In de VS is 3 oktober niet de viering van Leidens ontzet, maar ‘Bring Your Bible To School Day’. Het is een initiatief van de rechts-christelijke organisatie Focus on the Family. Het initiatief werd ernstige publicitaire schade toegebracht toen NFL-quarterback Drew Brees die er een promotor voor was in het openbaar op zijn woorden terugkwam nadat hij beticht werd de anti-LGBTQ visie van Focus on the Family te delen. Daar reageerde voorzitter Jim Daly van Focus on the Family op in het programma van Pete Hegseth op Fox News. Raw Story besteedt er aandacht aan in een bericht. Daly zegt niemand te haten, maar hij heeft de schijn tegen met zijn ageren tegen de LGBTQ-gemeenschap. Christenen als Daly framen de kritiek op hun intolerantie als niet tolerant. Zwak punt aan de ‘Bring Your Bible To School Day‘ is het evangeliserende effect ervan om andersdenkenden ongevraagd te confronteren met het christelijk gedachtegoed. Dat Focus on the Family zich goed voorbereidt en weet in welk maatschappelijk mijnenveld het zich met deze actiedag begeeft blijkt wel uit de oproep aan deelnemers op BringYourBible.org om zich goed te informeren over hun wettelijke rechten:
Foto: Schermafbeelding van deel homepage van ‘Bring Your Bible To School Day; oct. 3’ op BringYourBible.org.
Het homohuwelijk heb ik altijd komiek gevonden. Grappig, heet dat in hedendaagse termen. Zelf ben ik hetero en niet getrouwd, wel heb ik een notarieel samenlevingscontract gesloten met een vrouw om de zakelijk kant van onze relatie veilig te stellen in verband met overlijden en/of een erfenis. Ik heb nooit de behoefte gehad om te trouwen en de relatie met een huwelijk te bezegelen. Maar daarmee is niet gezegd dat ik een ander een huwelijk ontzeg. Ik ben niet tegen het homohuwelijk, maar ben er evenmin voor. Ik ben niet van mening dat iemand die niet voor het homohuwelijk is per definitie niet voor een gelijke positie van homoseksuelen is. Als dat het geval is, dan ben ik voor het homohuwelijk. Want de afwijzing ervan mag in mijn ogen niet gebruikt worden om de gelijkwaardigheid van homoseksuelen ter discussie te stellen. Dat staat buiten kijf.
Ik moest hieraan denken door twee actualiteiten van afgelopen week. Dat was een interview in NRC van Bas Heijne met de Franse sociologe Nathalie Heinich waarin Heijne opmerkt: ‘In een wat sofistisch betoog had ze gesteld dat je op basis van seksuele voorkeur niet automatisch de openstelling van het huwelijk ‘voor iedereen’ kon afdwingen.’ De pas met een man getrouwde Heijne is het niet met haar eens. Ik ben het met Heijne eens dat Heinichs betoog over deze ‘delicate kwestie’ dat zij onder meer verwoordt in een artikel uit 2013 in Le Monde vergezocht en mooipraterij is. Maar ik ben eveneens van mening dat iemand tegen het homohuwelijk kan zijn zonder per se homofoob te zijn of tegen de ongelijkheid van homoseksuelen.
De andere actualiteit was het besluit van de synode van de Protestante Kerk (PKN) om ‘op papier het onderscheid te handhaven tussen het kerkelijk huwelijk van homo’s en hetero’s’ zoals Trouw het in een artikel van 16 november 2018 samenvat. De PKN beschrijft het besluit in een persbericht. In Nederland gaat het burgerlijk huwelijk hoe dan ook aan het kerkelijk huwelijk vooraf. Trouw laat teleurgestelde gelovigen aan het woord die het niet eens zijn met het besluit en twijfelen of ze de kerk moeten verlaten. Overigens maakt dat niet veel uit te maken omdat gemeenten hun eigen beleid mogen voeren. Synodelid Peter Goudkamp is kritisch: ‘We hebben de deur gesloten gehouden voor een bepaalde groep mensen. We zijn bij elkaar gebleven met mensen die anderen buiten de deur houden. Als een homoseksueel wil trouwen in een bondsgemeente, of er ouderling wil worden of dominee, dan krijgt die nul op het rekest. Ik vind dat onbegrijpelijk.’
