Recycling van een bericht over een provocatie met een ‘Arbeit Macht Frei’-bord in Detroit

In de voormalige en leegstaande autofabriek ‘The Packard Automotive Plant’ (ontwerp Albert Kahn) in Detroit was volgens een bericht van de lokale pers op 5 februari 2013 de spreuk ‘Arbeit Macht Frei’ te zien. Bekend van de toegangspoort van het Duitse concentratiekamp Auschwitz en andere kampen zoals Sachsenhausen, Dachau en Theresienstadt. Volgens Wikipedia is het prompt door buurtwerkers weggehaald. Naar de opzet van de daders kan alleen maar gegist worden. Aldus de geschiedenis van 2013 die verwijst naar 1939-1945.

Het wordt vaker beweerd, een bericht dat eenmaal op sociale media is gepubliceerd kan nooit meer ongedaan worden gemaakt. Als een Vliegende Hollander blijft het eeuwig over de oceanen van het internet zwalken. Zo verbrokkelen archeologische digitale lagen die niet of nog slechts met moeite zijn te herkennen. Waarom publiceert Penny Gaff een item uit 2013 van Fox 2 op 25 september 2016 op haar You Tube-account? Zonder enige toelichting en duiding. Hoe merkwaardig is het om te waarschuwen voor een wantoestand die van 3,5 jaar daarvoor dateert en te doen alsof het een recente gebeurtenis is die er op wacht om opgelost te worden? Terwijl de spreuk per omgaande is weggehaald omdat velen zich eraan stoorden. Inclusief de journalist die het item afsluit. Penny Gaff wil waarschuwen, maar zet daartoe de recente geschiedenis op z’n kop.

Nog kwalijker is het dat zij en Fox 2 het hebben over ‘History’s most controversial work of art’. Dat slaat de plank mis. Zowel in de Duitse concentratie- en vernietigingskampen als in de Packard Plant gaat het niet om een kunstwerk. Maar om een politiek symbool. Trouwens, de omgekeerde hoofdletter ‘B’ op het bord in de Packard Plant duidt op een citaat van de spreuk zoals zich die bevindt in de toegangspoort van Auschwitz.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Foto: ‘Eingangstor des KZ Auschwitz, Arbeit macht frei (2007)

EKWC: Is er iets misgegaan bij de ontwikkeling van het KVL-terrein in Oisterwijk?

ekwc2

Het EKWC (Europees Keramisch Werk Centrum) is begin 2015 verhuisd van Den Bosch naar Oisterwijk. Daar zit het nu in het oudste gebouw van de Leerfabriek KVL, een industrieel erfgoed van 11 hectare groot: ‘De bestaande (rijks)monumentale gebouwen, met een vloeroppervlak van circa 26.000m2, dateren van het begin van de 20e eeuw en vormen een waardevol monumentaal ensemble (..). De individuele en ruimtelijke kwaliteiten van de monumenten worden zorgvuldig gerespecteerd.’ Aldus de opzet van een gemeentelijk Stedenbouwkundig Plan. Niet de gemeente Oisterwijk, maar de provincie Noord-Brabant is de eigenaar van de gebouwen. Herbestemming is waar het om gaat zo stelt de provincie in een persbericht: ‘Brabant telt zo’n honderd kloosters, fabrieken, kazernes en kastelen waar mensen leefden, werkten, vreugde en verdriet beleefden. De complexen samen met de verhalen, bepalen de geschiedenis van Brabant. Om díe historie te bewaren wil de provincie een aantal van deze gebouwen nieuw leven inblazen en bewaren voor de toekomst.’

Zo’n terrein met industriële gebouwen moet door investeringen ontwikkeld worden door een projectteam. Aan de hand van een masterplan. Herbestemming is een lastige opdracht omdat alle betrokkenen tevreden moeten worden gesteld. Voor de inwoners van Oisterwijk is het een iconisch terrein dat nog steeds belangrijk is voor de identiteitSamenwerking is het woord dat terugkomt in persberichten. Zoals altijd is de vraag is wat er van die goede voornemens terecht is gekomen. Zijn de ‘individuele en ruimtelijke kwaliteiten van de monumenten (..) zorgvuldig gerespecteerd’ of is de praktijk weerbarstiger dan de theorie van de goede bedoelingen en de plannen die op het snijvlak van haalbaarheid, werving van gebruikers, promotie en publiciteit ontstonden?

Een berichtje in de lokale Nieuwsklok signaleert dat er onenigheid is ontstaan tussen het EKWC en de provincie over het gebruik van het gebouw. Het gaat om twee fotoprints op twee glazen toegangsdeuren ‘die de ingang van het EKWC markeren’. Ze zijn volgens ‘de kleine lettertjes’ van het huurcontract verboden en namens Noord-Brabant heeft de provinciale ambtenaar Kim Knijff ‘bestuurlijke maatregelen’ genomen om ze te laten verwijderen. Het is opvallend dat dit zo hoog oploopt over iets wat op het eerste oog een futiliteit lijkt. Op 30 september 2016 wordt het EKWC in het bijzijn van lokale politici officieel geopend.

