Leon de Winter zit nog steeds gevangen in zijn radicale standpunten over Trump

Leon de Winter, ColumnWachten op excuses voor fakenieuws‘. De Telegraaf, 10 november 2021.

Het is triest om te lezen hoe diep Leon de Winter het konijnenhol is ingedoken. Daarin leeft De Winter met zijn medestanders die hem naar de mond praten in zijn eigen surrealistische werkelijkheid. De Winter die ooit een beloftevolle cineast en schrijver was is verworden tot een complotdenker aan wie de nuance niet is besteed, maar de opruiing en de leugen des te meer.

Het is nog om een andere reden triest om te zien, want De Winter schaart zich in zijn Telegraaf-columns steevast aan de kant van Trump die in november 2020 met groot verschil de presidentsverkiezingen verloor en steeds meer in het nauw wordt gebracht door lopende civiele, publiekrechtelijke en strafrechtelijke rechtszaken.

Om het in voor hem gepaste termen te zeggen, De Winter is de troonhemel, de marquee van radicaal-rechts Nederland. Hij geeft legitimatie en zichtbaarheid aan het complotdenken. De haat van links overschaduwt zijn denken en inschattingsvermogen. Het is een dubbele gijzeling. De Winter wordt gegijzeld door zijn radicale denkbeelden en daarmee gijzelt hij de publieke opinie van rechts-radicaal Nederland.

In zijn column Wachten op excuses voor fakenieuws‘ in De Telegraaf van 10 november 2021 associeert De Winter er in zijn konijnenhol uitgebreid op los. Hij neemt het feit van een FBI-onderzoek en knoopt daar met halfslachtige koppelingen zijn onwaarheden aan vast. De leugens en insinuaties zijn te talrijk om ze allemaal te behandelen.

De Winter is de meester van de geprefabriceerde mening waarmee zijn columns in elkaar worden gezet. De Winter schrijft al jaren dezelfde column met dezelfde strekking. Het is niet de bedoeling dat zijn lezers nieuwe inzichten worden voorgehouden. Laat staan dat het de opzet is dat De Winter tot nieuwe inzichten komt. Het is juist de bedoeling dat de lezers oude standpunten krijgen voorgeschoteld die ze herkennen en kunnen herkauwen.

In een commentaar van 30 oktober 2019 ging ik in op een andere column van De Winter die ook ging over het Steele dossier. Daarin schreef ik: ‘De Winter verwijst naar het Steele Dossier. Het is onjuist dat alle constateringen eruit niet kloppen. Wel is door deskundigen op het gebied van inlichtingendiensten zoals John Schindler vanaf de publicatie geopperd dat de uitleg dat de Russen compromitterend materiaal van Trump met prostituees in een Moskouse hotelkamer hebben vermoedelijk Russische desinformatie is om Trumps werkelijke rol te verdonkeremanen. Die bestond uit het witwassen van illegaal geld van Russische criminelen en politici uit de kringen van het Kremlin via Westers vastgoed.’

Als analist Igor Danchenko gelogen heeft tegen de FBI, dan moet hij daarvoor aangeklaagd worden. Dat gebeurt ook, want inmiddels is hij daar vorige week donderdag voor aangeklaagd en in hechtenis genomen. De Democratische volksvertegenwoordiger Adam Schiff heeft afgelopen week in de media onderschreven dat dat de juiste gang van zaken is.

De door Trump benoemde speciale onderzoeker John Durham die al sinds april 2019 bezig is en langer onderzoek heeft verricht dan Robert Mueller maakt gezien de uitkomsten zijn claim niet waar. Het onderzoek zou leiden tot aanklachten tegen topfunctionarissen van de inlichtingendienst uit het Obama-tijdperk en zou beweringen beamen dat het Rusland-onderzoek een politieke ‘heksenjacht’ was. Maar dat maakt Durham niet waar door nu op de proppen te komen met een kleine vis als Danchenko.

Voor de zoveelste keer herhaalt De Winter in zijn column de onwaarheid dat speciale aanklager Robert Mueller in zijn onderzoek niets gevonden heeft. Dat is onjuist. Mueller heeft in zijn rapport 11 gevallen van potentiële obstructie opgesomd. Door die obstructie en de tegenwerking in het onderzoek door Trump die overal rode lijnen aanbracht die Mueller niet mocht overtreden is de onderste steen over de samenwerking van Trump met het Kremlin nog niet boven gekomen.

Het is stemmingmakerij als De Winter over Mueller zegt: hij ‘leidde de jacht’. Mueller kreeg juist het verwijt van Democratische zijde dat hij te bestuurlijk-correct en terughoudend opereerde. Nogmaals, dat kwam mede omdat Trump en toenmalig onderminister Rod Rosenstein rode lijnen bleven trekken die Mueller niet mocht overtreden zodat er van een breed onderzoek nooit sprake kon zijn.

De Winter maakt er een potje van als hij zegt dat de elites zich tegen Trump keerden. Het omgekeerde is waar. De elites spanden Trump voor hun karretje. Dat resulteerde in belastingwetgeving die de vermogenden en bedrijven financieel bevoordeelde en de regelgeving afzwakte. Daarvan profiteerde ook Trump de zakenman. Dat gaf sponsors als Robert Mercer, de toenmalige Koch Broers en Sheldon Adelson de financiële tegenprestatie die ze van Trump eisten. Ook nu nog ondersteunen de grotere Amerikaanse bedrijven de Republikeinse politici die op 6 januari 2021 deelnamen aan de planning om de Republiek omver te werpen. Hoewel de bedrijven dat niet publiekelijk toegeven en lippendienst bedrijven aan de democratie. Wellicht dat de Winter daardoor in verwarring wordt gebracht.