Wat maakt dit alles duidelijk? Welnu, naar mijn idee dat er variatie in het denken kan zijn. Iemand kan tegen het homohuwelijk -of het huwelijk in algemene zin- zijn zonder homofoob te zijn en homoseksuelen een gelijke positie te ontzeggen. Het is verfrissend dat mensen niet volgens patronen of pakketten meningen denken, maar zich per onderwerp een eigen mening vormen. Anders vormen zich meningen door polarisatie en staat het conservatieve monolitische blok tegenover het progressieve monolithische blok. Geborgen en gevangen in eenvormigheid van blokken waarin iedereen individueel denkt te zijn door op alle onderwerpen hetzelfde te denken als bentgenoten. Verschillen geven ruimte. Pluriformiteit en diversiteit binnen partijen of bewegingen is politiek en maatschappelijk stabieler dan pluriformiteit tussen partijen of bewegingen.
Wie geld heeft hoeft niet te pronken met uiterlijke verschijningsvormen. Wie kennis en inzicht heeft hoeft niet te pronken met wetenswaardigheden. Wie een stabiele relatie heeft hoeft die voor de wet niet om te zetten in een officieel huwelijk. Het omgekeerde is allemaal best toegestaan, maar niet noodzakelijk. Ofwel, het een of het ander is niet vanzelfsprekend. Vanuit een progressieve gedachtenwereld kan men niet voor het homohuwelijk zijn of twijfels hebben over de vanzelfsprekende goedkeuring voor euthanasie of abortus. Nogmaals, zonder dat men er evenmin faliekant tegen is. Het is de modieusiteit en de verplichting die medestanders opleggen om volgens patronen te denken die benauwt. Een individu onttrekt zich aan die druk.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Synode handhaaft onderscheid homo’s: ‘Ik kan dit mijn dochter niet uitleggen’’ van Maaike van Houten in Trouw, 16 november 2018.
Sommige politieke partijen begrijpen niet wat democratie is en hoe die zich verhoudt tot de grondwet. Dat tekent het failliet van de partijpolitiek. Democratie is geen Idols-competitie of een niet-bindend referendum waarin de meeste stemmen gelden, maar een bestuursvorm waarin via wetten en instituties ook de rechten van de minderheid zijn gewaarborgd. Politiek werkt door afweging van belangen en verdeelt zo de macht. Tegenstanders ervan zien de vijanden van de democratie de geloofwaardigheid van de partijpolitiek aantasten.
Buhran Gökalp van de Vrije Democratische Partijwil het huwelijk voor homoseksuelen verbieden als hij het voor het zeggen krijgt. Zover is het met Nederland gekomen, politieke partijen begrijpen niet wat democratie inhoudt en willen de rechten van minderheden inperken. Gökalp haalt oorzaak en gevolg door elkaar als hij de steun voor het Anne Frank Huis verwart met de opkomst van de PVV. Omdat Wilders het goed doet in de peilingen zou het Anne Frank Huis niet meer moeten worden gesubsidieerd. Of moet die verdubbeld worden?
Gökalps warrigheid is onwijs. Hij heeft iets meelijwekkend en stakkerig. Zijn geest kan zijn mond niet volgen. Moet hij niet tegen zichzelf beschermd worden, of is dat te bevoogdend en vanuit de hoogte? Wel weer aardig is zijn opvatting om niet meer te investeren in een dode. Dat pleit onder meer tegen de verheerlijking van representanten van religieuze organisaties zoals Jezus, Boeddha of Mohammed. Om doodmoe van te worden.
