Misleidende berichtgeving over herstel van de woningmarkt

hu1

De huizenverkoop blijft dalen, zegt Waarheidzoeker: ‘In het tweede kwartaal van dit jaar werden 8,4% minder woningen verkocht dan in het tweede kwartaal van 2012. Ook de prijzen zijn verder gedaald; die lagen het afgelopen kwartaal 5,3% lager dan dezelfde periode vorig jaar. ‘  Banken, media en makelaars zien het anders: ‘We gaan vrolijk verder met de hoopgevende berichtgeving over de woningmarkt. Ditmaal kunnen we melden dat aantal verkochte woningen in het tweede kwartaal van 2013 het aantal van het eerste kwartaal ruim overtrof. In totaal wisselden 27.900 koopwoningen van eigenaar, 19,8% meer dan in het eerste kwartaal.’

Kan de huizenverkoop tegelijk dalen en stijgen? In Nederland blijkbaar wel. Media nemen persberichten van de belanghebbenden in de woningmarkt over. En hun halve waarheden. Zo ontstaat journalistiek die niet van feiten uitgaat, maar eraan meehelpt een façade van onwaarheden te fabriceren. Waarheidzoeker heeft gelijk, maar de NVM drukt die waarheid elk kwartaal weg met formuleringen als ‘herstel lijkt in zicht’. Met speculatie, positivisme en hoop op betere tijden worden onwelgevallige feiten verdrongen. En de media nemen het over.

De belanghebbenden in de woningmarkt proberen door een combinatie van wensdenken, marktmanipulatie en foutief statistisch denken hoop te forceren. Om zo een stijging af te dwingen. Dat werkt niet omdat het verschil met de werkelijkheid te opzichtig is. Iedereen ziet de borden ‘Te Koop‘ en de nog steeds zakkende huizenprijzen. Econoom Lex Hoogduin zegt het zo: ‘En inmiddels dalen de huizenprijzen. De bodem lijkt nog niet bereikt. Er heerst nog steeds onzekerheid over het toekomstige belastingregiem voor de huizenmarkt. Het is logisch dat buitenlanders niet meer staan te springen om Nederlandse hypotheken in portefeuille te nemen. In ieder geval moet de compensatie voor het risico aanmerkelijk hoger zijn dan voor de crisis.

hu2

Foto 1: Schermafbeelding van Waarheidzoeker.

Foto 2: Schermafbeelding van Koopwoningen.nl.

NOS-Journaal concludeert dat bodem van woningmarkt in zicht is. Hoe journalistiek is dat?

Woede, verontwaardiging en onmacht worden vertaald in de toevoeging ‘Staatsjournaal‘. Op het YouTube-kanaal ‘vastgoedzeepbel‘. Met de omschrijving: ‘Een verzameling video’s over de vastgoedzeepbel. Het grootste legale piramidespel van Nederland, de huizenmarkt, staat nu echt op instorten!’ De uiteenlopende visies zijn duidelijk. Een criticus als ‘vastgoedzeepbel’ probeert aan te tonen dat de huizenmarkt op instorten staat. Banken, rijksoverheid en andere belanghebbenden proberen aan te tonen dat de huizenmarkt uit het dal klimt. Is het NOS-Journaal een onpartijdig nieuwsmedium dat verslag doet of kiest het partij? Wie heeft gelijk?

Het bericht van het NOS-Journaal zit zo vol onzekere feiten, projecties en voorbehouden dat het de vraag is of ze nieuwswaardig genoeg zijn om tot een item te maken. Ze lijken geen onderbouwing voor ‘hard nieuws’ te geven. Komen speculatie en het wensdenken van het NOS-Journaal niet voor de journalistiek te staan?

