
In de VS heerste ooit een Holland-cultus in de populaire cultuur. Geschiedschrijving à la Walt Disney die doordringt in de beeldvorming. Hans Brinker is de serieuze jongen die met zijn vinger in de dijk zijn gemeenschap redt.
Was New York in de 17de eeuw niet gesticht als Nieuw Amsterdam door de Nederlanders en hadden de WASP’s (White Anglo-Saxon Protestant) die tot in het midden van de 20ste eeuw het politieke leven van de VS bepaalden en de calvinistische Hollanders geen overeenkomsten?
Denk aan het schip de Mayflower dat in 1620 na een verblijf van 11 jaar in Leiden met vanwege hun godsdienst naar de Republiek gevluchte Engelsen naar Virginia voer. Deze oervaders worden nu nog gezien als Amerikaanse adel. Het lijkt er sterk op dat na het afnemend belang van de WASP’s ook het accent op de vlijtige, arbeidzame en betrouwbare Nederlanders in de beeldvorming is verminderd. In het latere globalisme en door andere immigratiegolven nam het relatieve belang van Nederland in de VS hoe dan ook af.
Denk aan songs als Little Dutch Mill die Dave Fleischer in 1934 in een cartoon verwerkte. De Nederlanders in klederdracht zijn aan het schoonmaken en tonen zich van hun beste kant als zogezegde wereldverbeteraars. Half satire en half serieus.
Een zinswending in de song heeft een plagende ondertoon: ‘They both had so much moon, that it was a real Dutch treat‘. Dat laatste betekent dat iedereen voor zichzelf betaalt. Dat wijst op schraapzucht en wordt niet als goede eigenschap gezien. Maar het wijst ook op realiteitszin en egalitarisme. Vandaar is het een kleine stap naar het motto ‘doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg’ van een land zonder paleizen, maar met molens. Hoe ook in Nederland dat idee werd bijgebogen blijkt uit het apocriefe verhaal dat jarenlang verteld werd over het legendarische kaakje waarmee toenmalig premier Willem Drees in 1948 de Amerikaanse Marshallhulp zou hebben verzekerd wegens zijn zuinigheid en ernst.
De herkomst van dit soort begrippen met ‘Dutch‘ heeft in het Amerikaans-Engels trouwens geen Nederlandse, maar een Duitse herkomst. Het tekent het belang van Nederland in een bepaalde periode (al is het in negatief opzicht) dat in de loop van de tijd Dutch niet langer Duits, maar Nederlands ging betekenen.
De ironie van de geschiedenis is dat in de Vrede van Breda (1667) de Republiek Nieuw-Amsterdam moest afdragen aan de Engelsen en Suriname kon behouden. Hiermee was de weg definitief vrij voor de opwaardering van Nederland in de populaire cultuur van de VS. Nederland was in latere eeuwen immers geen bedreiging meer voor de VS en was na Frankrijk het tweede land dat de VS in 1776 officieel erkende. Het hielp ook mee dat in hun geschiedschrijving Nederlanders en Amerikanen de verwaande en gehate Engelsen als vijand hadden. Ook dat schiep een band tussen beide volkeren.
Hoe stereotypering ook neveneffecten heeft en de blik beperkt leert de ondertitel van onderstaande foto uit 1915. Van twee zwarte vrouwen in Paramaribo wordt gezegd dat ze op Nederlandse vrouwen lijken. Maar dan ‘turned black‘. Dat klinkt normatief. Het is ook vloeken in de kerk van de puristen van culturele toe-eigening die grenspalen tussen bevolkingsgroepen opwerpen. Suriname werd in 1954 (tot 1975) officieel een deel van het Koninkrijk Nederland en was vanaf 1667 een Nederlandse kolonie.
