Niet-joodse Helen Mirren krijgt kritiek van joodse Maureen Lipman vanwege haar filmrol van de joodse Golda Meir

Schermafbeelding van deel artikelMaureen Lipman attacks casting of Helen Mirren as former Israeli PM Golda Meir‘ in The Guardian, 5 januari 2022.

De joodse actrice Maureen Lipman zet vraagtekens bij het feit dat de niet-joodse Helen Mirren in een film van de Israëlische regisseur Guy Nattiv gecast wordt als de joodse voormalige Israëlische premier Golda Meir. The Jewish Chronicle besteedt er in een artikel van 3 januari 2022 aandacht aan.

Lipmans argument is ‘dat de joodsheid van Meirs personage “integraal” is’. Wat ze daar precies mee bedoelt is onduidelijk. Het lijkt ermee te maken te hebben dat volgens Lipman Mirren haar rol niet voldoende ‘doorleefd’ kan hebben. Lipman zet geen vraagtekens bij Mirren als actrice en vermoedt dat ze geweldig zal zijn in de rol van Meir.

De essentie van het acteren is dat een acteur door te ‘doen alsof’ geloofwaardig in de huid van een ander kruipt. Maar blijkbaar wordt dat ‘doen alsof’ niet meer voldoende geacht door politieke activisten die menen dat het bij acteren niet meer draait om zo goed mogelijk ‘doen alsof’, maar om het feit van ‘het zijn’. Het acteren, ofwel de kunst wordt zo ondergeschikt gemaakt aan een politiek-maatschappelijk doel.

De opvatting van Lipman betekent een teruggang naar stereotypering. Naar een opvatting dat een rol wat de belangrijkste kenmerken betreft moet samenvallen met de acteur. Het is een pleidooi voor de herleving van oerbeelden die zijn wat ze zijn en niets meer of minder. In deze opvatting wordt de eendimensionele tronie de norm. Dat staat haaks op wat acteren in de kern is.

Het activisme dat uitgaat van eigenheid zal de casting van rollen in film of theater bemoeilijken als de kenmerken van rollen overeen moeten komen met de kenmerken van de acteurs. Als de geest uit de fles is wacht een onoplosbare puzzel van verschillen wat etniciteit, religie, regionaliteit, leeftijd, seksuele oriëntatie, beperking, sociaal-economische status en opleidingsniveau betreft. Hoever kan de herverkaveling gaan voordat de casting vastloopt?

In dit verband is het begrip ‘Jewface‘ gemunt, dat zowel een claim op gelijke rechten als een openlijke toe-eigening van joodse rollen door joodse acteurs is. De uiterste consequentie van deze claim is dat joodse acteurs voortaan geen rollen van niet-joodse karakters meer toebedeeld kunnen krijgen.

De herverkaveling en afscherming van rollen is begrijpelijk vanuit het oogpunt van politiek activisme, maar onbegrijpelijk op het niveau van de verbeelding, de creativiteit en het slechten van grenzen tussen groepen.

Wat is het eigenlijk dat Lipman tot haar kritiek op de casting van de niet-joodse Mirren als de joodse Golda Meir brengt? Haar beweegredenen kunnen divers zijn: kinnesinne, profileringsdrang als actrice of als politiek activiste, werkgelegenheid of een meningsverschil. De kritiek past in elk geval in de huidige golf van identiteitspolitiek die de kunsten heeft bereikt en nieuwe grenzen optrekt en ‘cultuurdragers’ uitsluit vanwege een vermeend verkeerde identiteit.

De nieuwe apartheid richt met verwijzing naar emancipatie en representatie nieuwe scheidslijnen op tussen groepen. Dat kan zinvol zijn voor activisten en voor de positie van een benadeelde minderheidsgroep die de toegang tot een specifieke kunstdiscipline structureel wordt ontzegd, maar het is rampzalig en contra-productief voor de kunst. Het valt overigens te betwijfelen of joodse acteurs tot een structureel benadeelde minderheidsgroep behoren.