Vlaamse publieke omroep bericht over het rechts-radicale ‘Schild & Vrienden’. Waarin schuilt het gevaar?

De reportageWie is Schild & Vrienden écht?; Een blik op de beruchte Vlaamse jongerenbeweging’ van de rubriek Pano van de Vlaamse publieke omroep VRT is in Nederland niet ongemerkt gebleven. Het radicaal-rechtse Schild & Vrienden wast de handen in onschuld en probeert in een reactie de boodschapper van het nieuws van framing te beschuldigen. Origineel is het niet, het behoort tot de retoriek van alt-right. Ook president Trump probeert de kritiek op hem af te leiden door de media als vijand van het volk af te schilderen.

Opzienbarend is niet dat Schild & Vrienden is zoals het is, bedenkelijk is dat het infiltreert in andere rechtse organisaties zoals de politieke partijen N-VA of het Vlaams Belang of zelfs platforms van de overheid. Deze partijen zitten niet op slechte publiciteit te wachten en de leiders ervan hebben publiekelijk afstand genomen van Schild & Vrienden. De vraag is hoeveel dit waard is en hoe welgemeend dat is en hoe de contacten aan de basis ondanks deze mooie woorden voortgezet worden. Wel of niet met steun van de partijleiding.

Het gevaar is ‘ideological collusion’ (ideologische samenspanning) dat kan betekenen dat een rechtse partij in de samenwerking met een rechts-radicale beweging de retoriek en agenda van die randbeweging overneemt. In een commentaar verwees ik onlangs naar Joshua Livestro die dat in een artikel opmerkte. De mogelijkheid bestaat dat Schild & Vrienden door zowel infiltratie als ‘ideologische samenspanning’ aan invloed wint.

In Nederland is er de politieke partij Forum voor Democratie van Thierry Baudet die ook de omgang zoekt met radicaal-rechtse bewegingen, jongeren motiveert (ook die van Schild & Vrienden) en van wie ook het sterke vermoeden bestaat dat hij zijn extremistische kanten afschermt in de publiciteit. Karin Spaink schreef daar in een column in 2017 het volgende over: ‘Lees je terug met welk canaille Thierry Baudet zich omgeeft, kijk je met wie hij goedlachs op de foto is gegaan en van welke ontmoetingen hij trots zijn selfies heeft gepost, inventariseer je waar hij naartoe gaat om te spreken en welke gasten of sprekers hij op zijn partijbijeenkomsten uitnodigt (van de NVU tot aan de IJzerwake, van Erkenbrand tot Kalergi), haal je je zijn uitspraken voor de geest over ‘de homeopathische verdunning van het volk’ tot ‘de omvolking van Europa’, lees je hoe hij de ‘volkswil’ systematisch boven recht en ratio stelt, en dat je dan tot op het bot huivert…

Soms ligt de werkelijkheid voor het oprapen, maar is die te onwaarschijnlijk om goed door te dringen. Deze reportage over Schild & Vrienden is een teken aan de wand. Deze frisse jongens lijken bij nader inzien niet zo fris en verdienen het om kritisch gevolgd te worden. Ze verdienen niet langer het voordeel van de twijfel.

Anne Applebaum en Joshua Livestro willen het politieke midden laten herleven. Bestrijdt fraude en corruptie, niet de islam

Twee recente opinie-artikelen zijn een pleidooi voor een nieuwe politiek van het politieke midden en een waarschuwing voor samenwerking met radicale partijen, vooral die van rechts. De Amerikaanse journaliste Anne Applebaum geeft in The Washington Post met het artikelWant to revive the political center? Fight corruption’ een omvattende checklist, ofwel programma waaraan centrumpartijen moeten voldoen om weer het initiatief naar zich toe te trekken. De conservatieve denker Joshua Livestro stelt aan de hand van de kwestie Blok in het artikelAffaire-Blok moet VVD en CDA wakker schudden’ in NRC dat de centrum-rechtse VVD en CDA hun ziel hebben verkocht door op te schuiven in de richting van de radicaal-rechtse PVV en FvD.

