Eredoctoraat voor Edward Snowden kan, maar kan ook niet

UR

Met een betoog waarin veel namen van filosofen vallen stelt de Filosofische Faculteit van de Universiteit van Rostock in het voormalige Oost-Duitsland voor om Edward Snowden een eredoctoraat te geven. Ach, wat is het waard en ‘waarom niet?‘ Is Snowden van dezelfde orde als Rosa Parks, Nelson Mandela of Martin Luther King? Of in Nederland Harry Mulisch, Cees Nooteboom, Kees Fens, Salman Rushdie,V.S. Naipaul, Gerrit Komrij, Albert Heijn, Wim Kok, Bill Gates, Winnie Mandela, Gerrit Zalm, Kofi Annan, Natarajan Chandrasekaran, Al Gore, Joop van den Ende, Ruud Lubbers of prinses Beatrix die allen een eredoctoraat ontvingen.

André Klukhuhn, in 1998  hoofd van het Studium Generale van de Universiteit Utrecht was het met Piet Vroon niet eens over de toekenning van een eredoctoraat door de managementsopleiding Nijenrode aan Albert Heijn. Dat als tegenprestatie voor het optuigen van een leerstoel: ‘Maar waarom, zo vroegen wij ons af, zou een goede managementopleiding aan een goede kruidenier een doctoraat uitreiken, want een managementopleiding is geen universiteit en een kruidenier is geen wetenschappelijke onderzoeker. En waarom toch zou een goede kruidenier een doctoraat wíllen hebben, want zo’n branchevervaging is noch in het belang van de universiteit, noch van de managementopleiding, noch van het grootwinkelbedrijf.’ Zo zijn er meer eredoctoraten waarbij vraagtekens gezet kunnen worden. Winnie Mandela? Joop van den Ende? Wim Kok?

De toekenning van eredoctoraten heeft vaak niets met academische prestaties te maken. Een universiteit of een zich ‘universiteit‘ noemende managementsopleiding of business school gebruikt het in veel gevallen als tegenprestatie voor een bezoek, financiering, als interne promotie van een medewerker of faculteitsprofessor of als middel om de eigen instelling extra in het zonnetje te zetten. Iemand als zakenman en ICT-er Natarajan Chandrasekaran een eredoctoraat geven voor ‘zakelijke en maatschappelijke inspanningen‘ komt vergezocht over. Het is een neerwaartse publicitaire rat race tussen universiteiten en opgepimpte HBO-opleidingen.

In welke categorie valt Edward Snowden? Hij verdient een eredoctoraat zoals alle andere genoemden een eredoctoraat niet verdienen. Universiteiten zouden er wijs aan doen om het eredoctoraat voortaan te reserveren voor ‘amateurs‘ die tot excellente academische prestaties komen. Vooral om de waardigheid van het eigen instituut te beschermen. Universiteiten zouden er goed aan doen zelf eens aan zelfstudie te doen.

Foto: Schermafbeelding van motivatie van de Universiteit van Rostock om eredoctoraat aan Edward Snowden te verlenen. 18 november 2013. 

Advertentie

Oranje klant is koning. Met gratis feestkroon

hsfile_21268

Marketing maakt de troonswisseling, maar is ook de troonswisseling. Bedrijven slijten hun produkt. En het koninklijk huis slijt haar produkt: een gloednieuwe koning. Media laten deze dagen geen grijstinten zien. Alleen oranjetinten. Oranje tompoezen overspoelen het land. Joop van den Ende van het Nationaal Comité Inhuldiging vindt het Koningslied ‘rete commercieel‘. Oranje strikken, Samen voor Oranje, een Koningsvaart en een Koningsbal onder leiding van André Rieu. Er is geen ontkomen aan de Oranje smaak. Nog een feestdag te gaan. Dan zakt de opwinding weer. En wordt in de directiekamers geteld of de doelen zijn gehaald.

aviko_poster

Foto 1: Oranje Tompoucen.