Logisch klopt het evenmin als De Winter beweert dat de Democraten is veranderd in een partij van hoger opgeleiden en beter gesitueerden. Als dat werkelijk zo was, dan zouden de Republikeinse bestuurders in staten als Texas, Arizona, Pennsylvania, Georgia en nog een handvol andere ‘rode’ staten niet alle moeite nemen om de toegang van minderheden en jongeren tot de stembus te onderdrukken omdat ze kiezersonderdrukking als de enige mogelijkheid zien om in de toekomst verkiezingen te winnen.

Het bontst maakt De Winter het in zijn konijnenhol als hij zegt dat Mike Flynn een onkreukbare man is. Hij zou volgens De Winter ‘een onschuldig slachtoffer in de jacht op Trump zijn’. Dat is klinkklare onzin. Flynn moest onder druk van Trump aftreden als Nationaal Veiligheidsadviseur omdat hij gelogen had tegen vice-president Mike Pence. Flynn zei onlangs in de show van Tucker Carlson dat hij Trumps gratie niet verdiende. Flynn ziet zichzelf niet als onkreukbaar. Verder handelde Flynn in strijd met de wet door te lobbyen voor buitenlandse overheden (onder meer Turkije) zonder dat tijdig te melden. In 2017 heeft Flynn toegegeven dat hij heeft gelogen tegen de FBI.

Documentaire ‘An American Affair: Trump & the FBI’ stelt interessante vragen, maar kan geen afdoende antwoorden geven

De documentaire ‘An American Affair: Trump & the FBI’ die afgelopen woensdag op de Duitse publieke zender ARD werd uitgezonden geeft stof tot nadenken. De waarde ervan is dat het met betrokkenen spreekt die van binnenuit bij het onderwerp waren betrokken. France 24 gaat in gesprek met co-regisseur David Carr-Brown.

In de late jaren 1970 en in de 1980s beheerste de Italiaanse maffia west New York en kon er niets gebouwd worden zonder hun medewerking. Dat was de periode dat in New York Trump vastgoed projecten van de grond probeerde te krijgen. Zoals het beschermde Jugendstil Bonwit Teller Building aan Fifth Avenuee dat Trump in 1980 schaamteloos en zonder gestopt te worden liet vernietigen om zijn Trump Tower te bouwen.

Later kwam daar de Russische maffia bij die vanuit Brighton Beach opereerde, nauwe banden had met de toenmalige KGB, de inlichtingendienst van de Sovjet-Unie, en door de Italiaanse maffia werd ingehuurd.

De Russen hielpen vanaf de jaren 1990 Trump op twee manieren. Omdat na een aantal faillissementen vanwege onder meer de dure mislukking van het Taj Mahal casino in Atlantic City geen enkele westerse bank hem nog geld wilde lenen werd hij afhankelijk van Russisch geld. Daar werd de Deutsche Bank voor gebruikt die als enige westerse bank nog zaken deed met Trump. Daarnaast wasten Russen door de aankoop van vastgoed in onder meer New York hun crimineel en illegaal geld schoon. Trump was een spil in die handel.

De verbazing tussen de inmiddels gepensioneerde FBI-agenten over hun leidinggevenden is voelbaar. De agenten vragen zich na al die jaren nog steeds af waarom Trump nooit stevig is aangepakt en of dat wellicht kwam omdat hij bescherming had in de top van het tamelijk zelfstandig opererende FBI-bureau in New York.

Spannend wordt het als een videoverbinding tot stand komt van oud-agent Myron Fuller, die de rol van vorser speelt, met de voormalig onderdirecteur van de FBI en tot in de late jaren 1990 een leidinggevende op het New Yorkse bureau James Kallstrom. Hij is een Giuliani- en Trump-aanhanger en mengde zich in de campagne van 2016 tamelijk ongebruikelijk in het publieke debat over de FBI. De suggestie wordt heel terloops gewekt dat hij in zijn tijd Trump diensten heeft bewezen. Men voelt de dunne lijn die de oud-agent niet kan overgaan om Kallstrom te beschuldigen op straffe van een zaak van smaad aan zijn broek te krijgen.

Dat ishet onbevredigende van de documentaires over Trump (soms met Biden) die nu ter gelegenheid van de presidentsverkiezingen op 3 november 2020 verschijnen. Ze kunnen niet doorbijten en het achterste van de tong tonen. Ze hebben gemeen dat ze alle stoppen voordat de eindconclusie getrokken kan worden en de slotsom wordt opgemaakt. Want Trump heeft de essentiële gegevens afgeschermd en openbaarmaking ervan succesvol geblokkeerd. Daarin zal pas verandering komen als de bescherming van het presidentschap wegvalt. Daarnaast zit de angst voor een rechtszaak wegens smaad er in de Amerikaanse media diep in. Trump staat erom bekend rechtszaken te gebruiken als machtsmiddel tegen partners en opponenten. Het wachten is op het post-Trump tijdperk voordat de media echte openheid kunnen geven. Zonder schroom.

Heldere stem van Sanders én enthousiasme van zijn achterban zijn onvoldoende om het in een vuile strijd van Trump te winnen


Update 8 april 2020: Bernie Sanders heeft aangekondigd zijn campagne op te schorten en dus uit de race te stappen om Democratische uitdager van president Donald Trump te worden. Aldus een bericht in Politico. 

