Werk van Maarten Baas op gevel Utrechtse bibliotheek zorg voor gemengde meningen

Schermafbeelding van deel artikelBiebkunstwerk op de Neude schuurt: “Deze kunstenaar haat Utrecht, zelfs Nijntje is overprikkeld”‘ op RTV Utrecht, 12 maart 2023.

Het onlangs geïnstalleerde (licht)kunstwerk werk van ontwerper Maarten Baas op de Utrechtse bibliotheek aan de Neude zorgt voor gemengde reacties. Lokale media jagen het debat op met prikkelende citaten.

Zoals vaak bij dit soort projecten nam radicaal-rechts in een vroeg stadium een kritische positie in en probeerde daarmee het debat te kapen. Het moet niets hebben van hedendaagse kunst en design, maar ziet dat vooral als een beleidssector om tegen aan te schoppen en de gunst van het brede publiek mee te winnen.

Door zo’n opstelling van in dit geval de Utrechtse PVV wordt het debat gepolitiseerd. Dat frustreert een debat dat puur over de inhoud gaat. In schriftelijke vragen van 1 mei 2020 noemde PVV’er Henk Deun Baas’ werk ‘Neonkermis op monumentale bibliotheek‘. Nuancerende critici van Baas’ werk worden gehinderd om zich publiekelijk uit te spreken om op sociale media niet op een hoop met radicaal-rechts geveegd te worden.

In de schriftelijke vraag van de PVV kwam nog een andere wetmatigheid om de hoek kijken. Namelijk dat het begrip ‘Cultureel Erfgoed‘ niet alleen wordt geassocieerd met behoud, maar ook met conservatieve politiek. Het begrip wordt aangewend om verandering onwrikbaar tegen te houden.

Het besef ontbreekt bij de radicale lobby van de Erfgoed-sector dat ook cultureel erfgoed moet veranderen, om in een veranderende wereld hetzelfde te blijven. Zo’n strikte houding beperkt ook de speelruimte voor de echte Cultureel Erfgoed-professionals die praktische oplossingen zoeken. Het voormalige hoofdpostkantoor uit 1924 van architect Joop Crouwel is trouwens ijzersterk en kan tegen een stootje.

Gisteren bekeek ik het werk op de Neude. Het is een werk met neon, maar het licht is nog niet in werking. Dat is het voorbehoud bij mijn mening. Ik had er gemengde gevoelens over. Ik ben positief noch negatief. Het is eerder design dan kunst. Toch meen ik een gemiste kans te zien. Had betere begeleiding van kunstcommissie, K.F. Hein Fonds en bibliotheek niet een sterker, geconcentreerder werk opgeleverd?

Niets is voor de eeuwigheid en Baas’ werk kan als de postmodernistische ironie voorgoed is uitgewerkt weer verwijderd worden. De titel ‘Intellectual Heritage‘ (Intellectueel Erfgoed) lijkt het omgekeerde te beweren van wat het claimt. Dat is de scherts die voor, naast, boven en in het werk staat.

In 2020 ontstond landelijke reuring toen bleek dat vijf mannelijke witte kunstenaars waren geselecteerd voor de herinrichting van de bibliotheek. Baas was er één van naast Willem Deiman, Frank Halmans, Daan Paans en Jop Vissers Vorstenbosch. Voor de keuze had ik begrip én onbegrip. Ik schreef in een commentaar:

Ga er maar aan staan als selectiecommissie om vijf kunstenaars/ ontwerpers te kiezen die een perfecte maatschappelijke afspiegeling zijn. Vergeleken daarmee is het maken van een rooster voor een school van voortgezet onderwijs simpeler. Dat zal nooit kloppen. De kunstwereld moet aanvaarden dat de som nooit kan kloppen. Maar zoals gezegd, de selectiecommissie, de Bibliotheek Utrecht en het leidende K. F. Hein Fonds hadden wel wat handiger kunnen opereren. Daartegenover kun je ook zeggen dat het de verdienste is van de selecteurs om niet mee te gaan in eenvoudig identitair denken dat één aspect van identiteit ‘oplost’ en de andere aspecten als opgelost beschouwt door ze stilzwijgend te negeren.

