NRC reageert op kritiek over berichtje Trump en islamitische kunst. Maar wil niet toegeven dat het feitenvrije journalistiek bedreef

nrc

Op 30 december besteedde ik aandacht aan bovenstaand berichtje in NRC. Mede naar aanleiding van een FB-posting van Olphaert den Otter. Hij vond het een maf bericht, ik vond het een bericht dat politiek ontspoorde. Ik schreef er een kritisch commentaar over en attendeerde met een tweet NRC-ombudsman Sjoerd de Jong.

Hij zorgde dat m’n kritiek bij de reactie belandde. In een lezersbrief naast de rubriek van De Jong laat de redactie vandaag weten dat het berichtje van Gretha Parma niet zo bedoeld was. De redactie van NRC geeft toe dat het anders dan bedoeld uitpakte. De uitleg is deels verhelderend, maar deels onnodig defensief. Want de redactie verschuilt zich achter de bron The Art Newspaper en neemt geen verantwoordelijkheid voor de eigen journalistieke afwegingen. Daarbij interpreteert het het bericht van The Art Newspaper verkeerd.

In het berichtje heeft NRC het verband dat The Art Newspaper impliciet legde tussen de politiek van Trump (‘US prepares to inaugurate a president who once proposed banning Muslims from entering the country’) en de tentoonstelling in Dallas (‘the museum is reaffirming its commitment to Islamic art’) expliciet gemaakt. NRC suggereert een causaal verband waar The Art Newspaper de feiten alleen nevengeschikte. Ook nog eens met een beroep op die bron. Het woord ‘ondanks’ maakt het verschil tussen causaliteit en nevenschikking en is dus meer dan een vormverschil. De redactie gaat hieraan voorbij en accepteert de kritiek niet dat het om feitenvrije journalistiek gaat. Die feitenvrijheid bestaat er echter uit dat NRC een verband tussen feiten suggereert die zowel het Dallas Museum of Modern Art als The Art Newspaper niet voor hun rekening nemen.

Daarnaast is de actualisering van Gretha Pama nog om een andere reden ongepast en niet relevant. Het gaat voorbij aan de langdurige bruiklenen van de van oorsprong Europese Keir Collectie die niets met Trump te maken hebben. De erfgenamen kregen ruzie met een Berlijns museum en haalden ze daarom weg. Als Hillary Clinton de verkiezingen gewonnen had, was de tentoonstelling op exact dezelfde wijze gepresenteerd.

nrc

Foto 1: Schermafbeelding van bericht ‘Islamitische kunst Te zien in Dallas, ondanks Trump’ in NRC, 29 december 2016.

Foto 2: Schermafbeelding van lezersbrief George Knight en reactie van de redactie NRC, 7 januari 2017. (achter betaalmuur).

Advertentie

George Knight in 2016. Vooral Europees globalisme

gk1

Internet is een apart continent. Dat alle continenten omspant. Hoe tegenstrijdig dat ook klinkt. Sociale media dringen wereldwijd door en worden bijna overal opgepikt. In 2016 was de toptien van landen waar dit blog wordt gelezen: Nederland, Verenigde Staten, België, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Verenigd Koninkrijk, Spanje, Oekraïne en Italië. Tamelijk Europees, op de VS na. Met daarna Brazilië (12e), Zuid-Korea (16e), Canada (19e), Australië (21e) en Suriname (23e). Groenland blijft voor dit blog een witte plek op de wereldkaart. Evenals stukken van Afrika en West-Azië. Op de gedeeld 120ste plek staan onderstaande landen met één bezoeker per jaar. Je kunt je afvragen waarom zo’n bezoeker hier terechtkomt en of de verwachtingen ingelost worden.

gk2

Foto’s: Schermafbeeldingen van statistieken van blog George Knight (WordPress).

Beslommeringen en luxe zorgen van een hedendaagse blogger

WP7

Tijd voor een meta-bericht. Dus een bericht over een bericht. Een hedendaagse manier van navelstaren. Ik ontkom er niet aan. Op 12 september 2012 liet ik sociale media de wereld verbinden. Met de verwijzing een week ‘George Knight’ . Een titel die langs het randje van het betamelijke scheert. Want welk fatsoenlijk mens verwijst nou naar zichzelf? Toch eerder iets voor politici, BN’ers van wie verondersteld wordt dat men ze kent terwijl dat zelden zo is of de categorie gewetenloze narcisten. Enfin, negen maanden later kan het wel weer.

Constant is dat zo’n 25% van de bezoekers van dit blog van buiten Nederland komt. Niet valt na te gaan of dat Nederlanders zijn of mensen die het Nederlands machtig zijn. Sinds 25 februari 2012 geeft WordPress een overzicht per land. Voor wie dol is op landkaarten, getallen en de relatie tussen landen een waar genot.

Enkele dagen geleden schreef ik in een stukje over het jihadistische tijdschrift Inspire: ‘Wat is verdacht in de ogen van Amerikaanse veiligheidsdiensten? De berichtgeving over de elektronische programma’s die elke toetsaanslag op een computer registeren roept die vraag op. En de twijfel over wat geoorloofd is.’  Ik voel als blogger de adem van de veiligheidsdiensten in mijn nek. Ik heb geen idee of die zorg realistisch is. Hopelijk niet. Tevens moet ik oppassen dat al te hardop uit te spreken want voor ik het weet gaan sommigen me in verband brengen met interessantdoenerij. Overbodig om te zeggen dat ik het zo uiteraard niet bedoeld heb.