Mijn reactie op de FB-pagina van NRC op het artikelSanders geeft verlangen naar verandering de helderste stem’ van 24 februari 2020 van Merijn Oudenampsen, Sinan Çankaya en Paul Mepschen:

Het is een wetmatigheid dat in een nominatiestrijd de koploper met de meeste gedelegeerden door de concurrenten aangevallen wordt. Daarom moet er onderscheiden worden tussen de normale, te verwachten aanvallen op Sanders die direct uit het verloop van de nominatiestrijd volgen en de meer ideologische aanvallen. De auteurs laten het maken van dat onderscheid na.

Het is trouwens nog maar helemaal de vraag of Sanders voorverkiezing op voorverkiezing wint. De suggestie van de auteurs is dat hij buiten zijn natuurlijke achterban veel enthousiasme oproept en kan bogen op veel steun. Werkelijk? In Iowa was het Pete Buttigieg die de meeste gedelegeerden (niet de meeste stemmen) achter zich kreeg. In New Hampshire en Nevada won Sanders wel. Maar de omvang van die winst is betrekkelijk. In Nevada gingen van de 691.922 geregistreerde Democraten (stand januari 2020) er in de slotronde van de caucus 101.543 stemmen. Dat is bijna 15%. Daarvan stemde iets meer dan de helft niet op Sanders. Zodat zo’n 93% van de geregistreerde Democraten in Nevada niet op Sanders stemde. In 2016 haalde Sanders onder andere omstandigheden en in een ander deelnemersveld een hoger percentage dan in 2020. Ofwel, Sanders’ resultaten tot nu toe wijzen niet ondubbelzinnig op veel steun, maar vooral op een positieve spin. Waarbij de paradox is dat zowel de conservatieve als de progressieve media om verschillende redenen het belang van Sanders overschatten.

Dus laten we voorzichtig zijn met de interpretatie van de resultaten tot nu toe en daar geen hosanna-verhaal pro-Sanders op bouwen. We weten op dit moment gewoonweg nog niet of Sanders een goede kandidaat is die voldoende aantrekkingskracht heeft om president Trump in de zogenaamde purple states (Pennsylvania, Michigan, Wisconsin, Florida) te verslaan. Dat Sanders het goed doet in blauwe staten als Vermont, Massachusetts, Oregon, New York of California is voor het Electoral College van geen belang omdat daar het verschil met de Republikeinen niet wordt gemaakt.

Laten we kijken wat we wel weten. Sanders’ zwakte is zijn radicalisme. Hij profileert zich nog steeds als ‘socialist’, terwijl hij zich in interviews en toespraken soms, maar niet altijd verklaart als ‘democratisch socialist’. Volstond hij maar door te verwijzen naar de Deense verzorgingsstaat. Maar zo rechtlijnig en gedisciplineerd is hij niet. Dat geeft op z’n minst een gemengd beeld af wat hem kwetsbaar maakt voor aanvallen van Trump en de rechtse pro-Trump media.

Bevat de Sanders Campagne wel voldoende wereldwijsheid? Want hoe slim is het voor een kandidaat om in de VS dat sinds Emma Goldman in de jaren 1910 geen socialistische traditie heeft gekend als personal branding het etiket ‘socialist’ te blijven gebruiken? Want dat doet Sanders tot nou toe. Dat gaat dus niet om Sanders’ beleid, maar om de marketing van zijn beleid. Dat kent tot nu toe onnodige zwakheden. Wellicht dat de stroomlijning daarin nog tijdig verandering brengt. Maar zeker is dat niet. De auteurs wijzen terecht op de inhoud van Sanders’ beleid en de ongelijkheid in de VS, maar laten de presentatie ervan buiten beschouwing. En in de beeldvorming wordt de strijd om de twijfelende kiezers beslist.

Sanders recente uitglijer om de bestrijding van het analfabetisme in het Cuba van Fidel Castro als verworvenheid te presenteren is opnieuw van een ongelukkige wereldvreemdheid. Het is van een zelfde domheid als te verwijzen naar de treinen die Mussolini op tijd liet rijden en de Autobahnen die Hitler liet aanleggen. Het is een historisch feit, maar het getuigt van een gemankeerd politiek gevoel om dat in een campagne naar voren te brengen. Terwijl Sanders notabene weet dat hem dat kwetsbaar maakt. Het roept vragen op over Sanders politieke handigheid en gogme. Zo’n opmerking over Castro is ook electoraal onhandig omdat het de Democratische Latino-kiezers in Zuid-Florida tegen het hoofd stoot. De Democraten moeten hoogstwaarschijnlijk Florida winnen om Trump te kunnen verslaan.

De verwijzing van de drie auteurs naar Hillary Clinton als centrumkandidaat is ongelukkig. Want de suggestie is dat zij in 2016 verloor omdat zij een centrumkandidaat was. Maar dat is nog maar helemaal de vraag. Het gaat voorbij aan andere factoren in de campagne van 2016. Zoals de interventie die zonder precedent was van toenmalig FBI-directeur James Comey die op een persconferentie naar buiten bracht dat Clinton onderzocht werd. Terwijl het onderzoek tegen Trump door de FBI niet naar buiten werd gebracht. Daarnaast was Hillary Clinton een arrogante politicus die een slechte campagne voerde met een uitstraling dat zij recht had op het presidentschap. Dat werkte niet. Verder waren er de ontelbare onregelmatigheden die nog niet eens volledig in kaart zijn gebracht. Zoals honderden miljoenen dollars aan Saoedisch en Golfstaten-geld dat illegaal naar de campagnekas van Trump stroomde en de inmenging van de Russische Federatie via hacks en sociale media die eveneens onrechtmatig was. De Republikeinse partij blokkeerde in de herfst van 2016 bij monde van de meerderheidsleider in de Senaat Mitch McConnell een onderzoek naar de buitenlandse inmenging door de federale overheid. Zodat de toenmalige regering Obama geblokkeerd werd om te handelen. Desondanks kreeg Clinton zo’n drie miljoen meer stemmen dan Trump. Maar dat zijn overbodige stemmen waar nu ook deels het enthousiasme voor Sanders op wordt gebaseerd.

