Enquête over bevolkingsgroei en immigratie laat pijnlijk uitkomen dat Nederland een immigratieland zonder immigratiebeleid is

Of men het wel of niet eens is met de analyse van demograaf Jan Latten naar aanleiding van een onderzoek naar bevolkingsgroei en immigratie dat in opdracht van De Telegraaf werd gehouden, op één punt heeft hij onmiskenbaar gelijk. Namelijk dat Nederland een samenvattend beleid moet ontwikkelen over immigratie. Hoe bizar het ook klinkt, dat ontbreekt op dit moment. Dat is ongewenst. De Nederlandse politiek moet zelf kunnen bepalen wat het met het land wil. Zoals Latten zegt is het een politieke beslissing hoe om te gaan met het binnenlaten van migranten. Juist daarom moeten de knoppen ontwikkeld worden waar Nederlanders aan kunnen draaien. Links- of rechtsom. De absurditeit is dat vanaf de komst van de gastarbeiders in de jaren 1960 de Nederlandse politiek ontkent een immigratieland te zijn, terwijl de feiten al tientallen jaren aangeven dat Nederland dat wel is. Bij de status van een immigratieland hoort een immigratiebeleid. Zoals landen als Canada of Australië dat hebben. De interessante vraag is door wie dat de afgelopen decennia is geblokkeerd. Overigens, het is de vraag of de grenzen zo makkelijk kunnen worden gesloten als Latten veronderstelt.

Jan van de Beek bestrijdt standpunt Lubbers dat vluchtelingen een economisch belang voor Nederland hebben. Onderzoek gevraagd

In de NRC is een polemiek ontstaan tussen oud-premier Ruud Lubbers en emeritus hoogleraar Paul van Seters en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam Jan van de Beek over het economisch belang van migratie voor Nederland. Lubbers plaatste samen met Van Seters een opinie-artikel op 7 augustus waarin zij niet alleen betoogden dat het volgens het Vluchtelingenverdrag van 1951 de plicht is voor een land om vluchtelingen op te nemen, maar ook dat het een noodzakelijk economisch belang voor Nederland is. In een reactie weerlegt Van de Beek stuk voor stuk de argumenten van Lubbers en Van Seters en zet vraagtekens bij hun motivatie.

Oud-ondernemer Lubbers krijgt van Van der Beek lik op stuk: ‘Gastarbeid heeft Nederland miljarden gekost. De gastarbeiders werden naar Nederland gehaald omdat de overheid destijds arbeidsmarktkrapte creëerde door de lonen kunstmatig laag te houden. Voor veel niet-innovatieve bedrijven een uitkomst. Ze profiteerden van de lage lonen en hoefden niet te investeren in kennis en machines.’ Het waren bedrijven zoals Hoogovens die in de jaren ’60 wegens arbeidskrapte werknemers wierven in Zuid-Europa of Marokko in plaats van te innoveren. De rekening van de werving van de laaggeschoolde werknemers werd later bij de belastingbetaler gelegd. Niet bij de bedrijven die de werknemers naar Nederland hadden gehaald. Het is opvallend dat Lubbers die mede aan de basis van deze scheefgroei stond nu twee carrières verder (politiek CDA, Hoge Commissaris Vluchtelingen VN) het moreel goede voorbeeld probeert te geven en daarbij zijn eigen verleden vergeet.

Een en ander is des te kwalijker omdat zoals Van de Beek aantoont dat in de jaren ’60 al bekend was. Het zou geen onwetendheid of naïviteit, maar een bewuste uitruil van belangen voor het aldus begunstigde bedrijfsleven zijn geweest: ‘Maar na de eerste en zeker na de tweede oliecrisis gingen veel van die bedrijven failliet of verplaatsten ze de productie alsnog naar lagelonenlanden. Dat was niet geheel onvoorzien: zoals ik in mijn proefschrift beschrijf had de directeur van de afdeling economische zaken van het ministerie van Sociale Zaken – het latere PvdA-kamerlid Berg – in 1967 al voor dit scenario gewaarschuwd.’

Van de Beek betwijfelt aan de hand van onderliggende cijfers dat de huidige migranten het beter doen dan de toenmalige gastarbeiders: ‘Ook de asielmigranten die wel werken dragen vaak niet of nauwelijks bij. Velen van hen zijn ongeschoold of laaggeschoold en degenen die wel goed geschoold zijn functioneren vaak onder hun niveau. Dat komt omdat menselijk kapitaal – zoals scholing en werkervaring – nu eenmaal moeilijk is mee te nemen naar een ander land. Daardoor verdienen ze weinig en mensen die weinig verdienen zijn vanwege onze uitgebreide verzorggingsstaat niet zelden netto-ontvangers.’ Hij oordeelt hard over Lubbers en Van Seters: ‘Ik vind de keuzes van Ruud Lubbers en Paul van Seters tegenover de zwaksten in onze samenleving immoreel. Je kunt het natuurlijk met hen eens zijn, maar wees dan wel geïnformeerd en eerlijk over de feiten. Zodat de Nederlandse burger weet waar hij of zij aan toe is.’ Hij verwijt ze oneerlijkheid en manipulatie van de feiten.

