Evangelische Hans Maat wil uitzonderingssituatie voor gebedshuizen bij bestrijding van COVID-19 oprekken voor evenementen

Schermafbeelding van deel artikelHans Maat: Er is veel meer mogelijk als ‘religieuze samenkomst’ op Groot Nieuws Radio, 28 september 2021.

Het is de krankzinnigheid van een kapot en onevenwichtig systeem van maatregelen om de COVID-19 pandemie te bestrijden dat door het kabinet Rutte III op de rails is gezet.

Een opportunistische gelovige trekt daar de consequentie uit. Hans Maat van het Evangelisch Werkverband roept zijn achterban op om creatief om te gaan met de ruimte die de overheid biedt aan kerken. Zo wil hij de coronatoegangspas omzeilen. Groot Nieuws Radio doet verslag.

Gebedshuizen hoeven niet te voldoen aan de voorwaarden die de regering bij de bestrijding van COVID-19 aan bedrijven en organisaties stelt. Zoals het tonen van een coronatoegangspas waar ze van zijn vrijgesteld. Die uitzondering is bedoeld voor de kerntaken van gebedshuizen, zoals het houden van de eredienst of bijbelstudie. Dat wordt door de rijksoverheid geformuleerd als ‘voor uw geloof of levensovertuiging‘. Het is volgens de overheid niet bedoeld voor het houden van evenementen in een gebedshuis, zoals een concert of voorstelling.

Deel van informatieNaar de kerk, moskee, synagoge of ander gebedshuis‘ van de Rijksoverheid.

Hans Maat heeft daar lak aan. Hij wil het voorrecht dat volgens velen ten onrechte is toegekend aan religieuze organisaties nog eens extra oprekken door het van toepassing te laten zijn op concerten en voorstellingen. Hij is zo brutaal om dat creativiteit te noemen.

Maat redeneert dat het voorrecht dat geldt in een gebedshuis voor de eredienst ook van toepassing kan zijn voor evenementen die niets met geloof te maken hebben. Hiermee rekt hij de uitzonderingssituatie voor gebedshuizen oneigenlijk op.

Maats stelling dat kerken in coronatijd grondwettelijk gezien een uitzonderingspositie hebben, vanwege de vrijheid van godsdienst, wordt niet door alle grondwetsdeskundigen gedeeld. Het is namelijk de vraag of de beperking in dat wetsartikel ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet‘ wel geldt en de uitzonderingssituatie billijkt.

Het lijkt eerder een partijpolitieke dan een juridische of grondwettelijke omstandigheid die heeft geleid tot de uitzonderingssituatie voor gebedshuizen waar het geloof en levensovertuiging betreft. Daarom is het de vraag hoe geldig Maats betoog is dat hier juridisch op voortborduurt.

Het viel te verwachten dat iemand uit religieuze hoek zo onbeschaamd zou zijn om de eigen voorrechten nog een extra op te rekken. D66-er Hans Gruijters zei ooit dat hij altijd zijn vingers natelde als hij een christen-democraat een hand had gegeven. Het was voorspelbaar dat iemand de uitzonderingssituatie voor gebedshuizen zou aangrijpen om die verder te verbreden. Het had iedereen uit die kring kunnen zijn.

Het is het kabinet dat willens en wetens deze ongelijkheid heeft gecreëerd en de sluiproute die Maat nu voorstelt om te gaan bewandelen niet heeft afgesloten, maar heeft opengesteld.

Wellicht leidt dat tot de kwinkslag dat Maat geen maat kent, maar feitelijk is dat niet de kern van deze kwestie. Het gaat erom het het kabinet dit heeft toegestaan door een ruime interpretatie van de vrijheid van godsdienst. De echte kwinkslag is dat het kabinet Rutte III ondermaats heeft gehandeld. Het is de verdienste van Maat dat hij dat aantoont en zo het kabinet als ondoordacht te kijk zet. Met zijn voorstel om de uitzondering voor kerken op te rekken loopt Maat de kans zijn eigen zaak te schaden en het omgekeerde te bereiken van wat hij beoogt. Hij vestigt de aandacht op een ongelijkheid die slecht verdedigbaar is.

D66 Utrecht blijft pleiten voor meer concessies voor de horeca. In de partij der blinden is éénoog Koning

Schermafbeelding van deel artikel ‘Wethouder doet geen toezeggingen over permanente uitgebreide terrassen in Utrecht‘ in de DUIC, 3 september 2021.

Ik woon in Utrecht net buiten de binnenstad en stemde in een ver verleden op het D66 van Hans van Mierlo. Ik voel me onaangenaam aangesproken door D66’er Maarten Koning die zich profileert door steeds maar weer te pleitten voor tegemoetkomende maatregelen voor de horeca. Wat voor D66 denkt hij in hemelsnaam te vertegenwoordigen? Dat is niet het D66 waar ik ooit op stemde, maar een VVD-light.

Voor de volledigheid, afgelopen jaren had ik enkele malen overleg met Ellen Bijsterbosch over een cultureel onderwerp waarbij ik haar leerde kennen als een inhoudelijk, integer en verstandig raadslid met kennis van zaken die probeerde het algemeen belang van de stad te dienen en uiteenlopende betrokkenen met elkaar te verbinden. Bij D66-raadslid Maarten Koning zie ik het omgekeerde. Hij dient vooral zijn eigen marketing en laat zich kennen als de verlengde arm van de lokale horeca.

Hieronder mijn reactie op de DUIC bij een artikel over het pleidooi van Koning om tijdelijke terrasuitbreidingen in de stad permanent te maken. D66-wethouder Klaas Verschuure reageerde vooralsnog terughoudend op Konings verzoek, maar de vrees bestaat dat dit een pose is en Koning straks zijn zin krijgt van zijn partijgenoot.