Livestro illustreert dat aan de hand van de controversiële uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken Blok die de retoriek en agenda van radicaal-rechts overneemt. Dat acht hij contra-productief en ongewenst. Livestro verwijst naar het begrip ‘ideological collusion’ – dat hij vertaalt als ‘ideologische samenspanning’ – van de Amerikaanse politicologen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt dat inhoudt dat centrumpartijen in de samenwerking met radicale partijen de retoriek en agenda van die randpartij overnemen. Minister Blok is er het levende bewijs van, hij neemt de doembeelden over immigratie van radicaal-rechts over en centrum-rechtse partijen als VVD en CDA ondermijnen ermee hun eigen gedachtengoed. In bovenstaand citaat licht hij toe dat ze zich hiermee overbodig maken. Gevraagd wordt een nieuwe bewustwording bij de centrumpartijen en een koerswijziging weg van de retoriek en het gedachtengoed van radicaal-rechts. De samenspanning met de randpartijen of het buigen in hun richting brengt niets goeds. Noch electoraal, politiek of maatschappelijk.

Applebaum constateert dat de rechtse randpartijen van energie barsten en het ‘oude’ centrum-links of centrum-rechts uitgeblutst toont. De oude partijen zijn op zoek naar een programma dat ze niet kunnen vinden. Zij waarschuwt net als Livestro voor het aanhaken bij radicaal-rechts (‘Some aretrying to peddle milder versions of the far right’s racism‘). Applebaum doet een poging dat programma te formuleren. Haar alternatief bestaat eruit dat de centrumpartijen om te beginnen de agenda moeten wijzigen en het niet langer over immigratie, ras en de islam moeten hebben: ‘Change the subject. Centrists, and genuine democrats, should stop talking about immigration, race and Muslims, all issues blown well out of proportion by tabloids.’

Volgens Applebaum moeten centrumpartijen zich verenigen rond de echte thema’s die onze politiek en economie verstoren zoals ‘politieke corruptie, het witwassen van geld, en de belastingparadijzen en lege vennootschappen (‘Shell companies’) die een paar mensen toestaan veel geld uit onze landen weg te sluizen en het, soms letterlijk, op Caribische eilanden te verbergen. Hoewel dit allemaal afzonderlijke onderwerpen zijn, zijn ze verbonden.’ Volgens Applebaum moet dat gecorrumpeerd financieel systeem aangepakt worden omdat het de gewone mensen beschadigt en in de armen van de radicaal-rechts dwingt. Feitelijk leidt de heroriëntatie van de centrumpartijen tot twee vliegen in één klap: het maakt deze partijen weer relevant en ontneemt de randpartijen hun vijver van ontevreden burgers om in te vissen en electoraal mee te scoren.

Applebaum zegt dat het Westen initiatief moet nemen en terug moet naar de ideologie van vóór premier Thatcher en president Reagan die in de jaren 1980 de overheden terugtrokken en de vrije markt aan hun lot overlieten. Met als gevolg het neoliberalisme waarin politiek is geëconomiseerd, zwakkeren onbeschermd achterblijven en de staat nog slechts op een waakvlam opereert. Applebaum is niet de eerste dit dit zegt en daarom is het lastig in te zien hoe de geest weer terug in de fles kan. Een krachtige bestrijding tussen landen van belastingontwijking en corruptie, en het terugdringen van de macht van het internationaal opererende bedrijfsleven en de financiële instellingen is een eerste stap. Dit omvat overigens ook de bestrijding en bestraffing van autoritaire landen als de Russische Federatie die met corrupt geld in het Westen politici en radicaal-rechtse partijen kopen. Dat laten gebeuren ondermijnt het eigen zelfbeeld en het idee van moraliteit.

Applebaum schetst een blauwdruk voor centrumpartijen. In Nederland zijn dat partijen als de VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA die in de kern voldoende overeenkomsten hebben om programmatisch samen te werken. Als ze ook nog eens gezamenlijk afstand nemen tot de randpartijen en zich in hun retoriek en agenda niet meer laten leiden door deze partijen met hun spookbeelden over immigratie, ras en islam dan kunnen ze in samenwerking hun eigen relevantie hervinden en hun onderlinge verbinding verder versterken. Dat werkt door van partijpolitiek naar democratie. Door de hervonden oriëntatie en focus van de centrumpartijen kunnen de democratie en de rechtsstaat overeind gehouden worden. Nodig is dan wel dat met name de centrum-rechtse partijen als VVD en CDA zowel duidelijk afstand nemen van die retoriek over immigratie en islam als de lef en durf vinden om zich te ontworstelen aan de grip van het bedrijfsleven en de financiële instellingen door de macht ervan terug te dringen. Een helder signaal om de nieuwe start van Nederland te vieren zou het ontslag van minister Blok en het niet schrappen van de dividendbelasting voor buitenlandse aandeelhouders zijn.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelAffaire-Blok moet VVD en CDA wakker schudden’ van Joshua Livestro in NRC, 31 augustus 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelWant to revive the political center? Fight corruption’ van Anne Applebaum in The Washington Post, 31 augustus 2018.