Van de Beek wijst op een open zenuw van de Nederlandse politiek met betrekking tot de kosten en baten van immigratie: ‘Vanuit mainstream politiek Den Haag bestond en bestaat hoegenaamd geen behoefte aan deze kennis.’ Voor de goede verstaander: toenmalig premier Ruud Lubbers (1982-1994) had zowel tijdens zijn premierschap als in zijn latere carrière (Vluchtelingen, duurzaamheid) geen boodschap aan de kennis over immigratie. Kortom, het kan op ethische of politieke gronden gewenst zijn om asielmigranten op te nemen. Maar de mening van Lubbers dat er een bijkomend economisch voordeel is wordt door Van de Beek weerlegd. Dat economisch belang bestaat niet en heeft in de recente Nederlandse geschiedenis nooit bestaan.

Van de Beek staat niet alleen in zijn kritiek, maar geeft er wel geloofwaardigheid aan. De vraag naar de kosten en baten van immigratie is een terugkerende stijlfiguur van de PVV, Pieter Lakeman constateerde in zijn boek Binnen zonder Kloppen (1999) dat de immigratie van niet-westerse allochtonen naar Nederland de staat sinds 1974 naar schatting ten minste zeventig miljard gulden heeft gekost en toenmalig CPB-directeur en PvdA’er Coen Teulings beweerde in 2010 dat Nederland ‘de slechte immigranten kreeg’. Nog steeds is niet goed uitgezocht waarom dat zo was en welke beslissingen daaraan ten grondslag lagen. Nog steeds hangen de suggesties van de PVV uit 2010 boven het publieke debat dat de immigratie ons land jaarlijks 7 miljard euro kost. Dit als uitkomst van een onderzoek van Nyfer. Het kabinet Balkenende IV wenste het niet uit te zoeken. Een politiek-economisch onderzoek naar de immigratie sinds de late jaren ’50 (vdve) kan Nederland en de PVV eindelijk antwoord geven op deze terugkerende vragen die maar niet afdoende beantwoord worden.

Foto: Buitenlandse werknemers in Hilversum, 1960-1970.

Emoties over vluchtelingen. Waar is het overheidsbeleid dat uitgaat van economische effecten?

kar

Andries is Andries Knevel die in een uitzending van Jinek zat om zijn kijk op het vluchtelingenprobleem te geven. Heeft journalist Arnold Karskens gelijk dat een vlucht van het ene naar het andere veilige land iemand niet tot oorlogsvluchteling maakt? Stel dat in 1943 iemand via Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Portugal naar het Verenigd Koninkrijk vluchtte. Hier zijn zeker twee veilige landen bij (Portugal en het Verenigd Koninkrijk). Volgens Karskens was zo’n oorlogsvluchteling geen oorlogsvluchteling. De consensus is anders.

Harm van der Gaag schiet in zijn antwoord in de emotie door met een als vraag verklede suggestie het idee te willen geven dat Karskens op dezelfde loonlijst als de PVV staat. Hiermee stelt hij Karskens’ motivatie ter discussie. Van der Gaag probeert met pathos op het publiek te spelen om te overtuigen. Maar deze ‘filosoof met een praktijk’ schiet in eigen voet. De vraag aan Karskens hoeft niet suggestief te zijn om te overtuigen.

In een column voor Transport Online heeft Karskens zijn eigen suggestie over de vluchtelingenproblematiek en het gebrek aan een Europese aanpak: ‘De vluchtelingenstroom die Europa de laatste tijd treft, is geen toevallige samenloop van omstandigheden. Het is de uitvoering van stiekeme politiek gepland in Brussel: Voor de economische groei hebben we ze nodig, want al die mensen moeten eten en wonen. Een ‘man made disaster’ dus. Want anders zouden de migranten, zoals door Australië, direct worden teruggestuurd naar het veilige land waar ze net vandaan zijn gekomen. Daar in bijvoorbeeld Turkije, Libanon of Jordanië is de opvang veel goedkoper en kan hulp eerlijker worden verdeeld. Het pijnlijke bij de Europese aanpak is dat de HH politici wel de kraan openzetten maar de overlast en het dweilen aan de burgers overlaat.’

