
Wie denkt vergelijkingen van verkiezingsprogramma’s van alle partijen te kunnen vinden heeft het mis. Met hun stemwijzers stoppen maatschappelijke organisaties bij hooguit 12 partijen, terwijl er aan de verkiezingen 21 partijen meedoen. NDX die alleen in Amsterdam meedoet buiten beschouwing gelaten, zijn er 20 partijen. In de stemwijzers komt de helft terug. Da’s zo’n fikse vertekening dat het de vergelijking onbruikbaar maakt.
In een eerdere vergelijking over de rechtsstaat ging ik op weg naar een stemsuggestie. Ook die vergelijking was vertekend omdat alleen de gevestigde partijen erin vertegenwoordigd waren. Het idee dat ik met behulp van stemwijzers op uiteenlopende gebieden partijen kan vergelijken moet ik dan ook in de steek laten. De nieuwere partijen hebben niet allen uitgewerkte programma’s, maar ze zijn duidelijk genoeg om stellingen op te baseren van het type ‘eens’, ‘oneens’ of ‘geen mening/ neutraal’. Toch gebeurt het niet.
Wat beogen maatschappelijke organisaties met hun stemwijzers die de helft van de partijen buiten schot laat? De macht ligt bij de gevestigde partijen, aangevuld met DKP van Hero Brinkman en de in de Eerste Kamer vertegenwoordigde 50Plus. Daar stopt de belangstelling van media en maatschappelijke organisaties. Terwijl vooral de laatsten met behulp van themapartijen de vraagstelling zouden kunnen verbreden en verdiepen.
Daarom wend ik me maar tot de StemWijzer die niet volmaakt is, maar wel alle partijen mee laat doen. Ik maak de test tweemaal. De eerste keer concentreer ik me op de materiële zaken en sla de overige 10 vragen over. De tweede keer kijk ik naar immateriële zaken en sla de overige 20 vragen over. Per ronde schrap ik de laatste 6 partijen. In de vergelijking over de rechtsstaat nam ik al afstand van VVD, PVV en SGP. Zie die vergelijking als compensatie voor de kleinere partijen die het in de media zo moeilijk hebben.
Als het over materiële zaken gaat neem ik afscheid van de Anti Europa Partij, CDA, SOPN, D66, DPK en de Libertarische Partij. En over de immateriële zaken van de LibDem, ChristenUnie, SP, Nederland Lokaal en PvdT. Na drie schiftingen blijven over: PvdD, GroenLinks, PvdA, Piratenpartij en MenS. Van MenS heb ik geen idee waarvoor het staat, van de anderen wel. Ik laat het hierbij omdat ik niet tot een betere vergelijking kan komen. Hopelijk worden bij de volgende verkiezingen de nieuwe partijen wel opgenomen in de diverse stemwijzers. Mijn stemsuggestie is dus (alfabetisch): GroenLinks, MenS, Piratenpartij, PvdA of PvdD. Daar doe ik het mee.
Foto: ‘Digitaal beplakte’ verkiezingsborden, Den Haag 2012.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...