Wat bezielt de VVD om zich te keren tegen kunst? Bij een petitie die vraagt om Körmelings draaiend huis in Tilburg te verwijderen

Voorzitter Emmy Duinkerke van de afdeling Hart van Brabant van de JOVD is petitionaris van deze petitie van 20 november. De JOVD is een jongerenafdeling gelieerd aan de VVD. De petitie verzoekt vanwege financiële redenen om te stoppen met het kunstproject Het Draaiend Huis op de Hasselrotonde in Tilburg. Duinkerke schrijft de petitie namens de JOVD. Ze noemt de naam van de kunstenaar niet, maar dat is de in Eindhoven wonende kunstenaar/ architect John Körmeling. Hij werkt veel in de publieke ruimte, landelijke bekendheid kreeg Körmeling toen hij het Nederlandse paviljoen Happy Street voor de Expo 2010 in Shanghai ontwierp.

Duinkerke reageert waarschijnlijk op een bericht van 16 november 2018 van Omroep Brabant dat meldt dat het kunstwerk kapot is en de reparatie ervan 45.000 euro kost. Zij wijdt op haar persoonlijke FB-pagina een posting aan hetzelfde onderwerp: ‘De JOVD Hart van Brabant is een petitie gestart om het Draaiend Huis Tilburg uit te krijgen. Dit kunstproject heeft al ontzettend veel geld gekost en gaat nog meer geld kosten, waar wij als Tilburgers voor mogen opdraaien’. Aan het kostenaspect ontleent ze haar enige argument.

Het is opvallend dat de VVD en de adspirant-VVD’ers van de JOVD zich profileren door tegen hedendaagse kunst te schoppen. Afgelopen week was er nog het pleidooi van VVD-kamerlid en cultuurwoordvoerder Thierry Aartsen die ‘cultuur’ tegen ‘volkscultuur’ afweegt en meende dat de steun voor kunst afgebouwd moet worden ten gunste van volkscultuur. In het debat over de cultuurbegroting kreeg hij veel kritiek. Kamerlid Carla Dik-Faber van de ChristenUnie noemt Aartsens idee ‘ontzettend polariserend’. Een misverstand is dat in 2010 tijdens het staatssecretariaat van Halbe Zijlstra als verantwoordelijke bewindsman voor kunst niet de VVD maar de PVV de kwade genius zou zijn achter de afbraak van de kunstsector. De PVV had die macht niet en profileerde zich uitsluitend op het dossier immigratie, islam en integratie. Ik schreef in 2012 in een commentaar: ‘De VVD is de oorzaak voor de kaalslag op cultuur en heeft dat de afgelopen jaren voorbereid en vormgegeven. Eerst binnen de VVD-fractie bij monde van cultuurwoordvoerder Han ten Broeke, in 2010 door VVD-informateur Ivo Opstelten in het regeerakkoord en in de uitvoering door VVD-staatssecretaris Zijlstra.’

De lijn Halbe Zijlstra – Thierry Aartsen – Emmy Duinkerke is geen toeval, maar bewust beleid binnen de VVD. De partij profileert zich met het schoppen tegen kunst en het terugdringen van overheidssubsidie voor kunst. Wat de partij denkt te bereiken door zich als vijand van kunst te profileren is de vraag. Want zowel in positieve als negatieve zin leeft kunst in Nederland nauwelijks bij het electoraat. Het risico bestaat dat gematigde liberalen om deze reden de VVD de rug toekeren. Vooral vanwege de volksmennerij die ermee samengaat. Op de rechtse flank van de politiek bestaat haat tegen kunst omdat het als een linkse hobby wordt beschouwd.

Uiteraard mogen politici zich tegen kunst keren als ze dat volgens hun overtuiging vinden. Maar dat de grootste partij van Nederland over de rug van de kunst denkt te kunnen scoren baart zorgen. Het gaat ook niet om backbenchers als Aartsen of Duinkerke die in de rat race van de politiek kunst aangrijpen om gehoord te worden. Zo werkt politiek nu eenmaal. Het gaat om een mentaliteit bij de VVD die handelt in oude reflexen.

De VVD in de jaren ’50 en ’60 was een elitaire partij van de gegoede burgerij. Zo noteert Jan Hanlo die Oote oote oote boe schreef in 1952 over een VVD’er: In dezelfde maand haalt het vers de Eerste Kamer waar Mr. W.C. Wendelaar (VVD) zich erover opwindt. Met name ergert hij zich aan het feit dat het vers gepubliceerd werd in een door het rijk gesubsidieerd tijdschrift. De pendule is na ruim 60 jaar terug bij de minachting door de VVD voor kunst. Pleidooien voor het schrappen van overheidssubsidie voor kunst zetten een doorgaande streep onder een VVD die vrijgestelden bedient en geld omploegt richting bedrijfsleven en banken.