Marketing van Wierd Duk als merk heeft keerzijde. Ongerede beschuldigingen en een verlaagd besef van wederkerigheid

Tim Engelbart van DDS neemt in het artikelWierd Duk over Jalta-bobo’s Joshua Livestro en Ewout Klei: ‘Zij legitimeren dat mensen mij doodskisten sturen!’’ de bij De Telegraaf werkzame journalist Wierd Duk in bescherming. Aanleiding is een interview met Duk in de Nieuwe Revu, wat al duidelijk maakt dat Duk zich vaak opiniërend in de media uitlaat. Die positionering gaat zijn journalistieke werkzaamheden te buiten. Duk suggereert door associatie dat zijn concurrenten op rechts Joshua Livestro en Ewout Klei mensen tegen hem ophitsen: ‘het is gelegitimeerd om voor Wierd Duk een doodskist te bestellen.’ Zo werken Engelbart en Duk aan het versterken van het merk Duk. Maar de gaten in hun betoog zijn grandioos en vragen om een reactie.

Zie ook het commentaar van 8 juni 2017: ‘Duk valt Livestro persoonlijk aan. Maar weerlegt radicaal-rechtse samenzweringsverhalen en racistische theorieën niet’.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWierd Duk over Jalta-bobo’s Joshua Livestro en Ewout Klei: ‘Zij legitimeren dat mensen mij doodskisten sturen!’’ van Tim Engelbart voor DDS, 27 juli met schermafbeelding van eigen reactie.

Duk valt Livestro persoonlijk aan. Maar weerlegt radicaal-rechtse samenzweringsverhalen en racistische theorieën niet

Wat de buitenlandvisie van journalist Wierd Duk onbegrijpelijk maakt is dat hij waarschuwt voor Amerikaanse neoconservatieven (Nuland, McCain), maar even kritisch is op de EU met haar Oostelijk Partnerschap dat hij eveneens opvat als een verlengde van het neoconservatisme (Radek Sikorski, Bildt). Zo weegt bij hem het neoconservatisme zwaar en bepaalt dat in alle situaties zijn houding tegenover EU en NAVO. Duk meent geen Putinversteher of Putin apologeet te zijn -daarom reageert hij zo fel op Livestro-, maar als puntje bij paaltje komt maakt hij zich evenmin sterk voor de EU. Zelfs niet de vernieuwde, hervormde versie ervan die nu door toedoen van de Franse president Emmanuel Macron in de steigers wordt gezet. En die afstand neemt van de VS. Duk met de uitgesproken meningen over alles en nog wat is vooral tegen en nergens voor. Tot nu toe.

Een houding die zich tegen neoconservatieven in NAVO of EU verzet is trouwens goed verdedigbaar. Als die zich overigens ook uitstrekt tot kritiek op Russische neoconservatieven of neo- of re-nationalisten met hun eigen veiligheidsindustrie. Want de overeenkomsten tussen de VS en de Russische Federatie zijn groot. Het grote geld in die landen omvat een circuit van banken, bedrijven, veiligheidsdiensten, wetenschap en media dat geld naar de politiek omleidt. Buiten de controle van burgers en parlement om. Er zijn ook verschillen, want in de VS biedt de burgermaatschappij desondanks meer controle op de macht. Met persvrijheid, parlementaire onderzoeken die kunnen bijten, een onafhankelijke rechtspraak en een vrij toegankelijk politiek bestel. Dat alles is in de Russische Federatie zo goed als uitgeschakeld. Men zou kunnen zeggen dat president Trump zich spiegelt aan president Putin, maar nu pas tot ontdekking komt dat de Amerikaanse democratische instanties hem het niet zoals Putin mogelijk maken om alleen (of met een kern van getrouwen) te heersen.

