Hoe komen we te weten wie de echte deskundigen zijn op de kandidatenlijsten voor de waterschapsverkiezingen van 20 maart?

Op 20 maart zijn er verkiezingen voor zowel de waterschappen als de provinciale staten. Vertegenwoordigers van dat laatste kiezen vervolgens de Eerste Kamer waar de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de meerderheid dreigt te verliezen. Bij de waterschappen worden sinds 2008 de kandidatenlijsten opgesteld door partijen. Een meerderheid van de zetels wordt door de ingezeten gekozen. Andere zetels worden verdeeld over belangengroepen. Ik heb geen idee op wie ik moet stemmen bij de waterschapsverkiezingen. Ook als ik ga voor een groene en sociale samenleving vind ik niet dat een groene en sociale vertegenwoordiger van een politieke partij mijn vertegenwoordiger in het waterschap moet zijn. Ik acht het niet alleen zinvoller, maar zelfs noodzakelijk om op een deskundige te stemmen. Zoals een waterbouwkundig ingenieur met verstand van waterbeheer. Niet op de zoveelste manager, politicus of beleidsmedewerker die vooral bezig is om de eigen overbodigheid te verhullen. De tekst die Jos Hollander uitspreekt gaat volledig voorbij aan enige logica: ‘De afgelopen droge zomer is weer gebleken hoe belangrijk het werk van het waterschap is. Stem daarom voor een groen en sociaal waterschap’. Hoezo ‘daarom’? Evengoed kan de tweede zin luiden: ‘Stem daarom voor een bruin/blauw/oranje en volks/menselijk/natuurlijk waterschap‘. Dat zegt even weinig. Als dat het niveau van de waterschapsverkiezingen is waar de partijpolitiek het overgenomen heeft, dan zie ik ervan af.

Advertentie

Bruno De Lillo: zichtbaarheid religieuze symbolen mag als het het gedrag in het werk niet beïnvloedt

bdl

In een opinieartikel voor het Vlaamse Knack breekt politicus (GROEN) Bruno De Lillo een lans voor de zichtbaarheid van religieuze symbolen. Of liever gezegd, hij wijst het onzichtbaar maken ervan onder het mom van de invoering van ‘laïciteit’ af. Hij ziet geen enkel bezwaar als iemand in overheidsdienst een hoofddoek, keppeltje of pastavergiet op het hoofd draagt. Dat laatste als symbool van de Kerk van het Vliegend Spaghettiwonder wordt trouwens in Nederland ondanks de vrijheid van godsdienst door de Rijksdienst van de Identiteitsgegevens dat onder Binnenlandse Zaken valt in een advies aan de gemeente Emmen afgewezen. De vrijheid van godsdienst in Nederland wordt zo onder het uitsluiten van nieuwe toetreders tot de religieuze sector een door de overheid beschermde markt van gevestigde godsdiensten.

De Lillo stelt een voorwaarde aan de zichtbaarheid van religieuze uitingen door werknemers. Het moet niet het gedrag van de werknemer beïnvloeden: ‘Ben je een ambtenaar die van 9 tot 5 aan een loket moet zitten, dan neem je geen 5 pauzes om te bidden. Is de winkel waar je werkt de hele week open, dan ben je er af en toe ook op zaterdag of zondag. Wil je dat niet, dan vertrek je maar.’ De norm voor gewenst gedrag is dat een werknemer met verwijzing naar de eigen religieuze inspiratie geen beperkingen opwerpt. Zoals de moslim die klanten geen hand wil geven, de katholieke arts die niet wil meewerken aan euthanasie of de ambtenaar die weigert een homohuwelijk te voltrekken. Ze maken zich ongeschikt voor hun functie omdat ze het gedrag in hun werk laten beïnvloeden door hun religieuze achtergrond en dat tussen zichzelf en hun werk zetten.