Er is in het bericht een andere zinsnede die opvallender is en niet te rijmen valt met wat doorgaans de praktijk is bij de herbestemming van dit soort oude gebouwen. Meestal is het de gebruiker die pleit voor ingrepen om het gebouw zoveel mogelijk aan te passen en naar de eigen hand te zetten. Gewoonweg vanwege het gemak of kosten van het gebruik. De overheid of een adviserende rijksdienst als de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) willen ingrepen meestal beperken. Zeker als het zoals in dit geval om een rijksmonument gaat.

De RCE geeft het gebouw in het monumentenregister de volgende waardering: ‘Het object is van algemeen belang omdat het als oudste (en nog in gebruik zijnde) onderdeel binnen het hele fabriekscomplex een grote cultuurhistorische waarde bezit. Het is van belang als vroege manifestatie van een sociaal-economische ontwikkeling, de opkomende leerindustrie tijdens de Eerste Wereldoorlog. Verder is het object van industrieel-archeologisch belang als een bijzondere uitdrukking van een technische en typologische ontwikkeling. Het gebouw geeft een goede indruk van de functionele opzet van een kleine, compacte leerfabriek uit het begin van de twintigste eeuw. Het object bezit ook een architectuurhistorische waarde op grond van de toegepaste constructietechniek en de gehanteerde stijlvorm. Verder zijn de ensemblewaarden van belang. Het object is onderdeel van een groter geheel dat van nationaal belang is.’

Bij deze herbestemming zijn de rollen omgekeerd. Het EKWC pleit voor authenticiteit en de provincie Noord-Brabant voor aanpassingen die haaks staan op de architectuurhistorische waarde van het gebouw: ‘Het EKWC is altijd tegen de ingrepen geweest die het oudste gebouw van KVL zijn aangedaan. Op aangeven van de provinciale en gemeentelijke ambtenaren is het gebouw van het EKWC onherstelbaar aangepast. Een deel van de galerijen is gesloopt, er zijn roestige profielen in de vloer gelegd waardoor de kostbare vloeren niet meer superglad zijn en het prachtige ritme van de gevels zijn ruw doorbroken door te grote gaten te maken in de west-en oostgevel.’ In deze nieuw gemaakte gaten mogen nu volgens de provincie Noord-Brabant geen fotoprints op toegangsdeuren geplakt worden. Een en ander roept de vraag op of er bij de ontwikkeling van het KVL-terrein iets faliekant mis is gegaan. Want hoe komt het dat een gebruiker ingrepen in het gebouw wil beperken en de eigenaar ingrepen oplegt die in strijd zijn met de cultuurhistorische waarde van het gebouw?

Naschrift: Wat een en ander nog merkwaardiger maakt is dat op verzoek van de provincie Noord-Brabant het EKWC de procedure voor een aanvraag tot rijksmonument bij de RCE voor het gebouw waar het in resideert in 2015 heeft moeten stopzetten. De provincie is eigenaar en kan daarover beslissen. De reden waarom de provincie de procedure liet stopzetten is onbekend. Op foto’s die Marlies Bouten in 2010 van het gebouw maakte waarin nu het EKWC is gevestigd wordt het als rijksmonument 519945 aangeduid. Zie hier en hier.

Foto: Schermafbeelding van berichtVerbod foto’s ingang EKWC’ in de Nieuwsklok Oisterwijk, 11 augustus 2016.

Kunstenaarsinitiatief van Studio Omstand in Arnhem: Pulse

Nutsbedrijven die behoren tot het industrieel erfgoed zijn door de ligging aan de rand van het centrum, de grote volumes en de zakelijke architectuur doorgaans geknipt voor de presentatie van beeldende kunst. Vaak tijdelijk. Zoals afgelopen zomer bleek uit de tentoonstelling Global Imaginations in De Meelfabriek in Leiden. Het terrein maakt in een nieuwe bestemming plaats voor een hotel, een verzamelgebouw en appartementen.

In Arnhem bestaat Studio Omstand, het is ‘een artist-based projectbureau dat de relatie tussen hedendaagse beeldende kunst & het publieke domein onderzoekt.’ Bij fijnproevers bekend van de Geheime Bunker. Het is het lot van theoretiserende en curaterende kunstenaars om te ‘onderzoeken’, te ‘verkennen’ en te ‘spiegelen’ dat het een lieve lust is. Ze willen ontdekken wat ‘de identiteit van de plek is’. Om in navolging van Roland Barthes de mythe van de plek in een prefab-analyse te ontmaskeren en te neutraliseren tot een vrijplaats waar de burgerij op z’n minst op afstand wordt gehouden. Voor zolang het duurt. Omstand betrekt een voormalig gebouw van de PGEM in het Nieuw Kade Kwartier. Nu met het kunst- en cultuurprogramma Pulse 1 met onder meer werk van Jaap Kroneman, Mirjam Kuitenbrouwer en Lieven Hendriks. Wordt maandelijks vervolgd.

nom

Foto: Schermafbeelding van deel van ‘Het nomadisch stadspark komt in beweging…..’ van Studio Omstand.