Foto 1: Schermafbeelding van petitieStilstaand Huis Tilburg uit’ van Emmy Duinkerke, voorzitter van de JOVD Hart van Brabant, 20 november 2018.

Foto 2: John Körmeling, ‘Hasselt Traffic Circle’, Tilburg 2008. ‘Freestanding row house rotating on roundabout’.

Is het verschil tussen links en rechts in de politiek verdwenen? De Gruyter en De Ridder geven hun duiding

Wat is het nieuwe constructief en het nieuwe destructief? Rechts of links, geen van de twee of iets ertussenin? In een prikkelende NRC-column zei Caroline de Gruyter afgelopen week met verwijzing naar de Franse politicus ‘en marche’ Emmanuel Macron: ‘Het verschil tussen links en rechts is verdwenen. Nu ontstaat een nieuw politiek onderscheid: constructief versus destructief. Constructieve – decente – politici onderscheiden zich door onbesproken gedrag en het vermogen om een positieve toekomstvisie te ontwikkelen. Ze proberen burgers daarvoor warm te krijgen, zelfs al suggereren peilingen dat die visie impopulair is. Deze politici komen met realistische analyses en plannen. Ze spelen op de bal, niet op de man. Negativistische politici werken andersom: ze maken mensen bang en beloven hen dan gouden bergen – die natuurlijk niet bestaan.’

Het betoog van De Gruyter die vanuit Wenen verslag nauwgezet verslag doet van de gevoelstemperatuur in de EU zal vooral degenen aanspreken die vrezen dat de EU onder binnen- en buitenlandse druk fragmenteert. Alle hens aan dek om de instituties overeind te houden en de vijanden af te troeven die van buiten tegen de EU schoppen. Het lijken er op dit moment al zeker drie te zijn: Putin, Trump en May die om partijpolitieke redenen vlucht in haar idee van een harde Brexit. Om dat te weerstaan en de EU weerbaar te maken moeten de constructieve krachten samenwerken, zo is het idee. JOVD-voorzitter Rutger de Ridder reflecteert hierop.

Maar is hiermee ook het verschil tussen links en rechts verdwenen? Zeg, sociaal-economische principes van inkomensverdeling, belastingdruk, machtsdeling en eigendomsverhoudingen. Kapitaal en arbeid. Wat heeft een have-not aan een EU die voor de poorten van de hel voor aanstormende trolls en retorische praatjes uit Washington en Moskou wordt weggesleept? Niets. Onmiskenbaar bedrijven Trump, Wilders en Krol feitenvrije politiek. Waarbij ze uitgaan van respectievelijk een vlucht vooruit, een vlucht opzij en een vlucht achteruit.

Rutger de Ridder heeft gelijk dat feiten centraal behoren te staan in het politieke debat. Het is echter ook een ontwijkend verhaal dat politiek verpakt in een pseudo a-politieke boodschap. Zeker, constructieve politiek is nodig om negativistische politici als Trump, Wilders of Krol de pas af te snijden. Maar om dit tegenspel inhoud te geven is meer nodig. Verwijzing naar constructieve politiek geeft immers nog geen politieke richting aan. Een analyse van politiek wordt pas geloofwaardig als principes erbij betrokken worden die te maken hebben met de sociaal-economische positie van burgers en bedrijven. Dan helpt het niet om de verschillen tussen links en rechts af te waarderen in een zogenaamd a-politiek verhaal dat in essentie klinkklare politiek is. De Gruyter en De Ridder vluchten voor de dood van links/rechts-politiek om hem ’s avonds in Isfahan te treffen.

Maak van Soestdijk een themapark dat de plek ontkent

11181087_884451001683247_1433360927211892851_n

De Volkskrant biedt opinieleiders de ruimte om de vraag te beantwoorden wat er met Paleis Soestdijk moet gebeuren. Dat betreft dan de gebouwen (Paleis, Orangerie, Watertoren, Chalet) en het park met de vijver. Het bos valt buiten de vraag. Landelijk Voorzitter van de JOVD Tom Leijte opteert voor een Nationaal Historisch Museum en Charles Boissevain voor een Museum voor Sculptuur. Het zijn legitieme opinies waar best iets voor te zeggen valt, maar die toch niet dwingend zijn. Nadeel van de visie van Leijte is dat hij een monarchistische invalshoek kiest en van die van Boissevain dat er al het Kröller-Müller Museum is (met de Jardin d’émail van Jean Dubuffet) of initiatieven als de Anningahof die al beelden in een parkachtige omgeving tonen.

Minister Blok bevestigde in een kamerbrief van 9 juli 2015 bestaande uitgangspunten voor herbestemming van Soestdijk: ‘duurzame, openbaar toegankelijke bestemming met toeristische en recreatieve voorzieningen, die bovendien de regionale identiteit versterkt’. Dat laatste omdat de provincie Utrecht en de gemeenten Baarn en Soest betrokken zijn. Overeenstemming bestaat over een publieksfunctie voor Paleis Soestdijk.

