Museum Oud-Amelisweerd nog steeds zonder goed onderbouwde exploitatiebegroting

Sinds vandaag is het voorstel Kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd van het Utrechtse college openbaar. Het college stelt de raad voor om 1,666 miljoen euro eigen geld beschikbaar te stellen voor Oud-Amelisweerd en het landhuis aan de Stichting Museum Oud-Amelisweerd (SMOA) in beheer te geven. De termijn moet in een gebruiksovereenkomst tussen Centraal Museum, SO Vastgoed en SMOA nog worden vastgelegd.

Het college laat zich slecht overtuigen door SMOA en geeft nog steeds gemengde signalen af. In een commissiebrief van 13 december 2011 kreeg dat vorm in het opnemen van een zogenaamde terugvaloptie. Nu in een kanttekening die zegt dat de exploitatieopzet van het museum ‘enige risico’s‘ blijft inhouden. Uit alles valt af te leiden dat het college de plannen van SMOA onvoldoende vindt. De gemeente moet er zelfs eigen eisen voor bijstellen. Zo worden ‘concrete eisen (..) van een goed onderbouwde exploitatiebegroting‘ uit de collegebrief van 31 mei 2011 in de toelichting gereduceerd tot ‘een exploitant met een sluitende exploitatie begroting‘. De ‘goede onderbouwing‘ laat het college in deze procedure vallen als harde eis.

Wat is de reden dat het college toch akkoord gaat met de SMOA die overduidelijk nog steeds geen goede onderbouwing overlegt? Stilzwijgend neemt het college deze beoogde exploitant op de koop toe. Utrecht laat het geld van de gemeente Amersfoort en sponsors voor zich werken. Over de aanpassingen aan het landhuis zegt het: ‘Ook bij een andere exploitant met een andere publieksfunctie zouden deze aanpassingen nodig zijn‘. Dit is de sleutelzin. Het gebrek aan overeenstemming zoals die uit de collegestukken en de SMOA-stukken blijkt is groot. Het college noemt de ‘Armando-collectie‘ geen enkele keer, de SMOA zwijgt niet over Armando die het presenteert als een panacee die zelfs haar ongezonde exploitatiebegroting zal genezen.

De cijfers van SMOA over bezoekersaantallen, inkomsten, exploitatie en dekkingsplan staan buiten de werkelijkheid en hebben weinig waarde in zichzelf. Ze dienen in de besluitvorming een kosmetisch doel. In vergelijking met de cijfers en de verantwoording uit 2011 van Amersfoort-in-C is er geen voortgang, maar achteruitgang geboekt. Cijfers zijn minder concreet geworden zodat de verwarring toeneemt. Zo redeneert de rekenschap van de bezoekersaantallen naar verwachtingen toe die uitblinken in stapeling en associaties, maar niet op feiten, vergelijkingen en tellingen gebaseerd zijn. Van een toegangsprijs voor volwassenen van 12,50 euro moet afgewacht worden of het realistisch en concurrerend is. Evenals van 100 kinderfeestjes per jaar.

De hoogte van de huur voor het landhuis van 49.000 euro verdient aparte aandacht van de raad omdat deze niet marktconform is. De huur voor het ensemble wordt 109.000 euro. Dit betekent dat De Veldkeuken voor het koetshuis 60.000 euro huur betaalt. Woordvoerder Jeroen Bosch zei najaar 2011 namens wethouder Lintmeijer dat Utrecht geen cent aan de exploitatie zou bijdragen. Nog op de raadsinformatieavond van 31 januari 2012 zei bestuursvoorzitter SMOA James van Lidth de Jeude rekening te houden met een huur van 100.000 euro. Nu blijkt dat De Veldkeuken meer betaalt voor het koetshuis dan SMOA voor het monumentale landhuis. Deze maatregel is een extra aanwijzing dat een goed onderbouwde exploitatiebegroting van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd nog steeds ontbreekt en dat kosten op derden worden afgeschoven.

