Kritiek op Drents Museum dat half miljoen euro van NAM in ontvangst neemt

Schermafbeelding van deel artikel Drents Museum krijgt half miljoen euro van NAM voor verbouwing‘ op RTV Drenthe, 20 september 2022.

Een gift van 500.000 euro van de NAM voor het Drents Museum legt het accent op het ethisch handelen van musea. Hoe zuiver gedragen ze zich? Er is veel kritiek op het Drents Museum dat de gift in ontvangst neemt.

Musea hebben er doorgaans weinig moeite mee om de eigen goede naam naam of die van de museumsector in het algemeen voor geld te verkopen. Door het aannemen van sponsorgeld van controversiële gevers tegen wie veel maatschappelijke weerstand bestaat en waarvan betreffend museum op de hoogte is komen ze op een glijdende schaal terecht.

Nog steeds een schandvlek voor de Nederlandse museumsector is het Ammodo-pensioengeld dat havenarbeiders op slinkse wijze werd ontfutseld. Het werd omgekat tot een goede doelen-fonds. Een kleine 10 beeldbepalende Nederlandse musea zagen er geen moreel bezwaar in om in vol bewustzijn over deze misstand dit besmette geld aan te nemen. Kamerlid Pieter Omtzigt zei daarover: ‘De ontvangers moeten weten waar het geld vandaan komt en moeten overwegen het niet in ontvangst te nemen‘.

De gedragscode (2012) van het Instituut Fondsenwerving dat overigens weinig gezag afdwingt zegt in artikel 1.4.6: ‘Iedereen
 die
 organisaties
 of
 projecten 
in
 de 
sector
wil
 steunen, 
met
 respect
 voor
 de 
belangen van 
de
 organisatie
 en
van 
de
 consumenten,
 zal 
naar 
algemene 
fatsoensnormen 
en 
met

 respect
 voor
 hun
 wensen
 worden 
behandeld.
 Ter 
bescherming 
van 
de 
goede
 naam 
van 
de

 organisatie
 en
 van
 de 
sector 
in 
het
 algemeen 
worden 
bepaalde 
donateurs 
echter
 bij
 voorbaat

 geweerd 
als 
het 
risico 
bestaat
 dat 
de
 geloofwaardigheid 
van 
de 
organisatie 
in 
het 
geding 
kan

 komen.’

We kennen de NAM (Shell en ExxonMobil) dat niet alleen decennia lang het Groningse gas heeft geëxploiteerd, maar ook als een organisatie die moeilijk begon te doen over het vergoeden van schade aan huizen in Groningen ten gevolge van de bodemdaling door gaswinning. Dat was nadat de regering in 2018 bekendmaakte de gaskraan dicht te gaan draaien. De regering heeft de regie van het herstel, maar de NAM moet dokken.

Het is wellicht wat te simpel gedacht om te vragen of die 500.000 euro niet beter past bij Groningers die een beschadigd huis hebben ten gevolge van de gaswinning en nog steeds op het geld van de NAM wachten. Maar het geeft wel aan hoe gevoelig dit in Groningen ligt. NAM en Drents Museum gaan daar willens en wetens aan voorbij.

Directeur Harry Tupan van het Drents Museum zegt dat hij begrijpt dat de goede naam van het Drents Museum in gevaar kan komen door het aannemen van het sponsorgeld van de NAM. In een artikel van 20 september 2022 op RTV Drenthe reageert hij desgevraagd over de gift van 500.000 euro aan het Drents Museum.

Schermafbeelding van deel artikel Drents Museum krijgt half miljoen euro van NAM voor verbouwing‘ op RTV Drenthe, 20 september 2022.

Tupan verschuilt zich achter een uitleg dat het ingewikkeld is. Dat is onzin. Er is niets ingewikkeld. Tupan presenteert het als ingewikkeld zodat hij zich daar achter kan verschuilen. Er is algemeen beleid over sponsoring en fondsenwerving om dit geld niet in ontvangst te nemen. Voor iemand met een zuiver geweten is het niet ingewikkeld, maar simpel. Van de NAM die in het Noorden nog zoveel schade aan huizen heeft te vergoeden neem je geen sponsorgeld in ontvangst. Tupan brengt de geloofwaardigheid van het Drents Museum in gevaar.

In een opinie-artikel van 26 september 2022 in het Dagblad van het Noorden ziet klimaatwetenschapper Leo van Kampenhout van Extinction Rebellion Drenthe de beslissing van Tupan en het Drents Museum als ‘een moreel verkeerde beslissing’. Hij beredeneert het vanuit de klimaatcrisis. Hij schrijft: ‘Kortom, het Drents Museum maakt moreel gezien de verkeerde beslissing door de NAM te blijven greenwashen.’

