Alphen aan den Rijn onthult gedenkplaat voor J.C. Bloem. Alles vergeven en vergeten?

Wie was dichter J.C. Bloem? Is hij werkelijk gerehabiliteerd zoals Jan van Rijn van kunstenaarscollectief STA-ART beweert? In Alphen aan den Rijn is een gedenkplaat onthuld. Een initiatief van STA-ART dat de gemeente wist te overtuigen. Maar Jacques Bloem werd al in 1933 lid van de NSB. Moeten we ons dat nu nog herinneren of maar beter vergeten? Net als Pyke Koch was het zijn elitaire houding die hem behoedde voor collaboratie die hem na de oorlog kon worden nagedragen. Mussert was een ambtenaar van Waterstaat. Of dat te maken had met een veranderde overtuiging is de vraag. Ach, Gabriele d’Annunzio, Louis-Ferdinand Céline, Robert Brasillach, Ezra Pound en vele anderen gingen Bloem voor. Hebben ook zij gedenkplaten voor hun kop?

Het Achterhuis van Anne Frank als spel. Nieuw cultuurpatroon of oud cultuurgoed?

De oorlog, houdt het nooit op, ook niet na 70 jaar? Of is het: de oorlog houdt nooit op, ook niet bij de derde generatie? De 19-jarige Thijs Verberne uit het Brabantse Valkenswaard maakt Het Achterhuis van Anne Frank tot een spel. En een bedrijf. Bezoekers kunnen onderduiken in de escaperoom. Er kan in de boerderij nog een ander spel gespeeld worden: De Ondergrondse, waarin spelers tegen Duitsers kunnen vechten. Zogenaamd dus. De Anne Frank Stichting die het gedachtengoed en ook de naamsexploitatie van het ‘merk‘ Anne Frank bewaakt vindt wat Verberne doet van weinig respect getuigen, aldus een bericht in Het Parool. Verberne haalt de schouders erover op. Is het een strijd en een generatieconflict tussen de ene en andere uitbater van het gedachtengoed van Anne Frank? Ontstaat hier een cultuurpatroon of zinkt een oud cultuurgoed af? Dit soort berichten zorgt in Nederland voor opschudding waarbij altijd weer de woorden ‘respect’ en ‘kwetsen’ vallen.

Reconstructie Het Achterhuis van Anne Frank in Lakenhal roept vragen op

unnamed

In Leiden is tot en met 5 oktober 2015 op verschillende plekken de door Museum De Lakenhal georganiseerde tentoonstelling ‘Global Imaginations’ te zien. Een onderdeel ervan roept controverse op zoals blijkt uit kritiek op Jonet. Het gaat om de installatie ‘Monument to the Dutch’ in De Meelfabriek van het collectief ‘Ghana ThinkTank’. Het Achterhuis van Anne Frank is nagebouwd en deels ingericht als islamitische gebedsruimte.

Jonet zet vragen bij de toeeigening en het ‘bezit’ van de herinnering aan het leed uit de Tweede Wereldoorlog: ‘De vraag dringt zich op of het gepast is om Anne Frank, symbool van de moord op zes miljoen Joden, te koppelen aan het huidige islamdebat.’ Museumdirecteur Meta Knol antwoordt daarop dat indirect de Sjoa en islamofobie wel degelijk met elkaar te maken hebben. Want: ‘Op de website van de Anne Frank Stichting is ook te lezen dat zij hun werk doen om hedendaags racisme te bestrijden. Dit kunst werk is bedoeld als pleidooi voor tolerantie.’ De impliciete claim van Knol is dat zo’n pleidooi dan per definitie toelaatbaar is.

Het aanwenden van onderdelen van de Sjoa voor het inrichten ven tentoonstellingen roept al snel controverse op. Zoals eerder dit jaar in Estland bij de tentoonstelling ‘Mijn Polen’ in het Kunstmuseum Tartu. Zie hier voor commentaar. Meta Knol doet wat logisch van haar verwacht kan worden door te verwijzen naar de sfeer van hedendaags extremisme en racisme, vreemdelingenhaat en de positie van minderheden. De gebruikelijke en wat automatistische uitleg van curatoren en museumdirecteuren om de kou uit de lucht te halen. Ik schort mijn oordeel over de installatie ‘Monument to the Dutch’ op tot ik het gezien heb. Want de duivel zit in de details. Daarmee staat of valt het oordeel of de installatie aan de goede kant van de geschiedenis blijft.