Omdat ik Konings pro-horeca pleidooi als een teken zie van de verwording van een partij die ten koste van zichzelf het politieke bestel wilde opschudden, maar nu is verworden tot een lobbypartij die deelbelangen dient en de eigen continuïteit vooropzet, besteed ik er aandacht aan. Maarten Koning is als lokale politicus op zich onbeduidend, maar waar hij binnen zijn partij voor staat zie ik als afschrikwekkend waarschuwingsteken van een ooit welgemeende partij:

Oude tijden van Hans van Mierlo en kroegtijger en horeca-ondernemer Hans Gruijters herleven. D66 profileert zich met horeca. Dat is weer eens wat anders dan kunst, onderwijs of zorg. Het accent dat D66 op de horeca legt is geen toeval. De partij is ontstaan in het café en heeft meer dan 50 jaar later blijkbaar die band niet verloochend. Horeca is in het DNA van D66 ingebakken. D66 is weer terug waar het in 1966 begon.

Maarten Koning wilde om economische redenen van de binnenstad van Utrecht tijdelijk ‘één groot terras’ maken. Nu dat gelukt is gaat hij een stapje verder en wil die maatregelen permanent maken. Bestuurlijk is dat niet netjes, maar dat kan deze Utrechtse D66-er niet deren. Hij gaat populistisch voor meer terrassen. 

Een vluchtige zoektocht op internet laat zien dat D66’ers in diverse steden (Gennep, Amstelveen, Voorburg, Lingewaard, Leiden) zich profileren met hun pleidooi voor meer ruimte voor de horeca. Dit is geen toeval. Ook voormalig D66-kamerlid Kees Verhoeven pleitte eerder dit jaar in de publiciteit voor meer ruimte voor de horeca.

D66 mag natuurlijk zelf kiezen waar het zich sterk voor wil maken. Maar het is veelzeggend dat het het zich wil profileren met een pleidooi voor een sterke horeca. Blijkbaar meent D66 hiermee electoraal en publicitair te kunnen scoren. Horeca is een speerpunt voor het huidige D66. Het tekent de ambitie, de intellectuele diepte en de dorst naar meer van het huidige D66. 

Als waar Koning voor pleit past binnen het nieuwe leiderschap waar D66-leider Sigrid Kaag naar verwijst en dat ze door haar gedrag en opstelling in de formatie al binnen een maand eigenhandig om zeep hielp, dan weten we weer wat D66 is. Een partij die goed is in communicatie, marketing en populisme, maar slecht in inhoud. 

Tekenend voor de richting van D66 is dat D66-raadslid Ellen Bijsterbosch die wel voor de inhoud ging in juni 2021 de race om het Utrechtse lijsttrekkerschap verloor van Maarten Koning die zich welbewust in de kijker speelt met zijn populisme en zijn permanente campagne om in de aandacht te blijven met populaire voorstellen. Waarvan zijn pleidooi voor het permanent maken van terrasvergunningen het dramatische dieptepunt is. Bijsterbosch kondigde later aan het voor gezien te houden als vertegenwoordiger van D66 in de Utrechtse raad. In de partij van de blinden is éénoog Koning. 

Wat zegt het over de ambitie en intellectuele diepte van D66 dat het zich profileert met een pleidooi voor meer ruimte voor horeca?

Mijn reactie bij de videoMeer ruimte voor Haarlemse horeca terrassen’ van D66 Haarlem van 9 mei 2020:

Oude tijden van Hans van Mierlo en kroegtijger en horeca-ondernemer Hans Gruijters herleven als D66 zich wil profileren met horeca. Dat is weer eens wat anders dan kunst, onderwijs of zorg. Het accent dat D66 op de horeca legt is geen toeval. De partij is ontstaan in het café en heeft meer dan 50 jaar later blijkbaar die band niet verloochend. D66 is weer terug waar het in 1966 begon.

Ook in Utrecht pleitte onlangs een raadslid van D66 voor meer ruimte aan de horeca. Maarten Koning wil om economische redenen van de binnenstad van Utrecht tijdelijk ‘één groot terras’ maken. Alsof er geen andere afwegingen over volksgezondheid, rechten van de binnenstadsbewoners en andere economische activiteiten zijn. In Nijmegen was het D66-raadslid Toon van Gent die pleitte voor een soepele omgang met de regels en voorschriften over buitenterrassen. Een vluchtige zoektocht op internet laat zien dat D66’ers in diverse steden (Gennep, Amstelveen, Voorburg, Lingewaard, Leiden) zich profileren met hun pleidooi voor meer ruimte voor de horeca. Dit is geen toeval. Hier kan niet anders dan een centrale regie vanuit D66 achter zitten. D66-kamerlid Kees Verhoeven pleitte afgelopen week in de publiciteit voor meer ruimte voor de horeca.

D66 mag natuurlijk zelf kiezen waar het zich sterk voor wil maken. Maar het is veelzeggend dat het het zich wil profileren met een pleidooi voor een sterke horeca. Blijkbaar meent D66 hiermee electoraal en publicitair te kunnen scoren. Horeca is een speerpunt voor het huidige D66. Het tekent de ambitie en de intellectuele diepte van het huidige D66.

Omdat D66-minister Van Engelshoven een teleurstelling is voor de kunstsector en een afknapper voor de kunstliefhebbers die op D66 stemden, kan deze politieke manoeuvre van D66 opgevat worden als voorsorteren op een nieuwe functie in het volgende kabinet. D66 claimt nu al het ministerschap voor Horeca. Dan kan het bier weer rijkelijk stromen zoals het dat in 1966 deed.