Religieuze uitingen van werknemers zijn toegestaan indien ze niet van invloed zijn op het werk. Wel past de kanttekening dat een hoofddoek, keppeltje of pastavergiet tamelijk bescheiden uitingen zijn. Hoe dat met religieuze uitingen zit die uitbundiger zijn en uit kostuums kunnen bestaan zoals Candomblé of Satanisme en in strijd kunnen komen met de representativiteit van een organisatie blijft de vraag. Ook valt een beperking te maken in functies die de neutraliteit van de staat symboliseren, zoals het openbaar onderwijs, de politie of de rechterlijke macht. Ofschoon daar geen eenduidigheid over bestaat. Maar het is ongewenst om andersom te redeneren en bij voorbaar te veronderstellen dat iemand met een hoofddoek of een volle baard het gedrag door religie laat beïnvloeden. Diversiteit mag, binnen alle voorwaarden die het werk niet in de weg staan.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWaarom het onzichtbaar maken van elke verwijzing naar religie niet wenselijk is’ door Bruno De Lillo in Knack, 8 januari 2016.

De Antwerpse politicus, de tandarts, Facebook en de hoofddoek

kis

De Antwerpse politica Ikrame Kastit zoekt de nuance, maar kan deze niet altijd vinden. Ze is namens sp.a en Groen voorzitter van de districtsraad Borgerhout. Op haar Facebook-pagina bericht ze over een tandarts die weigert om vrouwen met hoofddoek te behandelen. De Gazet van Antwerpen doet verslag, en zegt abusievelijk dat het bericht inmiddels door Kastit verwijderd is. Het staat op 2 augustus nog steeds online. De Gazet vervolgt: ‘Het Facebook-bericht van Kastit werd als een lopend vuurtje verspreid op de sociale media. Meer dan honderd mensen reageerden op het bericht. Kastit deed er vervolgens nog een schepje bovenop om de volledige naam van de tandarts openbaar te maken.’ Kastit had het van horen zeggen, van een vriendin.

Genoemde tandarts is ontdaan. De helft van zijn klanten is moslim. Hij legt uit dat hij vrouwelijke klanten vraagt hun hoofddoek af te doen om ‘tandheelkundige redenen’: ‚(..) ik doe aan integrale tandzorg. Dit wil zeggen dat bij behandeling het gebit een integraal onderdeel is van het lichaam. Daarbij is het van belang dat ik mijn patiënten goed kan observeren. Ik moet hun volledige aangezicht, kaken en nek zien om een correct beeld te kunnen vormen. Spiertrekkingen, verkleuringen of zwellingen van de huid, de stand van de ogen: daar haal ik belangrijke informatie uit. Een hoofddoek bemoeilijkt dat, net als een pet of een bril. Er is ook een praktische reden: onder een hoofddoek zit vaak een dot haar verstopt. Als vrouwen daarmee gaan liggen, is dat onstabiel en lastig tijdens het werken.

Tandarts E.B. zegt geen klacht in te dienen tegen Ikrame Kastit maar is ‘wel van plan een gesprek met Groen-voorzitter Wouter Van Besien aan te gaan.’ Directeur Jozef De Witte van ‘Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding’ laat weten een klacht tegen E.B te hebben ontvangen. Hij zegt de zaak grondig te onderzoeken, een medische reden kan legitiem zijn om de hoofddoek af te doen: ‘Net zoals dat in het geval van veiligheid of hygiëne gepast is’. Maar ‘we moeten wel nagaan in welke mate de vraag van een tandarts passend is en bijdraagt tot zijn uiteindelijke doel’.

In deze episode komen allerlei ontwikkelingen samen. Een profilerende politicus beschuldigt op Facebook een tandarts zonder feiten te checken en moet dat achteraf terugnemen. FB slaat meedogenloos terug in haar gezicht. Bezoekers van haar FB-pagina buitelen over elkaar heen in verontwaardiging zonder evenmin alle feiten te kennen. Maar ook met humor: ‘De boor voor vullingen voor te bereiden kan in de hoofddoek geraken! En wat dan?’. De tandarts reageert in de lokale krant en de klacht eindigt bij het meldpunt racisme. Het hedendaags afkickcentrum voor oplopende emoties. De hoofddoek was weer hoofdzaak voor misverstand.

Tandarts E.B. meldt dat z’n vrouwelijke klanten met hoofddoek op een enkele uitzondering na geen probleem hebben met z’n praktijk die ze begrijpelijk vinden. De samenleving is weer eens redelijker dan in de media lijkt. De beroepsvereniging van tandartsen in Nederland de KNMT meldt niets op haar website over haar beleid aangaande klanten met hoofddoek. Zou dat niet gewenst zijn om heibel en vergissingen te voorkomen?