Public Library Open Late Free Internet LED Neon Sign with colors, te koop voor 340 USD.

Op de FB-pagina van RTV Utrecht waar velen zich uitspreken over dit onderwerp plaatste ik vandaag onderstaande reactie:

Om te beginnen moeten we beseffen dat kunst in de openbare ruimte bijna altijd voor controverse zorgt. Het gebouw en de Neude kunnen in mijn ogen dit kunstwerk van Maarten Baas goed aan. Wel is het opvallend dat het werk achter de boom verdwijnt die pal voor het werk staat. Dat had wellicht gepleit voor een werk dat zoals Baas’ werk niet uitstraalt naar voren, maar naar beneden. 

Vraag wat het werk waard is, is een andere. Het lijkt de finesse, humor en focus te missen van vergelijkbaar werk van John Körmeling. 

Het werk van Baas valt te omschrijven als stapeling. Het wijst vele kanten uit. Het vestigt zeker de aandacht op de bieb, maar vraag is of het door de bonte verscheidenheid van een afstand een duidelijk te lezen beeld geeft. Dat valt te betwijfelen. 

De citaten in het kunstwerk lezen als afkomstig van Wikipedia-items. Bekend bij het brede publiek. Hiermee is de gelaagdheid van het werk flinterdun.

Of het werk in vorm en inhoud boven de lat komt, kan de kunstcommissie zich afvragen die de opdracht aan Baas heeft verleend. Vraag is of ze dit specifieke werk tijdens het hele ontwerpproces hebben gemonitord.

John Körmeling, THEEPAVILJOEN BREDA, 2002, J.F. Kennedylaan 15, Breda. In: Architectuurgids.
Advertentie

Debat over standbeelden raakt verhit en verstrikt in verdeeldheid. Het praktijkgeval Mahatma Gandhi en Zuid-Afrika als voorbeeld

Gandhi’s standbeeld in Amsterdam is door toedoen van Indiase en Surinaamse aanhangers van Mahatma Gandhi’s gedachtegoed tot stand gekomen, aldus Wikipedia. Het is in 1991 geplaatst. Barryl Biekman van het Landelijk Platform Slavernijverleden kiest als perspectief wat zij de strijd tegen Afrofobie noemt. Zij meent dat ‘ook een gevolg zou kunnen zijn dat het Mahatma Gandhi gedenkteken wordt verwijderd’. Dit zegt ze in een artikel op Afromagazine. Zij houdt enkele slagen om de arm en neemt een voorschot op een publiek debat. Ze pleit ervoor geen beelden omver te werpen, maar aan te sturen op historisch besef en bewustwording.

Biekman gaat uit van de persoon Gandhi in Zuid-Afrika tot 1914. Ze zegt ‘Mahatma Gandhi wordt in Zuid Afrika beschouwd als één van de grondleggers van de verfijning van het apartheidssysteem’. Dat lijkt een lastig te bewijzen claim en te veel eer voor deze Indiër van rond de eeuwwisseling die zelf door de witte machthebbers werd gediscrimineerd en geen machtspositie had. Apartheid was verdeel en heers, zoals in meerdere koloniale samenlevingen de zogenaamde éleveé’s als zwarte tusseenklasse bij de gratie Gods een tussenpositie mochten innemen, maar zelf wel degelijk gediscrimineerd werden en afhankelijk waren van de kruimels die van de tafel van de witte elite vielen. Biekman kliekte beseffen dat ze zich op gevaarlijk terrein begeeft. Ze  kiest haar woorden omzichtig, indirect en omfloerst als ze zegt dat anderen Gandhi verwijten ‘één van de grondleggers van de verfijning van het apartheidssysteem’ te zijn. Nogmaals, dat is onlogisch omdat Gandhi in het Zuid-Afrika van 1893-1914 geen machtspositie had en onduidelijk is wie dat in Zuid-Afrika ‘beschouwt’. Dat hij in die tijd racistische  denkbeelden over zwarte Afrikanen had is vastgesteld, maar dat is nog lang niet hetzelfde als hem te beschouwen als één van de grondleggers van het apartheidssysteem.