Welke herbestemming van Paleis Soestdijk dat sinds 1971 rijksbezit is kan het verschil maken? Gezien de hoge museumdichtheid van Nederland ligt het niet voor de hand om er een museum te vestigen. Dat is een voor de hand liggende, maar brave keuze. Als het toch een museum moet zijn, verdient het overweging om in de thematiek niet terug, maar vooruit te kijken. Dus geen koestering en conservering van het verleden in een Nationaal Historisch Museum, een Historisch Museum voor Buitenplaatsen of een Museum van de 19de Eeuw, maar een sprong in het ongewisse van de toekomst. Met de belevingswaarde als centraal uitgangspunt.

De bijzondere waarde van Paleis Soestdijk zit ‘m in het collectieve geheugen van vooral de Nederlanders die voor 1965 zijn geboren, niet in de concrete cultuurwaarde van objecten of gebouwen. Het laatste defilé was op 31 mei 1980. Zoals een adviseur bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zegt: ‘De betekenis die een gebouw heeft voor de gemeenschap kan ook de drager van een plan zijn.’  Lector Cultureel Erfgoed aan de Reinwardt Academie Riemer Knoop merkt in ‘Een leeg paleis vol keuzes; De toekomst van Soestdijk’ uit 2014 treffend op: ‘Soestdijk is markant om wat het niet is’. In die constatering ligt de sleutel voor herbestemming.

Soestdijk is dus een plaats van betekenis (lieu de mémoire) die niet markant is. Verder staat het begrip plaats van betekenis onder druk door nieuwe media en technologieën die het belang relativeren van de plek in een virtuele realiteit. Relaties en referenties onttrekken zich steeds meer aan de fysieke plek. In het besef dat de plek niet meer in de oude waarde bestaat moet opgepast worden voor herintroductie en historisering van iets dat voorbij is onder het valse voorwendsel van thuiskomen. Nostalgie en sentimentaliteit liggen op de loer.

Vraag is dus welke herbestemming een niet-markante bij de jonge generaties van na 1965 sowieso aan waardevermindering onderhevige plek met een niet-museale, niet-historiserende, publieke en recreatieve functie kan krijgen waarbij de beleving centraal staat. Alles wat Paleis Soestdijk niet is leidt tot een antwoord. Paleis Soestdijk is dé plek voor een themapark van de toekomst dat alles ontkent wat de plek ooit geweest is.

Foto: Voorzijde Paleis Soestdijk, augustus 2015. (Mer rookpluimen van kunstproject ‘Palace in Wonderland’ van John Körmeling). Credits: Lydia van Oosten.

Het raadsel van een val: Bert van der Roest

t49

Update 14 januari 2014: Het bestuur van de Stichting Straatnieuws Utrecht (SSU) doet vandaag, dinsdag 14 januari, alsnog aangifte van diefstal tegen Bert van der Roest, de voormalige penningmeester van de stichting. Het bestuur doet dit omdat Van der Roest zich niet houdt aan de afspraken zoals die zijn vastgelegd in een met hem gesloten convenant. Van der Roest stelt dat het gestolen bedrag lager is. 

De damage control van Bert van der Roest maakt het er alleen maar erger op. Waar blijft z’n spijtbetuiging? Hij volgt niet de gouden regel om bij het begin van een crisis diep door het stof te gaan. De acteur en het Utrechts PvdA-raadslid was penningmeester van de daklozenkrant van Utrecht en heeft naar verluidt 40.000 verduisterd. Volgens bestuursvoorzitter Broos Schnetz loopt het bedrag zelfs naar de 50.000 euro, zo zegt-ie op DUIC. Maar tegen Tom Staal van PowNews ontkent Van der Roest (2’50”): ‘Ik heb toch geen 40.000 euro meegenomen‘. Door geen schoon schip te maken verliest Van der Roest ook mijn begrip. De tragedie met een manhaftige held die z’n ondergang voor ogen ziet wordt zo een slecht geregisseerde en rommelige klucht.

Jongerenafdelingen JS en JOVD van PvdA en VVD doen vandaag aangifte tegen Van der Roest. Ze vinden dat-ie niet ongestraft mag wegkomen. De JOVD zegt ook namens de JS: ‘De Utrechtse JS en JOVD hopen door deze aangifte het OM te motiveren om Van der Roest te vervolgen. Het is belangrijk dat er consequenties volgen uit een misdrijf.’ De directe aanleiding voor beide jongerenpartijen voor het laten opmaken van een proces-verbaal is dat een woordvoerder vanochtend verklaarde dat Van der Roest overweegt zijn wachtgeldregeling in te zetten voor terugbetaling van de 40.000 -of meer- euro. Het OM beoordeelt vervolgens of Van der Roest vervolgd moet worden. Het stichtingsbestuur van de daklozenkrant heeft gezegd geen aangifte te doen.

