Het gras is groen, de lucht is blauw en de museumsector is behoudend. Joep van Lieshout, het Louvre en ‘Domestikator’

Moet er nog aandacht besteed worden aan de afwijzing door het Louvre bij monde van directeur Jean-Luc Martinez van de 13-meter hoge architectonische sculptuur ‘Domestikator’ (2015) van het in Rotterdam gevestigde Atelier van Lieshout? Het nieuws zingt al dagen rond op (sociale) media en heeft intussen ook het algemene nieuws bereikt. Want de afwijzing zou met seks te maken hebben. Dat moet gemeld worden. Pikant!

Het werk zou geplaatst worden op een buitenpresentatie in de tuinen van de Tuileries in het programma Hors les Murs (‘buiten de muren’). Leidt het schieten voor het Parijse open doel niet tot makkelijk scoren voor Joep van Lieshout? Media struikelen over elkaar heen om zijn verontwaardiging over de museumsector breed uit te meten. Die zou gaan voor bezoekcijfers en marketing, en blinkt uit in behoudzucht. Niet dat hij ongelijk heeft, integendeel, het is goed dat hij het opmerkt. Maar dit is hetzelfde soort nieuws als een media-offensiefje dat vertelt dat het gras groen is of de lucht blauw. The Huffington Post zet in een artikel de details op een rijtje.

In de meeste berichten wordt in navolging van een artikel in The New York Times van 2 oktober 2017 dat een terloopse vergelijking maakt met het Guggenheim Museum deze vergelijking overgenomen. Na politieke druk van dierenactivisten werden daar drie werken terugtrokken van een China-tentoonstelling. Uit een verklaring blijkt dat het Guggenheim Museum dit met tegenzin deed en onthutst is dat het zover moest komen: ‘As an arts institution committed to presenting a multiplicity of voices, we are dismayed that we must withhold works of art.’ Dit blog besteedde er op 26 september in een commentaar aandacht aan en verwees naar Jan Fabre. In de kwestie ‘Domestikator’ neemt het Louvre echter een andere positie in dan het Guggenheim Museum in de kwestie van het dierenactivisme in verband met de gewraakte werken op de tentoonstelling Art and China after 1989: Theater of the World. Het Louvre buigt pro-actief en het Guggenheim pas na dreigementen.

Dat Joep van Lieshout tot deel van een slechte wedstrijd is gemaakt valt hem niet te verwijten. Hij heeft het niet opgezocht. Maar zijn reactie leidt ontegensprekelijk tot marketing voor eigen merk. Er is geen ontkomen aan. Zo wordt via een omweg Joep van Lieshout ingesloten in het circuit dat hij bekritiseert. Dat geldt niet alleen voor integere kunstenaars als Van Lieshout, maar ook voor goedwillende musea die zich onttrekken willen aan de terreur van de markt en de gunst van het publiek. Maar ook zij lopen tegen hun grenzen aan.

Foto: ‘Domestikator’ van Atelier van Lieshout op de Ruhrtriennale in Bochum, Duitsland, 2015.

Joep van Lieshout in De Pont. In het kader van Jheronimus Bosch 500

Joep van Lieshout is vanaf vandaag te zien in museum De Pont in Tilburg. De tentoonstelling SlaveCity wordt gepresenteerd in het kader van Jheronimus Bosch 500. De uitleg die daar aan wordt geven lijkt vergezocht: ‘Deze visionaire schilder hield zijn publiek vijfhonderd jaar geleden al een spiegel voor. In dit ondermaanse tussen hemel en hel streven mensen misschien wel het goede na, maar de duivelse verleiding van hebzucht en wellust kunnen zij zelden weerstaan.’ Wordt dit er niet aan de haren bijgesleept en geldt deze uitleg niet voor elke universele kunstenaar? Hoe dit zich verhoudt tot de industriële uitbuiting van de hedendaagse mens is ook onduidelijk. Alles is recyclebaar, zegt de uitleg. Blijkbaar ook oude thema’s. En daar is niets mis mee.

