Overpeinzingen bij een hoorzitting over het cultuurbeleid

7rudiklumpkens

Afgelopen woensdag was op initiatief van Vera Bergkamp (D66) een hoorzitting van de vaste kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het cultuurbeleid van het kabinet waar het culturele veld aan het woord kwam. Directeur van Orkater Marc van Warmerdam omschreef volgens NRC waarom cultuurminister Jet Bussemaker het moet doen met goede bedoelingen en een vriendelijke toon, maar zonder financiële armslag de kaalslag van Halbe Zijlstra niet ongedaan kan maken: ‘De vorige staatssecretaris kan zich niet, mág zich niet vergist hebben. Dus mag er geen dubbeltje bij. En dus zijn we blij met de toon.’ Het ontbreekt de PvdA aan zowel de macht als de wil om zich sterk te maken voor cultuur. Daarnaast is Bussemaker een minister die niet tot de kerngroep behoort waar de besluiten vallen. Jet Bussemaker kan Zijlstra’s beleid niet corrigeren.

Het beeld dat de kunstsector schetst van de eigen situatie is anders dan de optimistische toon die Bussemaker aanslaat. In de voorstelling van het kabinet gaat het om perspectief en hervorming, maar de sector meent zelf dat het door toedoen van de bezuinigingen volledig uit het lood is komen staan. Die bovengemiddeld waren, te snel uitgevoerd werden en evenmin voldoende voorzagen in beleidsinstrumenten die instellingen de kans boden om de stap naar de markt te zetten. Vele kunstenaars en medewerkers in kunstinstellingen worden onderbetaald en talentontwikkeling, innovatie en experimenten staan onder druk. In een solidaire sector worden met kunstgrepen eindjes aan elkaar geknoopt, maar achter de façade van de kunstinstellingen heerst armoede en stort het kunstgebouw in elkaar. Het vlees is van de botten en de reserves zijn definitief op.

Omdat de kunstsector verdeeld is in top- en basisinstellingen, disciplines, groepen, individuen en generaties weet de sector geen stem te vinden die spreekt namens de hele sector. Het kabinet heeft dat verdeel- en heers handig aangepakt door topinstellingen als het Rijksmuseum, de Nederlandse Opera of het Nederlands Dans Theater te sparen waardoor de kunstsector uit elkaar werd gespeeld. En dan zijn er nog de verschillen tussen generaties die van alle tijden zijn. Naar aanleiding van de hoorzitting schreven de initiatiefnemers van De Agenda van De Theaterkrant met onder meer theatercriticus Simon van den Berg een opinie-artikel omdat ze vonden dat de samenstelling van de lijst met vertegenwoordigers van de culturele sector niet representatief was omdat de jongere generatie ondervertegenwoordigd was. Zo gebruikt een jonge generatie een conflict tussen kabinet en kunstsector om de eigen positie te versterken. Het kabinet heeft onvermoede partners.

Foto: ‘De kunstenaars Paulien Barbas en Paulien Föllings worden door directeur Ranti Tjan (rechts) rondgeleid in het EKWC.’ (Zoek in browser: ‘De ongekende mogelijkheden van keramiek’). FD, 20 juni 2015.  (‘Het stopzetten van de subsidie door staatssecretaris Zijlstra van Cultuur kwam destijds als een totale verrassing. Uit informele signalen bleek dat de Raad voor Cultuur een positief advies had gegeven. Tjan had het liever allemaal niet meegemaakt. ‘Het betekende dat we 14 van de 25 medewerkers moesten ontslaan: daarmee gooi je een karrenvracht aan kennis overboord. Dat we zelf de verantwoordelijkheid hebben genomen voor het vinden van een nieuwe kip met gouden eieren zegt veel over onze veerkracht.’)

