Nederland in populaire cultuur van VS

Affiche voor Amerifilm ‘Hans Brinker or The Silver Skates‘, (1962)

In de VS heerste ooit een Holland-cultus in de populaire cultuur. Geschiedschrijving à la Walt Disney die doordringt in de beeldvorming. Hans Brinker is de serieuze jongen die met zijn vinger in de dijk zijn gemeenschap redt.

Was New York in de 17de eeuw niet gesticht als Nieuw Amsterdam door de Nederlanders en hadden de WASP’s (White Anglo-Saxon Protestant) die tot in het midden van de 20ste eeuw het politieke leven van de VS bepaalden en de calvinistische Hollanders geen overeenkomsten?

Denk aan het schip de Mayflower dat in 1620 na een verblijf van 11 jaar in Leiden met vanwege hun godsdienst naar de Republiek gevluchte Engelsen naar Virginia voer. Deze oervaders worden nu nog gezien als Amerikaanse adel. Het lijkt er sterk op dat na het afnemend belang van de WASP’s ook het accent op de vlijtige, arbeidzame en betrouwbare Nederlanders in de beeldvorming is verminderd. In het latere globalisme en door andere immigratiegolven nam het relatieve belang van Nederland in de VS hoe dan ook af.

Denk aan songs als Little Dutch Mill die Dave Fleischer in 1934 in een cartoon verwerkte. De Nederlanders in klederdracht zijn aan het schoonmaken en tonen zich van hun beste kant als zogezegde wereldverbeteraars. Half satire en half serieus.

Een zinswending in de song heeft een plagende ondertoon: ‘They both had so much moon, that it was a real Dutch treat‘. Dat laatste betekent dat iedereen voor zichzelf betaalt. Dat wijst op schraapzucht en wordt niet als goede eigenschap gezien. Maar het wijst ook op realiteitszin en egalitarisme. Vandaar is het een kleine stap naar het motto ‘doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg’ van een land zonder paleizen, maar met molens. Hoe ook in Nederland dat idee werd bijgebogen blijkt uit het apocriefe verhaal dat jarenlang verteld werd over het legendarische kaakje waarmee toenmalig premier Willem Drees in 1948 de Amerikaanse Marshallhulp zou hebben verzekerd wegens zijn zuinigheid en ernst.

De herkomst van dit soort begrippen met ‘Dutch‘ heeft in het Amerikaans-Engels trouwens geen Nederlandse, maar een Duitse herkomst. Het tekent het belang van Nederland in een bepaalde periode (al is het in negatief opzicht) dat in de loop van de tijd Dutch niet langer Duits, maar Nederlands ging betekenen.

De ironie van de geschiedenis is dat in de Vrede van Breda (1667) de Republiek Nieuw-Amsterdam moest afdragen aan de Engelsen en Suriname kon behouden. Hiermee was de weg definitief vrij voor de opwaardering van Nederland in de populaire cultuur van de VS. Nederland was in latere eeuwen immers geen bedreiging meer voor de VS en was na Frankrijk het tweede land dat de VS in 1776 officieel erkende. Het hielp ook mee dat in hun geschiedschrijving Nederlanders en Amerikanen de verwaande en gehate Engelsen als vijand hadden. Ook dat schiep een band tussen beide volkeren.

Hoe stereotypering ook neveneffecten heeft en de blik beperkt leert de ondertitel van onderstaande foto uit 1915. Van twee zwarte vrouwen in Paramaribo wordt gezegd dat ze op Nederlandse vrouwen lijken. Maar dan ‘turned black‘. Dat klinkt normatief. Het is ook vloeken in de kerk van de puristen van culturele toe-eigening die grenspalen tussen bevolkingsgroepen opwerpen. Suriname werd in 1954 (tot 1975) officieel een deel van het Koninkrijk Nederland en was vanaf 1667 een Nederlandse kolonie.

Alpheus Hyatt, ‘The women look like Dutch women turned Black, Paramaribo‘, 1915. Collectie: The New York Public Library

Spiegels van Nederland. Angelsaksische expats interpreteren ons land en Nederlandse media reageren daarop

Neem een Schot, een Canadees en een Australiër die lovend zijn over Nederland en het is wachten op de Nederlandse media die daar verslag van doen. Het zijn niet toevallig deze Angelsaksische beschouwers die via sociale media Nederland een spiegel voorhouden. Want zij hebben de perfecte afstand tot Nederland. Met hun Engels kunnen ze zich in Nederland redden en hun cultuur wijkt niet veel af van de Nederlandse. Maar juist genoeg om de verschillen te zien en te waarderen.