Schermafbeelding van deel opinie-artikelEn weer neemt Drents Museum geld aan van de NAM. Een moreel verkeerde beslissing‘ in het DvhN, 26 september 2022.

Nieuw puritanisme valt met gewone politieke middelen niet te bestrijden. Christelijk rechts en identitair links hebben de publieke opinie in de tang

Openbare zeden. Twee mummies in het museum van Madrid die op last van de aartsbisschop een rokje aanmoesten omdat ‘naakt’ ook voor mummies ontoelaatbaar was (1925).

Gisteren had ik een interessant debatje op FB bij de postingGeen blote borsten voor Frida Kahlo op opening Drents Museum‘ van 10 oktober 2021. Ik geef weer hoe dat verliep.

Iemand vroeg me of het zo erg was. Namelijk een blockbuster tentoonstelling over Frida Kahlo in het Drents Museum waar op de opening in een presentatie de blote borsten van Frida Kahlo van het schilderij ‘La columna rota‘ (1944) niet werden getoond, maar door een niet-vrouw werden gerepresenteerd.

Ik antwoordde op de vraag hoe dat kwam: .. nieuw puritanisme. Afgedwongen door fatsoensrakkers van christelijk-rechts en identitair-links. Het zijn barre tijden.

In een andere reactie verwees ik naar regisseur Paul Verhoeven die in de publiciteit rond zijn nieuwe film Benedetta de filmwereld preutsheid verwijt. In een bericht van nu.nl zegt hij: ‘Zeker in Amerika is het bijna onmogelijk om een ontbloot bovenlijf te laten zien. De filmwereld is totaal verpreutst. Het werkt in een soort slingerbeweging. In de jaren zeventig was die slinger op z’n hoogtepunt. Je kon alles laten zien, welke seksualiteit dan ook. Maar nu zijn we weer terug bij een puritanisme dat ik me alleen uit de Tweede Wereldoorlog nog kan herinneren, toen ik als zevenjarige begon met films kijken‘. Dat is dezelfde preutsheid die ertoe leidt dat op een opening in het Drents Museum een representatie van Frida Kahlo niet met ontbloot bovenlijf wordt getoond.

Ik vervolgde op de vraag hoe dat nou toch kwam: ‘Wellicht vanwege het krampachtig denken in schema’s die leiden tot een christelijke of communistische ideale wereld. Die zich uiteraard nooit zal openbaren. In dat denken is geen ruimte voor afwijkingen, nuances en tegenstellingen. Bij het Drents Museum gaat het vermoed ik vooral om burgermansfatsoen dat passend voor de hotemetoten wordt geacht. Het management begrijpt niet dat het hiermee door gemakzucht en lui denken de autonomie van de kunst inlevert.’

De vragensteller spitste vervolgens zijn vraag toen hij vroeg: ‘waarom deze terugkeer naar de jaren vijftig? Waarom deze hernieuwde hang naar conformisme? Ik breek er al een tijd mijn hoofd over‘.

Ik antwoordde: ‘Ik breek er ook mijn hoofd over. Het is zoals Verhoeven zegt een slingerbeweging die met het hedendaagse puritanisme volgens hem nu weer terug is bij de Tweede Wereldoorlog. Maar door wat wordt die slinger in beweging gebracht? Mijn idee is dat door rechts én links dat zich beroept op verschillend gedachtengoed, respectievelijk religie/fatsoen en identiteitspolitiek/selectief inclusie-denken de publieke opinie van twee kanten onder druk is komen te staan. De vrijdenkers die per definitie de tegenkracht tegen dat puritanisme zijn, hebben zichzelf door hun eigen emancipatie en gerichtheid op het individualisme maatschappelijk grotendeels buiten spel laten zetten. Gemeenschapsdenken kun je het best beantwoorden met gemeenschapsdenken. Zodat het nu vrij scoren is voor de fatsoensrakkers van links én rechts. Tel daarbij de angst voor sociale media van zo’n instelling als het Drents Museum en het marketingdenken dat de museumsector in haar greep heeft genomen en karakterloosheid en lafheid zijn het resultaat.

De vragensteller verwijst hierop naar een column in NRC van Maxim Februari die volgens hem min of meer hetzelfde zegt. Februari zegt in de laatste alinea: ‘De samenleving zit al met al gevangen tussen twee vuren. Aan de ene kant de conservatieven die vinden dat iedereen op hen moet lijken. Aan de andere kant de diversiteitsexperts die met overheidssteun de diversiteit zo bijsnoeien en bijknippen dat er weinig van over blijft. Laat de rest nu maar eens proberen een open democratisch gesprek te voeren‘.

