Splendid isolation op een eiland: Verenigd Koninkrijk krijgt gevolgen van Brexit hard voor de kiezen

Het is geen nieuws, maar het kan niet voldoende herhaald worden. Er is iets mis met het zelfbeeld van de Britten, en dan vooral de Engelsen. Het is aannemelijk om te veronderstellen dat dit gebrek aan zelfkennis tot de Brexit heeft geleid. De Engelsen kennen hun plaats niet. Neem nou een artikel van Dan Snow in The Guardian dat onder meer over de Britten zegt: ‘We leven op een kleine archipel vlak voor de noordwestkust van Europa’ of ‘Er is geen eindtoestand in onze betrekkingen met Europa’. De suggestie dat die archipel geen deel van Europa is wordt bevestigd in de kop: ‘Brexit is not an end to Britain’s liaison with Europe. It’s just a new beginning’. Dat is een vreemde kop, want Groot-Brittannië is deel van Europa. Dus hoezo ‘contact met Europa’ als Groot-Brittannië zelf een onderdeel van Europa is? Als er gesproken werd over de EU of het continent was het begrijpelijk, maar nu is het onbegrijpelijk.

Of moeten we voor een verklaring voor een Europees volk dat zegt niet-Europees te zijn ons heil zoeken in verklaringen die ons geen steek verder helpen, maar in zichzelf ronddraaiend verwijzen naar de excentriciteit en de bizarre manier van denken van de Engelsen? Ook het idee van het imperium biedt geen voldoende verklaring, want Portugezen, Spanjaarden en Nederlanders waren ook ooit een wereldmacht, maar hebben vrede met hun verdwenen machtspositie. Ze beseffen dat hun landen deel van Europa zijn. Britten zijn met 67 miljoen inwoners in inwonertal het vijfde in Europa gelegen land, na de Russische Federatie, Duitsland, Turkije en Frankrijk, dus de grootte of omvang maakt evenmin het verschil. Andere eilandstaten als IJsland, Ierland of Malta (of het Britse Schotland) voelen zich Europees en geven niet het idee niet tot Europa te (willen) behoren.

De intentie van Dan Snow is goed. Hij is een internationalist en geen isolationist die zich wil afzonderen. Maar ook hij is het slachtoffer van een zelfbeeld dat uiteindelijk Groot-Brittannië positioneert tegenover Europa. Zelfs in zijn omarming van Europa neemt hij afstand van Europa. Dat kan tot niks goeds leiden. Overigens werkt het ook de andere kant op, want die vreemde snuiters op die Britse eilanden werden soms met tegenzin door Fransen en Duitsers geaccepteerd, zodat ze rechtvaardiging konden ontlenen aan die weerzin door zich mentaal apart te zetten. Maar wie zich afsluit creëert tegelijk een gevangenis voor zichzelf.

Britten kozen met een kleine meerderheid van zo’n 52% voor een Brexit. De uittreding uit de EU. Er zijn duizenden opmerkingen over te maken. Over economie, Britse politiek, media, populisme, globalisme, immigratie, Schotland, de EU en het zelfbeeld van de Britten. Er zit een neiging onder die de Britten heeft gestuurd.

Roland Barthes maakt enige opmerkingen over Pierre Poujade in een stuk over deze Franse populist in zijn Mythologieën. Poujade is de voorloper van types als Mogens Glistrup, Nigel Farage of Geert Wilders. Jean-Marine Le Pen begon in 1956 zijn politieke carrière als poujadist. Het stuk gaat over de kleinburgerlijke werkelijkheid die de wereld bezweert en terugbrengt tot ‘een bekrompen maar volledige orde zonder uitvluchten’. Een wereld die volledig naar zichzelf verwijst. Exact wat er in de pleitbezorgers van een Brexit gevaren is. Naast hun eigenbelang om de Brexit aan te grijpen om zichzelf te profileren en de eigen economische belangen te beschermen. Dit verklaart waarom de voorstanders om in de EU te blijven niet konden inbreken in dit beeld omdat het einddoel, middel en werkwijze tegelijk was: het Verenigd Koninkrijk dat naar zichzelf verwijst.

Het ‘gezonde verstand’ van de ‘kleine man’ waarnaar Poujade bij herhaling verwees neutraliseert elke uitleg die anders zegt. De analogie tussen Frankrijk 1956 en het Verenigd Koninkrijk 2016-20 is verbluffend. De waarschuwingen voor een teruglopende Britse economie, Schotland dat het Verenigd Koninkrijk opblaast of afnemende politiek Britse invloed zagen buitenstaanders als realistische opties die de Britse positie zouden verzwakken. Ze werden niet tegengesproken door de Leave-campagne, maar kwamen gewoon niet binnen.

