Domme krachten als Ramautarsing en Plaisier bemoeilijken de normalisering van FvD. De kanaries in de kolenmijn zingen vals

Er is een verschil van mening ontstaan tussen politicus Thierry Baudet (FvD) en de lerares Nederland Michelle van Dijk. Aanleiding was de schrijfopdracht die Van Dijk als toets gaf aan de leerlingen van 5 VWO. Ze gaf tien prikkelende stellingen waarvan de laatste luidde: ‘Als het aan Baudet ligt, moeten we naar een Nederland waarin slechts enkele witte mannen de macht hebben.’ In een kader bij een artikel van Van Dijk geeft NRC als voorbeeld van het soort opdracht ook een andere stelling: ‘De EU is een moloch die te duur is, niets oplevert en zorgt voor onrust. De EU opheffen en terug naar een Europa met wat basale economische en militaire afspraken is hard nodig. Of toch niet?

Baudet kreeg de 10 stellingen van een leerling toegestuurd en bracht het vervolgens in de publiciteit. Hij meende zich verkeerd gepresenteerd te zien en probeerde zich met zijn klacht in de media te profileren. FvD richtte de pijlen op de lerares waarbij Yernaz Ramautarsing die namens FvD kandidaat is voor de gemeenteraad van Amsterdam in een tweet zelfs opriep tot ontslag van Van Dijk. Waarop  kritiek kwam, zoals in een tweet van Jesse Donders: ‘Gewoon even netjes sorry zeggen, Yernaz. Dit soort gedrag kan echt niet bij een serieuze partij’. Andere verdedigers van Baudet sprongen ook op de kar van de verontwaardiging.

Men kan het oneens zijn met de uitleg van Van Dijk, maar om op te roepen tot haar ontslag of schorsing past niet binnen een democratische partij die FvD zegt te zijn. Het tekent ook de kwaliteit van het Nederlandse publieke debat waar het niet meer volstaat om standpunten tegenover of naast elkaar te zetten, maar waar de persoon of de motivatie van de opponent erbij wordt gehaald. Dat gaat een grens over en is onaanvaardbaar.

Voor TPO maakt ‘de halve filosoof’ Jaap Plaisier het in een opinie-artikel bont door Van Dijk persoonlijk aan te vallen. (‘Michelle is dus een heel vervelend mens. Ze is zo dom en kwaadaardig dat haar lesbevoegdheid haar eigenlijk afgepakt zou moeten worden’). Plaisier is halfslachtig en dekt zich ironisch in door zich te baseren op een column uit 1990 van Boudewijn Buch over een niet-partijpolitiek onderwerp in het Amsterdamse universiteitsblad Folia. Jaap Plaisier denkt FvD en Baudet te helpen of in bescherming te nemen, maar bewerkstelligt het omgekeerde. Hij schopt door zijn geschop tegen Van Dijk en NRC vooral zichzelf onderuit.

Plaisier benadrukt het intolerante en ondemocratische aspect van FvD zoals Yernaz Ramautasring ook doet door het ontslag van een lerares te eisen die een stelling presenteert waarin leerlingen kunnen reflecteren op de gedachten van de alt-right beweging zoals die in Nederland door FvD wordt gerepresenteerd. Met dit soort domme krachten als Ramautarsing en Plaisier schiet Baudet niets op. Integendeel, ze brengen Baudet in problemen. Hij doet namelijk in de publiciteit moeite om maatschappelijk aanvaard te worden en afstand te nemen van radicale of extreme standpunten. Ook van zijn eigen foute uitspraken over vrouwen of niet-witte Nederlanders (‘homeopatische verdunning van de Nederlandse bevolking’) waarvan het de vraag is of hij die nog van harte steunt of er slechts om opportunistische redenen  afstand van neemt. Uitspraken die trouwens exact de onderbouwing  voor de stelling van Michelle van Dijk geven. Domme krachten als Ramautarsing en Plaisier missen de politieke handigheid van Baudet. Ze zijn de vals zingende kanaries in de kolenmijn van FvD.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel van Jaap Plaisier voor TPO, 16 december 2017.

