CDA en SP proberen plannen voor Nationaal Historisch Museum nieuw leven in te blazen

Er klinken weer geluiden om een Nationaal Historisch Museum op te richten. Eerdere pogingen strandden onder meer vanwege de keuze voor de locatie. Maar in 2007 besliste toenmalig minister Ronald Plasterk dat het museum in Arnhem moet komen. Wegens meerkosten kwam dat echter niet van de grond. In 2010 blies toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) de plannen af vanwege de bezuinigingen in de kunstsector.

Voortrekkers waren in 2006 Maxime Verhagen (CDA) en Jan Marijnissen (SP). De nieuwe voortrekkers zijn weer van deze partijen: de fractievoorzitters Pieter Heerma (CDA) en Lilian Marijnissen  (SP). In een bericht in het AD van 15 februari 2020 menen ze dat ‘de urgentie van een museum door toenemende polarisatie en de opkomst van identiteitspolitiek alleen maar toegenomen’ is. Marijnissen: ‘Er zijn heel veel musea die een bijdrage leveren aan het historisch besef, maar één plek waar alles samenkomt, die heeft Nederland gewoon niet’. Uitgewerkte plannen zeggen ze niet klaar te hebben liggen. Ze zien de functie van een Nationaal Historisch Museum om de ‘saamhorigheid binnen de samenleving’ te bevorderen en ‘meer historisch besef’ te kweken.

De tweet van Heerma maakt het er onnodig ingewikkeld op omdat hij zijn pleidooi vermengt met zijn christen-democratische stokpaardje. Want hoe moet anders de opmerking over het ‘groeiende individualisme’ opgevat worden dat Heerma negatief framet en positioneert tegenover het communitarisme van het CDA dat hij als heilzaam veronderstelt? Zo laat hij zich niet alleen kennen als een initiatiefnemer die een voorschot neemt door het gemeenschapsdenken van iemand als Amitai Etzioni die onder meer oud-premier Balkenende inspireerde centraal te zetten, maar vervreemdt hij zich ook van de liberale VVD en D66 die hier mentaal ver van staan. Het is onduidelijk hoe en waarom Heerma aan de hand van welke onderzoek concludeert dat het  groeiende individualisme heeft bijgedragen aan een nonchalante omgang met de geschiedenis in Nederland.

Vraag is of de aanspraak of ambitie die Heerma en Marijnissen aan een Nationaal Historisch Museum toemeten te rijmen valt met het autonoom opereren ervan. Ofwel, de bedrijfsvoering, presentatie en inhoud van een museum heeft een eigen logica die niet per definitie in lijn hoeft te zijn met de functie die politici eraan geven. Als het museum volgens deze politici de saamhorigheid binnen de samenleving bevorderen moet, dan is de eerste vraag die dit streven oproept wat dat voor de eenheid of samenhang van het museum zelf betekent. Daarnaast is het de vraag of het niet te hooggegrepen is om een museum in te zetten voor het bevorderen van nationale saamhorigheid of sociale cohesie. Cynisch gezegd, is dat niet eerder een taak voor politieke partijen? Desondanks is het een prima initiatief als de politici zich kunnen beheersen en niet in de verleiding komen er goedkope retoriek mee te bedrijven, zoals Heerma nu doet. Een voorwaarde voor succes is dat politici een museum niet hun stokpaardjes of hobbyisme opdringen. We zullen zien of ze dat kunnen.

Foto 1: Tweet van Pieter Heerma (CDA), 15 februari 2020.

Foto 2: Tweet van Lilian Marijnissen (SP), 15 februari 2020.

Advertentie

Petitie ‘Voer dienstplicht in’ is een slecht idee. Maar roept vragen op over de defensie en de invoering van een sociale dienstplicht

die

De petitie ‘Voer dienstplicht weer in’ roept op om de dienstplicht weer in te voeren. Of liever gezegd, het opschorten van de opkomstplicht te beëindigen. Dit is om vele redenen een slecht idee. Het onderliggende idee dat uit de petitie spreekt dat de defensie van Nederland weer op peil gebracht moet worden is zinvol en sympathiek. Dat moet alleen niet via de dienstplicht, maar via professionalisering van de krijgsmacht. Een groot staand leger met tienduizenden militairen is een achterhaald idee. Wat tegenwoordig gevraagd wordt aan een modern leger is snelle verplaatsing en inzetbaarheid, flexibiliteit en technische superioriteit.

Nederland voldoet nog niet aan afspraken die op de NATO-top van 2014 in Wales gemaakt werden dat lidstaten binnen tien jaar 2% van het BNP aan defensie besteden. Zie 14. In 2014 was dat slechts 1,17%. Nu de spanningen met Rusland, Turkije en het Midden-Oosten toenemen lukt het de Nederlandse politiek niet om een omslag te maken. Dit is des te urgenter omdat de Amerikanen het geopolitieke zwaartepunt naar Azië hebben verplaatst en er bij de EU-lidstaten op aandringen om de lasten voor de eigen verdediging zelf te gaan dragen. Des te meer omdat in de Amerikaanse verkiezingsstrijd kandidaten als Donald Trump en Bernie Sanders isolationistische standpunten over buitenlandse politiek en defensie verkondigen. Het is niet alleen een budgettaire kwestie, maar ook een mentale omschakeling om te beseffen dat voor Europa de periode voorbij is waarin het vredesdividend na het vallen van de Berlijnse muur in 1989 geïncasseerd kon worden.