Foto: Subsidie aan de kunst

Utrechtse museumsector moet in samenhang gezien worden

In regio’s heerst verwarring door het rapport Slagen in Cultuur van de Raad voor Cultuur. In Zeeland dreigt de enige presentatie instelling De Vleeshal ondanks de erkende  (inter)nationale kwaliteit te verdwijnen omdat de inkomstennorm niet wordt gehaald. Geen wonder voor wie Zeeland kent. Zo kent iedere regio problemen.

Ook in Utrecht heerst verwarring. Rijksmuseum Huis Doorn wordt te veel van Duits belang bevonden en ingedeeld in de 4de categorie. En het in de stad gevestigde Nationale Geldmuseum komt in de 4de categorie terecht omdat het de aansluiting met de maatschappelijke realiteit zou missen. Dat deze musea op de tocht zijn komen te staan kunnen Utrechtse bestuurders zich aanrekenen. Hoewel de musea de eerste verantwoordelijkheid van de rijksoverheid zijn. Bestuurders in de provincie hebben dit niet op hun geweten, maar hebben onvoldoende naar de samenhang in het museumaanbod van de provincie Utrecht gekeken.

Op voorstel van het Utrechtse college stopt de Utrechtse raad naar verwachting in juni 2012 1,66 miljoen euro in een nieuw op te richten particulier Museum Oud-Amelisweerd. Terwijl door gebrek aan belangstelling het gelijksoortige buitenhuismuseum in Doorn dreigt om te vallen en voor het Geldmuseum in de stad hetzelfde dreigt. Zodat Utrecht als Culturele Hoofdstad 2018 een museum dreigt te missen, terwijl net buiten de stad een nieuw museum met gemeentegeld wordt opgetuigd. Geen gedeputeerde, wethouder of raadslid ziet de samenhang, of wenst met anderen een integraal beleid te ontwikkelen. Met een beeldspraak gezegd, politici zijn als junks, ze willen snel scoren en lopen daarna schichtig weg. Omdat hun termijn erop zit.

De oplossing die geld oplevert, en kwaliteit en samenhang bevordert wordt door de ambtelijke verkokering van projectbureaus’s verhinderd en door de politiek niet aangedurfd: De Armando Collectie naar Fort Vechten. Op Vechten is een budget van 20 miljoen euro beschikbaar dat alleen maar hoeft te worden opengebroken. Een coördinator met zijn voeten in de modder ziet mogelijkheden. Waar zijn de provinciale gedeputeerden, wethouders of raadsleden die persoonlijke moed tonen en zichzelf durven te overtreffen? Tot nu toe beweegt niemand omdat politici verstrikt zijn in hun bestuurlijk-ambtelijke werkelijkheid van nota’s, verslagen en raadsvoorstellen. Wethouders leven nog met hun plannen in 2010 en kunnen geen omslag maken naar noodmaatregelen nu. Hoe valt dat politieke autisme van onze goedwillende bestuurders te doorbreken?

Foto: Beeld van Wilhelm II en op de achtergrond Huis Doorn in Doorn, Utrecht

Huisvesting Armando Museum in Fort Vechten biedt kansen

Prijswinnend ontwerp voor het nationaal Waterliniecentrum Fort Vechten door Studio Anne Holtrop.

Er zitten haken en ogen aan de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Om vele redenen is het niet logisch. Het betreft een rijksmonument met zeldzaam 18de eeuws behang dat als zomerverblijf is gebouwd en gelokaliseerd is in een natuurgebied met povere ontsluiting. Strikte voorwaarden schepen een beoogd Museum Oud-Amelisweerd op met een onmogelijke bedrijfsvoering. Daarbij komen investeringen van meer dan 4 miljoen euro en een slecht onderbouwde exploitatie die niet realistisch is.

Het is merkwaardig dat de Stichtse politiek zich sinds najaar 2010 vastbijt in Oud-Amelisweerd terwijl vlak naast de deur een alternatief aanwezig is. Fort Vechten, ook in Bunnik. Deze bestemming compenseert alle nadelen van Oud-Amelisweerd en biedt zelfs hogere kwaliteit. In Fort Vechten kan een Armando Museum gerealiseerd worden bij de nieuwbouw van het nationaal Waterliniecentrum dat eind 2013 opgeleverd wordt.