Antwoord aan Jaap Plaisier: Viktor Orbán bedient zich van antisemitisch jargon

Hier is er weer één. Een reactie op een artikel op een van de rechtse sites die Nederland telt. Dit keer het gematigd-radicale TPO. Blogger Jaap Plaisier heeft het niet zo op de Volkskrant-columnist en ‘charlatan’ Arnon Grunberg en relativeert het antisemitisme van politici als Viktor Orbán, Marine Le Pen en Geert Wilders. Maar dat is niet het hele verhaal. Vorm en inhoud vallen niet altijd zo samen als we vermoeden. Het antwoord:

Het kan best dat premier Viktor Orbán geen antisemiet is, maar hij bedient zich wel van hedendaags antisemitisch jargon. Dat is omcirkelend taalgebruik. Orbán is slim genoeg om zich niet expliciet antisemitisch uit te laten, maar of daaruit geconcludeerd te worden dat hij geen antisemitische agenda volgt -zoals Plaisier doet- is te kort door de bocht. Het gaat erom wat Orbán met zijn verwijzingen naar George Soros, de financiële, speculatieve wereld of multinationale kringen precies beoogt. Hij hint ergens op zonder het voluit te zeggen. Orbán laat het bewust in de lucht hangen, en wast zijn handen in onschuld. Zo denkt hij.

Verhullend taalgebruik dat uit rechts-populistische of rechts-nationalistische kringen opklinkt is verwarrend omdat degenen die er aanstoot aan nemen er wat anders uit afleiden dan degenen die er geen aanstoot aan nemen. Het is precies voldoende duidelijk om er Orbáns navolgers mee te motiveren in hun nationalisme of antisemitisme en precies niet duidelijk genoeg om Orbán van virulent antisemitisme te betichten.

Plaisier relativeert in zijn betoog alles weg. Dat is van eenzelfde soort verwarring die hij Arnon Grunberg verwijt. En inderdaad Grunberg geeft zijn opinie over dit onderwerp, zoals Plaisier dat ook doet. Voor de sekte van Volkskrant-lezers kan Grunberg belangrijk zijn, zoals voor een sekte van TPO-lezers Plaisier belangrijk kan zijn. Maar in de publieke opinie zijn ze uiteindelijk onbelangrijke uitingen. Dat is een relativering die Plaisier hopelijk kan waarderen.

Is Grunberg een charlatan? In elk geval slaat de vergelijking van Plaisier van Grunberg met Bas Heijne naar mijn idee de plank mis, en gooit Plaisier de mogelijkheid weg om te onderscheiden. Heijne is een essayist met analyses die weloverwogen en doordacht zijn. Of men het er politiek nou mee eens is of niet. Grunberg is meer een literator die zich bezondigt aan het verkondigen van meningen over kunst op politiek die op een impressionistische wijze tot stand komen. Daarom valt er heel wat op af te dingen en is het de vraag wat het allemaal waard is. Laatst hees Grunberg in NRC de Utrechtse kunstenaar Jeroen Hermkens op het schild. Dat werd door kunstliefhebbers hoofdschuddend en als onbegrijpelijk aangezien en riep de vraag op of Grunberg eigenlijk verstand heeft van beeldende kunst. Zoals nu Plaisier doet met de politieke Grunberg.

Het is jammer dat Plaisier niet ronduit wil toegeven dat er antisemitische tendenzen aanwezig zijn in de achterbannen van rechts-nationalisten als Marine Le Pen, Viktor Orbán of Geert Wilders. Het doet zich alleen in een andere vorm voor dan het traditionele antisemitisme zoals we dat kennen uit de recente geschiedenis. Los daarvan valt het te hopen dat Plaisier door zijn relativeringen niet het beeld oproept -bij degenen die hij inspireert en die slechter dan hem hun geschiedenis kennen- dat het allemaal wel meevalt met het hedendaagse, verhullende antisemitsche jargon.

Het valt niet mee wat er op dit moment in Hongarije gebeurt waar Orbán de radicaal-rechtse partij Jobbik de wind uit de zeilen probeert te nemen door voorzichtig aan te haken bij het antisemitisme dat in de Hongaarse samenleving bestaat. De opdracht voor een premier is echter een andere. Namelijk om bevolkingsgroepen te verbinden en niet het omgekeerde te doen door bepaalde bevolkingsgroepen uit te sluiten. Of dat direct of indirect, ondubbezlzinnig of dubbelzinnig, onverbloemd of verhullend gebeurt is ondergeschikt en niet de hoofdzaak. De intentie van Orbán telt, niet zijn jargon.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelGeert Wilders antisemiet? Arnon Grunberg charlatan; ‘Een charlatan kan trouwens, mits getalenteerd, buitengewoon waardevol zijn’’ van Jaap Plaisier voor TPO, 13 mei 2017.