Het NOS-Journaal houdt slagen om de arm: ‘er is nog veel onzekerheid’. Volgens de Rabobank zou ‘de bodem van de woningmarkt in zicht zijn’. Maar wat houdt dat in? Komt dat over 1 maand, 1 jaar of 10 jaar in zicht? Strikt genomen is ‘de bodem van de woningmarkt’ altijd in zicht omdat iedereen beseft dat de huizenprijzen niet tot in eeuwigheid kunnen blijven dalen. Hoe ziet concreet de ‘bodem van de woningmarkt’ eruit? Moeten we ons de curve van een dalende grafiek voorstellen die weer naar boven krult? Maar zo’n grafiek kan na een korte stijging weer opnieuw gaan dalen. Dus dan ligt er onder de ‘bodem van de woningmarkt’ nog een diepere bodem. Dan is ‘de bodem van de woningmarkt’ die in zicht komt slechts een tussenverdieping. Het is onduidelijk wat bedoeld wordt met het beeld ‘de bodem van de woningmarkt’. Daarom is het onbruikbaar.

Het commentaar houdt slagen om de arm en onderbouwt de eigen bewering met het tegendeel. Het zegt dat ‘de daling van de woningverkopen ‘vrijwel‘ tot stilstand is gekomen’, dat ‘de prijzen nog wel omlaag gaan’, ‘maar niet meer zo hard’. En als een donderslag bij heldere hemel: ‘Dus is er reden voor optimisme‘. Hoezo optimisme? De huizenmarkt is namelijk in volume al zo sterk gekrompen dat daar ook ‘een bodem’ in zicht is gekomen. Maar ondanks dat lage volume neemt het aantal transacties nog steeds af en dalen de prijzen nog steeds. Door de prijselasticiteit is het voorspelbaar dat de prijzen niet meer hard omlaag gaan, ze zijn de afgelopen jaren al sterk gedaald. Maar ondanks dat alles komt de marktwerking nog steeds niet op gang.

Hans Stegeman van de Rabobank vindt de economisch omgeving niet heel positief, ‘om het maar heel voorzichtig uit te drukken’. Hij beweert dat huizen betaalbaar zijn in lange termijn-perspectief. Zonder zijn plicht te verzaken lijkt-ie door zijn laconieke houding aan te geven hoe vrijblijvend deze uitspraak is. Want is dat in 2015, 2017 of 2020? Het NOS-Journaal pakt het cynisme van Stegeman niet op. Hij verwacht dat ‘in de loop van volgend jaar’ het aantal transacties weer gaat toenemen en dat daarna ‘de prijzen weer zullen gaan stijgen’. Nietszeggend, zo’n verwachting toont niks aan. De woorden van Stegeman zijn geen onderbouwing voor de conclusie die het NOS-Journaal trekt, namelijk dat ‘de bodem van de woningmarkt’ in zicht is.

image-3702854

Foto: Woningbouw halveert in Rhenen. Credits: De Gelderlander/ANP. Maart 2013.

Plasterk pleit voor fatsoensoffensief en betere opvoeding

what-the-world-needs-is-a-return-to-sweetness-and-decency

Minister Ronald Plasterk (PvdA) roept op tot een fatsoensoffensief. Kinderen moeten beter opgevoed worden. Alle kinderen, want-ie maakt geen onderscheid. Plasterk koppelt dat aan het geweld tegen mensen met een publieke taak, zoals medewerkers op ambulances, bij de politie of in het openbaar vervoer. Ze moeten zich gesteund voelen door politie en justitie, aldus Het Parool. Vandaag verschijnt er een evaluatie over dit onderwerp. Wat opvoeding en doelmatig overheidsoptreden met elkaar te maken hebben valt moeilijk in te zien. PvdA-voorzitter Hans Spekman riep vorige week op tot een beschavingsoffensief op internet.

Wat is dat toch dat gepraat over fatsoen van politici en opinieleiders? Bijna een jaar geleden pleitte publiciste Naema Tahir ervoor om onfatsoenlijke journalisten van het Binnenhof te weren en alleen de beschaafde pers toe te laten. Maar daar begint het probleem, want wie bepaalt wat onfatsoenlijk is? Minister Plasterk trapt niet in de val om anderen uit te sluiten, maar houdt een zo’n algemeen betoog dat het een nietszeggend verhaal wordt. Het maakt geen onderscheid tussen goede en slechte opvoeding. Vrijblijvende profilering over niks.