Barthes: ‘Het gezonde verstand is als het ware de waakhond van de kleinburgerlijke vergelijkingen: het sluit alle dialectische uitwegen af, verwoordt een wereld die homogeen is, waarin men thuis is, veilig voor de verwarringen en de uitvluchten van de ‘droom’ (dat wil zeggen een niet op rekenen gebaseerde zienswijze)’.

De Britten kunnen nu met en onder elkaar hun droom gaan najagen. Van een in zichzelf gesloten wereld met een gesloten wereldbeeld. In hun splendid isolation weten ze dat hun Europese en hun transatlantische partners (pro-Ierse president Joe Biden) geschoffeerd hebben en geen stapje extra zullen zetten om de Engelsen te helpen. Zij die anders zijn worden niet zozeer bestreden, maar door de zittende macht ontkend te bestaan. Britten kunnen nu met elkaar de verschillen ontkennen in de gelukzaligheid onder elkaar te verkeren. De Leave-campagne heeft de buitenwereld ziek verklaard met nationalisme en het opzetten van de kleine man tegen een elite die paradoxaal tegelijk de motor van de uittreding was. Dat is een publiek geheim op het eiland. Van deze versie van Britsheid die neigt naar eng populisme dat alleen nog naar zichzelf verwijst heeft de EU afstand genomen. De Engelsen zijn daar extra behulpzaam bij door zich extra apart te zetten en net te doen alsof het nog de 19de eeuw is. In hun gespeelde gekkigheid die ze zelf geweldig vinden. Als enigen.

Foto: Still uit film ‘Went the Day Well? (1942)’ met Leslie Banks.

Advertentie

Pechtold geeft populisten schuld van Brexit. Is dat niet te simpel?

D66-leider Alexander Pechtold meent dat de populisten de oorzaak van de Brexit zijn. Als je het als probleem wilt framen. Ze zouden schoppen, maar geen oplossing hebben. Maar dit is slechts de helft van het verhaal. Als de populisten zo kwaadaardig zijn zoals Pechtold zegt, dan is de vraag hoe ze zoveel ruimte in media, politiek en samenleving hebben kunnen krijgen. Pechtold kan makkelijk praten met zijn eensgezinde, kosmopolitische, hoogopgeleide achterban. Het is voor de hand liggend dat juist hij dit commentaar geeft.

Niet de tegenstanders maar de voorstanders zijn Europa’s probleem. De laatsten zijn er zelfs in voldoende mate, maar ze werken niet samen, uiten zich onvoldoende en blijven aan de zijlijn staan. Ze gedragen zich labbekakkerig en verwend. Niet gewend om te vechten. Het lijkt er sterk op dat de uitslag van het Britse referendum niet zozeer volgt uit het optreden van het Leave-kamp, maar uit het falen van het Remain-kamp. Tegenstanders van de EGKS, EEG of EU zijn er altijd geweest. Dat de voorstanders zwijgen is het probleem.

Zo gaan referenda verloren. Dat illustreert ook het Nederlandse Oekraïne-referendum dat een lage opkomst van 32% kende. De publieke opinie werd veroverd door het NEE-kamp dat succesvol een harde kern wist te motiveren en vast te houden. Regeringspartijen VVD en de PvdA zetten zich nauwelijks in voor het referendum in een campagne die nooit van de grond kwam. Reden kan zijn dat de achterban van deze partijen verdeeld was en deze partijen het daarom niet aandurfden. Maar dan bepalen de electorale overwegingen het beleid. Zo sterft de overtuiging. VVD en PvdA hadden in september 2015 hun achterban moeten overtuigen om daarna van januari 2016 zonder handrem erop campagne te moeten voeren voor de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne. Dat de tegenstanders wonnen was verdiend en goed geregisseerd, maar had het niet hoeven zijn gezien de stemming van het hele volk. Het is de gemakzucht en het wegkijken van de politieke elite die stoort. Meer dan de opstandigheid van tegenstanders die zich zoals altijd in de macht in willen vechten.

Want reken maar na, premier David Cameron had jaren tegen de EU geschopt en ging die ineens verdedigen. Dat deed hij vaardig, maar iedereen voelde dat de overtuiging ontbrak. Daarbij hielden zijn kabinetsleden op de minister van Financiën George Osborne na zich stil. Bij Labour miste leider Jeremy Corbyn zowel de overtuiging als de basale politiek vaardigheid om geloofwaardig voor de relatie met de EU te pleiten. Hij liet zijn achterban niets van overtuiging voor de EU zien. Leden van het schaduwkabinet hebben het vertrouwen in hem opgezegd. Pechtold kan gelijk hebben dat de populisten met vuur spelen in een vuurwerkfabriek. Maar het echte probleem in Europa is dat de bedrijfsbrandweer niet optreedt en het berustend laat gebeuren.