Mogelijk wint Bernie Sanders de Democratische nominatie en kan hij Trump verslaan, de meerderheid in het Huis vasthouden en die in de Senaat veroveren. Want zonder dat laatste zal hij hoe dan ook vleugellam zijn. De drie auteurs hebben het grooste gelijk van de wereld dat de ongelijkheid in de VS te groot is geworden en dat de rijken en vermogenden via hun greep op de politiek hun eigenbelang veiligstellen. Dat is onaanvaardbaar en onhoudbaar. Daarom moet de Amerikaanse politiek hervormd waren. Voor het belang van de burgers, het land en de sociale vrede. Trouwens te beginnen met het herroepen van de Citizens United-uitspraak van het Hooggerechtshof die het grote geld in de politiek introduceerde.

Maar de drie auteurs maken een vreemde sprong als ze uit het gelijk dat Sanders heeft concluderen dat hij ook gelijk zal krijgen. Want daar zijn heel andere kwaliteiten voor nodig in een campagne die naar verwachting vuiler en gemener zal zijn dan in 2016. En nog meer buitenlandse inmenging zal kennen dan vier jaar geleden. Enthousiasme en een heldere, rechtvaardige stem zijn onvoldoende om het te winnen van een opgehitste achterban en een liegende, bedriegende, valse stem die met de modernste technische analyse en middelen onder de aandacht wordt gebracht. Je zou bijna denken dat de wereldvreemdheid die Sanders tot nu toe vertoont is overgeslagen naar drie auteurs in Nederland. Wat je noemt multiculturalisme.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSanders geeft verlangen naar verandering de helderste stem’ van Merijn Oudenampsen, Sinan Çankaya en Paul Mepschen in NRC, 24 februari 2020.

Leon de Winter is gevangene van radicale standpunten over Trump

Het is een steeds groter genoegen om in De Telegraaf de columns over de Amerikaanse politiek van Leon de Winter te lezen. Reden daarvoor is dat hij een fervente verdediger van president Trump is die steeds verder in het nauw wordt gebracht in het Oekraïne-schandaal. Ofwel, de Quid pro quo voorwaarde waarin Trump op ontoelaatbare wijze (wapen)hulp aan Oekraïne verbond met binnenlandse politiek, te weten onderzoek door Oekraïne naar zijn binnenlandse Democratische mededinger Joe Biden en diens zoon Hunter. Volgens de grondwet een reden voor afzetting. Daarom moet De Winter steeds absurdere wendingen nemen om Trump te verdedigen. In zijn betoog moet hij noodgedwongen steeds grotere gaten laten vallen omdat hij om de feiten heen moet navigeren. Die steeds smallere en krom beredeneerde weg roept een boosaardig plezier op over het ongeluk van De Winter die zich met zijn columns over dit onderwerp in de hoek heeft gebokst en daar niet meer uit kan komen. Hij verdedigt een verloren zaak. Niet dat al vaststaat dat Trumps impeachment slaagt. Dat wordt door de machtsverhoudingen in de Senaat beslist. Wel op verstandelijk niveau waar De Winter zich ongeloofwaardig opstelt. Het is begrijpelijk dat De Telegraaf deze columns vanwege het amusementsgehalte handhaaft. Daarnaast biedt het inzicht in een sociologisch experiment van een opiniemaker die te ver geradicaliseerd is om nog betrouwbaar te zijn. Dan gaat een politieke column over in absurdisme en parodie.

In zijn columnTrump moet weg om doofpot ‘Russiagate’’ van 29 oktober 2019 grossiert De Winter in talking points die hij leent van de hardcore verdedigers van Trump. Ook zij laten de feiten uit hun meningen volgen. Wat overigens niet wil zeggen dat alle Republikeinen ‘gelovigen’ in Trump zijn. Gematigde Senatoren als Mitt Romney of Ben Sasse komen voorzichtig met kritiek op Trump vanwege zijn Quid pro quo in de Oekraïense affaire die door getuigenissen van talloze (voormalige) overheidsfunctionarissen in niet publieke hoorzittingen in het Huis onweerlegbaar en objectief zijn vastgesteld. De meeste Republikeinse wetgevers lijken niet tot de voorhoede van critici of de achterhoede van hardcore verdedigers als Mark Meadows, Jim Jordan of Devin Nunes te behoren. Het is de grote middengroep die afwacht, het niet met Trumps optreden eens is, maar bang is om bij tegenspraak door hem op Twitter afgestraft te worden. Overigens hebben al bovengemiddeld veel Republikeinen aangekondigd in 2020 op te stappen. Hun verwachting is blijkbaar dat de Democratische meerderheid in het Huis niet in gevaar komt en de Republikeinse meerderheid in de Senaat wel.