Het Hollandse Waterlinie-project is een samenwerkingsverband van de provincies Noord- en Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Brabant en Utrecht. Voor het Liniecentrum Fort Vechten is de provincie Utrecht samen met Bunnik leidend. Verantwoordelijk gedeputeerde is Mariëtte Pennarts (GroenLinks) die in april 2011 de portefeuille van Anneke Raven (CDA) overnam. Wethouder Jorrit-Jan Eijbersen (Lib) is dat namens Bunnik.

Juist omdat Pennarts en Eijbersen verantwoordelijk zijn voor zowel Oud-Amelisweerd als de Waterlinie ligt in tijden van schaarste het ineenschuiven van beide projectorganisaties voor de hand. Niet Pennarts maar haar voorganger Raven heeft overigens de trein van Oud-Amelisweerd in gang gezet. Al met al is er voor het 19 hectare grote Fort Vechten een budget van 20 miljoen euro beschikbaar. Bestuurders die nalaten slimme dwarsverbanden te leggen nemen genoegen met de verkokering van de afzonderlijke projectorganisaties.

De huisvesting van de Armando Collectie te Fort Vechten levert meervoudige winst op. 1) Het behoedt Oud-Amelisweerd voor aantasting van het culturele erfgoed, 2) het respecteert het onderscheid tussen ‘stilte’-gebied Rhijnauwen-Amelisweerd en ‘pret’-gebied Vechten, 3) het zorgt door toevoeging van het Armando Museum voor kritische massa en verbreding van de eenzijdige focus van het Liniecentrum, 4) het levert de betrokken gemeenten en provincie bezuinigingen op, 5) het biedt het Armando Museum een meer gezonde bedrijfsvoering en bevrijdt het van de vervlechting met onlogische thematiek die volgt uit de huisvesting in Oud-Amelisweerd en 6) biedt een coherente thematiek over Waterlinie, oorlog en schuldig landschap.

Het niet in elkaar schuiven van deze projecten is een gemiste kans. Het kan nog steeds. Formeel zijn voor Oud-Amelisweerd nog geen onomkeerbare besluiten genomen of verplichtingen aangegaan. De wil is de weg die bestuurders van Utrecht, Bunnik en Amersfoort en provincie Utrecht kunnen gaan. Nodig is lateraal denken dat de bestaande informatie opnieuw ordent tot de combinatie Armando-Fort Vechten die kwaliteit toevoegt

Oud-Amelisweerd als Museum voor Chinoiserie

Het Westen heeft schrik van het Oosten. Maar is er ook altijd gefascineerd door geweest. Sinds kort is het economisch zwaartepunt van West naar Oost verschoven. Of liever gezegd, teruggeschoven. Want de oude beschavingen India en China domineerden ooit de wereld. Vraag is of er in Nederland mogelijkheden zijn om de relatie met het Oosten inzichtelijk te maken. Die optie is levensgroot aanwezig in landhuis Oud-Amelisweerd te Bunnik dat eigendom is van de gemeente Utrecht.

Nederland als gateway naar Europa kan de Aziatische kunst als eerste in Europa een museum geven dat de setting van de Chinoiserie als uitgangspunt neemt. Overtuigend in de marketing door de eenduidige boodschap. Het kan vijftalig ingericht worden: Nederlands, Engels, Chinees, Koreaans en Japans. En omdat het economisch evenwicht naar het Oosten verschuift opent dat voor het aanboren van fondsen volop perspectief.

Wie naar de toekomst kijkt, kijkt naar China. Wie naar de toekomst kijkt moet proberen de Chinezen tegemoet te treden. Ofwel, halverwege te ontmoeten. Het cliché zegt dat in het Oosten relaties geduldig opgebouwd moeten worden. Er is een ontwerpstijl die de ontmoeting tussen Oost en West symboliseert. Da’s de zogenaamde Chinoiserie die sinds de 17de eeuw van invloed is op de ontwikkeling van de Westerse kunst. Het spiegelt Chinese kunstinvloeden en geeft deze onderdak binnen de Westerse traditie.