Tegenstrijdigheden van Brexit worden door journalistiek niet opgemerkt. Dat is slecht voor onze democratie

Boris Johnson grossiert in tegenstrijdigheden en spreekt zichzelf tegen. Als zijn woorden worden gewogen dan blijft er niets van over. Door zijn woorden valt ook Johnson door de mand. Hij komt weg met zijn grappen en grollen en wordt niet kritisch bejegend. Dat baart zorgen. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij in oktober 2016 David Cameron opvolgt als Brits premier. De leden van de Conservatieve partij beslissen daarover.

Johnson was een van de leiders van het Leave-kamp dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU wilde halen. Dat spoort niet met zijn bewering voor meer Europa te zijn. Dat was hij niet gedurende de campagne waarin hij in een controversiële en volgens velen schandelijke vergelijking de ‘autoriteit’ van de EU met het Derde Rijk van Hitler gelijkstelde. Jongeren die in meerderheid voor Remain stemden zien door Johnson hun perspectief op Europa versperd. Dat het Verenigd Koninkrijk niet minder verenigd zou zijn na een Brexit is eveneens onjuist. De kans op het verbreken van de unie uit 1707 met de Engelsen is toegenomen door een Brexit. De Schotten die met 62% voor Remain kozen komen mogelijk met een nieuw referendum over onafhankelijkheid. En sommige Noord-Ieren pleiten voor integratie met de republiek Ierland buiten het Verenigd Koninkrijk om.

De feitenvrije politiek van Boris Johnson hoort thuis in het rijtje anti-democraten van het type Wilders, Trump, Erdogan, Putin, Marine Le Pen en de nieuwe Turks-Nederlandse loot aan deze stam: Kuzu en Ozturk van DENK. Maar het meest verbazingwekkend en verontrustend is nog wel dat iemand als Johnson nauwelijks op zijn woord gewogen wordt. In veel commentaren op deze toespraak waarvan het fragment slecht een deel is werd gezegd dat Johnson de campagne achter zich gelaten had en verzoenende taal uitsloeg. Dat kan zijn, maar dat ontslaat de journalistiek vervolgens niet van de plicht om te kijken of de feiten en beweringen die Johnson geeft kloppen en of ze niet tegenstrijdig zijn met elkaar of met eerdere beweringen van hem. Het tekort van de hedendaagse journalistiek is dat Johnson tegenstrijdig kan zijn zonder dat het opgemerkt wordt.

Als Eton-boy is Boris Johnson de getapte, welbespraakte, flamboyante vertegenwoordiger van de elite die nu een ander deel van de elite mag aflossen. In een machtsstrijd binnen de Conservatieve partij. Dat hem de zorgen van de werkende klasse ter harte gaan en hij de problemen van de leden ervan hoog op de agenda zal zetten is een illusie. Johnson gaat het niet om het uitvoeren van een politiek programma, maar om een machtspositie. Het referendum was geen doel voor hem om de werkende klasse er weer bovenop te helpen, maar een middel om zelf premier te worden. Binnen de klassenmaatschappij Verenigd Koninkrijk is het volstrekt onlogisch dat een lid van de elite van de Conservatieve partij het opneemt voor de werkende klasse.

Referenda lijden aan een vertragingseffect. In Nederland betaalde het verbreken van de belofte voor een tweede EU-referendum na 2005 over de Europese grondwet zich uit in ongenoegen in het recente Oekraïne referendum. Hoewel dat met het onderwerp over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne niets te maken had. Frankrijk dat in 2005 ook nee zei in een referendum dat door de politiek werd genegeerd vreest met vertraging terugbetaald te worden in een Frexit-referendum. Zo vervuilt het instrument referendum.

In het Verenigd Koninkrijk is het niet zozeer een eerder referendum, maar ontevredenheid met hun eigen positie van vooral oudere, sociaal achtergestelden die zich vertraagd uitbetaalde in een Brexit. Dat ging uiteindelijk niet over de relatie van hun land met de EU over vreemdelingen, maar over de eigen politieke klasse die de eigen bevolking in de steek heeft gelaten. Een Brexit was de eerste mogelijkheid om die ontevredenheid en dat gevoel van achtergesteldheid te uiten. Volksmenners als Farage en Johnson waren er als de kippen bij om dat terechte gevoel van achtergesteldheid van sociaal zwakkeren te misbruiken. Maar omdat het om tekortschietende sociaal-economische aspecten als arbeidsmarkt, gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting of inkomensongelijkheid gaat die Farage of Johnson helemaal niet willen wijzigen is zo’n cultureel debat over immigratie of Britsheid ook een afleiding om niet aan bestaande machtsverhoudingen te tornen.