Hier ben ik het mee eens, hoewel ik het begrip ‘conservatieven‘ in dit verband lastig vind omdat het verwarrend is in welke betekenis Februari het gebruikt. We weten ongeveer hoe christelijke fatsoensrakkers denken en handelen. Christenen hebben een ongemakkelijke verhouding tot seksualiteit, zeden en vrouwelijkheid in het bijzonder. En hiermee ook tot zichzelf. Verwijtbaar is niet dat ze zulke ideeën hebben, maar dat ze die andersdenkenden op willen leggen. Dat laatste gebeurt en is zoals gezegd ook de fout van de vrijdenkers om daar geen weerstand aan te bieden.

Minder duidelijk zal voor velen de verstikkende invloed van de linkse identiteitspolitiek zijn die zoals Februari terecht constateert met de overheid onder een hoedje speelt. Hoe negatief die invloed is maakte Eric Hendriks in 2018 duidelijk in het artikelIdentitair links heeft stiekem een rothekel aan diversiteit‘ op de Kanttekening. Hij zegt: ‘Ideologen en professionele moralisten zien liever een schematische, schoongeveegde wereld, één die hun duidingsmodel volgt en waar vooruitgang een eenduidige richting heeft‘.

Overigens benoemen zowel Februari als Hendriks, ondanks dat ze interessante aanzetten hiertoe geven, niet echt de diversiteit van de diversiteit. Beperking, sociaaleconomische status, opleidingsniveau en leeftijd ontbreken. Ook in hun kritiek richten zij zich vooral op gender en etniciteit. Zij laken terecht het klimaat waarin diversiteit groeit die niet zozeer op te vatten valt als partijpolitiek, maar metapolitiek die zich aan het partijpolitieke debat onttrekt en daarom lastig, in elk geval niet met de gewone politieke middelen te bestrijden valt.

De gepolitiseerde reductie van diversiteit die de publieke opinie van links en rechts in de tang heeft genomen is zo krachtig omdat het aan invloed heeft gewonnen op de cultuur, intellectuelen en de media. In het kielzog van die ontwikkeling surft de nieuwe preutsheid mee. Op dit moment valt die nauwelijks te bestrijden omdat zo’n directie van het Drents Museum niet eens vanuit een eigen overtuiging handelt, maar zich onbewust voegt in de culturele hegemonie zonder dat te beseffen.

Geen blote borsten voor Frida Kahlo op opening Drents Museum

Still uit de videoOfficiële opening Viva la Frida‘ van het Drents Museum, 8 oktober 2021.

Grappig opgewekt zijn de beelden van de opening op 7 oktober 2021 van de tentoonstellingViva la Frida!‘ in het Drents Museum in Assen. Het iconische schilderij ‘La columna rota‘ (The Broken Column) uit 1944 van Frida Kahlo wordt verbeeld door een niet-vrouw. Haar vrouwelijkheid is weggemoffeld.

Frida Kahlo, La Columna Rota (1944). Collectie: Museo Dolores OlmedoXochimilco, Mexico City, Mexico

Is dat in de geest van Kahlo of in de geest van Nederlandse fatsoensrakkers die bang zijn om vrouwelijke borsten op een officiële opening te tonen? Stel je voor dat Frida Kahlo op Frida Kahlo lijkt.

Je kunt letterlijk en figuurlijk zeggen dat Frida Kahlo in het Drents Museum wordt ingekaderd. In een praatje en een plaatje. Ontdaan van scherpe kantjes. Zo kennen we weer de voorwaarden van de museale blockbuster: braaf, netjes, aanvaardbaar en makkelijk verteerbaar voor een breed publiek.

CityFilm toont items. Opdrachtgever Mondriaan Fonds nog niet

mf1

Het Mondriaan Fonds kondigt op de eigen website het ‘Cultureel reisprogramma Mijn Stad voor RTL4’ aan. Reizen is populair. Het Mondriaan Fonds zoekt het niet in exotische bestemmingen, maar in de steden Leeuwarden, Alkmaar, Groningen, Middelburg, Assen, ’s-Hertogenbosch en Hilversum. De bijdrage van het fonds aan het reisprogramma is ‘een kort item over een activiteit of project dat gerelateerd is aan een van zijn bijdragemogelijkheden’. Een zin met een raadselachtig slot. Wat zijn in hemelsnaam ‘bijdragemogelijkheden‘?