Denkend aan de woorden van president Roosevelt uit 1933 moet zorg of voorzichtigheid geen angst worden. Hij liet ‘the only thing we have to fear is fear itself‘ volgen door ‘nameless, unreasoning, unjustified terror which paralyzes needed efforts to convert retreat into advance‘. Dus ‘naamloos, redeloze, ongerechtvaardigde terreur die de benodigde inspanningen verlamt om een terugtocht in vooruitgang om te zetten’. ‘Terror‘ dient dan eerder geassocieerd te worden met de noties angst, doodschrik en paniek dan met wat we nu onder terreur of terrorisme verstaan. Het gaat erom de eigen geest niet te laten wegzinken in onverschilligheid.

Hoe kom ik hier nou op? Vanuit de VS werden vandaag 169 blogpostings elk driemaal bezocht. Zoiets gebeurt wel vaker en wijst op een automatisch programma dat de inhoud langsscant. Controle van WordPress? Advocaten van auteursrechtenfirma’s die de rechten van foto’s bewaken? Een collega-blogger die teksten kopieert? Of toch GI Joe die vanuit een kantoorcomplex in Maryland de veiligheid van zijn land bewaakt? Maar zij laten toch geen sporen na? Het zijn de zorgen van een internetgeneratie die de oude zorgen vervangt.

Image.i4

Foto 1: Schermafbeelding van een wereldkaart met het bezoek aan dit blog van de afgelopen week. 14 juni 2013.

Foto 2: President Franklin Delano Roosevelt in zijn inaugurele speech van 1933.

Provincie Utrecht beantwoordt vragen over Armando Museum

Update 16 juni: Een reactie zegt over onderstaand artikel: ‘Mooi stuk, geeft heerlijk inzicht in de bestuurlijke gang van zaken, Je hoeft later niet te reconstrueren waar het mis is gegaan.’  

Naar aanleiding van aandacht op dit blog voor de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd en het alternatief Fort Vechten stelde het Utrechtse statenlid Elly Broere (PVV) op 21 december 2011 vragen aan de gedeputeerde Cultuur Mariëtte Pennarts. Dit is gerubriceerd onder de naam De Ridder, de naam waarmee deze blogger naar buiten treedt. In de Statencommissie WMC van 9 januari 2012 antwoordt mw. Pennarts. Ik geef eerst de vragen en antwoorden die niet openbaar zijn in te zien, daarna mijn commentaar.

Vragen

  1. Welke argumenten spelen er om per se Armando museum in Oud-Amelisweerd onder te brengen?
  2. Welke alternatieven zijn onderzocht? Hoe hebben de bezwaren van de inwoners van Amersfoort mee gewogen, zij willen de collectie graag in Amersfoort houden. Waarom komt Fort Vechten niet in aanmerking.
  3. Wat vindt de gedeputeerde van alle bezwaren die volgens de heer De Ridder kleven aan het onderbrengen in Oud Amelisweerd en de voordelen van het alternatief Fort Vechten?
  4. Wat vindt de gedeputeerde van de bestuurlijke onzorgvuldigheid die volgens de heer De Ridder heeft plaatsgevonden.

