Bij een affiche van de Schotse overheid. Een christelijke organisatie voelt zich als dweepziek en intolerant aangesproken. Terecht?

Een campagne van de Schotse overheid tegen ‘hate crime’ die in oktober 2018 werd gelanceerd spoort Schotten aan om incidenten te melden bij de politie en een eind te maken aan ‘hate crime’. De campagne bevat affiches waarvan onderstaande er een was. Ze werden in alle Schotse steden verspreid. Betreffende affiche heeft controverse opgeroepen bij christenen die zich onterecht aangesproken voelen als ‘bigots’, oftewel intolerant en dweepziek. In de verwerking van de klacht is iets merkwaardigs aan de hand. De christelijke belangengroepering Barnabas Fund heeft enkele maanden geleden een klacht over deze affiche ingediend die door dezelfde politie die deze campagne heeft opgezet is beoordeeld, aldus een bericht van WND. Kwestie van de slager die zijn eigen vlees keurt. Dat had procedureel anders opgelost moeten worden.

De affiche is volgens een hogere functionaris van de Schotse politie niet ‘gebaseerd op boosaardigheid of slechte wil jegens een sociale groep’. Dat kan kloppen. De affiche laat in het midden wie aangesproken wordt. Christenen worden niet direct genoemd. Dat het over deze groep gaat kan alleen indirect afgeleid worden uit verwijzingen naar een preek (sermon) en religieuze haat, maar zeker is het niet of alleen christelijke gelovigen worden aangesproken. De Barnabas Fund vindt haar klacht niet serieus genomen. Een vertegenwoordiger ziet in de campagne die ‘hate crime’ zou uitdragen met gebruikmaking van haatspraak een tegenstrijdigheid.

Verkondigt de affiche wel de claim van Barnabas Fund ‘die zegt dat als je religieus bent, je een bigot bent’? Of wordt alleen een categorie van dweepzieke gelovigen van alle godsdiensten aangesproken die het eigen geloof boven dat van de ander stelt? Zo opgevat past deze affiche prima in de campagne. Want die gelovigen onder elkaar die elkaar het licht in de ogen niet gunnen moeten beseffen dat ze geen voorrechten hebben om andere gelovigen aan te vallen via haatspraak. Dat blijkt uit de tekst van de affiche en van de reactie van de Barnabas Fund die de affiche onterecht op zichzelf en het eigen gedachtengoed betrekt. Hiermee maakt deze christelijke stichting zich groter en belangrijker dan het is. Het verbreedt eerst de focus van de affiche en vernauwt daarna de strekking ervan. Verontwaardiging is een verkapte vorm van religieuze expansie. Het is stoutmoedig van de Schotse overheid om gelovigen die elkaar dwars zitten aan te spreken op hun gedrag.

Foto: Affiche van Schotse overheid; campagne ‘hate crime’, 2018.

Advertentie

Joe Walsh en conservatief Amerika. Schoppen van rechts tegen media is onvergelijkbaar met links dat haatspraak wil verbieden

Joe Walsh is een voormalig Republikeins, conservatief congreslid voor Illinois. Ooit lid van de Tea Party causus. Hij is nu gastheer van een conservatief radioprogramma. Walsh was aanvankelijk een aanhanger van Trump, maar kwam daar na de ontmoeting van Trump met Putin en de ontluisterende afsluitende persconferentie in juli 2018 op terug. Walsh noemde Trump een verrader. Walsh steunt het onderzoek van speciale aanklager Robert Mueller naar de samenwerking van Team Trump met het Kremlin. Walsh is vergelijkbaar met het wereldbeeld van andere vanouds conservatieve opinie-makers als Max Boot, Ben Shapiro, John Schindler of Bill Kristol die doorgaans pro-Israël, pro-kleine overheid en een strikte fiscale politiek, anti-abortus, pro-Navo, pro-Westerse alliantie en anti-Putin zijn. Een artikel van Arch Puddington in het conservatieve Weekly Standard gaat in op de vraag in hoeverre conservatieven en Republikeinen de Rusland-politiek van Trump steunen. Zijn Walsh en consorten de regel of de uitzondering binnen de conservatieve beweging in de VS?