Duk zou aan geloofwaardigheid winnen als hij de nuances over buitenlandse politiek die hij claimt te bezitten om zou zetten in een positief beeld van de EU. Welk beeld dat ook is. Om dat vervolgens in de media naar buiten te dragen. Dat zou zijn weerbarstige, deconstructieve houding ombuigen in positivisme en opbouw.

Er is iets wat Duk daarvan weerhoudt. Dan moet hij niet vreemd opkijken als anderen hem moeilijk kunnen duiden en vinden dat hij zich anders voordoet dan hij is. Op het risico van psychologisering, wat Duk lijkt dwars te zitten is dat hij tussen twee stoelen terecht is gekomen. Hij is in de rechts-populistische hoek aangeland als een zeilboot aan lager wal, maar vindt eigenlijk dat hij daar niet thuishoort. Maar hij kan er geen afstand van nemen. En vindt er bentgenoten die tegen de islam waarschuwen en met wie hij het goed kan vinden. Zo neemt hij de retoriek over waarin hij bij voorkeur joodse opinieleiders (Soros, Livestro, Anne Applebaum, Nuland) op de korrel neemt en makkelijk meegaat in samenzweringstheorieën. Wellicht niet omdat hij ze echt gelooft -want daarvoor acht hij zich te verstandig- maar omdat het hem gewoon overkomt.

Ik denk niet dat Duk een extreem-rechtse complotdenker is. Dat meent Duk te moeten weerleggen naar aanleiding van een artikel van Joshua Livestro waarin deze dit zou beweren. Maar Livestro zegt nergens in zijn artikel wat Duk er over zichzelf meent uit af te moeten leiden. Livestro heeft het over complotdenkers met een ondergangsobsessie die de democratie in gevaar brengen en denken volgens de lijnen van de samenzwering. Hoe men daar verder ook over denkt is Livestro’s opsomming waardevol omdat het alle hoofdpersonen aan de radicale rechterzijde van het politieke spectrum in hun diversiteit en onderlinge verschillen op een rijtje zet. Duk weet dat de aanduiding ‘extreem-rechts’ verwijst naar het gebruik van geweld. Maar de term ‘extreem-rechtse complotdenkers’ die Duk in zijn antwoord aan Livestro citeert komt in Livestro’s artikel niet voor. Dat geeft te denken over Duks zorgvuldigheid. Natuurlijk is Duk geen gevaarlijke oproerkraaier. Het gaat niet om zijn persoon, maar om een stroming in de Nederlandse politiek en journalistiek die het idee van ‘waarheid’ en de democratische instituties ondermijnen. Duk is er volgens Livestro een radartje in. Niet meer en niet minder.

Nog een persoonlijke noot. Duk meent dat de Nederlandse media ‘gelijkgeschakeld’ zijn en er van een diepgaand debat nauwelijks sprake is. Het artikel van de conservatieve Livestro waar Duk op reageert toont trouwens het tegendeel van die bewering aan. Want Livestro gaat in details en grote lijn de diepte in en bauwt geenszins de vermeend links-liberale kleuring van de Nederlandse media na. In februari 2015 blokkeerde Duk me op Twitter. Ik schreef daarover: ‘Ik ken Duk verder niet en heb geen idee over zijn deskundigheid of politieke opstelling. Ik ken hem alleen van Twitter waar het me opviel dat hij vooral aandacht besteedt aan overtredingen van Oekraïense zijde. Dat mag. Niks mis mee. Ik heb hem daar enkele keren via tweets op aangesproken om te polsen hoe objectief hij is. Da’s blijkbaar meer dan Duk aankan.’ Als Duk een diepgaand debat aan wil gaan en hij dit leest, dan kan hij me deblokkeren. Als hij werkelijk een diepgaand debat wil.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikel van Wierd Duk ‘Wierd Duk: ‘Livestro beschuldigt me zonder bewijs, wil me framen als gevaarlijke oproerkraaier’ in De Volkskrant, 7 juni 2017. Dit is een antwoord op een opinie-artikel van Joshua Livestro ‘Jalta-hoofdredacteur is klaar met paranoïde samenzweringsverhalen[en] en idiote racistische theorieën’ in De Volkskrant van 3 juni 2017.