Antwoorden

  1. De Provincie heeft geen initiërende rol gehad in de gesprekken en onderhandelingen tussen Gemeente Utrecht (eigenaar van Oud-Amelisweerd), de Stichting Armando Museum  Collectie, Stichting Amersfoort-in-C en Gemeente Amersfoort. De argumenten voor en tegen zijn mij dus niet exact bekend. Voor mij staat het belang voorop dat Oud-Amelisweerd als bijzonder monument een duurzame bestemming krijgt en dat het uitzonderlijk waardevolle Chinese behangsel voor een breed publiek te bezichtigen is. De nu voorgestelde museale bestemming voldoet aan deze eis en rechtvaardigt een provinciale bijdrage aan de noodzakelijke restauratie van de behangsels.
  2. De Provincie is niet op de hoogte van de alternatieven die door de betrokken partijen zijn onderzocht. De Gemeente Amersfoort heeft besloten haar steun aan het Armando Museum los te laten, als gevolg van een forse bezuiniging op Amersfoort-in-C, het samenwerkingsorgaan van vier Amersfoortse musea (Kade, Flehite, Mondriaanhuis en Armando Museum). In de Amersfoortse gemeenteraad zijn de voor- en nadelen afgewogen van deze keuze. De gemeenteraad, als vertegenwoordiger van de inwoners van Amersfoort, heeft hiermee recentelijk ingestemd.                                                                                                                                           Voor de inrichting van Fort Vechten zijn al in 2009 afspraken gemaakt over de bestemming en inrichting van het fort met Gemeente Bunnik, Staatsbosbeheer als eigenaar en de provincie als initiator. In januari 2010 werd de gunning van de exploitatie toegekend aan Nieuwland Holding. Op het Fort zal een Nationaal Liniecentrum komen, naast nog vele andere publieksactiviteiten zoals bijvoorbeeld een vleermuizencentrum. (zie voor meer informatie http://www.liniecentrumfortvechten.nl/plan.php ) Al deze plannen zullen zorgen voor een aantrekkelijke publieke bestemming waar vele verhalen verteld kunnen worden.
  3. Wat betreft de bezwaren van de blogger George Knight zoals in zijn blog van 14 november geformuleerd:  Oud-Amelisweerd zal met grote zorg aangepast worden aan de nieuwe openstelling voor publiek. De aandacht zal gevraagd worden voor respectievelijk de geschiedenis van het Huys en de tuin, de geschiedenis van de (deels) Chinese behangsels en het werk van de kunstenaar, schrijver en dichter Armando.  Er zal geen aantasting van de cultuurhistorische waarden van Oud-Amelisweerd plaatsvinden. De openstelling van Oud-Amelisweerd zal  de rust van het landgoed niet aantasten.  De Provincie draagt bij aan de restauratie van de behangsels  onder meer omdat Oud-Amelisweerd een publiekbestemming krijgt.                                                                                       Voor de inrichting van Fort Vechten zijn 2 jaar geleden afspraken gemaakt met de geworven beheersorganisatie, Nieuwland Holding. De Provincie en Staatsbosbeheer hebben daarmee verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld exploitatie overgedragen aan private organisaties. Wij zien het voorstel van de heer De Ridder daarom niet als een reële optie.
  4. GS heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van bestuurlijke onzorgvuldigheden van de gemeente Utrecht of de gemeente Amersfoort. Wij zien niet in op welk moment wij zelf onzorgvuldig gehandeld zouden hebben. Vorige maand is PS akkoord gegaan met het verlenen van een restauratiesubsidie aan Oud Amelisweerd, juist onder de voorwaarde dat de nieuwe functies in dienst staan van het behoud van huis en interieur, Wij hebben van de Stichting en van de stad Utrecht begrepen dat het Armando Museum het gebouw Oud-Amelisweerd zal gebruiken met respect voor het gebouw en de behangsels. Ook zullen de aanpassingen aan het Huys  niet ten koste van de cultuurhistorische waarden gaan. Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. 

De antwoorden geven aan dat de provincie geen deelnemer was aan een inhoudelijk debat. Ze wijken niet af van die van de gemeente Utrecht zoals verwoord in een brief van 13 december 2011. De antwoorden komen erop neer dat er geen bezwaar bestaat tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd. Een opstelling met weinig enthousiasme. Er blijkt nergens dat de huisvesting en de combinatie Armando-Chinees antiek behang een verrijking betekent voor cultureel Utrecht en daarom noodzakelijk is. Rini Dippel is vernietigend over de combinatie Armando-Amelisweerd evenals Lucia Alberts. Talloze andere experts op het gebied van cultureel erfgoed en museologie zijn gehoord, maar houden zich angstvallig stil met hun kritiek.

In de Utrechtse Statencommissie Wonen, Maatschappij en Cultuur van 3 oktober 2011 is bij het onderwerp Parelfonds besloten om per 2012 het accent van industrieel erfgoed naar de historische buitenplaatsen te verleggen. Utrecht kent er 270 waarvan het rijksmonument Oud-Amelisweerd met eigenaar gemeente Utrecht er een is. In haar antwoord creeërt gedeputeerde Pennarts misverstanden als ze stelt ‘dat de vestiging van het Armando museum in Amelisweerd onderdeel zal zijn van de subsidievoorwaarden, zodat restauratie daadwerkelijk gepaard gaat met opening voor het publiek’. Hiermee passeert ze de eigenaar als eerst verantwoordelijke en koppelt ze de subsidie niet aan de buitenplaats, maar aan een museale bestemming. Ze suggereert tevens dat het landhuis Oud-Amelisweerd nu of in de toekomst niet geopend zou zijn voor het publiek. Beheerder Centraal Museum legt uit dat er onderhoud plaatsvindt en er daarom tijdelijk minder bezoeken mogelijk zijn, maar dat het boeken van groepsrondleidingen ook nu mogelijk is. Opvallend is dat de provincie bij Oud-Amelisweerd de uitzondering maakt niet rechtstreeks subsidie aan de eigenaar te geven.

De provincie Utrecht houdt zich van alle bestuurslagen het meest afzijdig. Het zegt te zijn aangeschoven en niet bekend te zijn met argumenten voor en tegen huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Als deelnemer aan de discussie zegt de provincie niet te weten of er alternatieven zijn onderzocht. Dit roept de vraag op hoe grondig de discussie was en hoe de besluitvorming tussen Amersfoort, Utrecht, Bunnik en de provincie is verlopen. Wanneer viel de politieke beslissing en waren bij het nemen van het besluit uitsluitend de politiek verantwoordelijken betrokken? Welke argumenten zijn er uitgewisseld?