Deze invalshoek die de schuld bij overheid of EU legt -om het bedrijfsleven te dienen- doet denken aan het debat over de gastarbeiders die Nederland vanaf 1974 kreeg. Behalve de vraag of dat terecht of onterecht was gaat het vooral om de regulering. Toenmalig CBP-directeur Coen Teulings (PvdA) zei in 2010 dat Nederland een eigen immigratiebeleid moet kunnen voeren, want: ‘Dat wij de slechte immigranten krijgen is objectief waar’. Ook Pieter Lakeman en onderzoeker Jan van de Beek wilden op hun manier weten waarom economische effecten in het recente overheidsbeleid nauwelijks een rol speelden bij immigratie. Veertig jaar later herhaalt zich dit bij een nieuwe stroom immigranten. Lidstaten mogen geen eigen immigratiebeleid voeren en in EU-verband komt zo’n beleid niet tot stand. En daarom bekvechten opinieleiders over wat veilige landen zijn.

Foto: Schermafbeelding van tweet van Arnold Karskens, 24 augustus 2015.

PVV vraagt excuses massa-immigratie en islamisering. Onderzoek?

wl63

PVV’ers Geert Wilders en Joram van Klaveren stelden gisteren kamervragen onder de titel ‘De wens van het Nederlandse volk de voortgaande islamisering te stoppen‘ aan premier Rutte en vice-premier Asscher van Sociale Zaken. Ze verwijzen naar De Telegraaf dat resultaten geeft van een opinie-onderzoek door bureau Peil.nl van Maurice de Hond in opdracht van de PVV. Ofwel, de PVV verwijst in deze vragen naar zichzelf.

Uit het onderzoek blijkt dat meer dan driekwart van de Nederlandse bevolking de mening heeft dat de islam geen verrijking voor ons land is. En dat bijna 70% van de Nederlanders vindt dat er genoeg islam in Nederland is. Verder willen de vragenstellers weten hoe het kabinet gehoor gaat geven aan de wens van een meerderheid om de bouw van moskeeën te stoppen, een grondwettelijk verbod op de sharia in te voeren en de immigratie uit islamitische landen te stoppen. De slotvraag luidt wanneer het kabinet ‘het Nederlandse volk haar excuses aan[biedt] voor de massa-immigratie en het faciliteren en bevorderen van de islamisering van Nederland‘.

De PVV maakt het beide ministers en zichzelf te makkelijk. Afkeer van een bevolkingsgroep of een opinie-onderzoek over hoe ‘de Nederlandse bevolking’ over de islam denkt is geen grond voor beleid. Nederland is een land van minderheden waarbij over allerlei minderheidsgroepen negatieve uitkomsten mogelijk zijn. Roma, homosexuelen, gokkende en wokkende Chinezen, transgender mensen, pedofielen, WikiLeaks-supporters, agressieve atheïsten, naïeve koningsgezinden, solistische republikeinen, orthodoxe christenen, hitsige priesters, graaiende bankiers, zakkenvullende bestuurders, duikende journalisten of conservatieve politici. In de pluriformiteit wordt door de overheid iedere groep beschermd tegen de luimen van de ander.

In de vragen van de PVV is meer te vinden dan de automatische reflex en het eigen gelijk. De vraag naar de massa-immigratie is een terugkerende stijlfiguur van de PVV, maar biedt toch perspectief. Pieter Lakeman en Jan van de Beek deden vooronderzoek. CPB-directeur Coen Teulings beweerde in 2010 dat Nederland ‘de slechte immigranten kreeg’. Nog steeds is onduidelijk waarom dat zo was. Omdat massa-immigratie en islamisering niet samenvallen lijkt het verstandig dat te scheiden. Nog steeds hangen de suggesties van de PVV uit 2010 boven het publieke debat dat de massa-immigratie ons land jaarlijks 7 miljard euro kost. Dit als uitkomst van een onderzoek van Nyfer. Het kabinet Balkenende IV wenste het niet uit te zoeken. Een politiek-historisch onderzoek naar de massa-immigratie kan de PVV antwoord geven op haar terugkerende vragen.

Foto: Wim van der Linden, ‘Bij het Café Billard ‘Populair’ van H. Kroonen, Nieuwmarkt 9, tijdens de kermis, april-mei 1963‘. Credits: Stadsarchief Amsterdam.

Nederland kreeg slechte immigranten

De PVV normaliseert. Minister Gerd Leers van Immigratie en Asiel verdedigde in de Tweede Kamer zijn begroting. De PVV bij monde van Sietse Fritsma nam genoegen met uitweidingen van Leers die zich niet aan cijfers wilde binden, overtuigd dat het kabinet Rutte een streng en rechtvaardig migratiebeleid uitvoert.