‘We kunnen er niet omheen dat wat dominant is geworden in de Nederlandse cultuur, conflicteert met de geboden van God. Waar actualiteit en Bijbel lijken te botsen, moet in de kerk het Woord van God Zichzelf blijven uitleggen. Niemand zal ontkennen dat dit tot spanning kan leiden in pastorale relaties. En toch, is er een andere weg voor de kerk? En, wíl de kerk een andere weg, als ze zichzelf als gemeente van Christus ziet?’ Aldus algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Protestante Kerk P. J. Vergunst in een artikel voor De Waarheidsvriend. Het gaat over de inzegening van het homohuwelijk in de Protestante Kerk Nederland.
Vergunst heeft recht op zijn mening. Dat hij weet wat het betekent dat ‘het Woord van God Zichzelf blijft uitleggen’ is knap van hem.Vergunst zegt nog net niet dat hij het woord van God zelf uitlegt, maar hij suggereert dat het woord zichzelf niet langer zal blijven uitleggen. Vergunst doet door verticale projectie aan religieuze tovenarij. Met zijn gereformeerde hocus pocus beslist hij voor de God van de Protestante Kerk van Nederland. Met mensen als Vergunst is er geen God meer nodig. En de inzegening van het homohuwelijk al helemaal niet. Vergunst zegt zijn God te laten spreken, maar dringt zich afgunstig op als een woordvoerder.
In een opinieartikel voor het Vlaamse Knack breekt politicus (GROEN) Bruno De Lillo een lans voor de zichtbaarheid van religieuze symbolen. Of liever gezegd, hij wijst het onzichtbaar maken ervan onder het mom van de invoering van ‘laïciteit’ af. Hij ziet geen enkel bezwaar als iemand in overheidsdienst een hoofddoek, keppeltje of pastavergiet op het hoofd draagt. Dat laatste als symbool van de Kerk van het Vliegend Spaghettiwonder wordt trouwens in Nederland ondanks de vrijheid van godsdienst door de Rijksdienst van de Identiteitsgegevens dat onder Binnenlandse Zaken valt in een advies aan de gemeente Emmen afgewezen. De vrijheid van godsdienst in Nederland wordt zo onder het uitsluiten van nieuwe toetreders tot de religieuze sector een door de overheid beschermde markt van gevestigde godsdiensten.
De Lillo stelt een voorwaarde aan de zichtbaarheid van religieuze uitingen door werknemers. Het moet niet het gedrag van de werknemer beïnvloeden: ‘Ben je een ambtenaar die van 9 tot 5 aan een loket moet zitten, dan neem je geen 5 pauzes om te bidden. Is de winkel waar je werkt de hele week open, dan ben je er af en toe ook op zaterdag of zondag. Wil je dat niet, dan vertrek je maar.’ De norm voor gewenst gedrag is dat een werknemer met verwijzing naar de eigen religieuze inspiratie geen beperkingen opwerpt. Zoals de moslim die klanten geen hand wil geven, de katholieke arts die niet wil meewerken aan euthanasie of de ambtenaar die weigert een homohuwelijk te voltrekken. Ze maken zich ongeschikt voor hun functie omdat ze het gedrag in hun werk laten beïnvloeden door hun religieuze achtergrond en dat tussen zichzelf en hun werk zetten.
Religieuze uitingen van werknemers zijn toegestaan indien ze niet van invloed zijn op het werk. Wel past de kanttekening dat een hoofddoek, keppeltje of pastavergiet tamelijk bescheiden uitingen zijn. Hoe dat met religieuze uitingen zit die uitbundiger zijn en uit kostuums kunnen bestaan zoals Candomblé of Satanisme en in strijd kunnen komen met de representativiteit van een organisatie blijft de vraag. Ook valt een beperking te maken in functies die de neutraliteit van de staat symboliseren, zoals het openbaar onderwijs, de politie of de rechterlijke macht. Ofschoon daar geen eenduidigheid over bestaat. Maar het is ongewenst om andersom te redeneren en bij voorbaar te veronderstellen dat iemand met een hoofddoek of een volle baard het gedrag door religie laat beïnvloeden. Diversiteit mag, binnen alle voorwaarden die het werk niet in de weg staan.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Waarom het onzichtbaar maken van elke verwijzing naar religie niet wenselijk is’ door Bruno De Lillo in Knack, 8 januari 2016.