Ook met betrekking tot Fort Vechten geeft de provincie aan dat haar rol bescheiden is. De provincie was initiator van een Liniecentrum, maar heeft de verantwoordelijkheid overgedragen en zegt nu geen invloed meer te hebben. Het oogt in mijn ogen ongerijmd om mijn voorstel om de huisvesting van de Armando Collectie in Fort Vechten te onderzoeken af te doen als niet reëel. De bestuurlijke gang van zaken impliceert namelijk niet dat huisvesting geen goed idee zou zijn. Met als ultiem argument dat er 20 miljoen in de projectorganisatie Fort Vechten beschikbaar is, 4 miljoen investeringen in Oud-Amelisweerd kunnen worden uitgespaard en ze kunnen worden samengevoegd. Voorwaarde is wel dat de provincie initiatieven neemt om de projectorganisaties open te breken. Die politieke wil ontbreekt overduidelijk. Overigens op 26 januari organiseert de Grontmij een fortensymposium in Fort Vechten over de herbestemming van militair erfgoed.

De antwoorden over de bezwaren tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd gaan in op de voorwaarden. Daarmee gaan ze voorbij aan de kern van mijn kritiek. Wat geldt voor het onderbrengen van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd geldt eveneens voor talloze andere museale collecties. Ik pleit voor de optie om collectie en landhuis goed op elkaar aan te laten sluiten. Zoals dat bijvoorbeeld zou gelden voor een museum voor Chinoiserie, buitenplaatsen of antiek behang. Precies de kritiek van Rini Dippel en Lucia Alberts op het Museum Oud-Amelisweerd. Verder berust de opinie dat de openstelling van een museum met in 2016 40.000 bezoekers het cultureel erfgoed van het landhuis en de rust van het landgoed niet zal aantasten op de aanname dat het beheer en de bedrijfsvoering optimaal zijn. Dat valt te betwijfelen bij een organisatie die van vele kanten kritiek ondervindt op de onderbouwing van de exploitatiebegroting.

De bestuurlijke onzorgvuldigheid spitst zich toe op de bestuursopdracht die cultuurwethouder Lintmeijer aan directeur Jacobs van beheerder Centraal Museum gaf om een bestemming voor Oud-Amelisweerd te onderzoeken. Jacobs kwam vervolgens ‘toevallig’ bij zijn partner Ploum uit die ‘toevallig’ hoofd van het Armando Museum Bureau is. Veelbetekenend lijkt dat de GroenLinks gedeputeerde Pennarts hierin geen onzorgvuldig bestuur ziet van de GroenLinks wethouder Frits Lintmeijer. Vanuit de ethiek zou je verwachten dat een wethouder niet mee kan gaan met deze schijn van belangenverstrengeling. En dit voorstel van Jacobs op gronden van goed bestuur afwijst. Maar ook binnen de Utrechtse gemeenteraad of statenraad heerst blijkbaar koudwatervrees om belangenverstrengeling in het openbaar aan te kaarten. Ook bij de oppositie.

Verder bestaat de onzorgvuldigheid eruit dat er is gewerkt met een rookgordijn aan intenties, haalbaarheid en plannen. Lang voordat een formeel besluit gevallen was werd het hoofd van het Armando Museum Ploum telkens door directeur Jacobs in de gelegenheid gesteld om met betrokken wethouders en raadsleden in Oud-Amelisweerd in gesprek te gaan. Dit was geen toegevoegd lobbyen van Ploum, maar liep feitelijk parellel aan de politieke besluitvorming. Terwijl Ploums status dit niet toeliet en raadsleden en wethouders vanwege de bestuurlijke zorgvuldigheid haar onder genoemde omstandigheden niet hadden mogen spreken. Tevens werd de Amersfoortse ambtenaar Ploum in ambtelijke overleggen van de gemeente Utrecht met derden toegelaten zonder dat haar rol voor gesprekspartners duidelijk was en ze meer ruimte kreeg dan advisering alleen.

De opstelling van gedeputeerde Pennarts past in een verkeerde voorstelling van zaken die ook terug te vinden is bij de Utrechtse cultuurwethouder Lintmeijer en Amersfoort-in-C directeur Van Vulpen. Ze verdraaien de waarheid. Aantoonbaar onjuist is dat de huisvesting van de Armando Collectie een noodzakelijke voorwaarde is voor Oud-Amelisweerd. Pennarts zegt: Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. Hiermee gaat mw. Pennarts voorbij aan de kritiek op de combinatie Armando-Chinees behang, op het bestuurlijke traject dat geen alternatieven onderzocht en op het ontbreken van een gezond investerings- en exploitatieplan.

Ofwel, het voortbestaan van rijksmonument Oud-Amelisweerd is niet aan de vestiging van een Museum Oud-Amelisweerd gebonden. Het landhuis wordt al sinds 1990 door de gemeente Utrecht en het Centraal Museum zorgvuldig gerestaureerd. Door de bestuursopdracht kwam toevallig het Armando Museum in beeld. Zo ontstond een bestemming die niet ontstond door inhoudelijke noodzaak, maar vanwege persoonlijke contacten. Alternatieve locaties voor de Armando Collectie zijn nooit onderzocht en andere bestemmingen voor Oud-Amelisweerd zijn evenmin serieus onderzocht. Mijn voorstel is slechts om een bestemming te zoeken die beter bij het karakter van Oud-Amelisweerd past dan de huisvesting van de Armando Collectie.