Bussemaker maakt geld vrij voor talentontwikkeling. Een reparatie

clay-08

Op de laatste pagina van de kamerbrief van minister Jet Bussemaker (OCW) komt de aap uit de mouw: ‘In de periode 2014-2016 maakt het kabinet in totaal 5 miljoen euro vrij voor talentontwikkeling. Deze middelen zijn afkomstig uit de post Specifiek cultuurbeleid.’ Daarnaast is er drie miljoen euro dat beschikbaar komt ‘voor een revolverend fonds voor kleine laagrentende leningen aan talenten’. Dat is afkomstig uit ‘het budget dat binnen het frictiebudget was gereserveerd voor flankerend arbeidsmarktbeleid.’ Er komt dus geen cent bij voor talentontwikkeling, het geld wordt van de ene post binnen de begroting naar de andere doorgeschoven.

Toch is het zinvol dat het accent op talentontwikkeling wordt gelegd. In het advies ‘Slagen in Cultuur’ van mei 2012 over de culturele basisinfrastructuur 2013 – 2016 had de Raad van Cultuur al forse kritiek op die talentontwikkeling omdat de overheid deze in de basisinfrastructuur nog onvoldoende steunde. Opzet is nu om dat meer dan twee jaar later te repareren. Minister Bussemaker had dat in haar beleidsbrief ‘Cultuur beweegt’ van juni 2013 al aangekondigd: ‘Talentontwikkeling is een investering in onze samenleving. Professioneel talent komt niet altijd vanzelf bovendrijven. (..) Vervolgens kan talent niet zonder training en scholing om tot bloei en volle wasdom te komen.’ Kortom, noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud.

Foto: De Nederlandse kunstenaars Olivier van Herpt maakt keramiek met een 3-D printer. Zie ook hier.

Reparatie cultuurbeleid vraagt om snelle actie van politiek

Kunsten ’92 stuurde dinsdag 11 september brieven ‘voor de Algemene Beschouwingen’ aan onder meer Stef Blok (VVD) en Diederik Samsom (PvdA). Op 26 en 27 september zijn de Algemene Beschouwingen. De belangenbehartiger van kunst en cultuur vraagt om snelle actie van de politiek om onomkeerbare schade te voorkomen. Het beleid van staatssecretaris Halbe Zijlstra koerst daar op af. Ingrijpen kan volgens Kunsten ’92 niet wachten op het regeerakkoord. Eind november wordt de jaarlijkse Cultuurnota vastgesteld. Dan zou er een herstelplan moeten liggen. Maar bestaat er overeenstemming over wat hersteld kan en moet worden?

De PvdA beloofde in de campagne een reparatie van 50 miljoen euro. Hoe hard zijn echter de woorden ‘Aan cultuureducatie en talentontwikkeling geven wij met stip voorrang‘ van Jetta KlijnsmaKunsten ’92 en de Federatie Cultuur proberen partijen tot spoed aan te zetten. In de brief aan fractievoorzitters Blok en Samsom constateren ze dat de bezuinigingen op kunst en cultuur bovenmatig zijn: ‘43% van de instellingen zal met ingang van 2013 geen subsidie meer ontvangen en een groot aantal moet het met substantieel minder geld doen‘, terwijl ‘de noodzakelijke condities voor een gezond ondernemerschap nog ontbreken‘.

Kunsten ’92 ziet talentontwikkeling als ‘de eerste voorwaarde voor een creatieve en innovatieve kunst- en cultuursector‘ die onterecht uit de Basisinfrastructuur is geschrapt. Een zinvol handvat van kritiek omdat ook de Raad van Cultuur dit in haar advies constateerde, maar de middelen niet kon vinden om het te repareren. Het verzoekt daarom om ‘transitiemiddelen ter beschikking te stellen om de functies voor talentontwikkeling in de beeldende kunst, film en minimaal één productiehuis per discipline in de podiumkunsten perspectief op een doorstart te geven.’ Dit loopt dus van kunstvakonderwijs tot postacademische- of ontwikkelinstellingen. 