Brabant Cultuur heeft er een handje van om zich te profileren door stapeling en bundeling, en door het aanbrengen van kaders alles te willen kwantificeren en van bovenaf te willen sturen. Zelfs als dat ten koste gaat van de ongebondenheid en losheid van de kunstenaars of culturele instellingen. Hoe goedbedoeld en lovend de initiatieven ook zijn. De uitleg bij deze tentoonstelling schrijnt omdat Joep van Lieshout met het doorbreken van grenzen juist het tegenovergestelde nastreeft. Maar wellicht moet de verantwoording van de geldschieter die er zo graag het stempel van een historisch programma op drukt niet al te serieus worden genomen. Toch geeft juist bij deze tentoonstelling deze kadrering te denken. Het verdient aanbeveling dat de Brabantse steden en provincie zich eens goed afvragen waartoe hun regelgeving en toetsing precies leidt.

Zo wordt deze tentoonstelling van Joep van Lieshout onbedoeld een commentaar op het functioneren van de ambtelijk-bestuurlijke Brabantse culturele wereld. Maar laat niemand zich weerhouden om naar De Pont af te reizen. Wie zich de tentoonstelling Infernopolis in de Onderzeebootloods van Boijmans in 2010 herinnert weet wat er te verwachten valt: maatschappijkritiek met humor, fantasieën die de grens tussen goed en kwaad aftasten en de verbeelding van de opbouw van de controlestaat die ons het leven en de vrijheid ontneemt.

Op weg naar een Nederlands kunstelftal. Met herman de vries op doel

8

Voor voetballiefhebbers is het slecht presteren van het Nederlandse elftal voor het EK 2016 in Frankrijk een bittere pil. Tot nu toe moest Oranje in groep A vier nederlagen slikken. Afgelopen dagen verloor het van zowel IJsland als Turkije. Er is nog een kansje dat Nederland de derde plaats in de groep haalt die nu ingenomen wordt door Turkije. Dan moet Oranje winnen van Kazachstan en Tsjechië, en moet Turkije of van Tsjechië of van IJsland verliezen. Dan wachten er vier tickets voor de acht ploegen die niet de beste nummers drie in hun poule werden. Omdat IJsland en Tsjechië al geplaatst zijn voor de eindronde staat er voor deze ploegen niet zoveel meer op het spel. Behalve de eer en het vasthouden van de flow. Kortom, speculaties genoeg.

Leedvermaak gaat samen met de slechte prestaties van Oranje. Neemt in de samenleving het professioneel voetbal niet een te dominante plaats in, trekt het te veel fondsen weg dat niet naar zinvolle bestemmingen, maar naar de slecht presterende voetbalmiljonairs gaat die doorgaans niet eens verstandig op hun eigen prestaties kunnen reflecteren, en is het professionele voetbal niet overgewaardeerd als maatschappelijk fenomeen dat kwaliteiten wordt toegemeten dat het niet heeft? Zoals binding en identiteitsvorming.

Er zijn landen en tijden waar kunst de betekenis kreeg die nu voor sport gereserveerd is. Met machthebbers die hun macht bevestigden aan het succes van schilders en beeldhouwers. Sport als de nieuwe kunst. Waarom zou deze ontwikkeling niet omgebogen kunnen worden, zodat kunst de nieuwe sport wordt? Om het niet bij deze constatering te laten, maar deze af te dwingen door het in te vullen hier een voorzet voor een -om te beginnen virtueel- Nederlands kunstelftal: Doel: herman de vries; Verdediging: Aernout Mik, Jeroen Bosch, Niels Post, Ab van Hanegem; Middenveld: Michel Huisman, Theo Jansen, Stijn Peeters; Aanval: Joost Conijn, Jans Muskee, Joep van Lieshout. Vaste reserves: John Körmeling, Peter Klashorst, Paul Blanca. Hoofdtrainer: Rob Scholte en veldtrainer: Jos van Houwelingen. Maak uw eigen elftal en dwing het belang van kunst af.

Foto: Bart van der Leck, Voetballers en scheidsrechter, 1913, particulier bezit.