Bij genoemd wereldbeeld hoort de opvatting van ongebreidelde persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Zoals Jaap Tielbeke in een artikel in De Groene uitlegt valt dat te herleiden tot de liberale filosoof John Stuart Mill die van mening was dat ‘een ongehinderde uitwisseling van ideeën‘ in het publieke debat ‘een essentiële voorwaarde‘ was ‘om dichter bij de waarheid te komen’. Tielbeke doet het af als ‘naïef‘ en ‘een valse voorstelling van zaken’ omdat ‘de vrije markt voor ideeën een illusie’ is. Overigens des te meer omdat door de verslechterde economische situatie van traditionele media de rol van de journalistiek is afgenomen en er gaten zijn gevallen in ‘de vrije markt voor ideeën‘ en nieuwe media als Facebook tot nu toe onvoldoende beseffen en aarzelen om de verantwoordelijkheid te nemen die bij hun journalistieke verplichtingen past. 

Walsh’ tweet verwijst in de tweede alinea (‘hate speech banned’) naar complotdenker Alex Jones en diens radicaal-rechts vehikel ‘Infowars’. Zoals techsite The Verge in het artikel ‘How Alex Jones lost his info war; Misinformation is fine — but hate speech isn’t’ opmerkt is Jones door de techbedrijven behalve Twitter in de ban gedaan vanwege haatspraak of aanzetten tot haat. Casey Newton vraagt zich trouwens af of de echte uitdaging voor de techbedrijven pas komt als gebruikers de inhoud van Jones’ programma’s gaan kopiëren.

Walsh’ vergelijking tussen rechts dat niet gelooft in persvrijheid en links dat niet gelooft in vrijheid van meningsuiting is onevenwichtig. Het eerste is realiteit, maar het tweede niet. Trumps tirades tegen ‘de pers als vijand van het volk’ omdat nieuwsorganisaties ‘nepnieuws’ zouden bieden is een afleiding om de actuele en nog te verschijnen verslagen van de media over de uitkomsten van de onderzoeken naar de samenzwering van Team Trump met het Kremlin in een kwaad daglicht te stellen. Walsh heeft gelijk dat Trumps achterban hem daarin steunt. Ook onafhankelijk kiezers zijn gevoelig voor die continue tirades van Trump en zijn waterdragers tegen de media. Enig bewijs dat media werkelijk vijanden van het volk zijn ontbreekt echter.

Dat is anders met haatspraak. Zoals ook Tielbeke stelt is een ‘een ongehinderde uitwisseling van ideeën’ waarin het denken van Alex Jones past naïef. Niet alleen omdat de ‘vrije markt van ideeën’ van de traditionele media een illusie is en nieuwe (sociale) media nu pas schoorvoetend hun journalistieke verantwoordelijkheid beginnen te nemen, maar ook omdat in de echokamers van de sociale media per definitie een publiek debat ontbreekt waarbij de beste ideeën komen bovendrijven. Hier moeten overheden op inspringen om het open, publieke debat en de democratie te redden. Door zelf actie te nemen en richtlijnen op te stellen, en door bedrijven te verplichten tot actie. Het is Jones’ intentie niet om zijn meningen te meten met die van anderen en zonodig in te wisselen voor een betere mening. Kwam Jones met het verspreiden van desinformatie jarenlang weg, nu hij wordt aangesproken op haatspraak of aanzet tot haat lijkt ineens de maat vol te zijn. Als indirecte terechtwijzing van Trump? De maat die allang vol was, maar eindelijk echt als vol bevonden wordt. 

Foto: Tweet van Joe Walsh, 9 augustus 2018.