In september 2019 diende de radicale politieke partij Economic Freedom Fighters (EFF) van oud-ANC’er Julius Malema een motie in in de raad van Johannesburg om Gandhi’s standbeeld van het voormalige Van der Bijl Plein te verwijderen. Volgens een bericht van 28 september 2019 in de Indiase Hindustan Times had de motie het over  ‘Racistische uitingen’ over Afrikaanse mensen gemaakt door de jonge Gandhi tijdens zijn verblijf in Zuid-Afrika. Uit het bericht blijkt ook dat de EFF in de uitleg van de motie Gandhi’s verdiensten erkent en een mildere toon aanslaat als het Gandhi een ‘hervormde racist’ noemt. Door toedoen van de Democratic Alliance (DA) die de coalitie leidt en oppositiepartij ANC werd de motie van de EFF met een meerderheid van 226 tegen 20 afgewezen. In hun antwoord wezen vertegenwoordigers van DA en ANC op de bredere betekenis van de persoon Gandhi. De vertegenwoordiger van het ANC pleitte ervoor om verdeeldheid te vermijden.

Daarbij gaat Biekman in haar strijd tegen de Afrofobie voorbij aan het feit dat een standbeeld geen persoon is. ‘Ceci n’est pas une personne’ (Dit is geen persoon) zou als bij een schilderij uit 1929 van René Magritte bij standbeelden gedacht moeten worden. Zoals een afbeelding van een pijp op een schilderij geen pijp is. Standbeelden vallen niet samen met de persoon die ze representeren. Een standbeeld heeft per definitie een andere strekking, zeggingskracht en werking dan de persoon waar het naar verwijst. Dit geeft tevens de sleutel tot de oplossing voor de oproep die na de moord door een politie-agent op George Floyd in Minneapolis is gaan klinken om standbeelden uit het straatbeeld te verwijderen. Als onderscheidend zou het criterium moeten worden genomen of een standbeeld nu het racisme, de slavernij, het kolonialisme of in Biekmans idioom de Afrofobie promoot. Indien zo’n standbeeld daar een symbool van is, dan dient het serieuze overweging om het te verwijderen en naar een lokaal museum over te brengen. Anders kan het blijven staan of kan een bijschrift bij het standbeeld worden geplaatst dat historische details geeft.

Ik kan me trouwens vinden in de opinie van conservator Amsterdam Museum Tom van der Molen om ‘koloniale beelden’ te transformeren. Inspirerend is zijn idee om kunstenaars daarbij te betrekken. Hij komt met de voorbeelden die hij geeft (standbeelden ondersteboven begraven) terecht in het idioom en de denkwereld van kunstenaars als Wim T. Schippers en John Körmeling. Worden zij met terugwerkende kracht de grootvaders van hedendaagse kunstenaars die dit varkentje van de dekolonisatie moeten gaan wassen? In enkele uitspraken mist Van der Molen de nuance en gaat met zichzelf op de loop. Onder meer als hij zegt dat het simpelweg niet meer van deze tijd is om te streven naar gemeenschappelijke helden. Dat klinkt fatalistisch en ‘smal’, zeker voor een conservator van een historisch museum. Waarom is ‘deze tijd’ fundamenteel anders dan andere tijden? Dat is een merkwaardige uitspraak die eerder politiek dan historisch bepaald lijkt te zijn. 

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelTijd voor een Vierde VN Wereld Anti Racisme Conferentie?’ van Barryl Biekman op Afromagazine, 15 juni 2020.

Foto 2: René Magritte. La trahison des images [Ceci n’est pas une pipe]), 1929. Collectie: LACMA.

Foto 3: The statue of Gandhi in 2004 (Johannesburg, Zuid-Afrika). Credits: András Osvát.

Wat bezielt de VVD om zich te keren tegen kunst? Bij een petitie die vraagt om Körmelings draaiend huis in Tilburg te verwijderen

Voorzitter Emmy Duinkerke van de afdeling Hart van Brabant van de JOVD is petitionaris van deze petitie van 20 november. De JOVD is een jongerenafdeling gelieerd aan de VVD. De petitie verzoekt vanwege financiële redenen om te stoppen met het kunstproject Het Draaiend Huis op de Hasselrotonde in Tilburg. Duinkerke schrijft de petitie namens de JOVD. Ze noemt de naam van de kunstenaar niet, maar dat is de in Eindhoven wonende kunstenaar/ architect John Körmeling. Hij werkt veel in de publieke ruimte, landelijke bekendheid kreeg Körmeling toen hij het Nederlandse paviljoen Happy Street voor de Expo 2010 in Shanghai ontwierp.