Foto: Schermafbeelding van FB-bericht van Ikrama Kastit.

Luca George: Bewegen in een box. Uitputtend afvallen

De titel is geen lichte kost: ‘Conceptual Subversion Through Reflective Conceptuality; As A Means Of Post Conceptualisation‘. Waar gaat dit over? Woordenbrij als boeiendste deel van een kunstwerk? Luca George legt uit. In de biografie zegt de in Glasgow wonende kunstenaar vaak verkeerd begrepen te worden. Hoe kan dat nou? In de uitleg komt een reeks aan onderwerpen langs. Uit de spreekwoordelijke omgevallen boekenkast.

Ondanks de zware woorden is het filmpje licht van toon. Het toneelbeeld geeft een witte doos met groene ‘bekleding’. Een groen geklede man is druk in de weer. Met bewegen. Donkere schoenen gaan voor de doos heen en weer. Ze suggereren toezicht. Wat zien we? De Vierdaagse ontmoet Bobby Sands ontmoet aerobics ontmoet de controlestaat ontmoet Vsevelod Meyerhold ontmoet absurdisme. We mogen het zelf uitmaken.

c1404472ee-DSC_1084

Foto: Still uit ‘Conceptual Subversion Through Reflective Conceptuality; As A Means Of Post Conceptualisationvan Luca George, 2013.

Wittevrongel toont anti-monarchistische collages. Nederland?

De Blankenbergse kunstenaar en oprichter van de politieke partij Dwars Piet Wittevrongel heeft het niet zo op koningshuizen. In kunsthuis Beau-Site in Oostende presenteerde hij afgelopen weken anti-monarchistische fotocollages.

Wittevrongel ziet de monarchie  als een georkestreerde propagandamachine. Omdat de burgers misleid worden vindt Wittevrongel het belangrijk een tegenstem te laten horen.

Door het erfrecht ontbreekt er een sollicitatieprocedure voor het staatshoofd en bestaat de kans dat een land opgezadeld wordt met een ongeschikte koning. Maar de propaganda strijkt ook dat glad.

Tekenend is dat Wittevrongel nog uitgaat van koningin Beatrix terwijl ze op de opening van 19 juli al 2,5 maand was afgetreden. Ook daar laat Wittevrongel de symboliek winnen van actualiteit. Maar een tegenstem is een welkome afwisseling in het gelijkgeschakelde monarchistische koor. Wie is de Nederlandse Wittevrongel en waar is zijn of haar tentoonstelling te zien?

Bea
Beeld uit de reportage van de VRT over de fotocollages van Piet Wittervrongel die in Oostende worden getoond. Met de tekst ‘Je maintiendrai mes privileges‘ (Ik zal mijn privileges handhaven) onder een afbeelding van koningin (nu: prinses) Beatrix.

GroenLinks mist opdracht voor groene partij van de toekomst

Er gaat onder voorzitterschap van burgemeester Eduard van Zuijlen van het Groningse Menterwolden tot uiterlijk april 2013 een interim-bestuur aan de slag bij GroenLinks. Het interim-bestuur bereidt het partijcongres voor. Dus een doorstart. Maar heeft GroenLinks niet elke geloofwaardigheid en bestaansrecht verloren? Onbegrijpelijk is waarom in de opdracht aan het interim-bestuur opheffing niet genoemd wordt.

Was het gebrek aan professionaliteit bij de leiding maar de enige oorzaak voor de afgang van GroenLinks geweest. In de publiciteit zijn allerlei problemen naar voren gekomen: de praat- en vergadercultuur, de partijbaronnen, de verdeeldheid tussen vrijzinnig-liberalen en de rest van de partij, het gebrek aan aandacht voor milieu en duurzaamheid. In ieder geval resteert er een flets profiel. Ook de slechte peilingen waren niet de oorzaak. De verleiding om de fout niet in eigen gelederen te zoeken leidt nu tot een leven na de dood.