‘Sinds 1990 maakt landhuis Oud-Amelisweerd deel uit van de collectie van het Centraal Museum. Vanaf dat moment liep er een restauratieprogramma van het Chinees behang, dat in zeldzaam goede staat verkeert.’ Deze zinnen staan in de publieksfolder Vechtende Krekels; Harmen Brethouwer in Oud-Amelisweerd. In de zomer van 1999 presenteerde het Centraal Museum een kleinschalige tentoonstelling van Brethouwer. De kunstenaar combineerde het 18de-eeuwse Chinese papierbehang met hedendaagse kunstwerken met Aziatische motieven, materialen en technieken. Kortom, chinoiserieën. Het werkte wonderwel.

De achtergrond van het behang bepaalt de voorgrond. Een industrieel of ostentatief werk past minder goed dan iets wat sober is. Vele variaties zijn mogelijk. Het loopt van de 17de eeuw tot nu. Zelfs japonisme met Van Gogh of houtsneden van Hokusai kan ingepast worden. Uitgangspunt van een Museum voor Chinoiserie is de combinatie van voor- en achtergrond met Aziatische of Oriëntaalse motieven waarbij beiden verrijkt worden.

Jammergenoeg heeft museaal Nederland nooit de kans gekregen om bovenstaand idee te pitchen. Landhuis Oud-Amelisweerd is zonder inhoudelijke discussie door de gemeente Utrecht aan het Armando Museum gegund. Zoals het er nu naar uitziet ontstaat er een Museum Oud-Amelisweerd dat de taak heeft om beelden, schilderijen en tekeningen van Armando te combineren met het rijke ensemble. Door de kracht van huis en behang zullen die het winnen. Maar het had zoveel unieker kunnen zijn als er beter nagedacht was.

Foto: Fragment antiek 19de-eeuws behang in de Chinese slaapkamer van Belton House

Armando Museum gaat dicht in Amersfoort

Soms verschijnen er berichten in de publiciteit die logisch lijken, maar dat bij nader inzien niet zijn. Maar toch zinvol omdat ze een waarheid vertellen die anders ongenoemd zou blijven. Het gezegde dat dronken mensen en kinderen de waarheid vertellen moet uitgebreid worden met lokale bladen. Ze beseffen niet altijd hoe veelzeggend berichten zijn die ze doorgeven. Het gaat om de internet-site van DeStadAmersfoort.nl met een bericht over het Armando Museum.

De achtergrond is dat het Armando Museum om economische redenen weg moet uit Amersfoort en het oog heeft laten vallen op landhuis Oud-Amelisweerd. Een rijksmonument met zeldzaam cultureel erfgoed in een aantrekkelijke omgeving. De gemeente Utrecht is eigenaar van het landhuis en heeft een raadscommissie verzocht om voor 1 september met een plan van aanpak te komen dat bekijkt of het behoud van cultureel erfgoed en de bedrijfsvoering van een museum zijn te combineren. Da’s vertraagd tot 1 oktober.

Het bericht suggereert dat Amersfoort beslist over de huisvesting van het Armando Museum in landhuis Oud-Amelisweerd. Da’s onzin. Voor de volledigheid, het landhuis is niet gelegen op het grondgebied van de gemeente Amersfoort. Maar in Bunnik en in het bezit van de gemeente Utrecht. Kortom, college en raad van Amersfoort gaan over de sluiting van het Armando Museum in Amersfoort, maar niet over de huisvesting van dat museum buiten de gemeentegrenzen. Ook niet in een commissie die de gemeentegrenzen te buiten gaat.

Nu vermoed ik dat de journalist een en ander niet uit de duim zuigt en betrouwbare bronnen gebruikt. Die door een afdeling voorlichting van de gemeente Amersfoort zijn aangereikt. Of misschien zelfs door het Armando Museum Bureau en Amersfoort-in-C. Want deze laatste instanties hebben eerder geprobeerd om de waarheid naar hun hand te zetten en voldongen feiten te creëren. Dat maakt het er alleen nog maar erger op omdat het de bestuurlijke besluitvorming doorkruist.

