Inval in huis Jeff Clark duidt erop dat ministerie van Justitie Trump strafrechtelijk onderzoekt

Gisteren, 23 juni 2022 was de vijfde dag van de hoorzittingen van de Speciale Huiscommissie die de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 onderzoekt. Er stonden er oorspronkelijk zes gepland, maar waarschijnlijk wordt dat uitgebreid met nog enkele hoorzittingen in juli 2022 vanwege nieuwe informatie die de Speciale commissie bereikt.

6 Januari 2021 was de dag dat de uitslagen van de presidentsverkiezingen van 3 november 2020 moesten worden gecertificeerd door toenmalig vicepresident Mike Pence. Een routinematige, procedurele handeling die Trump met medewerking van zijn getrouwen probeerde te voorkomen. Want certificatie zou de winst van Joe Biden bevestigen. Trump slaagde niet in zijn opzet.

De hoorzittingen maken duidelijk dat Trump tot aan het randje ging om de verkiezingen die hij verloren had te stelen. Dat was een georkestreerde actie die de snode opzet van Trump verraadt. Aangetoond is dat hij wist dat hij verloren had, maar hij wilde dat niet accepteren.

De getuigenissen maken duidelijk dat het een haartje had gescheeld of Trump was in zijn opzet geslaagd. Dat was het voorlopige einde van de Amerikaanse democratie geweest. Zo fragiel is die. Ooit het voorbeeld voor de wereld, nu een kasplantje dat kwetsbaar en weinig weerbaar is, en op omvallen staat.

In de vijfde hoorzitting kwam aan de orde hoe Trump de top van het ministerie van Justitie (DOJ) vanaf half december 2020 dagelijks onder druk zette om mee te gaan in zijn complottheorie en die te fiatteren. Dat was na het vertrek van minister Barr op 15 december 2020. De top met waarnemend minister Jeff Rosen, zijn vervanger Richard Donaghue en andere stafmedewerkers weigerde. Dit waren allen Republikeinen die Trump vier jaar hadden gesteund. Maar Trumps samenzwering tegen de grondwet was voor hen een brug te ver.

Er werd via het pro-Trump congreslid Scott Perry zelfs een gewillige nieuwe minister van Justitie klaargestoomd: Jeff Clark. Maar omdat de top van het DOJ in een overleg op 3 januari 2020 aankondigde collectief af te treden als Clark als waarnemend minister werd geparachuteerd durfde Trump niet door te zetten. Het argument dat hem blijkt te hebben overtuigd is dat het hem publicitaire schade zou berokkenen. Het speelde voor Trump niet op het niveau van moraal of feiten.

Voor aanvang van de hoorzitting van 23 juni 2022 viel het DOJ het huis van Clark binnen op zoek naar bewijsmateriaal. De FBI resorteert onder het DOJ. Dat was voor vele analisten het belangrijkste nieuws van de dag. Nog belangrijker dan de hoorzittingen zelf waarin niet toevallig de rol van Clark uitgebreid aan bod kwam. Clark die zich trouwens in zijn eerdere getuigenis voor de commissie beriep op zijn recht om te zwijgen vanwege zelfbeschuldiging.

De huiszoeking van Clark werd hoogst waarschijnlijk geautoriseerd door huidig minister Merrick Garland of zijn plaatsvervanger. Dat geeft aan dat de top van het DOJ op het spoor van Clark en Trump zit die onderdeel waren van een samenzwering om de verkiezingen te stelen.

De inval bij Clark geeft aan dat het DOJ de opstand van 6 januari 2021 en de rol van voormalig president Trump onderzoekt. Daar bestond tot nu toe twijfel over. De huiszoeking geeft indirect het publicitaire signaal van het DOJ dat er een justitieel onderzoek tegen Trump loopt en dat de burgers niet ongeduldig moeten zijn of moeten denken dat het DOJ te voorzichtig is en Trump niet durft aan te pakken. De inval geeft aan dat het DOJ Trump in het vizier heeft.