Foto 2: ‘Aviko speelt in op Oranje feesten

Reparatie gevraagd voor BTW-verhoging op beeldende kunst naar 21%

Het wandelgangenakkoord tussen D66, GroenLinks, ChristenUnie, VVD en CDA doet iets voor de kunst. Het brengt de verhoging van de BTW op podiumkaartjes van 19 terug naar 6%. Theaterondernemer Joop van den Ende is tegenwoordig rechtstreeks in gesprek met premier Mark Rutte. Maar de BTW voor beeldende kunst die via een galerie of kunsthandel wordt verkocht gaat niet terug naar 6%, maar stijgt tot 21%. In De Volkskrant wijst galerist Martin van Zomeren op deze inconsequentie. Het tekent de rommeligheid van het noodakkoord.

Niet alleen worden zo de kunsthandel en het galeriewezen binnen hetzelfde akkoord benadeeld ten opzichte van de podiumkunsten. De beeldende kunst wordt ook benadeeld in vergelijking met de kunsthandel in Duitsland, Frankrijk en Engeland met een laag BTW-tarief op beeldende kunst. Niet voor niets steken telkens geruchten de kop op dat de TEFAF in Maastricht vanwege het hoge Nederlandse BTW-tarief naar Duitsland verkast. Door de 2% extra heffing wordt de positie van de Nederlandse kunsthandel verder verslechterd.

Moderator van Trendbeheer en kunstenaar Jeroen Bosch protesteerde in 2011 met een kunstwerk tegen de verhoging van de BTW op beeldende kunst van 6 naar 19%: Het kabinet wil subsidies afschaffen en cultureel ondernemerschap aanmoedigen. Maar juist door het verhogen van het BTW-tarief wordt het ondernemerschap van kunstenaars ernstig belemmerd. Kunstenaars zijn een kwetsbare groep. Zij werken met smalle marges. En voor de overheid levert de BTW-verhoging maar een klein bedrag op. Hij zag er symboolpolitiek in.

Bosch kan er nu een derde werk naast hangen: 21%. De maatregelen van GroenLinks, D66, ChristenUnie, VVD en CDA leveren voor beeldende kunstenaars, kunstkopers, kunsthandelaren en galeristen voorlopig weinig op. Het benadeelt een sector. Een reparatie kan deze weeffout herstellen. Op petities.nl kan men een petitie tekenen tegen de verhoging van de BTW op kunst en voor het verzoek om deze BTW terug te brengen naar 6%.

Foto 1: Schermafbeelding 1 mei 2012 van petitie ‘BTW voor beeldende kunst terug naar 6%’ op petities.nl

Foto 2: Werk van Jeroen Bosch, 2011. Credits Jeroen Bosch

MuseumgoudA verkoopt eigen identiteit

Directeur Gerard de Kleijn van museumgoudA zegt in een persbericht dat-ie een topstuk in Londen gaat verkopen: The Schoolboys uit 1987 van Marlene Dumas. Hij rekent op een opbrengst van 800.000 euro. De kans bestaat dat een iconisch werk uit Nederlands museaal bezit in buitenlandse handen komt.

Er zijn vier overwegende bezwaren tegen de verkoop door museumgoudA van een topstuk. Die zijn van inhoudelijke, procedurele, aankooptechnische en politieke aard.

Inhoudelijk. Gerard de Kleijn zegt dat het werk van Dumas niet meer in de kerncollectie past. Dat klopt binnen zijn logica. Maar hij vergeet te melden dat museumgoudA onder directeur Josine de Bruyn Kops (1977-1987) alleen kunst van vrouwen kocht, waaronder The Schoolboys dat als gevolg van dit beleid in 1988 werd verworven. Tevens kreeg het toenmalige Catharina Gasthuis in 1976 de opdracht van de Goudse gemeenteraad om hedendaagse kunst te verzamelen.

In zijn nota Tussen Hemel en Aarde wisselt Gerard de Kleijn de traditie van het verzamelen van vrouwenkunst en hedendaagse kunst in voor het verzamelen van religieuze kunst, keramiek, kleipijpen en werk van de Haagse school. Ofwel, De Kleijn verandert spelregels om vervolgens te beweren dat de oude logica niet meer geldt. Zie hier voor een kritische analyse van het beleid van De Kleijn.

Procedureel. In 1987 werd Nederland opgeschrikt toen de gemeente Hilversum een Mondriaan wilde afstoten. Onder aanvoering van het Stedelijk Museum sprak museaal Nederland er schande van. In 2005 gebeurde hetzelfde toen directeur Karel Schampers van het Haarlemse Frans Hals Museum twee werken wilde afstoten. In beide gevallen ging de verkoop niet door. De museumwereld was wakker geschud.