Kunstenaar Shahak Shapira klaagt Twitter aan wegens laks beleid inzake haatspraak: #HEYTWITTER

Hoe kunst maatschappelijk relevant kan zijn bewijzen de Duits-Israëlische kunstenaar Shahak Shapira en zijn mede-activisten. Shapira beschuldigt Twitter ervan te laks te zijn in het verwijderen van haatspraak. Hij zegt 300 meldingen aan dit techbedrijf te hebben gedaan, maar slechts op 9 meldingen een reactie te hebben ontvangen. ‘Als Twitter me ertoe verplicht om deze dingen te zien, dan zouden ze het ook moeten zien’, zo zegt hij in de video die hij op 7 augustus op zijn YouTube-kanaal plaatste. Voor het Duitse hoofdkantoor van Twitter in Hamburg heeft Shapira de gewraakte meldingen met sjablonen op de weg gemarkeerd. Zodat iedereen ze kan lezen. Op straat of op YouTube. Twitter veegt intussen het eigen stoepje schoon. Symbolisch.

Naziverleden Nederland. Het gelijk op Twitter: gesloten communicatie

bar

Amerikanen hebben vaak geen idee van de geschiedenis van andere landen. Ze missen de finesses en bekijken andere landen door hun Amerikaanse bril. De VS kende een bloedige burgeroorlog, maar werd nooit bezet door andere landen. Da’s makkelijk oordelen over anderen. Afgelopen week verweet de Joods-Amerikaanse actrice en activiste Roseanne Barr voormalig GroenLinks-kamerlid Arjan El Fassed op Twitter het naziverleden van Nederland voort te zetten met z’n organisatie The Electronic Intifada waarvan hij medeoprichter is. Opvallend is dat beide zich aangetrokken voelden tot het gedachtengoed van de Groene Partij in hun land.

Na allerlei zelfcorrecties over de macht van de Nederlanders in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog verweet Barr uiteindelijk nazis die ‘de Nederlandse regering’ controleerden dat het Anne Frank had vermoord. Maar hoe stelt Barr zich de verhoudingen met de bezetter voor als ze spreekt van een ‘Nederlandse regering’? Anders gezegd, het naziverleden van Nederland dat El Fassad met steun voor Gaza zou voortzetten stelt Barr onvolledig en verkeerd voor omdat ze de geschiedenis van de bezette Europese landen niet in de vingers heeft. Daarom maakt ze kromme vergelijkingen. Inmiddels heeft ze de tweets over dit onderwerp verwijderd.

Gisteren kreeg ik allerlei tweets van Feminist (@_Feminist) die voortborduurde op de eerdere aanval van Barr op het naziverleden van Nederland. Wat Feminist beweerde kon ik niet volgen omdat de bedoeling ervan me ontging. Waar Barr duidelijk en zelfcorrigerend handelde, verloor Feminist zich in het autistisch centrum als iemand die vooral het gesprek met zichzelf koesterde. Dat eindigde in de aan mij gerichte tweet ‘I anxioualy await the Dutch Govt financing hate propaganda sites of the KKK to promote Pluralistic Society in Holland’ waar ik niet op kon antwoorden omdat Feminist me geblokkeerd had. De nieuwe ethiek op Twitter: iemand aanvallen en tegelijk blokkeren zodat de communicatie perfect eenzijdig is. Het eigen gelijk staat eeuwig vast.

rb

Foto 1: Schermafbeelding van tweets van 27 juli 2015 tussen Roseanne Barr en George Knight.

Foto 2: Schermafbeelding van tweets van 27 en 28 juli 2o15 op Feminist.

No Hate: campagne van de Raad van Europa

nhsm-1420x600

De Raad van Europa heeft een project No Hate opgezet dat haatzaaien op internet bestrijdt. Het loopt van 2012 tot 2014, is gericht op jeugdigen en is bedoeld om racisme en discriminatie te bestrijden. Opzet is om instellingen en jongeren voor te lichten die weer anderen kunnen voorlichten. Zo sijpelt de bewustwording door tot in de kleinste dorpen van Europa. Is de bedoeling. Goede bedoelingen duwen de politieke actualiteit naar de achtergrond. Enfin, zo’n brede campagne hoort erbij en geeft een goed gevoel. Los van de praktijk.