Gepast om te constateren dat GroenLinks landelijk nooit aan de verwachtingen heeft voldaan. Ook onder Rosenmöller werden niet meer dan 11 zetels behaald. Altijd werd er gehoopt op meer met vergezichten over een linkse meerderheid die nooit in de parlementaire geschiedenis van Nederland is gerealiseerd. Zelfs in 1973-1977 onder Joop den Uyl niet. Die vlucht in visioenen en vergezichten zegt dat GroenLinks los staat van de politieke werkelijkheid. Dat relativeert het gebrek aan leiding van nu. Dat zoekt de oorzaak dieper.

Een vlucht in visioenen en vergezichten had positief aangewend kunnen worden als het een pleidooi voor de inhoud was geworden. Maar de vlucht bleef steken in machtspolitiek. Als Jolande Sap iets te verwijten valt is het dat ze niet de groene inhoud liet spreken. Extra meelijwekkend was dat ze op een linkse meerderheid hintte. Sap was de enige politicus in de campagne die serieus een verkeerd vergezicht als uitgangspunt nam.

De documentaire Power to the People van VPRO’s Tegenlicht schetst onbedoeld toekomstige overbodigheid en gemiste kansen van GroenLinks. Dat gaat over kleinschaligheid, zelfvoorzienende energie en zelfredzaamheid van burgers. Het tekent de contouren van de duurzame samenleving van de toekomst. Weg van de grote verbanden en bedrijven, op weg naar baas in eigen huis. Daaruit volgt gemeenschapszin en sociale gelijkheid.

Als GroenLinks visie had gehad, dan had het in de campagne maatschappelijke trendsetters gemobiliseerd om te hinten naar dat toekomstbeeld en het losjes in haar programma gevoegd. Dan had het zich onderscheidend gemaakt. Dat gemis maakt nu de weg vrij voor een groene partij van de toekomst. Die verder kijkt dan het Binnenhof en ministersposten. Een partij met een belast verleden als GroenLinks staat dat ideaal in de weg.

Foto: Pavel Constantin, Greenwashing, 2011

GroenLinks als tweederangs partij kan beter ophouden te bestaan

De pers meet het breed uit: De chaos in GroenLinks is compleet. Na partijleider Jolande Sap en het voltallige partijbestuur stapt nu ook voorzitter van de evaluatiecommissie Andrée van Es op. In een verklaring laat de partij weten dat Van Es zich terugtrekt omdat de suggestie dat ze als voorwaarde voor het voorzitterschap zou hebben gesteld dat Sap moest aftreden aan publiciteit wint. De partij ontkent dit, maar geeft toe dat Van Es na het aanvaarden van het voorzitterschap aan zowel Sap als partijvoorzitter Heleen Weening liet weten dat ze zouden moeten opstappen. Van Es wil de evaluatiecommissie niet in opspraak brengen en trekt zich terug.

GroenLinks is geen partij zonder ideeën. Het heeft er misschien eerder te veel. Leden geven hun evaluatie over de verkiezingsnederlaag in de discussie van het wetenschappelijk bureau de Helling. Die van Frank Hemmes is interessant. Het verscheen eerder op Vrij-Zinnig. Hemmes verwijt het GroenLinks van de afgelopen jaren hoogmoed. Hij toont naar mijn idee overtuigend de overbodigheid van de partij op de electorale markt aan. Het heeft niets unieks dat andere partijen niet bieden. D66, PvdD, PvdA en SP doen dat veel beter.

Over het ontbreken van het eigen gedachtengoed: ‘Het voornaamste probleem is dat GroenLinks niet uit lijkt te stijgen boven een incoherente verzameling standpunten die bij elkaar gehouden moeten worden door een links-liberaal groen vernis. Er is als het ware geen ideologische kern, zoals het liberalisme of de sociaaldemocratie dat is, van waaruit de standpunten uitgelegd kunnen worden en waaraan een vast electoraat zich kan binden.‘ En: ‘In plaats van een solide kern zijn er meerdere facetten die allemaal een andere kiezersgroep aanspreken. Er is een groen facet, een vrijzinnig-liberaal facet en een sociale kant.’