mp2

Het wordt nog raadselachtiger als het fonds zegt ‘De items zullen binnenkort op de website te zien zijn’. Dat heeft vermoedelijk te maken met de afspraken over de uitzendrechten tussen RTL4, het Mondriaan Fonds en de producent van de items CityFilmTV. Maar op het YouTube-kanaal van CityFilmTV zijn de items al te zien. Interessant is om te ontwaren welke partners CityFilm vindt. Uit het YouTube-kanaal valt de planning van de producent af te leiden in het combineren van bestemmingen, opdrachten en opdrachtgevers. Waarbij musea, culturele instellingen, gemeenten, stadspromotie en bedrijven waar nodig gecombineerd worden, Zoals de schermafbeeldingen van de items tonen. Waar dat de invloed van het Mondriaan Fonds laat is de vraag.

mp3

Opmerkelijk is dat Museum Kranenburgh door zowel het Mondriaan Fonds als CityFilm abusievelijk wordt gesitueerd in Alkmaar, terwijl het binnen de gemeentegrenzen van Bergen ligt. Dat heeft wellicht te maken met de aanwezigheid van rondleider -in licht zomerkostuum- Leen Spaans (voorzitter van de Historische Vereniging Alkmaar en van Alkmaars Talent). In vier van de vijf filmpjes op het kanaal figureert-ie. Het filmpje over Museum Kranenburgh is het enige in de reeks waaraan de gemeente Alkmaar niet meebetaalt.

mp4

Het schema van de uitzendingen op RTL4 is: 7 december: het Fries Museum in Leeuwarden over ‘Ferhaal fan Fryslân’; 14 december: Museum Kranenburgh met Chiel Kuijl; 21 december: Coen Vunderink met bezoek aan atelier in Groningen; 28 december: Koen Delaere tijdens werkperiode in De Vleeshal in Middelburg; 4 januari: Hans Hoekstra en het Drents Museum in Assen; 11 januari: Simon Schrikker in Galerie Majke Hüsstege in ’s-Hertogenbosch; 18 januari: Liselotte Doeswijk in het archief bij Beeld en Geluid in Hilversum.

Foto 1: Still uit ‘Leeuwarden – Fries Museum’.

Foto 2: Still uit ‘Assen – Drents Museum en Hans Hoekstra’.

Foto 3: Still uit ‘‘s-Hertogenbosch – Simon Schrikker en de KunstKoop’.

Foto 4: Still uit ‘Groningen – Coen Vunderink’.

Drents Museum stoot objecten af. Ontzamelen gaat van au

Harry Tupan, adjunct-directeur van het Drents Museum in Assen legt uit wat ontzamelen is en hoe dat in z’n werk gaat. Het betreft een paar duizend objecten van de C-collectie die de deur uit moeten. Een bulkafstoting van landbouwwerktuigen. Naar andere musea als ze dat willen, waarbij Drentse de voorkeur hebben. Ook de loods die C-collectie huisvestte -en niet geklimatiseerd en goed beveiligd lijkt- wordt verlaten. De vraag of er zich nog onder voorwaarden ontvangen schenkingen en legaten onder de af te stoten objecten bevinden wordt niet gesteld. Evenmin of er nog stukken geveild worden. Gezien de kwaliteit zal dat weinig opbrengen. Tupan schetst de dilemma’s van collectievorming, maar draait er ook charmant omheen. Want natuurlijk ruimt het Drents Museum meer op dan het verwerft. Deels een bezuinigingsactie, deels een beheerprobleem.

In de afgelopen jaren was er binnen de museumsector veel debat over ontzamelen. De te volgen richtlijn stond daarbij centraal waarbij in een tijd van bezuinigingen belangrijk werd wie over de bestemming van de opbrengst kon beslissen. Directie of wethouder? Zodat ermee zelfs gaten in de exploitatie gevuld konden worden wat voorheen ondenkbaar was. Naast de officiële LAMO-richtlijn van de museum- en erfgoedsector kwam de VNG zelfs met een richtlijn wat gemeenten weer ruimte bood om voorwaarden op te rekken en weer een eigen richtlijn op te stellen. Zoals Rotterdam deed naar aanleiding van de plannen van het Wereldmuseum om de Afrika-collectie af te stoten. Daarnaast speelt nog de afstoting van niet-museale collecties, zoals bij de CBK’s die weer hun eigen voorwaarden hanteren. Zodat er een veelheid van richtlijnen ontstond die in de wijze van afstoten zoals Harry Tupan die schetst tamelijk identiek bleven, maar in de bestemming gingen variëren.

Het Centraal Museum in Utrecht met toenmalig hoofd collectie Errol van der Werdt -nu directeur van het Textielmuseum- zwengelde dat debat in 2006 aan en thematiseerde het met de tentoonstelling Uit het depot annex veiling met medewerking van Sotheby’s die liet zien wat afstoten van 1500 kunstwerken omhelsde. Daarna is het niet meer rustig geworden in de depots van museumland. Waarbij Boijmans het groter zoekt.