke natuur om afgeleid te worden. Dat gebeurt uit zelfbescherming. Besef kan namelijk te groot zijn. Continu denken aan het einde helpt niet. Dat leidt tot apathie. Of wanhoop. Daarom bezweren we onze tijd en construeren manieren om het leven te veraangenamen. Het meest geavanceerd zijn religies die ons bezweringen tot na het einde aanreiken. Als pijnstiller en ultiem wondermiddel voor de geest.

Voor de gegeven tijd blijft het dus tobben om te doorgronden wat er om ons heen gebeurt. Ik maak me grote zorgen over de weg die de huidige Amerikaanse regering is ingeslagen. En ons meetrekt op die weg naar beneden. Twee jaar geleden veroordeelde ik Rob Riemen van Nexus die Geert Wilders een fascist noemde. Welk leger had Wilders ter beschikking om geweld te gebruiken? Nu is er president Obama met het duurste en machtigste leger ter wereld. Die met de drones van zijn ‘War on Terror‘ medewerkers op een knop laat drukken om ons als een lastige vlieg te doden. Niet de machteloze Wilders is de fascist maar Barack Obama.

Maar Riemen zwijgt. Of de critici van de Vrijdenkersruimte. Of de NRC die ik bekritiseerde omdat het over de toespraak van president Obama in de Algemene Vergadering van de VN tamelijk kritiekloos berichtte toen hij claimde op te komen voor de universele rechten. Hun zwijgen benauwt me. Missen ze het overzicht om hun eigen tijd te begrijpen? Is het nog te vers allemaal? Of zien ze het wel, maar berichten ze niet? Zijn ze hun omslag aan het voorbereiden? Of is wellicht toch mijn focus verkeerd? Vechten media en opiniemakers bij gebrek aan focus nog steeds hun vorige oorlog uit? Ik hoop dat ik het verkeerd zie, maar ik vrees van niet.

Glenn Greenwald doet verslag van de dubbelhartigheid van Barack Obama en het zwijgen van de gevestigde media. Zoals hij zegt: ‘Het is de moeite om een moment te nemen om dit alles goed in te laten zinken.’

Foto: President Barack Obama

Nogmaals Obama en de verslaggeving in de NRC

Gevestigde media geven nieuws met een korte vertraging, en mentaliteit met een lange vertraging door. Dat eerste is het kenmerk van de verslaggeving van nieuws dat altijd op de feiten volgt. Met het laatste is wat anders aan de hand. Het leidt snel tot misverstanden. Ik had er afgelopen week een woordenwisseling over met de Ombudsman van de NRC Sjoerd de Jong. Vanuit ons verschillend perspectief hebben we allebei gelijk.

Het meningsverschil spitste zich niet alleen toe op de verslaggeving, maar ook op het vermeende gebrek aan inlevingsvermogen van de redactionele staf van de NRC voor ‘de tegenbeweging‘ . Daaronder kunnen het hackerscollectief Anonymous, de activisten van Occupy en de klokkenluiderssite WikiLeaks verstaan worden. Niet toevallig geworteld in een Angelsaksische cultuur waar journalistiek van overheden en burgerjournalistiek van de tegenbeweging op een hoog niveau staan. Dat ik m’n pijlen op de NRC richt is deels toeval, ik lees die krant. Maar de krant lijkt ook wat verkalkt waarbij sensationele openingen eerder accentueren dan verhullen dat de referentie het establishment is. Die krijgen altijd het voordeel van de twijfel, ten koste van de marge.

Aanleiding voor mijn observatie was een stuk van redacteur Juurd Eijsvoogel over de toespraak van president Obama voor de VN. Ondanks zijn relativering dat het een campagnespeech was, werd in een paginagroot artikel de indruk gewekt dat Obama het voor de meningsuiting en burgerrechten opnam. Sjoerd de Jong stelt terecht dat reguliere berichtgeving verslag doet en commentaar en feiten niet kan vermengen. Valkuil voor een ‘kwaliteitskrant’ wordt dan echter een brede berichtgeving van een gemiddeld niveau die redactioneel-technisch klopt, maar met lege handen staat bij vragen over goed en kwaad. In een objectief nihilisme.