De oplossing is simpel. Meer investeren in onderwijs, scherpere selectie in de toegang tot Nederland van mensen die veel aandacht vragen, meer toezicht in het openbaar vervoer, meer blauw op straat, meer sociaal-cultureel werk in de wijken, meer investeren in de huursector en een betere voorbeeldfunctie van de politiek. Maar dat kost geld dat de politiek er niet voor over heeft of waarover de politiek niet meer gaat omdat het zichzelf op afstand heeft gezet. En waar beleid niet meer werkt komen PvdA-ers met oproepen tot fatsoen.

De politiek kon beter werken aan het realiseren van een open samenleving door de roep om openheid en machtsdeling gepaster dan nu te beantwoorden. Door er doelgericht aan te werken dat meer burgers kunnen deelnemen aan het inrichten van de samenleving, de vormgeving van het publieke debat en het delen van de macht. Zodat burgers gehoord en gewaardeerd worden en zich minder machteloos voelen. En niet opstandig worden. Da’s een langlopend project. Het begint met het besef om zonder moralisme vrij te denken. Niet aan te komen met grote woorden over fatsoen of beschaving die de onmacht eerder verhullen, dan oplossen.

Foto: Gregory Peck en Audrey Hepburn in Roman Holiday (1953): ‘Wat de wereld nodig heeft is een terugkeer naar liefelijkheid en fatsoen’.

Woonwensen van moslims ingewilligd, maar volgens welke norm?

De kamerleden voor de VVD Barbara Visser en Malik Azmani stellen de ministers voor Wonen Stef Blok en van Sociale Zaken Lodewijk Asscher kamervragen over sociale woningen die speciaal voor moslims in Amsterdam worden ingericht. Woningcorporatie Eigen Haard zegt in een toelichting dat het om de renovatie van het complex Koningsvrouwen gaat. Wensen van islamitische bewoners zijn ingewilligd, zoals ‘een plek buiten de woning om schoenen op te bergen, een kraan voor rituele wassingen en schuifdeuren tussen de woonkeuken en achterkamer.’ Volgens de corporatie juichen andere bewoners die betrokken waren bij de renovatie dat toe.

Vraag 5 raakt aan het principe dat ‘woningcorporaties zich niet moeten bezighouden met het aanbieden van woningen die specifiek inspelen op woonwensen van diverse geloofsgroepen in dit land.‘ In vraag 6 vragen beide VVD-ers of speciale aanpassingen de segregatie niet bevorderen en de integratie belemmeren. En: ‘Kunt u tevens voorstellen dat er moslims zijn in dit land die hier helemaal niet op zitten te wachten, die niet anders zouden willen worden behandeld dan alle andere Nederlanders, gelovig of niet gelovig?

Dat laatste aspect lijkt het enige steekhoudende bezwaar tegen de aanpassingen. Het sluit moslims af van een vrije keuze en op in de sociale dwang om voor een ‘halal‘-woning te kiezen. Volgens enkele islamologen is de ‘halalwoning’ trouwens een fictie. Dus zijn de aanpassingen dat ook. Daarbij komt dat moslims onderling divers zijn, ook in hun mate van integratie en belijden van de islam. Sommigen zijn op weg naar de uitgang van hun geloof, maar worden door sociale redenen gedwongen die stap nog niet definitief te zetten. Dit is de afgelopen decennia door overheden onvoldoende onderkend. Ze sluiten moslims op in hun eigen beeld van de islam. Behalve deze aanmerking lijken er geen bezwaren om sociale huurwoningen aan de wensen van bewoners aan te passen. Het verdient juist aanbeveling om daar veel meer dan nu gebeurt werk van te maken.

Foto: Halal-stempel.

Piratenpartij in de StemWijzer maakt mij niet wijzer

Ik heb de Stemwijzer ingevuld. Wat zeggen de 30 vragen? Ik weet het niet en ga het proberen te achterhalen. De uitkomst klinkt me niet gek in de oren, GroenLinks komt als eerste en de SGP als laatste uit de bus. Vlak voor de VVD. Maar om nou te zeggen dat ik GroenLinks ga stemmen. Nee, dat was ik geenszins van plan.