Het schiet de Utrechtse partijen in het verkeerde keelgat dat Van der Roest een beroep lijkt te willen doen op de wachtgeldregeling om het verduisterde geld terug te betalen. Hoewel dat onvoldoende is omdat het in totaal om zo’n 7260 euro gaat. Hun reactie is wat makkelijk nu het om een gevallen collega gaat die de politieke kaste beschadigt. Zo zegt z’n eigen partij in een verklaring: ‘De PvdA Utrecht heeft Bert van der Roest geadviseerd geen gebruik te maken van zijn recht op wachtgeld’. RTV Utrecht ziet de diefstal als een raadsel: ‘Het blijft vooralsnog een raadsel waarom Van der Roest tot de diefstal is gekomen. Buiten een korte verklaring dat hij zijn raadslidmaatschap opgeeft heeft hij nog geen toelichting gegeven.‘ Als Van der Roest verstandig is dan geeft-ie snel uitleg over z’n daad. Of moet het stuk nog geschreven en gerepeteerd worden?

Foto: Living Newspaper: AAA Plowed Under. 1935.

Piratenpartij hoeft niet verstrikt te raken in de Nederlandse politiek

Is de Duitse Piratenpartij conservatief? De partij vaart soms een onverwachte koers en is in botsing gekomen met Der Spiegel dat uitpakt met: ‘Die Piraten sind in den Mühen der politischen Ebene angekommen‘. Piraten verstrikt in de politiek. Eerder bekritiseerde het tijdschrift het verbod van de partij om op de Landesparteitag in Nedersaksen te filmen. Reden die de Piratenpartei aanvoert is dat de privacy van de leden beschermd moet worden. De Duitse Vereniging voor Journalisten DJV hekelt het gebrek aan openheid. Dit roept de vraag op wat piraten te verbergen hebben als het journalisten op een openbare politieke vergadering beperkingen oplegt. Wat verder geen partij doet. Naar Nederlandse verhoudingen doet dit denken aan de PVV of de oude CPN.

Wat voor partij is de Duitse Piratenpartij en heeft de Piratenpartij in Nederland hetzelfde profiel? Een commentaar in The European karakteriseert de Piratenpartie als liberaal en niet anarchistisch. Dit in tegenstelling tot de Duitse Groenen. Dit past bij het profiel van de Nederlandse lijsttrekker en oud-JOVD’er Dirk Poot die zich in interviews een verklaard liberaal met compassie toont, dus sociaal-liberaal. Maar of de meeste leden met dezelfde verwachting aan boord zijn gestapt is de vraag. Er is een partijprogramma, maar veel is nog niet geformuleerd. Trouwens begrijpelijk voor een beginnende partij en vervroegde verkiezingen.

Is het zinvol om de Duitse en Nederlandse Piratenpartijen met elkaar te vergelijken? Nee, want er zijn op het oog drie verschillen. Het Nederlandse politieke landschap is opener en diverser, en kent kleinere verschillen. De Nederlandse piraten kunnen leren van de fouten die de Duitsers hebben gemaakt. En de verwachtingen voor de Nederlandse piraten zijn bescheiden, 1 of 2 kamerzetels, zodat een geleidelijke opbouw mogelijk is.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik sinds vorige maand lid van de Piratenpartij ben, en dus niet meer geheel onafhankelijk. Ik zie mezelf als kritisch lid op afstand. Kernpunten over transparantie, internetvrijheid, privacy en burgerrechten, en het talent van Dirk Poot hebben me over de streep getrokken. Maar wat de partij over bijvoorbeeld kunst, economie, euro, zorg of scheiding van kerk en staat denkt is me nog een raadsel.

In tegenstelling tot veel piraten ben ik minder positief over het middel van de vloeibare democratie dat in mijn ogen het gevaar loopt alle kanten op te klotsen en de partij aan focus en integrale aanpak kan doen verliezen. Het gaat immers om een politieke partij en geen actiegroep. Een gevaar als er in de strijd met concurrenten daadkrachtig gehandeld moet worden. Dat vraagt mandaten die zich aan de vloeibaarheid onttrekken. Ook herken ik de kritiek van Der Spiegel op de Piratenpartei bij de Nederlandse Piratenpartij als het om het gebrek aan organisatie en professionaliteit gaat. Da’s niet altijd aanwezig. Maar de Nederlandse piraten kunnen leren, zullen veel vallen en nog meer opstaan om zich mettertijd onmisbaar te maken in de Nederlandse politiek.

Foto: Turn It Up to Eleven; Piratenpartij, lijstnummer 11