Debat aan de grenzen van de sociale media. Opinievorming en promotie van rechts-populistische partijen. DDS tegen de EU

dds

Het is blijkbaar de tijd van de scherpe reacties. Hoe het komt weet ik niet, maar opinies die als vloeken in de kerk van het rechts-populisme klinken zijn blijkbaar nodig. Het is goed om over grenzen te gaan en anderen in hun reservaat op te zoeken. Want uiteindelijk ben ik van mening dat het debat helpt om mensen tot elkaar te brengen. Maar dan moet dat debat op sociale media wel opgezocht worden. Soms eindigt dat met een blokkade, zoals bij de PVV of Forum voor Democratie die een open debat blokkeren, maar meestal is er nog voldoende ruimte om met elkaar van gedachten te wisselen. En veel deelnemers aan dat debat zijn in de kern redelijk en evenwichtig. Als voorbeeld De Dagelijks Standaard:

I. Het is simpel. Nederland is te klein om het in de wereld alleen te redden. De keuze voor de natiestaat is daarom een schijnoplossing. Daar helpen geen bilaterale samenwerkingsverbanden vanuit die natiestaat aan. Die bieden te weinig voordelen en zijn te beperkt voor het internationaal georiënteerde Nederland dat een open samenleving is.

Landen hebben verschillende uitgangsposities en kunnen daarom niet zonder meer tegen elkaar ingewisseld worden. Nederland heeft niet de grootte en de militaire macht van het Verenigd Koninkrijk. En het is de vraag of de Britten het economisch gaan redden zonder de EU of een terugslag zullen ondervinden. Het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland hebben ook geen euro. Noorwegen en Zwitserland zijn via de interne markt en de EVA trouwens wel min of meer aan de EU gekoppeld. Een koppeling die de Britten trouwens willen ontlopen.

Het cafetaria-model dat rechtse partijen voorschotelen is een lonkend perpectief dat eerder wordt beredeneerd vanuit wensdenken dan vanuit de politieke realiteit. De interne markt van de EU kent rechten en plichten. Die gaan samen in een totaalpakket. Het is niet zo dat Nederland buiten de EU een gunstige regeling zou kunnen treffen over invoerrechten en tegelijk het vrije verkeer van goederen, diensten en personen zou kunnen blokkeren. Het is het één of het ander.

Of Roos, Baudet en kornuiten landverraders zijn doet niet zoveel terzake. Ze hebben vanuit hun politieke ambitie en profilering ongetwijfeld het beste voor met Nederland. De hoofdvraag is een andere, namelijk of ze voldoende realiteitszin, economische expertise en openheid van geest hebben om het beste voor Nederland te bereiken. Precies daar lijkt het bij deze heren aan te schorten. Ze hebben zich zo vastgebeten in een eurokritische houding dat ze niet meer open kunnen denken.

Van de andere kant kun je zeggen, maar dat geldt voor politici van GroenLinks of D66 exact zo. Alleen dan omgekeerd, zij missen de openheid van geest om echt kritisch te zijn op de EU. Ik vermoed dat dit enkele jaren terug het geval was. Juist deze kritiekloze houding van D66 jegens de EU weerhield me ervan om op deze partij te stemmen. Niet omdat ik vond dat het de EU geen bestaansrecht had, integendeel, maar omdat de EU onder druk gezet moet worden om te hervormen en te democratiseren. Dat kan niet als je vooraf kritiek inslikt. Maar evenmin als je de EU geen bestaansrecht gunt.

Politieke partijen zouden er goed aan doen om aan de kiezer duidelijk te maken wat ze met de EU willen. Zelfs als een eurokritische partij die in de kamer komt uit de EU wil stappen is dat nog geen werkelijkheid waarin het zal kunnen gaan werken.

Zo beredeneerd heeft Nederland meer aan een sterk blok in de kamer dat zich collectief sterk maakt voor een fundamentele hervorming en democratisering van de EU, dan aan omcirkelende bewegingen over uittreden of kritiekloos blijven die weinig met Realpolitik te maken hebben. Het is daarom gewenst dat die nuancering die afhankelijk is van de fasering in de tijd tot alle partijen doordringt. Ook tot die partijen die niets van de EU willen hebben, maar er onvermijdelijk toch zaken mee zullen moeten doen. Als ze in de kamer komen.