Verder wijst de brief erop dat er hiaten ontstaan in bijna alle sectoren van het culturele bestel. Want ‘Daarmee ontdoet Nederland zich van een aantrekkelijk productieklimaat voor kunst en cultuur’. Expertise en werkgelegenheid gaat verloren. En om werkelijk tot cultureel ondernemerschap te komen vraagt de brief om consistent fiscaal beleid en een minder ambtelijke opstelling van het ministerie van OCW dat reserves afroomt.

Het valt te hopen dat Kunsten ’92 het beleid van staatssecretaris Zijlstra een positieve impuls kan geven. Maar ook dat een oplossing verder gaat dan een sexy en publicitair wat opzichtige reparatie door bijvoorbeeld de subsidie voor de Rijksacademie of de Ateliers te vergroten. Het grootste probleem van de talentontwikkeling is dieper en breder dan dat. Snelheid is geboden. De politiek kan dat aan, omdat het om relatief kleine bedragen gaat. De Nederlandse politiek kan een nieuwe start maken door te getuigen van de goede mentaliteit.

Foto: Schermafbeelding van ‘Daan Samson, Halbe Zijlstra en het Liberaal Herbarium’. Lambda photo C-print on dibond, 3mm plexiglass 120 x 90 cm. Credits: Daan Samson 2012 / Fotografie: Jeronimus van Pelt. Te zien bij Onomatopee Eindhoven

Commissie museumbestel als bokswedstrijd tussen zwaar- en lichtgewichten

Wim Pijbes vond afgelopen mei het advies Slagen in Cultuur van de Raad voor Cultuur ‘zeer schadelijk voor de museumsector‘ en ‘onnodig grievend in taalgebruik‘.  Hij noemde de adviseurs van de raadeen stel lichtgewichten‘, want ‘wie zijn zij eigenlijk om de grote musea te beoordelen‘. De angel zit ‘m in dat ‘grote’. De directeur van het Rijksmuseum pikt het niet dat vertegenwoordigers van kleine en middelgrote musea, en enkele adviseurs hem de les lezen. Volgens de verantwoording zijn Marijke Brouwer, Roeli Broekhuis, Edwin Jacobs, Gitta Luiten, Gert-Jan van der Vossen en Diana Wind de lichtgewichten.

Pijbes heeft gelijk dat de toon van het advies onnodig belerend en grievend is. Het culturele veld neemt het de RvC kwalijk dat het in de verantwoording van de bezuinigingen verder ging dan nodig was. Kwaliteit staat daar los van, maar dat verband stopten de commissies er wel in. In de publiciteit beantwoordden Pijbes en anderen de neerbuigendheid van het advies met neerbuigendheid. Demonstratief zeiden ze in hun ongenoegen de RvC te willen passeren en naar staatssecretaris Zijlstra te stappen. Die uiteraard niets te bieden heeft.

De al in mei aangekondigde tegenactie krijgt vorm in een samenwerking van de Vereniging van Rijksmusea (VRM) en de Nederlandse Museumvereniging (NMV). De commissie Asscher-Vonk gaat zich buigen over de toekomst van het museumbestel. De opdracht luidt: ‘Onderzoek de kansen om vanuit de collectie het museumbestel in Nederland te versterken. Welke mogelijkheden zijn er om de samenhang te verbeteren, de samenwerking tussen musea te intensiveren en het publieksbereik te doen toenemen?’. Op 22 oktober wordt in een extra ledenvergadering van VRM en NMV het advies van de commissie Assscher-Vonk besproken.

In de commissie van acht zitten ook directeuren van grote musea: Sjarel Ex, Museum Boijmans; Wim Pijbes, Rijksmuseum; Axel Rüger, Van Gogh Museum en Benno Tempel, Gemeentemuseum Den Haag. Deze zware samenstelling is een correctie van de ‘lichtgewichten’ uit de commissie Musea van de RvC die zich lieten verleiden tot grievende uitspraken over hun collega’s. Spannend wordt het op 22 oktober als zwaargewichten en lichtgewichten elkaar ontmoeten op de ledenvergadering. Hoe snel gaan de lichtgewichten knockout?