Sinds die tijd is afstoting van museumstukken een hot topic. Het Centraal Museum maakte er in 2006 tentoonstelling en veiling tegelijk van: Uit het depot. Een project om de grenzen aan de afstoting van museumobjecten te proeven.

Op basis van de Museale Gedragscode van de Nederlandse Museumvereniging (NMV) heeft het Instituut Collectie Nederland een Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO) opgesteld: Deze LAMO is overgenomen door de NMV, waarmee het de standaardprocedure is geworden welke een museum in principe dient te volgen bij het afstoten van een object. Een van de eisen die de Museale Gedragscode aan een professioneel museum stelt is dat het onderzoekt of voor het af te stoten object een andere museale bestemming gevonden kan worden. 

Het zou logisch zijn als museumgoudA The Schoolboys van Marlene Dumas aan andere Nederlandse musea had aangeboden en daarover in gesprek was geweest met de NMV. Maar het persbericht zegt er niets over. Vraag is of museumgoudA zich professioneel en collegiaal opstelt jegens andere musea of dat De Kleijn zijn eigen gang gaat zonder standaardprocedures van de gedragscode te volgen.

Aankoop. Enkele jaren gelden ontstond ophef vanwege de voorgenomen verkoop door BAT van de Peter Stuyvesant Collectie die Alexander Orlow met adviseurs had opgebouwd. Naast de culturele barbarij om een bijzondere bedrijfscollectie te verkopen ging het om de gunstige voorwaarden waaronder de werken waren aangekocht. Galeristen gaven kortingen vanwege het achterliggende idealisme van Orlow. Niet in de verwachting dat de werken op een veiling ooit tegen marktprijzen verhandeld zouden worden.

Hetzelfde geldt voor The Schoolboys van Marleen Dumas. Gereconstrueerd moet worden onder welke voorwaarden het in 1988 verworven is door het Catharina Gasthuis. Dit geeft uitsluitsel over het feit onder welke voorwaarden het nu verkocht kan worden. Dat geldt moreel voor de relatie galerie/museum en juridisch voor de relatie museum/overheid. Het is niet onaannemelijk dat de aankoop deels geoormerkt is door aankoopgelden van het toenmalige Ministerie van WVC.

Politiek. De culturele sector staat onder druk. De verwachting is dat staatssecretaris Zijlstra hard gaat bezuinigingen op cultuur. Velen zijn het erover eens dat de bezuinigingen eerder worden ingegeven door gebrekkig inzicht in het functioneren van de sector dan door rationele overwegingen. Kinderen worden met het badwater weggegooid. Aangebrachte schade is vele malen groter dan de opbrengst van bezuinigingen. Naast het gederfde economisch nut door bezuinigingen op cultuur waar Joop van den Ende op wijst.

MuseumgoudA gaat mee in de logica van de staatssecretaris en geeft in een lastige tijd het verkeerde signaal. Namelijk dat kunst misbaar en verhandelbaar is. Da’s een misvatting. MuseumgoudA kiest eieren voor haar geld in plaats van zich met collega-musea sterk te maken voor een krachtige museumsector.

Conclusie.  De voorgenomen verkoop door museumgoudA van The Schoolboys van Marlene Dumas ligt complexer dan de directeur van museumgoudA voorstelt. Er zijn talloze vragen van inhoudelijke, procedurele, aankooptechnische en politieke aard die eerst beantwoord dienen te worden voordat verkoop werkelijk aan de orde is. Het verdwijnen van een topwerk als The Schoolboys uit Nederlands kunstbezit is een verlies voor de Collectie Nederland.

MuseumgoudA heeft als geprivatiseerde culturele instelling weliswaar een eigen verantwoordelijkheid, maar laadt een verdenking van gemakzucht op zich. Het verkoopt tafelzilver zonder eigen initiatieven te ontplooien en zich als volwassen deelnemer te voegen in de Nederlandse museumsector. Dat geeft te denken over inzicht, inschattingsvermogen en manoeuvreerruimte van directeur De Kleijn.

Foto: The Schoolboys van Marlene Dumas, 1987