II. We zijn het erover eens dat er in de kern niets mis is met de EU. We zijn het er ook over eens dat er in de praktijk iets is misgegaan. U noemt het ‘totaal ontspoord’, ik noem het deels ontspoord en herstelbaar. Dat zijn dus verschillende manieren om ertegenaan te kijken.

In de verklaring waarom het mis is gegaan verschillen we van mening. U ziet dat in een onkundige generatie hedendaagse politici, ik zie dat in de foute aansluiting van het geheel en delen. Anders gezegd, in de EU-lidstaten die de EU te weinig middelen en bevoegdheden geven om voldoende te kunnen functioneren. Dat wreekte zich afgelopen jaren onder meer bij de bewaking van de buitengrenzen die volstrekt onvoldoende was. Schrijnend was dat dat in real time volop erkend werd, maar de EU-lidstaten toch de middelen niet wilden vrijmaken voor een degelijke bewaking van de buitengrenzen. Dat is er volgens mij in de kern fout aan de EU.

Het is evenmin zo dat de EU extreem bureaucratisch is. Uit onderzoeken blijkt dat een stad als Amsterdam relatief veel meer ambtelijke overhead heeft dan de EU die met een betrekkelijk klein ambtelijk apparaat werkt. Hoewel dat in de beeldvorming anders wordt voorgesteld.

Niet alles is beter dan een EU die of ‘totaal ontspoord’ of ‘deels ontspoord’ is. Want wat komt er dan na de EU? De Europese landen die dan allemaal zelf het wiel moeten uitvinden worden een prooi voor nog veel minder democratische landen als de Russische Federatie of China. Nog onlangs bleek uit een analyse van PwC dat de Europese landen in 2050 economisch verder zijn weggezakt en hun leidende posities hebben verloren. Zelfs Nederland wordt in 2050 economisch ingehaald door een land als Bangladesh. En als de EU-lidstaten hun interne markt gaan optuigen met tariefmuren, dan gaat het verval nog sneller. Die economische teruggang of stabilisering heeft een directe weerslag op het welzijn van de bevolking. Gaan degenen die nu pleiten voor een uittreden uit de EU de bevolking in 2050 uitleggen dat ze het bij het verkeerde eind hadden?

Kortom, voor een eerlijke vergelijking moeten we de nadelen en voordelen van alle scenario’s naast elkaar zetten. Het is te simpel zoals rechtse populisten steeds doen om de nadelen van de EU te benadrukken. Ja, die bestaan. En ja, dat zou niet zo moeten zijn. Maar je komt alleen tot een eerlijke vergelijking die richtinggevend voor de toekomst is als je het vergelijkt met de nadelen van een positie van Nederland buiten de EU. Of zelfs een EU die ophoudt te bestaan.

Dat is precies het verschil tussen politiek en volksmennerij, tussen journalistiek en propaganda. Wat DDS in veel stukken doet is alleen de nadelen van de EU benadrukken. Makkelijk, als je het dagelijks herhaalt krijg je iedereen op de kast. Maar dat is geen journalistiek, dat is een simpele opinie. Dat soort opinievorming zoekt niet naar een verklaring die aansluit bij alle feiten om uiteindelijk de beste oplossing voor Nederland te vinden. Het is beïnvloeding die gekleurd is.

DDS is als een treinreis die steeds aan dezelfde kant uit het rampje kijkt en slechts zicht geeft op de helft van het landschap. Dat oogt overtuigend, maar is het van verre niet. Voor een volledig beeld is meer nodig. Journalistiek die functioneert zoals het moet functioneren kan eraan meehelpen om dat volledige beeld in te kleuren. Daar hebben u en ik iets aan. Niet aan opinievorming die eenzijdig en gekleurd is. Dat is uiteindelijk bladvulling en amusement. En propaganda die in het directe verlengde staat van sommige partijen die ook met zo’n half wereldbeeld werken waarin ze altijd het grootste gelijk van de halve wereld hebben.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelEurofiele Joshua Livestro (Jalta) scheurt uit de bocht, noemt Wilders, Baudet en Roos “landverraders”’ op DDS, 7 februari 2017.