Dit geeft aan hoe het Remain-kamp het referendum had kunnen winnen. De laatste dagen praten journalisten elkaar na dat de economie geen antwoord was op de problemen over immigratie die het Leave-kamp naar voren bracht. Dit is onjuist, de economie was juist wel het onderwerp geweest om de zorgen over immigratie te weerleggen. Het misverstand is dat deze journalisten economie uitsluitend opvatten als bedrijfseconomie dat de belangen vertegenwoordigt van bedrijven en banken, de aandelenkoersen en een welgestelde klasse en daarbij niet eens beseffen dat dit een behoudend en op z’n minst onvolledige opvatting van economie is. Maar economie heeft ook een politieke dimensie die bestaat uit machtsdeling, inkomensgelijkheid, bezit van productiemiddelen, humanisering van het leven en een ‘maatschappelijke architectuur’. Cameron en Johnson zijn representanten van een elite die uitgaat van een gesloten wereldbeeld dat de status quo per definitie niet ter discussie stelt. Het is de taak van de journalistiek om dat open te leggen en niet dom na te praten.

Brexit als kleinburgerlijke mythe. Politieke en economische onzekerheid in ruil voor de belofte van culturele zekerheid

83e1730c98e5a1ca750809cf9fd8ec21

Britten kiezen met een kleine meerderheid van zo’n 52% voor een Brexit. Er zijn duizenden opmerkingen over te maken. Over economie, Britse politiek, media, populisme, globalisme, immigratie, Schotland, de EU en het zelfbeeld van de Britten. Kiezersonderzoeken moeten uitwijzen wat de redenen precies waren voor een Brexit. In de campagne had de Conservatieve premier David Cameron geen antwoord op de gevolgen van de immigratie. Maar of het daar om ging is de vraag. Er zit nog een neiging onder die de Britten heeft gestuurd.

Roland Barthes maakt enige opmerkingen over Pierre Poujade in een stuk over deze Franse populist in zijn Mythologieën. Poujade is de voorloper van types als Mogens Glistrup, Nigel Farage of Geert Wilders. Jean-Marine Le Pen begon in 1956 zijn politieke carrière als poujadist. Het stuk gaat over de kleinburgerlijke werkelijkheid die de wereld bezweert en terugbrengt tot ‘een bekrompen maar volledige orde zonder uitvluchten’. Een wereld die volledig naar zichzelf verwijst. Exact wat er in de pleitbezorgers van een Brexit gevaren is. Dit verklaart waarom de voorstanders om in de EU te blijven niet konden inbreken in dit beeld omdat het einddoel, middel en werkwijze tegelijk was: het Verenigd Koninkrijk dat naar zichzelf verwijst.

Het ‘gezonde verstand’ van de ‘kleine man’ waarnaar Poujade bij herhaling verwees neutraliseert elke uitleg die anders zegt. De analogie tussen Frankrijk 1956 en het Verenigd Koninkrijk 2016 is verbluffend. De waarschuwingen voor een teruglopende Britse economie, Schotland dat het Verenigd Koninkrijk opblaast of afnemende politiek Britse invloed zagen buitenstaanders als realistische opties die de Britse positie zouden verzwakken. Ze werden niet tegengesproken door de Leave-campagne, maar kwamen gewoon niet binnen.

Barthes: ‘Het gezonde verstand is als het ware de waakhond van de kleinburgerlijke vergelijkingen: het sluit alle dialectische uitwegen af, verwoordt een wereld die homogeen is, waarin men thuis is, veilig voor de verwarringen en de uitvluchten van de ‘droom’ (dat wil zeggen een niet op rekenen gebaseerde zienswijze)’.

De Britten kunnen nu met en onder elkaar hun droom gaan najagen. Van een in zichzelf gesloten wereld met een gesloten wereldbeeld. Niet dat het gerealiseerd zal worden, daartoe is het Remain-kamp ook te groot, maar het is wel de nieuwe horizon die het land wacht. Zij die anders zijn worden niet zozeer bestreden, maar ontkend te bestaan. Britten kunnen nu met elkaar verschillen ontkennen in de gelukzaligheid onder elkaar te verkeren en gelijkvormig te zijn. De Leave-campagne heeft de buitenwereld ziek verklaard met nationalisme en het opzetten van de kleine man tegen een intellectuele en economische elite. Van deze versie van Britsheid die neigt naar eng populisme dat alleen nog naar zichzelf verwijst moet de EU snel en hard afstand nemen. 

Foto: In isolatie.