Duinkerke reageert waarschijnlijk op een bericht van 16 november 2018 van Omroep Brabant dat meldt dat het kunstwerk kapot is en de reparatie ervan 45.000 euro kost. Zij wijdt op haar persoonlijke FB-pagina een posting aan hetzelfde onderwerp: ‘De JOVD Hart van Brabant is een petitie gestart om het Draaiend Huis Tilburg uit te krijgen. Dit kunstproject heeft al ontzettend veel geld gekost en gaat nog meer geld kosten, waar wij als Tilburgers voor mogen opdraaien’. Aan het kostenaspect ontleent ze haar enige argument.

Het is opvallend dat de VVD en de adspirant-VVD’ers van de JOVD zich profileren door tegen hedendaagse kunst te schoppen. Afgelopen week was er nog het pleidooi van VVD-kamerlid en cultuurwoordvoerder Thierry Aartsen die ‘cultuur’ tegen ‘volkscultuur’ afweegt en meende dat de steun voor kunst afgebouwd moet worden ten gunste van volkscultuur. In het debat over de cultuurbegroting kreeg hij veel kritiek. Kamerlid Carla Dik-Faber van de ChristenUnie noemt Aartsens idee ‘ontzettend polariserend’. Een misverstand is dat in 2010 tijdens het staatssecretariaat van Halbe Zijlstra als verantwoordelijke bewindsman voor kunst niet de VVD maar de PVV de kwade genius zou zijn achter de afbraak van de kunstsector. De PVV had die macht niet en profileerde zich uitsluitend op het dossier immigratie, islam en integratie. Ik schreef in 2012 in een commentaar: ‘De VVD is de oorzaak voor de kaalslag op cultuur en heeft dat de afgelopen jaren voorbereid en vormgegeven. Eerst binnen de VVD-fractie bij monde van cultuurwoordvoerder Han ten Broeke, in 2010 door VVD-informateur Ivo Opstelten in het regeerakkoord en in de uitvoering door VVD-staatssecretaris Zijlstra.’

De lijn Halbe Zijlstra – Thierry Aartsen – Emmy Duinkerke is geen toeval, maar bewust beleid binnen de VVD. De partij profileert zich met het schoppen tegen kunst en het terugdringen van overheidssubsidie voor kunst. Wat de partij denkt te bereiken door zich als vijand van kunst te profileren is de vraag. Want zowel in positieve als negatieve zin leeft kunst in Nederland nauwelijks bij het electoraat. Het risico bestaat dat gematigde liberalen om deze reden de VVD de rug toekeren. Vooral vanwege de volksmennerij die ermee samengaat. Op de rechtse flank van de politiek bestaat haat tegen kunst omdat het als een linkse hobby wordt beschouwd.

Uiteraard mogen politici zich tegen kunst keren als ze dat volgens hun overtuiging vinden. Maar dat de grootste partij van Nederland over de rug van de kunst denkt te kunnen scoren baart zorgen. Het gaat ook niet om backbenchers als Aartsen of Duinkerke die in de rat race van de politiek kunst aangrijpen om gehoord te worden. Zo werkt politiek nu eenmaal. Het gaat om een mentaliteit bij de VVD die handelt in oude reflexen.

De VVD in de jaren ’50 en ’60 was een elitaire partij van de gegoede burgerij. Zo noteert Jan Hanlo die Oote oote oote boe schreef in 1952 over een VVD’er: In dezelfde maand haalt het vers de Eerste Kamer waar Mr. W.C. Wendelaar (VVD) zich erover opwindt. Met name ergert hij zich aan het feit dat het vers gepubliceerd werd in een door het rijk gesubsidieerd tijdschrift. De pendule is na ruim 60 jaar terug bij de minachting door de VVD voor kunst. Pleidooien voor het schrappen van overheidssubsidie voor kunst zetten een doorgaande streep onder een VVD die vrijgestelden bedient en geld omploegt richting bedrijfsleven en banken.