De Winter hanteert de tactiek van Trumps hardcore verdedigers. Hij gaat niet in op tegenwerpingen, maar stort los van het tegengeluid in vaste en snelle bewoordingen zijn pregefabriceerde meningen uit. Daarbij gaat hij voorbij aan feiten die in tegenspraak zijn met zijn mening en nuanceringen die zijn betoog verzwakken. Zo doet De Winter het voorkomen alsof er een harde tegenstelling Democraten-Republikeinen is die alles verklaart. Die tegenstelling is er uiteraard, maar die is minder scherp dan De Winter suggereert. Ontelbare Republikeinen hebben in de afgelopen jaren afstand van Trump genomen of kritiek op hem geuit. Zij gaan juist voorbij aan de binaire partijpolitiek die De Winter in navolging van Trump als allesoverheersend voorstelt.

Donald Trump is schuldig aan het uitverkopen van de belangen van zijn land en zijn onderhorigheid aan de Russische president Vladimir Putin waardoor hij de nationale veiligheid van de VS in gevaar brengt en de invloed en het prestige ervan heeft aangetast. Naar verluidt is Trump al sinds de jaren 1980 ‘bezit’ van de Russen. De Winter verwijst naar het Steele Dossier. Het is onjuist dat alle constateringen eruit niet kloppen. Wel is door deskundigen op het gebied van inlichtingendiensten zoals John Schindler vanaf de publicatie geopperd dat de uitleg dat de Russen compromitterend materiaal van Trump met prostituees in een Moskouse hotelkamer hebben vermoedelijk Russische desinformatie is om Trumps werkelijke rol te verdonkeremanen. Die bestond uit het witwassen van illegaal geld van Russische criminelen en politici uit de kringen van het Kremlin via Westers vastgoed. Dat verklaart dat Trump keer op keer van faillissement werd gered door geld uit de landen van de voormalige Sovjet-Unie. Dat is de structurele Quid pro quo die al tientallen jaren bestaat en ten grondslag ligt aan de Oekraïense Quid pro quo met president Zelenski en vice-president Biden.

De claim van De Winter dat het Mueller-rapport Trump heeft vrijgesproken van samenzwering en obstructie in ‘Russiagate’ is in strijd met de waarheid. Speciale aanklager Robert Mueller heeft in zijn rapport 11 gevallen van potentiële obstructie opgesomd. Door die obstructie en de tegenwerking in het onderzoek door Trump die overal rode lijnen aanbracht die Mueller niet mocht overtreden is de onderste steen over de samenwerking van Trump met het Kremlin niet boven gekomen. Door Trumps obstructie en de onjuiste, partijdige weergave van de resultaten van het Mueller-rapport door Justitieminister William Barr, waar De Winter op voortborduurt, is in de publiciteit succesvol het beeld gevestigd dat Trump niet heeft samengezworen met het Kremlin. Dat is onterecht. Zoals gezegd heeft Mueller die zich terughoudend opstelde Trump niet vrijgepleit van obstructie.

De Winter verwijst naar het boekThe plot against the president’ van journalist Lee Smith. Veelzeggend is dat De Winter de ondertitel niet noemt. Die luidt: ‘The True Story of How Congressman Devin Nunes Uncovered the Biggest Political Scandal in U.S. History’. Het boek van Lee Smith geeft de visie van Trumps hardcore verdediger Devin Nunes. Hij was tot januari 2019 de invloedrijke voorzitter van de House Permanent Select Committee on Intelligence. Om ethische redenen werd hij in april 2017 vanwege geheime coördinatie met het Witte Huis van het Rusland-onderzoek gehaald. Daarna voerde Nunes zijn parallelle onderzoek uit dat er vooral uit bestond om de officiële onderzoeken te dwarsbomen. Als de media geen aandacht besteden aan dit boek dat overigens pas op 29 oktober verschenen is, dan komt het niet door de journaliste Lee Smith, maar door de complottheorieën van Devin Nunes over de zogenaamde ‘deep state’ die als afleiding dienen voor de politieke én juridische onderzoeken (SDNY) naar het onrechtmatig en crimineel handelen van Donald Trump.

Waarom Leon de Winter in zijn columns zulke rechts-radicale standpunten deelt en Trump en zijn hardcore verdedigers in bescherming neemt is tamelijk onbegrijpelijk. Maar het is ook begrijpelijk als men beseft dat hij nu eenmaal ooit die weg van de complottheorieën ingeslagen is en zonder gezichtsverlies niet meer om kan keren. Hij heeft dus geen andere keuze dan die weg verder in te gaan. Zodat het er steeds absurder en vermakelijker op wordt. De Winter noemt ‘een onderzoek’ ‘een doofpot’, en ‘een doofpot’ ‘een onderzoek’. De Winter noemt ‘ondermijning van de democratie’ ‘democratie’, en ‘democratie’ ‘ondermijning van democratie’.

De Winter keert de waarden om. Er valt trouwens heel wat af te dingen op zijn politieke inzichten. Dat komt omdat hij Trumps talking points volgt en de mentale flexibiliteit mist om daarvan af te wijken. Zo meent hij dat vice-president Mike Pence en Justitieminister William Barr bij afzetting van Trump zullen blijven zitten. Maar ook zij zijn onderhand in het schootsveld gekomen. De dynamiek die ontstaat als Trump tot aftreden wordt gedwongen, ook als hij met een schikking (plea deal) aftreedt om zijn vastgoedbedrijf te redden, zal naar verwachting zo immens zijn dat ook medestanders als Barr of Pence meegetrokken worden in Trumps val. Dan komt er weer ruimte voor integere Republikeinen die de erfenis van Trumps sektebeweging mogen opruimen. Dan wordt ook Leon de Winter verlost van zijn radicalisme dat hem nu zo doof maakt voor feiten. 