Het gebrek aan kritiek op Barack Obama bij de NRC zette me in beweging. Een president die  meer dan welke Amerikaanse president uit de geschiedenis de burgerrechten en de meningsuiting inperkt. Notabene ook van journalisten door de NDAA, zoals blogster Alexa O’Brien betoogt. Waarover de NRC begin dit jaar berichtte dat Obama deze wet contrecoeur ondertekende. Nu presenteren de eindredactie en Juurd Eijsvoogel opnieuw Obama als een president die opkomt voor universele waarden. Waar Vladimir Putin of Hu Jintao terechte kritiek krijgen, schetst doorgaans de NRC Barack Obama nog steeds als de kandidaat van 2008 zonder vuile handen. Die mentaliteit begrijp ik niet. Hopelijk kan hoofdredacteur Peter Vandermeersch het me uitleggen.

Foto: Hope, I Don’t Get Detained Indefinitely ; Ik word niet voor onbepaalde tijd vastgehouden

Kritiek op NRC en Peter Vandermeersch over bewieroking Obama

Lezers van de NRC hebben het niet altijd makkelijk. De krant pretendeert een slijpsteen voor de geest te zijn, maar oogt soms behoorlijk bot. Krantenlezers kunnen het ook niet met alles eens zijn. Zeker niet als een krant naar pluriformiteit streeft. Maar conformisme, naïviteit en eenzijdigheid beledigen de intelligentie van de lezer die uitgedaagd wil worden. Afgelopen week verbaasde ik me over een stuk over de toespraak van president Obama voor de VN van buitenlandredacteur Juurd Eijsvoogel. Om meerdere redenen vond ik het ondermaats. In een reactie spreek ik de hoofdredacteur erop aan omdat ik het exemplarisch vind voor het gebrek aan begrip bij de NRC voor nieuwe ontwikkelingen. Nog voor sluiting werd mijn reactie niet geplaatst. 

Het is me een raadsel waarom Juurd Eijsvoogel in z’n stukken zo kritiekloos is over de claims van president Obama. Deze roept van alles en Eijsvoogel gaat daar grotendeels in mee zonder ze in de kern te toetsen. Hij zet alleen wat kanttekeningen dat het campagnetaal is. Zijn kritiekloze stuk ‘Ovatie in VN voor Obama’s vrije woord’ van 26 september doet me afvragen op welke planeet Eijsvoogel en de hoofdredactie van de NRC leven. Dat was meer een hagiografie dan kritische journalistiek. Als lezer kan ik daar niks mee.

Peter Vandermeersch, ik acht u hoog en vind dat onder uw leiding de NRC een goede ontwikkeling heeft doorgemaakt. Proficiat! U hebt de ramen opengezet zodat de krant weer wat lucht krijgt. Maar nu hapert het naar mijn idee. Nog te weinig laat u maatschappelijke tegengeluiden in de kolommen toe. Ik begrijp dat Keulen en Aken niet op een dag gebouwd zijn en u het moet doen met een overwegend oudere generatie journalisten. Ze missen de urgentie van de nieuwe tijd.

Degelijkheid in een krant is goed, maar saaiheid en voorspelbaarheid dreigen. Met plichtmatige aandacht door een redacteur internet voor bijvoorbeeld WikiLeaks, Occupy of Anonymous redt u het niet. Of met stukken van Juurd Eijsvoogel die volledig in het ‘frame’ van de regering-Obama stapt. Zonder dat-ie het door lijkt te hebben, trots om met z’n neus bovenop het nieuws te zitten. Zodat z’n perspectief verdwijnt. Meneer Vandermeersch, dat kan anders. Dan kan beter. Dat kan spannender. Dat kan bijdetijdser. Het is de hoogste tijd voor verjonging.

Foto: Barack Obama, Can We Murder Civilians In Drone Strikes? Yes We Can.