Jammer is dat de talentontwikkeling in de beeldende kunst buiten de opdracht van de commissie Asscher-Vonk valt. Dat betreft de postacademische- en ontwikkelinstellingen: Rijksacademie, Ateliers, EKWC en Jan van Eyckacademie.  Ze zijn buitenproportioneel gekort en zullen vanaf 2016 hun rijkssubsidie verliezen. De RvC erkent dat deze afgebroken talentontwikkeling het cultuurbeleid ernstig schaadt, maar kan het niet repareren. Voor de VRM en de NMV biedt dit bijkomende kansen om het advies Slagen in Cultuur stevig aan te pakken.

Foto: Erwin Olaf, Hope – Boxing School, 2005

Raad voor Cultuur in advies dubbelzinnig over talentontwikkeling

De Raad voor Cultuur heeft het advies ‘Slagen in Cultuur’ over de culturele basisinfrastructuur 2013 – 2016 online gezet. Trouwens slecht te vinden. Het budget wordt 125 miljoen euro lager wat een bezuiniging van 25% is. De politiek hoeft het niet over te nemen. Maar de nieuwe voorzitter Joop Daalmeijer en de nieuwe wind van het Lenteakkoord zonder PVV wekken de verwachting dat dit wel gebeurt. Het gaat erom hoe culturele instellingen worden geclassificeerd en tot samenwerking worden aangespoord en wie er wel of niet niet subsidie krijgt. Staatssecretaris Halbe Zijlstra kan niet alle verzoeken inwilligen, juist daarom heeft-ie de raad gevraagd een logische lijn aan te brengen. Pas op Prinsjesdag is er een definitief besluit over de subsidies.

Bij de sectoranalyse Beeldende Kunst en Vormgeving valt op dat bij de talentontwikkeling de argumentatie van de Raad dubbelzinnig is. Toch de investering in de toekomst. Hoe er geschoven wordt met budgetten blijkt uit de enige van de vier postacademische instellingen die niet langer gegarandeerd is van subsidie: het Europees Keramisch Werkcentrum (sundaymorning@ekwc) in Den Bosch. Voortaan een ontwikkelinstelling.

Naast de Jan van Eyckacademie die ‘over de hele linie het meest overtuigt’ en de Ateliers en de Rijksacademie die ‘afzonderlijk onvoldoende toekomstbestendig zijn’. Sowieso stopt na 2016 de steun aan deze instellingen. De rijksoverheid ziet talentontwikkeling niet langer als taak. De raad vindt de effecten van de bezuiniging een gevoelige aderlating voor basisstructuur en internationaal aanzien van de kunstsector. Artist-in-residence plekken zorgen ervoor dat talentvolle kunstenaars naar ons land komen en expertise en ontwikkeling op peil blijven. Als stimulans voor het kunstklimaat. Onderzoeken tonen aan dat buitenlandse studenten later door belastingen geld opleveren. Vele artists-in-recidency blijven in Nederland met een succesvolle kunstpraktijk.

Dat het EKWC als enige postacademische instelling naar de ontwikkelinstellingen wordt overgeheveld kan voor de korte termijn negatief, maar voor de lange termijn positief uitpakken. Mits de eerste fase overwonnen wordt en de plannen beter worden beschreven. De raad adviseert dat het Mondriaanfonds een substantieel deel van de 2,5 miljoen euro beschikbaar stelt voor zowel de postacademische instellingen als het EKWC. ‘Speciaal dat deel dat is bestemd voor praktijkverdieping van talentvolle kunstenaars‘, aldus het advies. Maar hoe is onduidelijk. De onzekerheid over de toekomst is exemplarisch voor een instelling in beweging die deel uitmaakt van een sector in beweging. Instellingen moeten vanuit twee rijdende treinen hun plaats bepalen.

Foto: Sundaymorning@ekwc at the Gyeonggi International Ceramix Biennale, Korea 2011