Foto: Schermafbeelding van deel columnTrump moet weg om doofpot ‘Russiagate’’ Van Leon de Winter in De Telegraaf, 29 oktober 2019

Lek in The New York Times van Mueller-team: Mueller-rapport over Trump schadelijker dan Barr-samenvatting doet uitkomen

Een artikel in The New York Times zet druk op minister van Justitie William Barr om het Mueller-rapport snel openbaar te maken. Hij wordt ervan beschuldigd politieke redenen zwaarder te laten wegen, te weten de bescherming van president Trump, dan het landsbelang en het volgen van de juiste procedures die passen bij een functionerende rechtsstaat. Barr wordt verweten te mild te zijn geweest voor Trump. Hij stuurde op 24 maart een brief (‘Barr-samenvatting’) naar het Congres waarvan de objectiviteit werd betwijfeld. Hij zou zijn interpretatie van het Mueller-rapport hebben gegeven.

Het lek komt uit het team van Mueller. Dat is van de ene kant opmerkelijk omdat dit voor het eerst is sinds het Mueller-onderzoek begon in mei 2017, maar werd van de andere kant verwacht. De jurist en het voormalige lid van het Watergate team dat president Nixon aanklaagde Nick Akerman legt dit in gesprek met Chris Hayes uit. Het artikel zegt dat ‘sommige onderzoekers van Robert S. Mueller III hebben verteld dat William Barr de bevindingen van hun onderzoek niet adequaat heeft weergegeven en dat zij verontrustender waren voor president Trump dan de heer Barr aangaf’. De onderzoekers zouden hierover ‘sudderend gefrustreerd’ zijn.

Toch leek in de publiciteit de Barr-samenvatting te werken, want vele media gingen uitsluitend af op wat Barr in zijn samenvatting schreef. Zowel correspondenten als in hun kielzog analisten en columnisten gingen hierin mee zonder dat ze het Mueller-rapport onder ogen hadden gehad. Ik uitte in commentaren van 24, 25, 27 en 30 maart kritiek op de verslaggeving van de Amerikaanse en Nederlandse media en had onder meer per e-mail een uitgebreide uitwisseling met de ombudsman van NRC over deze kwestie. In een commentaar van 1 april vatte ik mijn kritiek op de media samen. Mijn conclusie was dat ze er ziende blind ingestonken waren.

De kritiek van de onderzoekers uit het Mueller-team gaat in op vele aspecten. Zo had het Mueller-team zelf samenvattingen van het rapport aangeleverd die Barr echter niet gebruikte. De reden die functionarissen van het ministerie van Justitie aanvoeren om die samenvattingen niet te gebruiken is dat ze gevoelige informatie zouden bevatten. Maar dat gaat voorbij aan het strijdpunt tussen de Democraten in het Huis en Barr over de openbaarmaking van het Mueller-rapport. De Democraten vragen om een ongecensureerde versie voor vertrouwelijk gebruik in het Congres –inclusief alle onderliggende documenten– en een opgeschoonde publieksversie. Ter herinnering, pas in 2011 werd aan het publiek het Watergate-dossier uit 1974 vrijgegeven.

In het artikel van The New York Times wordt in verschillende passages gerefereerd aan voormalig FBI-directeur James Comey die tegen het eind van de campagne van 2016 in een persconferentie bekendmaakte dat er een onderzoek liep naar de Democratische presidentskandidaat Hillary Clinton. Later liet Comey weten dat Clinton was vrijgepleit. Uit statistische data van Nate Silver blijkt dat Comey’s interventie waarschijnlijk beslissend was en Clinton het presidentschap kostte. Het verwijt aan Comey is dat hij nooit op die manier politiek had mogen bedrijven. Overheidsdiensten als de FBI moeten geen politiek bedrijven. Dat is de rode lijn die Mueller en Barr terughoudend en huiverig maakt. Zij willen geen politiek bedrijven en hun mandaat overschrijden. Maar het is ook een rode lijn waarachter ze zich kunnen verschuilen om afwijkend van hun opdracht te handelen. De persoonlijke dimensie van dit verhaal is dat Mueller en Barr vrienden zijn.

De geschiedenis zal uitwijzen of Mueller en Barr te voortvarend of te terughoudend waren, en in welke gevallen ze dat waren. President Trump lijkt in elk geval het gewicht van correct grondwettelijk handelen niet te voelen. Hij is sinds de Barr-samenvatting van 24 maart met zijn waterdragers al anderhalve week op Twitter en op bijeenkomsten fel in de aanval op Democraten in het Huis als Adam Schiff en claimt dat hij is vrijgepleit van de beschuldiging van samenzwering en obstructie door Barr. Maar tegelijk is hij teruggekomen op zijn mening om het Mueller-rapport vrij te geven. Het lek uit de boezem van het Mueller-onderzoek in The New York Times is de logische reactie op Trumps desinformatie. Trumps velddag lijkt voorbij. De waarheid wacht.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSome on Mueller’s Team Say Report Was More Damaging Than Barr Revealed’ van Nicholas FandosMichael Schmidt en Mark Mazzetti in The New York Times, 3 april 2019.