Want zoals gezegd is het een raadscommissie van de gemeente Utrecht die met een plan van aanpak komt. De procedure is dat de Utrechtse cultuurwethouder Lintmeijer betrokken maatschappelijke organisaties consulteert die hun lezing geven. Op voorstel van het Utrechtse college wordt naar verwachting in oktober in de Utrechtse raad een besluit genomen of de verhuizing van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd passend is. De discussie is nooit gegaan over de vraag of een Armando Museum nodig is op de plek, maar meer onder welke voorwaarden het mag functioneren. Da’s jammer want iedereen wil daar wel zitten.

Als het groene licht door Utrecht wordt gegeven, dan gaat het over de vraag onder welke randvoorwaarden de exploitatie gevoerd mag worden. Dat gaat naast structurele, ook over incidentele kosten. Dat laatste houdt bijvoorbeeld in wat Bunnik en Utrecht bijdragen aan de infrastructuur van parkeerplaatsen en toegangswegen.

Amersfoort-in-C heeft bij monde van directeur Marco van Vulpen in de publiciteit gezegd uit te willen gaan van een minimum bezoekersaantal van 30.000 per jaar. Ook circuleren cijfers die duiden op een uitloop naar 90.000 bezoekers per jaar voor het nieuw op te richten Museum Oud-Amelisweerd en directe omgeving.

Het zijn echter niet Amersfoort-in-C en de gemeente Amersfoort die de laatste stem hebben, ondanks de bruidsschat van 1 miljoen euro die Amersfoort meegeeft. De kosten om een museum in het rijksmonument Oud-Amelisweerd in te richten bedragen naar zeggen van het Armando Museum Bureau ruim 4,5 miljoen euro. Da’s nog niet gedekt en denkbaar is dat de kosten hoger worden als men eenmaal aan de slag gaat. Juist vanwege het bijzondere en kwetsbare karakter van het rijksmonument.

Formeel is er nog niets beslist over de verhuizing van het Armando Museum naar landhuis Oud-Amelisweerd. Als het Utrechtse college de eigen besluitvorming en de betrokken maatschappelijke organisaties serieus neemt dan is er ook informeel nog niets beslist. Er ligt een intentie, maar die lag er in november 2010 ook al. Het lijkt erop dat een lokaal blad gebruikt wordt door belanghebbenden binnen Amersfoort om druk te zetten op de besluitvorming binnen college en raad van Utrecht. Vraag is of Utrecht deze inmenging prettig vindt.

Foto: Koppelpoort Amersfoort, 2008

Landhuis Oud-Amelisweerd verdient passende huurder

Er is nooit een goede afweging gemaakt over de ideale bestemming van landhuis Oud-Amelisweerd, tevens is nooit een goede afweging gemaakt over de ideale bestemming van het Armando Museum. Dat wringt naar twee kanten.

Gesprekspartners Amersfoort-in-C/BMC, provincie Utrecht, gemeente Utrecht, gemeente Amersfoort, Centraal Museum en Armando Museum plus aanvullende stichtingen doorkruisten eind 2010 de evaluatie van de bijna afgeronde restauratie van zomerverblijf Oud-Amelisweerd met hun overval er een Armando Museum te huisvesten. In de publiciteit ging men voorbij aan alle kanttekeningen zoals de gemeente Utrecht die in een besluitenlijst van 31 mei 2011 formuleerde.

Kanttekeningen zijn 1) de aantasting van de monumentale waardes van het Landhuis; 2) de optie om het ensemble te verkopen; 3) nog niet uitgewerkte en vastgestelde financiële afspraken met Amersfoort, Amersfoort in C en de Provincie; 4) mogelijke niet haalbaarheid van de vestiging van de Armandocollectie en het vinden van een andere exploitant; 5) financiële risico’s die nog niet volledig in kaart zijn gebracht; 6) de huurprijs voor een toekomstige exploitant.

Op de eerste aspecten ben ik eerder ingegaan, zie tag Armando Museum. Ik beperk me nu tot de laatste drie. De frase Indien vestiging van de Armandocollectie niet haalbaar blijkt dient een andere exploitant gevonden te worden is merkwaardig. In dezelfde besluitenlijst praat men over de planvorming van het museum Oud Amelisweerd met daarin de huisvesting van de Armandocollectie in Oud Amelisweerd.

