Bij een boekpresentatie van ‘De Macht van de Megaonderneming’

13240730_1713828985523176_1513424198796164338_n

Vanmiddag werd op de kunstmanifestatie Hacking Habitat in de voormalige gevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht het boek ‘De Macht van de Megaonderneming’ gepresenteerd. Het verscheen in januari 2016 bij uitgeverij Van Gennep. Twee van de drie auteurs waren aanwezig en Giep Hagoort was gespreksleider. Het werd een mooi compact debat dat aansloot bij de thematiek van de tentoonstelling over macht, opbouw van de controlestaat en leefomgeving. Dat trouwens zo ruim opgevat is dat het ook niet actuele thema’s omvat.

Het boek heb ik niet gelezen, maar de hoofdlijn is me door de uitleg van John Huige en Pieter Pekelharing duidelijk. Het gaat om een analyse van het opereren van de 150 megaondernemingen ter wereld die over grenzen heen de nationale overheden tegen elkaar uitspelen. Vraag is hoe er weer enige rechtvaardigheid en structuur in het opereren van de megaondernemingen gebracht kan worden, zodat dit positief doorwerkt op de samenleving. Dat gaat verder dan de economie alleen en dient via de politiek bereikt te worden.

Consensus ontstond bij de toelichting van Pieter Pekelharing over de rol van de overheid. Die ligt ten onrechte onder druk omdat het het beste is wat de burgers hebben. De overheid mag dan wellicht in sommige opzichten een probleem zijn, maar biedt ook de enige oplossing voor dit probleem. Daarom moet de rol van de overheid niet kleiner worden gemaakt, maar worden opgewaardeerd. Uiteraard onder strikte voorwaarden van controle op de macht, machtsdeling, interne democratie en een eerlijk overleg dat de burgers niet tegen elkaar uitspeelt. Hervorming dus. Met inzet van burgers, maatschappelijke groeperingen als vakbonden en klokkenluiders die nog enige mate van tegenwicht kunnen bieden tegen snel handelende ondernemingen.

Een en ander bracht me tot een volgende reactie bij een FB-debat over een Brexit waarin sommigen ijveren voor een Nexit dat per saldo de rol van de overheid afwaardeert, hoewel dat op het eerste gezicht anders lijkt: ‘De vraag die we ons moeten stellen voordat we onze kritiek formuleren of voordat we meegaan met de kritiek van anderen is wat de rol van de overheid moet zijn. Ik denk dat beredeneerd vanuit de burger de overheid de oplossing is. Om de burger te beschermen tegen de megaondernemingen die geen grenzen kennen, en als paradox tegen die beweging vanuit de veiligheidsindustrie binnen de overheid bij het opbouwen van de controlestaat. Ook tegen een supranationale overheid zoals de EU is de nationale overheid van de natiestaat een redelijk democratisch en zich in de praktijk bewezen hebbend instrument om de macht te reguleren. Er bestaat dus spanning tussen deel en geheel. Maar dit betekent nog niet dat de natiestaat de EU moet verlaten.

Dat is een conclusie die niet uit het voorafgaande volgt. En zelfs om meerdere redenen schadelijk is: 1) Nederland buiten de EU is nog minder machtig om tegenwicht te bieden aan de 150 megaondernemingen ter wereld en wordt daarvan nog afhankelijker dan nu; 2) De schaal van Nederland als natiestaat biedt een te kleine basis om wereldwijd te concurreren. Zo bezien wordt het nog duidelijker wie er het meeste belang hebben bij een Brexit of Nexit. Namelijk de bovenbazen en de door de bovenbazen ingehuurde opiniemakers van de megaondernemingen die de rol van de nationale overheid terug willen brengen tot symboliek over natie, nationalisme en nationale identiteit. Maar feitelijk de overheid onmachtig willen maken en houden vanwege grensoverstijgend verkeer dat zich onttrekt aan controle en toezicht. Dit is een door en door rechtse agenda waardoor sommige linkse mensen zich laten overtuigen.’ Dit boek geeft houvast over dit onderwerp.