Foto 1: Schermafbeelding van petitieStilstaand Huis Tilburg uit’ van Emmy Duinkerke, voorzitter van de JOVD Hart van Brabant, 20 november 2018.

Foto 2: John Körmeling, ‘Hasselt Traffic Circle’, Tilburg 2008. ‘Freestanding row house rotating on roundabout’.

Op weg naar een Nederlands kunstelftal. Met herman de vries op doel

8

Voor voetballiefhebbers is het slecht presteren van het Nederlandse elftal voor het EK 2016 in Frankrijk een bittere pil. Tot nu toe moest Oranje in groep A vier nederlagen slikken. Afgelopen dagen verloor het van zowel IJsland als Turkije. Er is nog een kansje dat Nederland de derde plaats in de groep haalt die nu ingenomen wordt door Turkije. Dan moet Oranje winnen van Kazachstan en Tsjechië, en moet Turkije of van Tsjechië of van IJsland verliezen. Dan wachten er vier tickets voor de acht ploegen die niet de beste nummers drie in hun poule werden. Omdat IJsland en Tsjechië al geplaatst zijn voor de eindronde staat er voor deze ploegen niet zoveel meer op het spel. Behalve de eer en het vasthouden van de flow. Kortom, speculaties genoeg.

Leedvermaak gaat samen met de slechte prestaties van Oranje. Neemt in de samenleving het professioneel voetbal niet een te dominante plaats in, trekt het te veel fondsen weg dat niet naar zinvolle bestemmingen, maar naar de slecht presterende voetbalmiljonairs gaat die doorgaans niet eens verstandig op hun eigen prestaties kunnen reflecteren, en is het professionele voetbal niet overgewaardeerd als maatschappelijk fenomeen dat kwaliteiten wordt toegemeten dat het niet heeft? Zoals binding en identiteitsvorming.

Er zijn landen en tijden waar kunst de betekenis kreeg die nu voor sport gereserveerd is. Met machthebbers die hun macht bevestigden aan het succes van schilders en beeldhouwers. Sport als de nieuwe kunst. Waarom zou deze ontwikkeling niet omgebogen kunnen worden, zodat kunst de nieuwe sport wordt? Om het niet bij deze constatering te laten, maar deze af te dwingen door het in te vullen hier een voorzet voor een -om te beginnen virtueel- Nederlands kunstelftal: Doel: herman de vries; Verdediging: Aernout Mik, Jeroen Bosch, Niels Post, Ab van Hanegem; Middenveld: Michel Huisman, Theo Jansen, Stijn Peeters; Aanval: Joost Conijn, Jans Muskee, Joep van Lieshout. Vaste reserves: John Körmeling, Peter Klashorst, Paul Blanca. Hoofdtrainer: Rob Scholte en veldtrainer: Jos van Houwelingen. Maak uw eigen elftal en dwing het belang van kunst af.

Foto: Bart van der Leck, Voetballers en scheidsrechter, 1913, particulier bezit.

Ton Kraayeveld: ‘Umzug’ in Dordrechts Museum

De Dordtse kunstenaar Ton Kraayeveld (1955) heeft een overzichtstentoonstelling in het Dordrechts Museum. Umzug (verhuizing) is de titel. Kraayeveld is onderweg in de wereld en niet te vangen met z’n pictogrammen, z’n hedendaagse retrostijl, z’n gedekt kleurgebruik, z’n architecturale constructies en de raadsels die hij in zijn schilderijen en tekeningen plant. Wat zien we? Kraayeveld doet denken aan John Körmeling, Fernand Léger of Gerd Arntz. Maar de knipoog, het mechaniek en de behuizing die uit de voorstelling volgt gunnen elkaar meer in de combinatie. Bij de tentoonstelling is een boek met teksten van Lucette ter Borg en Gerrit Willems.

1391776030

Foto: Ton Kraayeveld, African House, 2001 (olieverf op doek). Courtesy: Galerie Sanaa, Utrecht.