Wat opvalt is dat Museum Oud-Amelisweerd in de bestuurlijke sfeer en de publiciteit nauw verknoopt blijft met het Armando Museum en de Armandocollectie. Dat wordt ondersteund in de publiciteit van het Armando Museum dat een fotosimulatie toont waarin de eigen huisvesting in Oud-Amelisweerd al een feit is. Zie foto hierboven. Dat past niet bij een evenwichtige en open besluitvorming die zegt dat nog vele opties mogelijk zijn. Het Armando Museum suggereert dat het een gelopen race is.

Hier wreekt zich het feit dat het Armando Museum als rattenvanger van Hamelen de anderen een bestuurlijke fuik heeft ingelokt. Enkel en alleen naar de huisvesting in Oud-Amelisweerd is opdracht tot onderzoek gegeven. Naar allerlei andere opties is nooit onderzoek verricht, zoals landgoed Beverweerd in Werkhoven, paleis Soestdijk of het Raf-Staffhorstgebouw in Utrecht. De eindrapportage van het onderzoek naar Oud-Amelisweerd is naar mijn weten niet openbaar gemaakt.

Antwoord waarom dat zo is gaat over geld. Beverweerd kost 8 miljoen, opknappen Soestdijk al gauw 90 miljoen en het Staffhorst-gebouw kost meer dan 5 miljoen. En dan heeft men een opgeknapt gebouw en nog geen museum met beveiliging, inrichting en klimatisering. Soortgelijke monumentale lokaties kosten al snel tussen de 5 en 10 miljoen. Maar wat kost Oud-Amelisweerd het Armando Museum eigenlijk?

Wat wordt de huidige huurprijs van het Armando Museum dat in naam een Museum Oud-Amelisweerd wordt genoemd? De besluitenlijst zegt dat de huurprijs voor een komende exploitant nog niet is vastgesteld. Wordt dat een marktconforme prijs of niet? Of subsidieert en scheldt eigenaar gemeente Utrecht een huurprijs van tonnen per jaar in een beweging kwijt?

Waarom heeft de gemeente Utrecht nooit een open inschrijving voor andere initiatieven gehouden? Bijvoorbeeld op wetenschappelijk, cultureel of natuur & milieu gebied? Waarbij het grootste bezwaar van het Armando Museum is dat het op gespannen voet staan met de monumentale waarde van landhuis en landgoed. Volgens directeur ad interim Van Vulpen van Amersfoort-in-C mikt het Armando Museum in Museum Oud-Amelisweerd op ten minste 30.000 bezoekers per jaar.

De verfunning van de landgoederen is sowieso een dreiging. Nationale Waterliniecentrum Fort Vechten ligt op loopafstand van de landgoederen en verwacht vanaf 2013 een bezoekersstroom van 100.000 bezoekers. De Hollandse Waterlinie projectorganisatie heeft grootste plannen die de aard van het gebied niet ongemoeid laten. Het bureau Must ontwerpt een gebied dat volledig van karakter wordt veranderd en eindigt in een pretpark.

De druk op het gebied Amelisweerd in combinatie met de ontsluiting van landgoederen richting Utrecht geeft aan hoe wankel het evenwicht is. Als men consequent kiest voor rust en natuur dan passen daarin geen grootschalige projecten die veel bezoekers trekken. Da’s een reden te meer om het Armando Museum of een museum met de ambitie van 30.000 bezoekers niet in landhuis Oud-Amelisweerd te huisvesten. Nog los van het feit dat een rijksmonument dat niet aankan.

Een en ander pleit ervoor om Museum Oud-Amelisweerd te laten zijn wat de naam suggereert te zijn. Namelijk een museum dat de historie van 18e en 19e eeuwse landgoederen toont. Het cultuurhistorisch zeldzame en kwetsbare landhuis Oud-Amelisweerd verdient een goede afweging over de bestemming. Nu de restauratie is afgerond is het eindelijk tijd voor een goede afweging over de bestemming. Zodat het Armando Museum dat op eigen kracht ook eindelijk eens kan gaan doen.

Foto: Armando Museum in landhuis Oud-Amelisweerd?