Over iets anders wil ik me wel uitspreken en dat is de begeleidende tekst van De Lakenhal over Ghana ThinkTank omdat het collectief hierin als een stap voorwaarts wordt gepresenteerd, terwijl het me eerder een stap terug in de tijd lijkt. Daarnaast rijgen pretenties en clichés zich aaneen: ‘Wat in eerste instantie lijkt op een ludieke omkering van traditionele machtsverhoudingen en rolpatronen, wordt al snel een confrontatie met de vraag hoe mensen zich verhouden tot de wereld om hen heen.’ Is dit het beste wat de educatieve afdeling van De Lakenhal in huis heeft? Nog een: ‘De oplossingen van de denktanks zijn verwerkt in een opzienbarende installatie die bruggen bouwt tussen schier onverenigbare grootheden.’ Wie dit leest betreedt een parallelle wereld van islam en jodendom waar niets anders lijkt te groeien. En dat in het Leiden van Baruch Spinoza. 

Foto: ‘GHANA THINKTANK, MONUMENT TO THE DUTCH, 2015 (INTERIEUR) An installation that brings together sacred symbols of tolerance. Diverse materialen. Courtesy Ghana ThinkTank. Ontwerp Ghana ThinkTank. Uitvoering José Warmerdam-van Beek’. Juni, 2015.

Joodse lobby vraagt sluiting ‘Poolse’ tentoonstelling in Ests Museum

res

The Jerusalem Post bericht dat het Simon Wiesenthal Centrum gisteren heeft opgeroepen de tentoonstelling ‘Polen. Over herinneren en vergeten’ in het Tartu Kunstimuuseum in Estland te sluiten omdat het meent dat deze ‘spot met de slachtoffers van de Holocaust en hun herinnering beledigt’. Het Kunstmuseum Tartu ontkent deze aantijging en zegt in een verklaring dat het weliswaar lastig is om te praten over de Holocaust, maar het toch mogelijk moet zijn om het bespreekbaar te maken. Ook omdat de geschiedenis inzicht kan bieden in extremisme, vreemdelingenhaat, de positie van minderheden en oorlogen.

De curator van het museum Rael Artel verklaart tegen AFP dat het Wiesenthal Centrum volledig de essentie gemist heeft en het niet om grappenmakerij gaat. Maar juist om een respectvolle basis voor debat. Op de achtergrond speelt een onder de oppervlakte sudderend ongenoegen bij met name Europese moslims -maar zij niet alleen- waarom meer dan 70 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog de nagedachtenis van de slachtoffers van die oorlog zo strikt moet worden afgeschermd. Het idee ontstaat hierdoor dat Joden extra beschermd worden in het publieke debat. Invloedrijke joodse belangenorganisaties als het Simon Wiesenthal Centrum voeden dit idee door intolerant te zijn voor wat ze als intolerantie zien. Zo botsten er werelden.

Aan de hand van de berichtgeving in de Jerusalem Post en de tentoonstellingcsatalogus blijken de gewraakte werken ‘Residents’ van de Poolse  kunstenaar Zbigniew Libera en ‘Tikkertje’ (Berek) ui 1999 van de Poolse kunstenaar en filmregisseur Artur Zmijewski dat zich afspeelt in een gaskamer vol naakte mensen. Deze film werd in 2011 na protest van de Joodse gemeenschap verwijderd van de tentoonstelling ‘Side by Side. Poland – Germany. A 1000 Years of Art and History’ in de Berlijnse Martin-Gropius Bau. De onderdirecteur van het museum noemde dat toentertijd geen censuur of ingrijpen in de vrijheid van meningsuiting, maar een gebaar van respect jegens degenen die zich beledigd voelen. Zmijewski veroordeelde in 2012 in een verklaring de uitsluiting van zijn film van de tentoonstelling en meent dat dat een open debat in de weg staat.

Perceptie is de essentie. En macht. Want degene die mag vaststellen wat een belediging is en welke belediging geaccepteerd wordt als belediging heeft de macht om dat wat als ongewenst wordt ervaren uit te sluiten van de publieke ruimte. Berek stelt volgens Zmijewski aan de orde hoe we met de brute geschiedenis om kunnen gaan en we ons van de trauma’s ervan kunnen bevrijden. Men kan het daar mee oneens zijn, maar een oproep om deze film die vertoond wordt binnen een Ests museum uit te sluiten is een te eenzijdige perceptie van de geschiedenis die niet door een lobbygroep gedomineerd kan blijven worden. Debat gevraagd. Geen verbod.

bere

Foto 1: Foto ‘Residents’ van de Poolse  kunstenaar Zbigniew Libera. Onderdeel van de serie Positives dat iconische foto’s van belangrijke gebeurtenissen uit de 20ste eeuw reconstrueert.

Foto 2: Still uit Berek (1999) van Artur Zmijewski.