Hoewel er de afgelopen anderhalf jaar in mijn ogen niet breed en zorgvuldig genoeg is gekeken door de Utrechtse politiek, kan men zich op het standpunt stellen dat men dan maar voortgaat op de ingeslagen weg. Met als voordeel dat het Utrechtse college niet beschuldigd kan worden van stilstand en dat het landhuis vanaf 2016 mogelijk 40.000 bezoekers trekt. Is dit glas halfvol of halfleeg? De nadelen zijn groot. De combinatie van Oud-Amelisweerd en Armando is niet ideaal en het bedrijfsmodel van een Museum Oud-Amelisweerd moet om economische redenen zwaar opgetuigd worden en wordt zo een doel op zichzelf. Inclusief de werkgelegenheid van de staf van het Armando Museum Bureau waar het om draait. Een kleinschalige, flexibele museale bestemming past om redenen van infrastructuur en cultureel erfgoed beter bij Oud-Amelisweerd.

Foto: Trappenhuis provinciehuis Utrecht.

Debuut van een schrijver: Verspreide Opklaringen

Zomaar een boekpresentatie in Bilthoven. Locatie is de Bilthovense Boekhandel voorheen Jongerius die sinds 1 september 2010 wordt gerund door Ike Bekking. Moedig om in een krimpende markt een boekhandel over te nemen. Want deze boekhandel heeft een goed assortiment en is geen veredelde kiosk.

Het boek dat gepresenteerd wordt is Verspreide Opklaringen van Peter van Ardenne. Ook al weer zo’n ongerijmdheid. Een oudere debutant die in eigen beheer een roman uitgeeft. Hoe haalt iemand het in zijn hoofd om tegen de keer een boek te schrijven en op de markt te brengen? Over drankzucht, mensenhaat, types in de marge, geestelijke armoede, melancholie en vrije wil. Het moet niet gekker worden.

De derde ongerijmdheid is dat ik als blogger een inleiding mag houden. De spreekwoordelijke stem achter het scherm treedt naar voren. Maar Peter ken ik al jaren en vanaf februari las ik mee aan het manuscript. Een feestelijke presentatie van een boek is de kers op de appelmoes. De kaars op de taart. We snoepen wat af.

Waar komt iemands prikkel vandaan om een boek te schrijven? Om iets uit niets te maken zonder concessies te doen aan eigen strenge voorwaarden? Zo schat ik het in gezien de ontstaansgeschiedenis. Ik stel me voor dat deze schrijver graag achter de dingen kijkt. Dat in alles zoekt. Die basishouding zet de rest in gang.

Verspreide Opklaringen gaat over de keuze van mensen. Ze zijn wat ze zijn en scheppen vreugde of ellende. Dat leidt tot de tweede verklaring, Van Ardenne overdenkt zijn keuzes in het leven. De beproeving is nodig om ergens te arriveren. Niet om verbinding met het hogere te leggen, maar om de zoektocht naar binnen goed af te ronden. En dat werkt blijkbaar prima in de vorm van een voltooide roman.

Derde verklaring is dat verbannen uit de comfort zone marginale figuren hun complexe leven leiden. Achter dat motto van de vrije wil verstopt-ie nog iets anders. Da’s de ontevredenheid met de wereld en de geestelijke armoede ervan. Zeg maar, een ernstig geval van melancholie. Da’s de vierde en laatste verklaring.

In de vorm wordt dat proces stap voor stap verbeeld. Alles draait om de onheldere geest van hoofdpersoon Rudolf die zwaar aan de drank is. De helletocht waaraan Van Ardenne zijn hoofdpersoon overlevert is trouwens niet kinderachtig. Het Griekse eiland Lesbos is voor Rudolf de plek om naar toe te vluchten. Om zijn lot te ontlopen. Tragischer en klassieker kan het bijna niet.

Terloops schetst de schrijver een tijdsbeeld dat zich uitstrekt van 1970 tot 1980. De titel Verspreide Opklaringen roept de vraag op of het glas halfvol of halfleeg is. Da’s de dubbele bodem onder een in mijn ogen prikkelend debuut. Geloof me gerust, ik ben een vriend. Peter van Ardenne schrijft fictie, maar gebruikt zijn eigen verleden als basismateriaal. Meer zoeken we er niet achter. Nu is er een roman als eindproduct.

Hoe nu verder? Het boek van debuterende schrijvers wacht soms een vreselijk lot. De kelders van De Slegte of de handel in oud papier. Over die afloop kan ik geen zinnig woord zeggen. Maar ik hoop het beste.

Foto: San Galgano Abdij in Nostalghia van Andrei Tarkovsky, 1983

Marlene Dumas valt museumgoudA aan vanwege verkoop The Schoolboys

De zomervakantie is voorbij en het culturele seizoen is geopend. De bekendste en in het buitenland meest gewaardeerde Nederlands-Zuid-Afrikaanse kunstenares Marlene Dumas opent in De Volkskrant frontaal de aanval op museumdirecteur Gerard de Kleijn van museumgoudA. Dit naar aanleiding van zijn onderhandse verkoop via Christie’s van haar werk The Schoolboys in mei 2011 en de veiling op 28 juni. Het werk verdween naar het buitenland.