Jamieson stelt in ‘Cyberwar’ dat Trump zonder hulp van Kremlin de verkiezingen niet had gewonnen. Analyse van Mayer in New Yorker

Jane Mayer gaat in een uitgebreid artikel in The New Yorker in op de vraag of president Trump zonder hulp van de Russen de presidentsverkiezingen in 2016 had gewonnen en haar antwoord is ontkennend. Trump heeft uitsluitend door manipulatie van de Russen kunnen winnen. Mayer baseert zich op het boekCyberwar: How Russian Hackers and Trolls Helped Elect a President—What We Don’t, Can’t, and Do Know’ van hoogleraar communicatie Kathleen Hall Jamieson dat op 18 oktober 2018 verschijnt bij Oxford University Press, twee weken voor de tussentijdse Congres-verkiezingen. Mayer beeldt Jamieson af als een neutrale en onpartijdige wetenschapper die zich uitsluitend baseert op feiten en nauwgezet forensisch onderzoek heeft gedaan.

Pikant is de rol van voormalig FBI-directeur James Comey die vlak voor de verkiezingen met beschuldigingen over Hillary Clinton naar buiten kwam. Dit was zonder precedent omdat de FBI zich hiermee actief in de verkiezingen mengde en omdat minister van Justitie Loretta Lynch door Comey werd gepasseerd. Volgens analisten heeft Comey’s interventie Trump de overwinning opgeleverd in swingstates Michigan, Pennsylvania, Wisconsin en Florida waardoor hij met een kleine marge van 80.000 stemmen het Electoral College won, ondanks de bijna 3 miljoen stemmen meer stemmen voor Clinton. De ironie is dat Comey die een grote bijdrage geleverd zou hebben aan Trumps overwinning in 2017 door hem ontslagen werd. Waarom Comey zo opvallend buiten zijn boekje handelde in oktober 2016 beschrijft Mayer. Comey zou zich gebaseerd hebben op valse informatie van de Russen die door de inlichtingendiensten tijdig als vals was ontmaskerd, maar ondanks dat gehandeld hebben vanwege de optiek in de verkiezingsstrijd van deze Russische desinformatie.

Mayer laat wetenschappers en opinie-leiders aan het woord die betwijfelen of de Russen de verkiezingen doorslaggevend ten gunste van Trump hebben beïnvloed. Niemand betwijfelt overigens dat de Russen zich gemengd hebben in de verkiezingsstrijd ten gunste van Trump. Jamieson lijkt dit als enige nauwgezet bestudeerd te hebben, terwijl anderen eerder een houding hebben van ‘we zullen het nooit kunnen weten’. Mayer wijst ook op data van onder meer Facebook die nog niet zijn vrijgegeven en Jamiesons theorie verder zouden kunnen onderbouwen. Uiteraard roept dit de vraag op hoe legitiem Trumps presidentschap is als hij tegen de grondwet in door een buitenlandse macht aan het presidentschap is geholpen. Die vraag komt met de publicatie van Jamiesons boek ‘Cyberwar’ vermoedelijk weer centraal in het publieke debat te staan.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelHow Russia Helped Swing the Election for Trump’ van Jane Mayer in The New Yorker (

Foto 2: Schermafbeelding van omslag van boekCyberwar; How Russian Hackers and Trolls Helped Elect a President – What We Don’t, Can’t, and Do Know’ van Kathleen Hall Jamieson. Verschijnt op 18 oktober 2018 (verwachting) bij Oxford University Press.

Foto 3: Schermafbeelding van passage uit artikelHow Russia Helped Swing the Election for Trump’ van Jane Mayer in The New Yorker (

Voorspelbare hysterie van Leon de Winter in De Telegraaf

Leon de Winter is de rechtse buitenboordmotor van De Telegraaf. Het is de vraag waarom hoofdredacteur Paul Jansen hem de hand boven het hoofd houdt en hem een wekelijkse column biedt. Jansen is een journalist voor wie de feiten heilig zijn. Bij columnist Leon de Winter is dat omgekeerd. Hij laat feiten uit zijn mening volgen. Dat gaat niet om selectief winkelen in feiten met het doel om stemming te maken, maar om het verdraaien van de feiten. Uiteraard geeft De Winter zijn opinie binnen de beslotenheid van zijn column, maar zelfs dan is het bevreemdend hoe De Winter met zijn sprokkelende opinievorming gaten in zijn betoog laat vallen.

Leon de Winter is een complotdenker die de establishment media als links afbeeldt. Media die bezit zijn van bedrijven of ondernemers (zo bezit miljardair Jeff Bezos van Amazon The Washington Post) en per definitie optimaal gedijen bij de status quo. Links zijn deze media niet, eerder opportunistisch en berekenend. Leon de Winter verzwijgt -omdat het niet in zijn complotdenken past- dat speciale aanklager Robert Mueller een Republikein is die door de Republikeinse onderminister van Justitie Rod Rosenstein is benoemd. Leon de Winter verzwijgt dat toenmalig FBI-directeur -en tot voor kort Republikein- James Comey door zijn persconferentie waarin hij kort voor de verkiezingen van november 2016 aankondigde dat er een onderzoek naar Hillary Clinton liep Trump de overwinning in de schoot wierp. Terwijl Comey publiekelijk verzweeg dat er toen ook een onderzoek naar kandidaat Trump liep. Comey die overigens nu oproept om bij de tussentijdse verkiezingen van november 2018 Democratisch te stemmen om ‘de waarden van het land te redden’.

