Het is campagnetijd. Op 21 maart zijn er gemeenteraadsverkiezingen en kan er ook gestemd worden voor het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, ook wel sleepwet genoemd. Tijdens de campagne gaan politieke partijen de straat op. Ze blazen hun ballonnetjes op, verkleden zich in hesjes met partijkleur, zetten een jolig of ernstig gezicht op en strooien hun liftpraatje over het passerend publiek. Aan deze wetmatigheid van simplisme, oppervlakkigheid, eenzijdigheid, clownerie, verlakkerij en komedie kunnen politici en burgers, maar ook het politieke bedrijf zich blijkbaar niet onttrekken. Het is niet om aan te zien.
Premier Mark Rutte bezocht in het kader van die raadsverkiezingen voor de tweede keer in korte tijd Utrecht, volgens een bericht in het AD. Hij heeft geen verleden in de stad, maar doet net alsof dat wel zo is. Zoals hij dat in Nijmegen, Groningen, Leiden, Wageningen, Den Bosch, Eindhoven of elke andere stad ook doet.
Een landelijke politicus trekt een lokale jas aan, maar van ver is te zien dat die jas niet past. Dat is potsierlijk en zielig tegelijk. Campagnetijd is een kruising tussen carnaval, toneelspel, propaganda, een jaarmarkt en reality tv. Het is de extreme situatie van de gespeelde gewoonheid. Overigens gaat het om gemeentelijke verkiezingen, zodat het de vraag is waarom een landelijke politicus zich er in meent te moeten mengen.
Rutte jongleert in een video die het AD van het bezoek heeft gemaakt subtiel langs de positionering van partijen. Hij noemt D66, GroenLinks en de PvdA ‘wat linksere partijen’ wat het AD in het bericht onterecht vertaalt naar ‘linkse partijen’. Maar D66 beschouwt zichzelf niet als linkse partij en kan dat redelijkerwijs ook niet genoemd worden. Het AD prikt de fout in het betoog van Rutte niet door. Ruttes waarschuwing voor een links college slaat dus nergens op omdat D66 geen linkse partij is. Nu is D66 in de raad de grootste partij, met GroenLinks als tweede, en VVD en PvdA als derde partij. Ruttes claim is dat de VVD nodig is als rechts tegenwicht. Maar centrum- of centrum-linkse partijen als PvdA, D66 en GroenLinks lijken de VVD niet nodig te hebben als buitenboordmotor. Utrecht heeft in Jan van Zanen een VVD-burgemeester die mans genoeg is om het rechtse geluid in het college te bewaken. Een reden te minder om de VVD in het college op te nemen.
Maakt het optreden van Rutte indruk? Ach, zo’n campagne waarbij een landelijk kopstuk wordt ingevlogen lijkt eerder bedoeld om de VVD’ers in Utrecht een hart onder de riem te steken, dan dat het electorale invloed heeft. Rutte rolt de logica van de marketing uit met het thema ‘veiligheid’. Dat is eerder een zwakte- dan een sterktebod omdat het een gedepolitiseerd thema is dat vaag en leeg is. Met Utrecht heeft het allemaal weinig te maken. Campagne voeren is voor partijpolitici een moetje. Een wederzijdse gijzeling van partij en politicus.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Premier Mark Rutte: ‘laat Utrecht niet in linkse handen vallen’’ (met video) van Diane Hoekstra in het AD, 7 maart 2018.