Acteur Mark Rylance verlaat Royal Shakespeare Company vanwege een sponsorovereenkomst met BP

Een opvallend bericht in The Guardian, de gerespecteerde acteur Mark Rylance verlaat de Royal Shakespeare Company (RSC) vanwege de financiering door ‘big oil’ van de kunsten. Het gaat in dit geval om BP. Rylance meent dat de sponsorovereenkomst van BP met RSC het bedrijf toestond om ‘de destructieve realiteit van zijn activiteiten te verdoezelen’. Volgens hem bedreigen ze de toekomst van de planeet. Rylance zei niet met BP geassocieerd te willen worden, zoals hij dat evenmin zou willen met een wapenhandelaar, een tabaksproducent of wie dan ook die ‘moedwillig de levens van anderen levend en ongeboren vernietigt’.

Het besluit van Rylance is in lijn met andere acties tegen sponsorovereenkomsten in de kunsten met bedrijven die door een toenemend aantal activisten niet langer als ethisch toelaatbaar wordt gezien, zoals Nan Goldin bij de National Portrait Gallery  of de groep Gulf Labor in het Guggenheim Museum. In 2015 was er een rel over het Londense Science Museum toen Shell de inhoud van een tentoonstelling over klimaatverandering probeerde te beïnvloeden. Activist Chris Garrad van ‘bp or not bp’ gaf toen aan dat ‘het Science Museum een belangrijk radartje in de propagandamachine van Shell is’. Kunstenaar Michael Rakowitz weigerde om deel te nemen aan de 2019 Whitney Biennial vanwege de rol van wapenhandelaar Warren Kanders in de Raad van Toezicht van deze instelling.

Nederland kent ook dit soort protesten die echter mondjesmaat doorbreken in de publieke opinie. Zo is er het volgens vele critici besmette sponsorgeld van cultuurfonds Ammodo dat desondanks door vele musea (Museum Boijmans, Van Abbemuseum, Kröller-Müller Museum, Mauritshuis, Museum Boerhaave, Ons’ Lieve Heer op Solder, Rijksmuseum of Stedelijk Museum) probleemloos wordt aanvaard. Soms werkt protest wel. Het Van Gogmuseum en het Mauritshuis beëindigden in 2018 de sponsorovereenkomst met Shell na druk van de actiegroepen Fossil Free Culture NL en Fossielvrij NL.

Rylances optreden bij de RSC is van belang omdat hij de bewustwording over de sponsorovereenkomsten van bedrijven met culturele instellingen vergroot. Altijd moeten die culturele instellingen een tegenprestatie leveren. Soms is dat ethisch aanvaardbaar, soms is dat ethisch onaanvaardbaar. Een debat hierover kan niet los gezien worden van de steun voor de kunsten door de overheid. Want als culturele instellingen voor hun financiering in de richting van bedrijven en de sponsormarkt  worden gejaagd door een terugtredende overheid, dan gaat dat niet gratis. Rylance blijft een witte raaf. Zo is het een zeldzaamheid dat een conservator of museumdirecteur een museum vrijwillig verlaat vanwege een onethisch ingeschatte sponsorovereenkomst met een bedrijf. Dat dit niet gebeurt is bij nader inzien opmerkelijk omdat de over alles een mening hebbende assertieve hoogopgeleiden van nu niet het uiterste gevolg aan hun protest geven als het urgent wordt en hun eigenbelang groot is. Dat roept de vraag op wat die mening dan eigenlijk waard is.

Advertentie

Bezetting Guggenheim Museum: vanwege Abu Dhabi en veel meer

Bezetting van het Guggenheim Museum in New York komt deels voort uit de Occupy beweging. Occupy heeft door de heksenjacht van de regering-Obama echter aan slagkracht verloren. Kritiek heeft een binnenlandse component in ‘het huwelijk van macht, bedrijfsleven en bestuur dat ook de culturele instellingen controleert en de Occupy Wall Street beweging inspireerde’. Doel van Occupy Museums is het herbezetten van galeries en musea. Er is ook een buitenlandse component. Het outsourcen van kapitaal en kennis is de Bermuda-driehoek van het globalisme waarin kunst, sport en media verdwijnen. Onder oncontroleerbare voorwaarden. Kunst is de ‘soft power’ waarmee de VS sinds 1945 grenzen overschrijdt. Ook cultureel imperialisme genoemd.

Hyperallergic.com geeft bijzonderheden over de bezetting waarvan niet alle bezoekers de essentie begrepen. De 40 demonstranten vormden een diverse groep kunstenaars, professoren, studenten en losjes aan Occupy Museums, Gulf Labor en New York University verbonden activisten. Gulf Labor is een coalitie van kunstenaars en activisten die sinds 2011 bezig zijn om ‘de dwingende werving en de slechte leef- en werkomstandigheden van gastarbeiders in Abu Dhabi Saadiyat Eiland’ (Eiland van Geluk) te benadrukken. De campagne richt zich op de werknemers die het Guggenheim Abu Dhabi, het Louvre Abu Dhabi en het Sheikh Zayed Nationaal Museum (in samenwerking met het British Museum) bouwen. Hier kan een petitie getekend worden.

Anna_Stump

De groep van 40 pleegde een interventie in het Guggenheim. Deze van conservatoren geleende term die de vleeslijm van het hedendaagse museum is en nieuw met oud, bekend met onbekend en kerncollectie met passanten verbindt. De groep is het niet eens met de arbeidsomstandigheden op Saadiyat Eiland in de Verenigde Arabische Emiraten, waar Guggenheim Abu Dhabi wordt gebouwd dat een ‘echt transnationaal perspectief op de kunstgeschiedenis’ moet gaan geven. Een franchise van Guggenheim in New York dat past in de globalisering van de museumsector. Het Westen exporteert de kennis en een merk, het (Midden-) Oosten betaalt voor prestige. En de museumbezoekers hebben het nakijken. Als ze geen actie ondernemen. 

Foto: Anna Stump, ‘Migrant Labor did not exist in the Wonderland of Knowledge Encyclopedia, 1938.‘  Gouache and Collage on Paper, 2013.