Televisie-evangelist Pat Robertson citeert instemmend predikant-politicus Mike Huckabee die meent dat het christendom wordt gecriminaliseerd. Robertson trekt het breder: ‘Als je in God gelooft dan ga je naar de gevangenis.’ De VS kent het hoogste opsluitingspercentage ter wereld met 0,716% van de bevolking achter de tralies. Als Robertson serieus meent dat elke christen naar de gevangenis gaat, dan houdt dat in dat hooguit 0,716% van de Amerikanen christen is. En dat is minder dan de 71% die volgens de statistieken christelijk is. Hooguit 1 op de 100 christenen verdwijnt in de gevangenis. Waarom worden die andere 99% niet opgepakt?
Aanleiding voor Robertsons uitspraak is griffier Kim Davis in Rowan County, Kentucky die als weigerambtenaar huwelijksaktes voor koppels van hetzelfde geslacht -zeg: homohuwelijk- niet wilde uitgeven omdat ze meent onder Gods autoriteit te handelen. Davis zegt in conflict te zijn gekomen met haar geweten: ‘I owe my life to Jesus Christ who loves me and gave His life for me’ en ‘To issue a marriage license which conflicts with God’s definition of marriage, with my name affixed to the certificate, would violate my conscience. It is not a light issue for me. It is a Heaven or Hell decision.’ Op 3 september werd ze wegens minachting van de rechtbank die haar opdracht had gegeven om huwelijksaktes uit te geven gevangen gezet en op 8 september weer vrijgelaten. Een speciale aanklager bekijkt of Davis wegens officieel wangedrag aangeklaagd dient te worden.
De politieke partij met de naam ‘Jezus Leeft‘ is geregistreerd door de Kiesraad. In een toelichting legt de Kiesraad uit hoe een registratieverzoek wordt beoordeeld. Een naam of aanduiding moet niet op die van een andere partij lijken, niet in strijd met de openbare orde zijn of misleidend overkomen op de kiezer.
De gemachtigde is J. van Ooyen, ofwel de evangelist Joop van Ooyen uit Giessenburg die met rode pannen ‘Jezus Redt.nu‘ op het dak van zijn boerderij heeft staan. Hij wil met z’n nieuwe partij meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014. In ieder geval in de gemeente Giessenlanden, ‘En misschien in nog wel wat plaatsen‘ zo zegt-ie tegen het RD. En mogelijk aan de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.
Het programma van ‘Jezus Leeft‘ is nog niet geschreven. Maar het valt te verwachten dat het overeen zal komen met de inhoud van ‘Jezus Redt.nu‘. Zoals: ‘Het gaat in de wereld en in de Bijbel maar om ÉÉN Persoon‘, ‘Jezus is het Beeld van de Onzichtbare’, ‘Hij is voor alle dingen‘, ‘Helaas maakt religie (Islam, Judaisme, Rooms en Orthodox Katholicisme, Gereformeerd protestantisme) de wet tot hoofdzaak en het genadeverbond, dus JEZUS, tot bijzaak‘. Voor wie weinig opheeft met het huidige politieke systeem is de politieke partij ‘Jezus Leeft‘ een zinvolle toevoeging. Want hoe meer partijen er zijn en hoe meer de stemmen verdeeld worden, hoe eerder het besef ontstaat dat het politiek systeem zoals we dat nu kennen hoognodig hervormd moet worden.
De christelijke politiek zit in een neergaande lijn en heeft haar sleutelpositie verloren. SGP en CU steunen weliswaar het kabinetsbeleid -samen met D66-, maar hebben het toch niet aangedurfd om eisen te stellen over immateriële zaken als abortus, euthanasie, weigerambtenaren of de positie van het bijzonder onderwijs. ‘Jezus Leeft‘ zal zich naar verwachting juist wel profileren met deze immateriële zaken, zodat het zeker de CU, maar ook de SGP die zich breder oriënteren rechts zal passeren. Dat legt druk op het kabinet. Vooralsnog is ‘Jezus Leeft‘ een regionaal initiatief in Zuid-Holland Zuid met weinig wereldse uitstraling. Is het levensvatbaar?