In de toelichting op de campagne staat een opmerking die opmerkelijk is omdat-ie genoemd wordt. De Engelse tekst zegt: ‘The campaign is not designed to limit freedom of expression online. Neither is it about everyone being nice to each other online. The campaign is against hate speech online in all its forms, including those that most affect young people, such as cyber-bullying and cyber-hate. The campaign is based upon human rights education, youth participation and media literacy.’

De campagne is niet ontworpen om de vrijheid van meningsuiting online in te perken. Alsof campagnemakers van de jeugdsector van de Raad van Europa op eigen houtje de internetvrijheid zouden kunnen inperken en daartoe de politieke vrijheid hebben. Gelukkig hoeft ook niet iedereen aardig tegen de ander te zijn. Wat een geruststelling. Beledigen mag van de Raad van Europa. In Nederland heeft zich de afgelopen jaren het recht op beledigen ontwikkeld. Gelukkig wordt niet iedereen dezelfde normen van moraal en beschaving opgelegd.

Naast de valse abstracties snijdt de campagne hout. Het kan alleen de lidstaten tot niks verplichten. Zelfs dat is vrijblijvend. Maar goede voorlichting over mensenrechten blijft gewenst. Voor het onderwijs kan een programma ontwikkeld worden dat gericht is op media-educatie van jeugdigen. Met aandacht voor privacy, film, televisie en nieuwe media. De plannen ervoor komen al 30 jaar niet van de grond. En de beste oplossing voor deelname van jongeren aan de samenleving is dat er stageplaatsen en banen voor jongeren zijn. Al dat soort zaken kunnen alleen op nationaal niveau gerealiseerd worden. Anders blijven het ethische praatjes.

Foto: Campagnemateriaal No Hate

Moslimleider Owaisi in India aangeklaagd voor hate speech

De Indiase Moslimleider Akbaruddin Owaisi is na terugkomst uit Engeland opgepakt op verdenking van hate speech. India smeekte twee weken om wraak. Hij zou aanzetten tot haat tussen bevolkingsgroepen met zijn oproep om hindoe’s te vermoorden. De zaak is nog niet gelopen omdat aangetoond moet worden dat Owaisi z’n boekje te buiten is gegaan. In de verte doet het denken aan de zaak tegen Geert Wilders die als politicus het recht claimde om te waarschuwen. Verschil is dat in dit geval Akbaruddin Owaisi de moslim is waartegen gewaarschuwd moet worden. De zaak is ook een lakmoesproef voor de degelijkheid van het Indiase recht.

Arrestatie wegens commentaar op Facebook: een misdaad in India

Eind goed, al goed. Twee Indiase vrouwen werden gearresteerd omdat ze op Facebook commentaren hadden geplaatst na de dood van de machtige politicus Bal Thackeray. Stichter van de etnisch Maharashtriaanse, rechtse Shiv Sena, ofwel SS. Shareen Dhada merkte op haar -later afgesloten en weer opgestarte- Facebook-pagina op dat Mumbai uit angst voor de politicus stilgelegd was, niet uit respect: ‘due to fear, not due to respect‘. Renu Srinivasan leukte dat en deelde de posting onder commentaar dat het niet zinvol is om wat dan ook stil te leggen. De vrouwen werden een week opgesloten. Na woedende protesten en na intrekking van de aanklacht zijn ze vrij. Overdonderd door de gebeurtenissen. Beschermd door de politie. De haatzaai-wetten gaat India wijzigen zodat iemand niet meer makkelijk gearresteerd kan worden. All’s Well That Ends Well. 

Foto 1 en 2: Facebook-pagina Shareen Dhada