Dit blog heeft vanaf eind mei beredeneerd dat de verkoop onnodig was, onzorgvuldig werd uitgevoerd en het verkeerde signaal aan politiek, kunst- en museumwereld gaf. Tot vandaag was dit blog de enige mediabron die aan de verkoop afgelopen maanden kritisch aandacht besteedde. Op 30 mei met MuseumgoudA verkoopt eigen identiteit, op 21 juni met Pakt museumgoudA verkoop ‘The Schoolboys’ handig aan? op 28 juni met The Schoolboys’ brengt ruim €1.200.000 op en op 7 juli met Ter Borg gaat niet tot de bodem over museumgoudA

Gerard de Kleijn wordt door Dumas en haar galeriehouder Paul Andriesse een gebrek aan professionaliteit verweten. Ze begrijpen niet dat het werk buiten hun medeweten aan Christie’s werd aangeboden. Kunstenaar en galerist stellen dat The Schoolboys voor Nederland behouden had kunnen blijven als ze ingeschakeld waren bij het zoeken naar een koper. Want ze hebben goede contacten met verzamelaars. Kunsthandelaar en oud-museumdirecteur Wim van Krimpen werd weliswaar benaderd door De Kleijn om een koper te zoeken, maar zijn actie kan niet anders dan bescheiden en onvolledig worden beschouwd. Dumas en Andriesse werden door Van Krimpen niet benaderd.

Komende woensdag komt de Nederlandse Museumvereniging (NMV) bijeen in een extra ledenvergadering om zich te beraden over deze kwestie. De betrekkelijke buitenstaander De Kleijn heeft de ethische code van de museumwereld geschonden en door zijn verkoop de voorwaarden voor museumaankopen onder druk gezet en verslechterd. Eerdere pogingen om museumgoudA en directeur De Kleijn aan te spreken strandden op diens schouderophalen. Nu lijken de tegenkrachten beter georganiseerd om De Kleijn terecht te wijzen met de ultieme sanctie dat museumgoudA uit de NMV wordt gestoten.

Op een detail ben ik het overigens oneens met Paul Andriesse. Hij zegt De Kleijn kent niet de waarde van kunst, alleen de prijs. Het is een uiting van de nieuwe openlijke geestelijke armoede in Nederland. Ik ben het met Andriesse eens dat De Kleijn de waarde van kunst niet kent en een uiting is van de nieuwe openlijke geestelijke armoede. Maar ik bestrijd dat De Kleijn de prijs van kunst kent.

Er hebben naar mijn idee bij de verkoop en de vaststelling van het garantiebedrag te veel onvolkomenheden onder verantwoordelijkheid van De Kleijn plaatsgevonden. Zo bestaan er over de precieze samenstelling van het verkoopbedrag nog steeds onduidelijkheden. Iemand die de prijs van kunst kent handelt handiger. Er zat meer in. Da’s niet de hoofdzaak, maar wellicht kunnen de NMV of de controller van de gemeente Gouda via een onderzoek het feitenrelaas van de verkoop reconstrueren.

Foto: Shunji Hori in museumgoudA. Tentoonstelling Nederland 1. 2006. Tentoonstellingsproject in museumgoudA naar aanleiding van de vele bespiegelingen in diverse media omtrent de veranderende tijdsgeest in Nederland.

Waarom ik blog

Waarom blog ik? Het technisch starten van een blog is een fluitje van een cent. Zeker sinds ik vergroeid ben met mijn iMac. Enkele jaren reageerde ik op het blog van De Volkskrant en startte daar in november 2010 mijn eigen blog. In januari 2011 liet De Volkskrant weten dat het met haar blogs ging stoppen. Dat afstel wordt trouwens steeds uitgesteld. Daarom stapte ik in februari 2011 over naar WordPress.

Toen in mei 2011 WordPress het nieuwe thema Vertigo lanceerde werd ik gegrepen door de vormgeving die gebaseerd is op het werk van Saul Bass. Bekend om zijn openingsfilmpjes voor Hitchcock films. Ik was er al lange tijd naar op zoek. Omdat ik een verschil in reacties had opgemerkt op verschillende soorten stukken, besloot ik tot een splitsing.

Langere politieke, cultuurpolitieke en maatschappelijke stukken plaats ik op GeorgeKnightLang. Da’s dus hier. Kortere stukken over media, film en mythologie plaats ik op GeorgeKnightKort. Daar kan ik mijn interesse, kennis en plezier in de populaire cultuur kwijt. Hoe simpel kan het zijn.

Het moet de zomer van 2006 zijn geweest dat ik op blogs begon te reageren. Aanleiding was Qanagate, een oorlogsincident in Zuid-Libanon. Allerlei regionale media, mondiale persbureau’s en internationale media werden erin getrokken. Media bleken verre van objectief. Mensen vanuit de hele wereld hielpen bij de reconstructie van het incident, dat neerkwam op een Israëlisch 
bombardement en Libanese doden. Een hoop gepuzzel over de volgorde en de echtheid van foto’s aan de hand van lichtinval, mate van opgravingen en de inrichting van het beeld.