De zittende minister-president Mike Eman heeft de Arubaanse verkiezingen overtuigend gewonnen. Z’n christen-democratische Arubaanse Volkspartij AVP behaalde 13 van de 21 zetels. Terecht, hij is de beste. Eman legt in een gesprek met René Zwart uit waar zijn prioriteiten liggen. De AVP wil het begrotingstekort terugbrengen naar een evenwicht tussen uitgaven en inkomsten. Dit ‘balanced budget‘ wordt vastgelegd in de grondwet. Een idee voor Rutte? Aruba zoekt samenwerking met Nederland, onder andere in het realiseren van de Green Gateway als schakelpunt tussen Europa en Zuid-Amerika. Op sociaal-cultureel vlak zijn de Arubaanse partijen volgens Nederlandse normen conservatief. Zo spraken ze zich allen uit tegen abortus en euthanasie, en op een partij na (RED) tegen het homohuwelijk. De verkiezingscampagne was een feest waarin alle partijen los gingen met optochten waar trots hun partijkleur werd getoond. De groene AVP mag blijven.
De Russische president Vladimir Putin schreef een brief die afgelopen woensdag in de New York Times werd geplaatst. Hij richt zich direct tot de VS en de Amerikanen. Minister Frans Timmermans kwalificeerde gisteren bij Nieuwsuur de brief als hypocriet. Door hun steun aan het regime van Assad hebben de Russen bewust gewerkt aan de uitbreiding van de Syrische burgeroorlog en de destabilisatie in het Midden-Oosten. De brief heeft een politiek belang van misleiding en is vals omdat het oorzaak en gevolg bewust door elkaar haalt.
Maar president Putin handelt niet op alle niveaus onwaarachtig. Hij vertelt in de laatste alinea een waarheid. Die is kostelijk en lijkt een diepe frustratie te verbergen. Hij raakt een snaar die bij vele landen gevoelig zal resoneren. Putin zet terechte vraagtekens bij de Amerikaanse claim dat hun land uitzonderlijk is: ‘And I would rather disagree with a case he made on American exceptionalism, stating that the United States’ policy is “what makes America different. It’s what makes us exceptional.” It is extremely dangerous to encourage people to see themselves as exceptional, whatever the motivation.’ De Amerikaanse arrogantie die ons vertelt een missie te hebben en daarom boven verdragen, afspraken en verboden verheven te zijn irriteert velen.
De kritiek van New Gingrich op Vladimir Putin is terecht. Rusland is geen rechtsstaat en heeft een politiek systeem dat elk tegengeluid uitsluit. Rusland verkracht keer op keer de burgerrechten en is een falende staat waar rechten handelswaar zijn. Maar het veroordelen van de boodschapper is nog geen weerlegging van het feit dat zijn boodschap niet klopt. Hoe had het Amerikaanse establishment gereageerd als niet de corrupte Putin, maar de leiders van Nieuw-Zeeland, Nederland, Noorwegen of Canada dezelfde kritiek hadden geuit?
Nederland profileerde zich tot de Fortuyn-revolutie als gidsland. Politiek, maatschappelijke organisaties, dominees en burgers verkeerden in de waan dat Nederland een opdracht had. Van God gegeven. Het dacht voorop te lopen om anderen de weg te wijzen. Over euthanasie, het homohuwelijk, vrije samenlevingsvormen, ontwikkelingshulp of het drugsbeleid. Dat idee het beter te weten en exceptioneel te zijn zorgde bij andere landen voor irritatie. Die fase is voorbij. De dominee is ingehaald door de koopman en de boekhouder. Niet toevallig werd Nederland lange tijd gezien als het meest Atlantische, pro-Amerikaanse land van het continent.