Over het ontbreken van politieke traditie: ‘Maar de echte hoogmoed van GroenLinks zat hem in de manier waarop de partij haar boodschap de afgelopen jaren uitdroeg. Het constante verkondigen dat het progressieve of radicale midden het alfa en omega van de nieuwe politiek in de 21e eeuw was, en dat begrippen als socialistisch, liberaal, links of rechts verouderd waren en hadden afgedaan. Als er iets is dat door de huidige verkiezingen, waarin links en rechts duidelijk de spil vormden, is gelogenstraft, dan is het dat waanidee wel. De arrogantie en pedanterie van wat in feite een tweederangs partij is om met onverholen minachting te beweren dat links en rechts achterhaalde begrippen zijn, terwijl voor veel kiezers deze tweedeling nog springlevend is, heeft GroenLinks nu de marge ingeduwd.

Over de toekomst: ‘Wil GroenLinks haar bestaansrecht behouden en meer zijn dan een marginale partij, dan zal het een eigen, unieke, herkenbare en vooral samenhangende ideologie of verhaal moeten ontwikkelen. Doet het dat niet, dan kan elke kiezer inmiddels bij een andere partij op zoek naar ideeën en macht.’

Hemmes neemt geen ruimte om de ontstaansgeschiedenis te schetsen. De fusie in 1990 van de vier uiteenlopende partijen CPN, PSP, PPR en EVP was een valse start die nooit goedgemaakt is. Nooit werd het een geheel. Als stemmer op de PSP heb ik nooit de overstap naar GroenLinks kunnen maken dat twee religieuze partijen (PPR en EVP) en de crypto-religieuze CPN omvatte. Dat getuigende en zalvende is vanaf het begin in GroenLinks gaan zitten. Onder Ina Brouwer of Paul Rosenmöller meer dan onder Femke Halsema. Dit komt niet precies overeen met de verklaring van Frank Hemmes over hoogmoed, maar geeft wel raakvlakken aan.

De remedie voor de toekomst lijkt duidelijk. GroenLinks kan ophouden te bestaan en zich opsplitsten. Een socialistisch-pacifistische kern heeft als zelfstandige partij bestaansrecht door een onderscheidende ideologie en kan zich vernieuwen door het gedachtengoed dat in de hackersgemeenschap leeft. De rest kan opgaan in bestaande partijen. Een liberaal-vrijzinnige kern in D66, een duurzame kern in de PvdD, de religieuze kernen in de ChristenUnie, en een socialistische kern in de PvdA. Een partij is ondergeschikt aan het gedachtengoed.

Foto: Affiche GroenLinks, lijst zes (PPR, PSP, CPN, EVP), 1989

Koningin Beatrix, Geert Wilders en GroenRechts

Koningin Beatrix spreekt een kerstboodschap uit en Wilders twittert zijn kritiek. De boodschap van Kerstmis 2011 gaat over geldzucht, duurzaamheid en groen bewustzijn. Wilders plaatst die zorgen over graaien en groeien in de linkse hoek. Niet in te zien valt waarom het behoud van de aarde en een conservatieve beweging niet kunnen samengaan. Wilders plaatst behaagzucht van de kiezers boven programmatische logica.

Zo kent Utrecht de plaatselijke partij Groen Rechts die voortkomt uit Trots en is aangesloten bij Groen Rechts Nederland. Het verbindt het conservatief-liberalisme met behoud van het milieu. Een logische en geloofwaardige combinatie die zelden voorkomt. De groenrechtse ondernemer Ruud Koornstra aast in 2011 vergeefs op een zetel voor de Eerste Kamer. Frankrijk kent een groenrechtse traditie die jacht, ecologie en biodiversiteit combineert. Huidige exponent van deze stroming is de partij Génération Ecologie.

Wilders probeert door zijn reactie op de kerstboodschap van de koningin: ‘Mijn hemel is de Majesteit stiekum lid geworden van GroenLinks?’ de concurrentie op rechts de loef af te steken. Een ecologische vijand op links is overzichtelijker en makkelijker te bestrijden. GroenRechts kan een concurrent van de PVV worden.

De toespraak van de koningin kent evenals de reactie van Wilders ongenoemde bijbedoelingen. Dat een van de rijkste en machtigste  vrouwen van Nederland waarschuwt tegen geldzucht en economische groei oogt niet geloofwaardig. Beatrix en Wilders houden elkaar en ons gevangen in een spelletje Hollandse folklore. Ze vergeten dat ze door hun persoonlijke inzet hun boodschap onzichtbaar maken en zelfs schade aandoen.

Foto: Bouw in Peking, China