De Piratenpartij (PP) waarvan ik sinds kort lid ben eindigt als zesde. Omdat de partij de politiek verbreedt, sta ik er welwillend tegenover. Maar dat wil niet zeggen dat ik er ook op ga stemmen. Sowieso weet ik nog niet of ik op 12 september ga stemmen. Ik leef zogezegd in continue onmin met de Nederlandse partijpolitiek. Van de Piratenpartij werd ik lid om de partij de kans te geven aan de verkiezingen mee te doen. Want dat de partij waardevolle standpunten heeft over internetvrijheid, privacy en een transparante overheid is me wel duidelijk.

Ik kijk alleen naar de vragen waar de PP en ik het volstrekt oneens zijn. Het gaat al fout bij de eerste vraag. De PP is het er mee oneens dat het tekort op de begroting in 2013 niet meer dan 3% mag bedragen ‘omdat dit niet voldoende wetenschappelijk-economisch onderbouwd is om er strak aan vast te houden‘. Maar het tegendeel is evenmin waar, want economie is geen wetenschap maar gedragsleer. Daarbij komt dat het merkwaardig is dat de PP die het ook van jongeren moet hebben, de schuld naar de toekomst doorschuift.

Dan gaat het goed tot vraag 13 die stelt dat het publieke bestel van radio en tv net omroepverenigingen moet blijven bestaan. De PP is het daar mee eens, ik niet. De toelichting verbaast me opnieuw: ‘Het volk heeft recht op hun eigen televisie, gemaakt door hun eigen verenigingen, naast de televisie van commerciële bedrijven. De democratisering op televisiegebied moet niet ingeperkt worden.’ Een ouderwets geluid dat ik niet verwacht van een partij die gaat voor informatievrijheid en een vrij internet. De omroeppolitiek bewijst toch dat ‘Hilversum’ elke modernisering en democratisering afwijst? De PP geeft er een andere interpretatie aan.

Dan gaat het opnieuw fout bij vraag 16 die stelt dat de regering flink moet bezuinigen op aanleg van nieuwe wegen. Dat ‘flink‘ is me trouwens een raadsel. Is dat 10, 40 of 90%? Dat soort woorden vertroebelt de vraag. Ik ben het er mee eens, maar de PP niet. Want: ‘Bezuinigen mag geen doel op zich zijn, maar investeringen in Openbaar Vervoer en internet kunnen een hoop autoverkeer overbodig maken’. Maar da’s een antwoord op een andere vraag. Ook nog eens onlogisch verwoord, want meer OV en thuiswerken via internet pleiten toch juist voor minder wegen? Mij blijft onduidelijk waarom de PP niet tegen de aanleg van nieuwe wegen is.

Bij vraag 18 is de PP niet tegen het terugdraaien van de maximumsnelheid van 130 km op snelwegen. Ik wel. Een toelichting van de PP ontbreekt. Geeft de PP niets om milieu, luchtkwaliteit of gezondheid van mensen? Juist hier had een opmerking over OV niet misstaan. Bij vraag 20 wil de PP de huursector liberaliseren met vaststelling van een maximumhuurprijs voor zowel vrije als sociale huursector. De PP geeft de huurder hiermee veel macht en breekt de sociale huursector open. Een neoliberaal idee dat me onverstandig lijkt.

Bij vraag 21 is de PP niet voor een belastingverhoging op vlees, ik wel. In subsidie voor biologisch vlees ziet de partij meer. Maar is de logica van een belastingverhoging niet dat vlees marktconform geproduceerd wordt onder betere omstandigheden? Juist in de biologische vleessector is op dat aspect minder winst te halen.

Alles overwegende resteren er twee meningsverschillen over de publieke omroep en de huursector waarmee ik het oneens ben met de PP. Andere geschilpunten komen in mijn ogen voort uit onwennigheid en kromme logica. Me nog verder verplaatsend in een partij onder druk valt dat geschilpunt over de huursector ook af door de ongelukkige toelichting. Blijft een Piratenpartij die met alle focus op internet en sociale media een omroepbestel uit het verleden ondersteunt. Daar kan ik met m’n kop niet bij. En met m’n stem ook nog niet.

Foto: Politiek: De macht van de mensen: zo werkt het, niet andersom