Die Engelstalige omgeving was de geboorte van mijn avatar. Een lichte referentie naar mijn Nederlandse naam. Overigens bewees het eureferendum-blog haar gelijk door haar eigen onderzoek te manipuleren en selectief bij te buigen. Dat staafde me niet zozeer in mijn overtuiging dat wantrouwen geboden is, maar dat burgers naar alle kanten alert moeten blijven. Da’s mijn credo, om het met grote woorden te zeggen.

Misschien was de poets die Richard North van eureferendum me bakte juist dat wat me weerhield van het opstarten van een blog. Kende ik mezelf goed genoeg om anderen geen streken te leveren? Hopelijk hebben mijn vijf jaar rondkijken in de blogosfeer me de ogen geopend. Zoals een auto vervoermiddel en moordwapen is, kan een blog meer zijn dan een burgerjournalistiek medium. Ik ben gewaarschuwd.

De ondertitel van dit blog is Debat tussen links en rechts. Dat klinkt pretentieus. De tweeledigheid is zowel de confrontatie als het tussengebied. Mijn jarenlange ongebonden betrokkenheid met D66 zal er niet vreemd aan zijn. De partij die zich vroeger tussen links en rechts profileerde. Sinds een kleine tien jaar is mijn liefde voor de Democraten trouwens bekoeld.

Mijn horizon is de toekomst van Nederland met zijn mooie taal, geschiedenis, landschappen en cultuur. Hoe kunnen we kansen benutten en het beter doen? Hoe kunnen we een open democratische samenleving voor allen met een publiek debat op niveau realiseren? Zonder onnodig moralisme en oneigenlijke beperkingen.

Mijn geloof in de Nederlandse politiek ben ik volledig kwijt. Katten daarop kan, is even leuk, maar leidt tot niks. Daarom zie ik de oplossing in de bundeling van burgers buiten de politiek om. De juiste vorm en samenwerking daarvoor heb ik nog niet gevonden. Maar het wordt klaargelegd. Daarom blog ik.

Foto: The Bass House, ontworpen door  C. Buff, C. Straub and D. Hensman, 1958

Armando Museum en het bestuurlijk onvermogen

Op 13 december 2010 passeerden hier de plannen rond het Armando Museum in Onderzoek Armando Museum roept vragen op. Enkele dagen later werd op 15 december de door het secretariaat van gedeputeerde Anneke Raven toegestuurde en bijna integrale publieksversie van de rapportage haalbaarheidsonderzoek van de stichting Amersfoort in C in Rapport Armando Museum geplaatst. Opvallend is dat Raven op haar weblog niet ingaat op de verhuisplannen rond het Armando Museum. Deze geslotenheid is tekenend.

Feiten maken duidelijk dat het ooit in de Amersfoortse Elleboogkerk gevestigde Armando Museum na een brand niet opnieuw in de kerk gehuisvest wordt. Afspraken van het vorige college worden met een beroep op bezuinigingen door het huidige college gebroken. Een vorige directeur van Amersfoort in C betitelt dat als onbehoorlijk bestuur.

Vanuit  zes besturen, te weten de gemeenten Amersfoort en Utrecht, provincie Utrecht en de culturele instellingen Amersfoort in C, Armando Museum en het Utrechtse Centraal Museum wordt vervolgens geopperd om het Armando Museum te verplaatsen naar Oud-Amelisweerd. Een zomerverblijf uit 1770 met uniek antiek Chinees behang en een kwetsbaar klimaat in het natuurgebied Amelisweerd aan de rand van Utrecht. Oud-Amelisweerd is eigendom van de gemeente Utrecht en wordt gehuurd en beheerd door het Centraal Museum. De restauratie van landhuis en antiek behang is in volle gang.

Opvallend is dat een kleine kern aan onzichtbaar blijvende bestuurders een intentie uitspreekt, die weg in de media als voldongen feit presenteert en bewust voorbijgaat aan de consultatie van zowel cultureel erfgoed-museale specialisten als politieke betrokkenen.

Vraag is of het inhuren van managers als Hein Reedijk en Peter Berns daarin verandering brengt of het bestuurlijk accent alleen nog maar versterkt. De tweet van Reedijk: Ik ga het Armandomuseum helpen in om een bedrijfsplan de consequenties van een eventuele verhuizing naar Oud Amelisweerd in kaart te brengen stemt niet hoopvol voor een open discussie zonder tunnelvisie. De uitkomst staat met deze opdracht al vast. Onbegrijpelijk is waarom Reedijk en Berns niet gevraagd wordt om ruimer dan Oud-Amelisweerd te kijken, bijvoorbeeld naar Kamp Amersfoort of welke locatie dan ook in de provincie Utrecht.

In de media spreken twee betrokkenen uit de Amersfoortse politiek zich kritisch uit over de verhuizing van het Armando Museum uit Amersfoort en de procedure die de raad buitenspel zet: Hiske Land van GroenLinks en Simone Kennedy van de ChristenUnie. Deze laatste stelt dat er buiten de gemeenteraad om onomkeerbare stappen gezet [leken] te worden zonder vooroverleg met de gemeenteraad.