Voorbezichtiging ‘Painting XXXL’ in Onderzeebootloods Boijmans

02 Onderzeebootloods_Submarine Wharf_foto Thijs de Lange

Ook wie van een afstand naar de journalistiek kijkt weet dat er persdagen zijn. In een informele sfeer wisselt informatie van eigenaar, worden foto’s genomen, hoofdrolspelers geïnterviewd, en contacten gelegd of bestendigd. Over hun project, hun bedrijf, hun verkiezing, hun kunstwerk of hun gat in de markt. Het is als de smeerolie van het goede contact voordat het wist dat het droogstond. Met als voordeel voor de uitnodigende partij dat de vraag doelmatig in de promotie ingebed wordt. Zo is de opzet. In de amusementsindustrie geeft de streng gecontroleerde press junket dit type produktmarketing een slechte naam. Maar het kan losser.

Er zijn ook persdagen voor bloggers. Zeg maar, voor burgerjournalisten. Hun medium is anders, hun bereik vaak, maar niet altijd kleiner en hun toon losser. Bloggers zijn hun eigen baas. Ze proberen niet te verzeilen in de marktwerking die professionele nieuwsorganisaties afhankelijk maakt van grotere belangen. Ze nemen op de koop toe het risico dat ze de baas van niks zijn. Maar ze weten dat mond-tot-mond-reclame ergens start.

08 Jim Shaw

Vandaag was ik op een persbijeenkomst voor bloggers van museum Boijmans van Beuningen. Relatief nieuw in cultureel Nederland nadat het Stedelijk Museum het vorig jaar probeerde. De bijeenkomst was een aanloop naar de opening op 8 juni van de vierde aflevering in de reeks tentoonstellingen in de Onderzeebootloods. Te Heijplaat aan een insteekhaven aan de Nieuw Maas. Idyllisch gelegen voor een zomerbestemming. Onder de titel ‘XXXL Painting‘ is het te zien tot 29 september. Voordat het koud wordt. Het project is een samenwerking tussen Boijmans en het Havenbedrijf Rotterdam dat hier op het oude RDM-terrein een Research, Design & Manufacturing bestemming realiseert. Zo spreekt Rotterdamse turbotaal die de hemel als ondergrens heeft.

XXXL Painting presenteert drie schilders die gevormd werden in de 80s. Uit Nederland: Klaas Kloosterboer, van de Amerikaanse Oostkust: Chris Martin en van de Westkust: Jim Shaw. Op twee manieren ligt de keuze voor schilders niet voor de hand. In de kunstpraktijk zijn ze in de minderheid vergeleken met ontwerpers, video-kunstenaars, fotografen, tekenaars, keramisten, wilde breiers en alle ruimtelijke kunstenaars. In zekere zin zetten bij de vorige drie edities Joep van Lieshout, Elmgreen en Dragset en Sarkis de ruimte naar hun hand. Ze waren geen pure schilders als Kloosterboer, Martin en Shaw. Tevens vraagt de immense loods van meer dan 100 meter lang schilders om buiten het vlak te denken. Anders verliezen ze het van de ruimte. Of van elkaar.

Beoordeling van een werk in uitvoering ruim een week voor de opening is lastig te doen. Toch is al te zien waar deze schilders het zoeken: in de dramatisering. Kloosterboer hangt zijn schilderijen aan een rails hoog in het plafond en beweegt ze langs ons in het midden, en een tableau van werken aan de buitenkant: Tijd. Shaw bouwt een stad van beschilderde decorstukken en vult dat met sculpturen: Plaats. Martin relativeert de ruimte door schaalvergroting en voedt dat met zijn individuele levensverhaal: Handeling. Zo ontvouwt zich een klassiek drama met eenheden van tijd, plaats en handeling. Waarbij de verschillende kunstenaars andere accenten leggen. Vraag is of het geheel ook als eenheid gaat werken. En welke interne spanning dat geeft. Het kan, want de kunstenaars zitten op hetzelfde spoor. Kijkers weten waar ze de komende zomer terechtkunnen.

09 Klaas Kloosterboer

Foto 1: Buitenaanzicht Onderzeebootloods met Nieuwe Maas. Credits: Thijs de Lange en Boijmans.

Foto 2: Jim Shaw: Capitol Viscera Appliances mural 2011. Credits: Simon Lee Gallery/Hong Kong.

Foto 3: Klaas Kloosterboer, 00319, 2000. Collectie Boijmans.