Nu als het over immigratie gaat niet langer gepraat hoeft te worden over de islam, komt er ruimte voor evaluatie. Het economisch effect van immigratie en de toetsing van het overheidsbeleid sinds 1970 wacht op nader onderzoek. De tijd is rijp voor een zakelijke benadering. Want er bestaan misverstanden en onduidelijkheden. Tijd om te weten hoe het is gegaan met de instroom van migranten en wat er te leren valt voor de toekomst.

Uitkomst van een onderzoek van NYFER uit mei 2009 was dat immigratie van niet-westerse allochtonen de Nederlandse samenleving veel kost. Bedragen van 7 miljard per jaar werden genoemd. Dit komt door het idee van een tijdelijk verblijf dat achterhaald bleek, het effect van vervolgmigratie, het ontbreken van een selectief toelatingsbeleid, de uitgebreide sociale voorzieningen, relatief veel ongeschoolde en laagopgeleide migranten en achterblijvende arbeidsparticipatie. Deze combinatie van factoren zorgde voor een negatief effect op de publieke financiën dat groter was dan in de ons omringende landen.

Pieter Lakeman claimt in zijn boek Binnen zonder Kloppen dat de immigratie van niet-westerse allochtonen naar Nederland de staat sinds 1974 ten minste zeventig miljard gulden heeft gekost. Ook deze claim hangt boven de markt en behoeft verdere onderbouwing.

Conclusies van NYFER of Lakeman worden om politieke redenen niet door iedereen erkend. Da’s ongewenst. Er bestaan in de samenleving tegengestelde overtuigingen. Die luiden dat de problemen van immigratie en integratie door de linkse politiek zijn gecreëerd waarbij de basis niet de actuele politiek was, maar een culturele hegemonie. Een andere verklaring is dat problemen zijn ontstaan door het bedrijfsleven en de rechtse politiek dat gastarbeiders haalde vanuit economische motieven. Of de problemen zijn ontstaan door een lakse en inadequate overheid. Of door een combinatie van factoren.

Een introductie in het onderzoek van Jan van de Beek zegt: Vanaf eind jaren zeventig kwam de programmering van wetenschappelijk onderzoek onder invloed van overheid en minderhedenonderzoek. Een economische visie ontbrak volgens Van de Beek en migratie-economisch onderzoek werd not done, onder meer uit angst extreemrechts in de kaart te spelen. Vanwege een taboe op ‘etnische data’ ontbraken ook de benodigde statistische gegevens. Vanaf eind jaren tachtig gaven een crisis in verzorgingsstaat en overheidsfinanciën het economisch potentieel van immigranten meer gewicht en werden er een aantal – vaak politiek geïnspireerde – kosten-batenanalyses uitgevoerd.

Toenmalig minister Van der Laan weigerde in september 2009 om vragen van de PVV over kosten en baten van immigratie te beantwoorden. De politieke realiteit gaf de minister toen niet meer ruimte. Daardoor ging de kans verloren om de PVV in een zakelijke discussie over integratie te trekken.

Van der Laan had gelijk dat niet alle vragen beantwoord kunnen worden. Dat hoeft ook niet. Streven is optimale duidelijkheid. Een onderzoek kan pacificerend werken. Misverstanden uit de weg ruimen. Gemaakte fouten kunnen erkend worden om opnieuw te beginnen. De PVV-vragen kunnen aangewend worden als opening voor een rationeel debat. Ze grijpen terug naar 1970. Ze kunnen dienen om een industrialisatie-, immigratie-, en integratiebeleid voor de toekomst te helpen formuleren. Laat het debat over kosten en baten van immigratie wetenschappelijk voorbereid worden en vervolgens losbarsten in politiek en maatschappij. Angst voor de waarheid moet ons niet beperken.

CPB-directeur Teulings beweerde in maart 2010: Dat wij de slechte immigranten krijgen dat is natuurlijk gewoon objectief waar. Hij spreekt in de tegenwoordige tijd. Hopelijk trapt het kabinet Rutte niet in oude valkuilen. Want het gaat om meer dan grenzen dicht. Om kansen. Hoogopgeleide migranten kunnen een verrijking voor de Nederlandse economie zijn. Van gemaakte fouten valt te leren. Maar dan moeten we ze eerlijk onder ogen willen zien. Tijd voor een onderzoek dat economische effecten van immigratie meet.

Foto: Twee Turkse gastarbeiders uit de Kuiperstraat in Spakenburg zijn weer herenigd met hun vrouwen, die pas na veel moeite in Nederland werden toegelaten op 11 september 1968. Een buurtgenote in Spakenburgse klederdracht biedt de gelukkigen een bos bloemen aan. Credits: Jacques Klok