De vaderlandse geschiedenis kende al in de 17de eeuw in de Engelse ambassadeur in Den Haag Sir William Temple een voorloper van dit genre. In 1672 verscheen zijn ‘Observations upon the United Provinces of the Netherlands‘ met in hoofdstuk 4 observaties over de Nederlanders en hun gezindheid. Of Temple hiermee vooroordelen over Nederlanders nuanceert, ontkracht of bevestigt zodat ze voor latere generaties tot een vertekening leidden die niet meer te ontwijken was is de vraag die dit soort observaties over volksaard per definitie oproept.

Schermafbeelding van deel uit hoofdstuk IV van de ‘Observations upon the United Provinces of the Netherlands‘ van Sir William Temple, 1672.

Denk aan Hans Brinker, or the silver skates: a story of life in Holland (1865) van de Amerikaanse kinderboekenschrijfster Mary Mapes Dodge en het jongetje dat zijn gat in de dijk stak om het land te redden van het wassende water. Feitelijk een Frans verhaal. In de VS was er van eind 19de eeuw tot 1920 sprake van een Hollandgekte. Vraag is of die aan een revival toe is. Na de Hollanditis (Hollandse ziekte) van de jaren 1980 waarin Nederland negatief werd beoordeeld kan de slinger weer doorslaan naar een positieve waardering. Is het een cyclus van 70 jaar?

Mary Mapes Dodge, ‘Hans Brinker, or the silver skates: a story of life in Holland‘. Boekomslag uit 1913.

Zo is op de humus van eerdere verhalen over Nederland die in het historische geheugen van Angelsaksische landen zijn ingedaald in het sociale media tijdperk een subgenre ontstaan van Angelsaksische expats die Nederland verklaren voor hun landgenoten en voor de Nederlanders. Dat laatste is de bijvangst. De omweg via een ander land dat in Nederland wordt gewaardeerd geeft reliëf en legitimiteit. Er is een Vlaamse uitdrukking die dat verwoordt: ‘nie­mand is sant (=sint) in ei­gen land‘.

De houding over Nederland van deze expats is positief. Hun beweegreden kan uiteenlopend zijn. Of ze hebben genegenheid voor Nederland, de taal, de geschiedenis en de gebruiken. Of ze willen hun eigen land een spiegel voorhouden over aspecten die in Nederland beter geregeld zijn dan in hun eigen land. Nederland dient dan als voorbeeld om het in eigen land ook zo te gaan doen. Of ze willen met hun lofrede en voorzichtige kritiek op Nederland hun eigen positie verbeteren inclusief de relatie van hun land tot Nederland. Zo ontstaat een spiegelpaleis van bedoelingen en aspiraties die minder makkelijk te duiden zijn dan op het eerste gezicht lijkt.

Schermafbeelding van deel artikelCanadese fietsimmigrant opent Nederlanders de ogen;
‘Hoe komt het dat dit een fijne plek is?
’ van de Fietsersbond, 21 maart 2021.

De drie expats naar wie ik hier verwijs zijn 1) de onlangs weer naar Australië teruggekeerde
Casey Kilmore met haar sinds kort gesponsord YouTube-kanaalCasey Kilmore‘ dat vooral gaat over de Nederlandse taal en gebruiken; 2) de in Nederland wonende Canadees Jason Slaughter met zijn YouTube-kanaalNot Juist Bikes‘ dat vooral gaat over fietsen, stedenbouw en infrastructuur en 3) de in Nederland wonende Schotse Anna Holligan die in haar ‘Dutch news from the cycle path‘ lichte onderwerpen over Nederland behandelt die ze op haar Twitter-account ‘@annaholligan‘ plaatst.

Op hun beurt kunnen Nederlandse journalisten de observaties van deze Angelsaksische expats weer inzetten voor hun observaties over Nederland. Zodat eerst een ideaalbeeld over Nederland wordt geschetst dat vervolgens afgebroken kan worden. Onderstaande kop van een artikel over de Schotse BBC-correspondente Anna Holligan is veelzeggend: Nederland was ‘een ooit relaxed land‘, maar blijkt dat niet langer te zijn. ‘Het conservatisme is hier heel sterk‘ laat verslaggever Roland van Erven Holligan zeggen. Het spiegelpaleis reflecteert en echoët uiteenlopende beelden en geluiden over Nederland. Nederlandse directheid is de gemeenschappelijke deler.

Schermafbeelding van deel artikelBBC-correspondent Anna Holligan doet vanaf het fietspad verslag van een ooit relaxed land’ in NRC, 26 oktober 2021.