Leon de Winter is een luie en saaie denker met een beperkt politiek register. Hij combineert in zijn columns steeds dezelfde ingrediënten aan de hand van hetzelfde recept. Dat kon ooit aardig zijn om ook eens een tegendraads geluid te laten horen. Met een ultra-rechtse opiniemaker als Wierd Duk dekt hij bij De Telegraaf de radicaal-rechtse flank af. Vanuit commerciële overwegingen is dat begrijpelijk. Maar het wordt er wel erg potsierlijk op als die tegendraadsheid een sleur wordt en De Winter keer op keer zichzelf herhaalt en een gerecht brouwt dat steeds hetzelfde smaakt. Zo wordt het tekort van De Winter het tekort van De Telegraaf.

Foto 1: Column ‘De ziekelijke trekken van Trump-hysterie’ van Leon de Winter in De Telegraaf, 18 juli 2018. Via tweet René Kemp.

Foto’s 2-4: Tweets van GeorgeKnightLang, 18 juli 2018.

De handschoenen zijn af. Comey suggereert in boek een hogere loyaliteit te hebben dan de bedriegende en bluffende Trump

Publiciteit wordt opgebouwd rond het nieuwe boekA Higher Loyalty: Truth, Lies, and Leadership’ van de in 2017 door president Trump ontslagen FBI-directeur James Comey. Kranten en nieuwsmedia citeren eruit. Het verschijnt op dinsdag 17 april bij uitgeverij Flatiron Books, Macmillan Publishers. Nu al staat het op nummer 1 van de Best Seller lijst van Amazon. CNN omschrijft de inhoud ervan als vernietigend: ‘Het is niets minder dan de meest verwoestende, contemporaine takedown (=neerhalen, demontage en vernedering) van een zittende president in de moderne geschiedenis.’ Het panel van ABC News scherpt het nog eens extra aan door George Stephanopoulos buiten zichzelf te laten treden als journalist. Zo’n boek van zo’n man moet wel bijzonder zijn is de boodschap. Naar verluidt kookt Trump van woede en wordt de campagne tegen Comey georkestreerd.

Trump publiceert memo. Ondanks bezwaren van inlichtingendiensten en Democraten

De memo is vrijgegeven door president Trump, in weerwil van het uitzonderlijke verzoek van de FBI om dat niet te doen in verband met het vertrouwelijke karakter ervan. Het draait om het zogenaamde Steele-dossier van de Britse spion die zegt dat hij ‘wanhopig was dat Trump president werd en er gepassioneerd over was dat hij geen president was’. Dat is volgens de Republikeinen de kern ervan waarmee ze willen aantonen dat het onderzoek van de FBI gebaseerd was op anti-Trump sentimenten. Maar Steele was als Brit niet zozeer een partijpolitieke tegenstander van Trump. Hij had als Rusland-specialist het sterke vermoeden dat Donald Trump ‘gerund’ wordt door het Kremlin en het daarom vanwege de nationale veiligheid van de VS niet gewenst was dat hij president werd. Overigens was het Rusland-onderzoek al gestart voordat Steele via het FISA-verzoek in beeld kwam bij de FBI. Paragraaf 5 maakt dat duidelijk en ontkracht de Republikeinse claim dat het Rusland-onderzoek gekleurd is. Daarnaast zijn alle verantwoordelijke functionarissen Republikeins.

Democraten noemen de memo een nothingburger of dud dat niet het effect heeft dat Trump, Devin Nunes en Republikeinse hardliners in het Huis voor ogen hebben. Als het al een slimme actie was die door meer werd ingegeven dan wanhoop. Toch heeft Trump even verwarring weten te zaaien. Maar hij heeft ook de FBI en het ministerie van Justitie tegen de haren ingestreken en tegenkrachten gemobiliseerd. Dat is zonder precedent.

Het valt niet makkelijk in te zien dat de publicatie ervan Trump enig respijt geeft om zich te ontworstelen aan het onderzoek van speciale aanklager Robert Mueller. Zelfs als Mueller via een bijltjesdag op het ministerie van Justitie ontslagen wordt, dan wachten Trump en zijn omgeving aanklachten op staatsniveau. Bijvoorbeeld in de staat New York. De memo is een wanhoopsoffensief waarmee Trump zijn laatste reserves verbruikt.

Foto: Tweet van James Comey, 2 februari 2018.

Poot van het onderzoek van speciale aanklager Mueller dat op obstructie focust bevindt zich al in afrondende fase

MSNBC’s Nicole Wallace besteedt in haar programma ‘Deadline: White House’ van 23 januari aandacht aan het Rusland-onderzoek van speciale aanklager Robert Mueller. Drie ontwikkelingen wijzen op de stand en richting van het onderzoek. Chuck Rosenberg noemt het zelfs onthullingen. 1) De minister van Justitie Jeff Sessions is ondervraagd door Mueller en zijn team. 2) Voormalig FBI-directeur James Comey die in 2017 door president Trump ontslagen werd is door Mueller ondervraagd over zijn memo’s. Dit zijn notities of ‘contemporaneous notes’ van gesprekken met Trump. 3) Uit een bericht in de Washington Post blijkt dat Mueller binnen enkele weken de president wil ondervragen over het vertrek van Comey en voormalig veiligheidsadviseur Mike Flynn. Het is onduidelijk in welke vorm dat zal gebeuren. Mondeling, schriftelijk of een combinatie ervan. Daarover lopen onderhandeling tussen Mueller en het Witte Huis. Uit deze ontwikkelingen blijkt dat Muellers onderzoek focust op de belemmering (‘obstruction’) van de rechtsgang door Trump en zijn team. Dat het nu al in de afrondende fase is beland tekent de vaart van Muellers onderzoek en is een verrassing. Wrap it up, wrap it up.