Simone Kennedy verbaast zich ook over de lauwe reacties: Hoe kun je eerst zoveel investeren in dit museum en daarna zo passief toezien als dit museum aan de bezuinigingen ten onder gaat? Zij pleit voor verhuizing van het Armando Museum naar Kamp Amersfoort, maar haar blijkt in november 2010 dat er door Amersfoort in C niet eens met de directeur van Kamp Amersfoort gesproken is. Wethouder Barendregt doet de plannen af als niet reëel.

Lid adviescommissie erfgoed bij het Fonds Cultuurparticipatie en raadslid GroenLinks Hiske Land concludeert dat de gemeenteraad nog weinig te vertellen heeft over de op afstand gezette culturele instellingen: De ontwikkeling van afgelopen jaren naar cultureel ondernemerschap bij de instellingen betekent in de praktijk dat je als gemeente amper meer zeggenschap hebt over je culturele profiel als stad. Dat realiseert lang niet iedereen zich. Prestatieafspraken tussen gemeente en instellingen bieden weinig houvast – ze volgen eerder de lijn van de instelling dan dat ze sturen. 

Uit de notitie van Hiske Land, het weblog van Simone Kennedy en een NRC-artikel van Lucette ter Borg van 28 december 2010 wordt nog iets anders duidelijk, namelijk dat de positie van het Armando Museum nauw samenhangt met de positie van Kunsthal KAdE. Artistiek verantwoordelijke Robbert Roos zegt: Voor ons presentatie-instellingen is meteen duidelijk geweest dat de kaasschaaf niet bruikbaar is, gezien de omvang van deze bezuinigingen. Daarom hebben we besloten één van ons te offeren. Het historisch stadsmuseum Flehite is in Amersfoort onaantastbaar; het Mondriaanhuis is te klein. Blijven over ‘mijn eigen’ Kunsthal KAdE of het Armando Museum. Roos reageert op afstand op Hiske Land. Hij bevestigt het beeld dat de culturele instellingen zelf de beslissingen nemen en niet de Amersfoortse politiekWe hebben besloten één van ons te offeren.

Omdat KAdE lijkt vast te zitten aan een huisvestingscontract van 30 jaar en er blijkbaar over de huisvesting van het Armando Museum geen juridische verplichtingen met derden waren aangegaan is de som snel gemaakt. In kleine kring ontstaat het plan om KAdE te sparen en het Armando Museum elders onder te brengen. Onaardig gezegd, om de Amersfoortse problemen bij anderen op de stoep te leggen. Vraag is wie er intrapt, of aardiger gezegd, wie er instapt.

In Amersfoort regeert het toeval. Zoals Hiske Land zegt: Ik pleit voor een brede blik op het museale aanbod, in plaats van te focussen op één instelling zoals nu gebeurt. De bezuinigingen zijn wat mij betreft alleen de aanleiding om ernaar te kijken. Wat willen we voor de stad? Welke betekenis heeft iedere instelling daarin? Amersfoortse raad en openbaar bestuur die zichzelf serieus nemen pakken deze vraag op om integraal beleid te ontwikkelen dat voortaan niet langer achter de feiten aanloopt.

Na de presentatie begin december 2010 van het haalbaarheidsrapport om het Armando Museum in Oud-Amelisweeerd te vestigen is het niet meer stil in de media. Koppen variëren van Armando Museum naar Bunnik tot Onderzoek Armando Museum dubieus op Kunstbeeld.nl. Dat laatste zegt: Volgens Volkskrant-blogger George Knight is dit echter een dubieus rapport ‘dat vragen oproept’. Het rapport zou te optimistisch zijn over de mogelijke huisvesting in Oud Amelisweerd en bovendien zou er sprake zijn van belangenverstrengeling. Bovendien is onduidelijk door wie het ‘haalbaarheidsonderzoek’ precies is uitgevoerd.

Wat resteert in deze kwestie is het beeld van onzorgvuldig bestuur en een passieve gemeenteraad in Amersfoort, op afstand gezette culturele instellingen en culturele ondernemers die in naam van de politiek besluiten nemen, belangenverstrengeling en hechte persoonlijke relaties tussen hoofdrolspelers, het uit de wind houden van KAdE, bovengemiddelde korting op cultuur, een kleine kern van bestuurders die het ene noodverband aan het andere koppelt, een tunnelvisie van deze bestuurders die slechts focussen op een specifieke locatie en een beperkte onderzoeksopdracht verlenen, en een kwetsbaar en cultureel waardevol zomerverblijf Oud-Amelisweerd dat opgeofferd dreigt te worden met voorbijgaan aan normale museale en politieke toetsing.

Hopelijk komt het zover niet en overwinnen uiteindelijk het verstand en de zorgvuldigheid. Dat moet onder redelijke mensen mogelijk zijn. Dan kan deze episode van het Armando Museum dienen als lesmateriaal voor de Bestuursacademie. In het hoofdstuk hoe het niet moet. Om Pirandello te parafraseren: Zes bestuurders op zoek naar zorgvuldigheid.

Foto: Museum De Zonnehof, Amersfoort, circa 1958; architect Gerrit Rietveld