De VS is nog niet tot inzicht gekomen en denkt nog steeds een gidsland met een missie te zijn. Vanwege hun economische en militaire macht kunnen de VS ook de eigenwaan volhouden dat ze exceptioneel zijn. Maar dat zelfbeeld komt voort uit hun wereldse macht, ontstaat zonder tegengeluid in isolatie, wordt aangewakkerd door het christendom, maar is niet gebaseerd op een opdracht of een bijzondere geschiedenis. De claim van exceptionalisme kan elk land zichzelf voorhouden, maar wordt daarmee nog geen waarheid die authentiek is.
Een ruime kamermeerderheid steunt het initiatiefvoorstel van D66 om gemeenten te verbieden nog langer ‘weigerambtenaren’ aan te nemen. Zij weigeren een burgerlijk huwelijk tussen partners van hetzelfde geslacht te voltrekken. In de volksmond ‘homohuwelijk‘ genoemd. Dit is een misleidende term omdat het juridisch geen aparte categorie vormt, maar de verbintenis van twee homosexuelen binnen het burgerlijk huwelijk is. Niemand spreekt immers over het ‘heterohuwelijk’. Over de positie van de bestaande 85 ‘weigerambtenaren’ volgt nog een debat. Er zijn drie opties: laten zitten, overlaten aan gemeenten en ontslag voor allen.
De christelijke partijen leggen het af tegen een meerderheid. Hun positie als minderheid is relatief nieuw. Met het opkomen voor de ‘weigerambteanren’ trekken ze hun streep in het zand die door de demografische ontwikkelingen en de ontkerkelijking toch onherroepelijk zal wegspoelen. Kamerlid Gert-Jan Segers (CU) hangt in een opiniestuk zijn argumenten op aan de omgang van de democratie met minderheden. Hij verwijt de partijen die het voorstel steunen eenzelfde soort ‘democratische luiheid’ die in Egypte leidt tot de aantasting van rechten van de christelijke minderheid. Da’s een absurde vergelijking en onnodig grof gezegd.
Segers heeft gelijk dat meerderheden soepel met minderheden moeten omgaan. De actualiteit volgend had-ie de Turkse premier Erdogan kunnen noemen die dat niet alleen niet doet, maar zelfs bewust minderheden zijn wil probeert op te leggen om z’n macht te onderstrepen. Segers vergeet echter te onderscheiden en daarom verliest zijn betoog aan kracht. Het geschil over de ‘weigerambtenaar’ betreft een arbeidsconflict met de overheid als werkgever. ‘Weigerambtenaren’ worden buiten deze werkrelatie niet aangetast in hun vrijheden.
Het heeft iets tragisch als vertegenwoordigers van de christelijke politiek aandacht vragen voor hun positie als minderheid. Hoewel in de Nederlandse politieke verhoudingen partijen altijd makkelijk konden schakelen in het vinden van coalitie-partners en de soep nooit heet werd gegeten. Tolerantie als gevolg van desinteresse. De nuance van kritiek zit in de inschatting of CDA, SGP en CU ooit leidden aan zelfingenomenheid of zelfoverschatting. Exact het verschil tussen ‘We rule this country‘ en ‘We just run this country‘.
Woordvoerder van D66 Vera Bergkamp ziet niet als de kern van dit debat dat met het verbieden van de ‘weigerambtenaar’ de rechten van een minderheid ingeperkt worden. Volgens haar gaat het erom dat de rechten van een minderheid volledig toegekend worden. Zij zegt: ‘Waarom staan we toe dat wij als overheid (..) een oogje dichtknijpen als een ambtenaar in overheidsdienst op persoonlijke titel besluit dat de rechten van heteroseksuelen toch niet volledig gelijk zijn aan die van homoseksuelen?‘ En: ‘Het afschaffen van de weigerambtenaar betekent de volledige gelijkstelling van het burgerlijk huwelijk van paren van gelijk geslacht aan het huwelijk van heteroseksuelen. Dat doen we niet om te discrimineren. Dat doen we om niet meer te discrimineren.’ Nieuwe ‘weigerambtenaren’ komen er niet meer. De oude kunnen in hun afsterven de herinnering aan een voorbije fase van de politiek levend houden. Als waarschuwing voor hoe het niet moet.