Lente in Jalta moet wakker schudden uit geestelijke winterslaap

jalta

Het in 2013 gelanceerde De Correspondent krijgt er in november een concurrent van rechtse signatuur bij als 5000 abonnees zich aanmelden: Jalta. Het eerste kost 60 euro per jaar, het tweede 84 euro. Initiatiefnemer Joshua Livestro gaat het om de verdediging van ‘West-Europese waarden’ zoals hij zegt in een opiniestuk met Annabel Nanninga in De Volkskrant: ‘Tegen het dictatoriale sofisme van Poetin en Erdogan en de openlijke minachting van de fundamentalisten moet een overtuigend intellectueel weerwoord worden geformuleerd. Wie wij West-Europeanen zijn, wat wij doen en zeker ook wat wij laten: dat verhaal schrijven wij zelf.’ De praktijk zal het leren hoe Jalta het intellectuele debat kan aanjagen. Waar De Correspondent vooral journalistiek wil vernieuwen, lijkt Jalta zich een andere opdracht te stellen. Namelijk de geestkracht van Nederland mobiliseren.

Livestro’s opmerking over ‘de zouteloze driekeer-de-Volkskrant’ pap van Hilversum is nog niet aangepast aan een medium en idioom dat bij de nieuwe wind hoort, maar vervalt in oude reflexen. Jalta moet leren doen waarin het goed is zonder te blijven hangen in negativisme. De paradox lijkt dat Livestro die zijn opiniestuk waarin hij Jalta uitlegt niet toevallig aanbiedt aan De Volkskrant. Vraag is of zijn achterban de oproep tot een intellectueel weerwoord volgt. Mogelijk is de afstand tussen Livestro en linkse intellectuelen minder overbrugbaar dan tussen hem en iemand als Frits Bolkestein met de rank and file van de rechtse beweging.

Foto: Schermafbeelding van ‘En de naam is… Jalta!’ van Joshua Livestro op De Dagelijkse Standaard.

Rutte geeft geen zekerheid en hindert groei. Livestro kritiseert

Rutte

Klein nieuws in De Telegraaf en De Volkskrant. Publicist, rechtse VVD’er en oud VVD-adviseur over strategie Joshua Livestro laat zich in een dubbelinterview in de NRC negatief uit over premier Mark Rutte en de VVD. Gesprekspartner is strafrechtadvocate Bénédicte Ficq. Hij zegt als het ware ‘met zijn vingernagels’ aan de partij te hangen. Livestro vindt Rutte’s beleid ‘een recept voor blijvende ellende‘. Want: ‘Zijn programma van lastenverzwaring gaat leiden tot blijvende groei of zelfs recessie‘. Livestro vindt dat Rutte ‘niet wordt gehinderd door principes’ en de VVD er slecht voorstaat omdat het ‘te veel geeft en te weinig neemt’.

Wat Livestro zegt past bij de kritiek die uit het in 2009 door Livestro opgerichte rechtse weblog De Dagelijkse Standaard klinkt. Zo zegt-ie op 24 juli in een opiniestuk over Cordaid: ‘Ja ja, het gaat heel slecht in Nederland, met dank aan dit linkse brekebeenkabinet (…). De werkloosheid loopt op, de koopkracht loopt terug, de huizenmarkt is in vrije val, het is een en al ellende. En zolang we in de euro blijven, zal het ook niet meer beter worden‘. Livestro karakteriseert het kabinet Rutte-Asscher (VVD-PvdA) dus als ‘links brekebeenkabinet‘.

Heeft Livestro gelijk? Voor steeds meer burgers is de magie van de joviale en alles-onder-controle Mark Rutte uitgewerkt. Nederland verkeert in een recessie en blijft economisch opvallend achter bij vergelijkbare landen. Nederland doet het zelfs slechter dan het politiek verdeelde België. Economen voeren voor de diepgang van de crisis in Nederland het achterblijvende consumentenvertrouwen aan. Een Vandaag zet het in een thema-uitzending over de crisis op een rijtje. Het constateert uit reacties dat het kabinet Rutte-Asscher zorgt voor onzekerheid of die onzekerheid niet kan wegnemen. Dat speelt bij de huizenmarkt, de koopkracht en de arbeidsmarkt. Soms is niets doen beter dan het goede willen doen. Dat verkeerd uitpakt. Lastenverzwaringen worden zelfs ‘bezuinigingen’ genoemd. Rutte’s optimisme is misplaatst. Maar kritiek is nog geen oplossing.

Foto: Schermafbeelding van thema-uitzending van Een Vandaag over de economische crisis; een woordwolk met problemen zoals die uit reacties blijken. 10 augustus 2013.