De petitie zegt dat de dienstplicht goed is voor ‘integratie, acceptatie, respect en normen en waarden’. Het zou kunnen. Maar dan lijkt een sociale dienstplicht die ook meisjes omvat een beter middel. Hoe dat precies vorm moet krijgen is lastig. De belangen zijn groot. Hoe dan ook moet het uitgangspunt bij zo’n dienstplicht zijn dat leden van diverse sociale groepen met uiteenlopende kenmerken in welstandsklasse, opleiding, herkomstland en regionale spreiding met elkaar in contact komen en meer begrip voor elkaar krijgen. Dat bevordert de sociale cohesie, het gemeenschapsgevoel en helpt eraan mee om het idee van sociale mobiliteit weer te revitaliseren. De nationale veiligheid is een te kostbaar goed om aan de dienstplicht op te hangen.

Foto: Schermafbeelding van petitieVoer dienstplicht weer in’ op petities.nl.

NL2025 is vol van goede bedoelingen en gemeenschapsgevoel. Politiek?

nl2025

Het is ontzettend moeilijk om niet cynisch te worden over het initiatief NL2025 waaraan naar eigen zeggen ‘bestuurders en leiders uit de culturele en wetenschappelijke wereld, kunstenaars, CEO’s en sporters (“Aanjagers”) zich hebben verenigd.’ Namen zijn onder andere oud-schaatser Erben Wennemars, oud-politica Erica Terpstra , voormalig premier Jan Pieter Balkenende en topmannen van Philips, DSM, Ahold en Rabobank. Het foto-album leest als middelbaar, grijs en maatschappelijk gearriveerd met enkele vrouwen en allochtonen.

NL2025 zegt geen tijd te hebben om te soebatten, maar met ideeën mensen bij elkaar te willen brengen en te verbinden. Dat komt dus neer op anti-politiek die namens het volk zegt te spreken. Dat past perfect in de tijdgeest. Als voorbij moet worden gegaan aan verschillen in inzicht, wereldbeeld, strategie en politieke kleur, dan resteren de abstractie, de goede bedoelingen en het gemeenschapsgevoel. Ach, baat het niet, het schaadt ook niet, zou men kunnen denken. Dus laat duizend bloemen bloeien om tot beter onderwijs, duurzame groei en een vitale samenleving te komen. De oplossing ligt elders. In machtsdeling met de burger én versterken van het parlement, en in het eind aan de economisering van de politiek en de macht van het bedrijfsleven. Maar dat is zo simpel en ligt zo voor de hand dat het door sommigen graag ingewikkeld wordt gemaakt.

Foto: Schermafbeelding van hoofdstukje ‘Help je mee?’ van NL2025.

PvdA’ers hinten op coalitie van communautaire partijen (SP, CDA, PvdA). Het proberen waard?

RIJK02_NG-1981-9-26_W

Oud-fractieleider van de SP Jan Marijnissen verkneukelt zich over een opiniestuk van twee PvdA-ers senator Adri Duivesteijn en hoogleraar economie Rick van der Ploeg in NRC: ‘Zij zeggen dat de ontmanteling van de publieke sector negatief uitpakt. Aankomend weekend is het partijcongres van de PvdA, ik ben benieuwd waar dat toe gaat leiden. Als dit idee gemeengoed gaat worden binnen de partij, en de PvdA hun roots weer opzoekt, dan kan een linkse samenwerking weer mogelijk worden.’ Stoken bij de buren of welgemeend?

Naast het pleidooi van beide PvdA’ers om het uitkleden van de publieke sector te keren -te beginnen met het behoud van de vrije artsenkeuze in de Zorgwet- en de publieke instellingen van het middenveld ‘weer werkelijk te verankeren in de samenleving’ is het tekenend welke politieke samenwerking ze daartoe nodig achten ter realisatie. Een proces van elimineren. Weg van het neo-liberalisme en het individualisme. Weg van privatiseringen en het marktdenken. Weg van klantdenken en verzakelijking. Dus weg van het ik-tijdperk waarin het eigenbelang centraal stond. In de late jaren ’90 steunden ze trouwens als trouwe supporters die carriere konden maken de twee Paarse kabinetten Kok die dat proces dat ze nu veroordelen in gang zette.

Ze komen ‘negatief’ uit bij de volgende partijen: ‘Het cynische is dat het juist de communautaire partijen zijn (CDA, PvdA, SP en GroenLinks) die het in deze tijd ontbreekt aan een gemeenschappelijke opvatting hoe onze publieke taken moeten worden uitgevoerd.’ Daaraan zou nog de ChristenUnie en de Partij voor de Dieren toegevoegd kunnen worden. De politiek realiteit is dan een zespartijenkabinet dat nu volgens de actuele peilingen rond de 75 zetels schommelt. Met de SP als grootste partij die voor het eerst de minister-president zou kunnen leveren. De samenwerking van communautaire partijen is logisch en in de Nederlandse politiek nog nooit uitgeprobeerd. Kabinetten met PvdA en CDA komen nog het meest in de buurt. Maar de SP met een andere achterban en politieke stijl maakt het verschil. Gemeenschappelijk (communautair) is het nieuwe Paars.

Maar zoals vaker bij PvdA’ers laten ze zich kennen en overspelen ze hun hand door onnodig te verwijzen naar ‘progressieve partijen met een extra opdracht’. Ze kunnen beseffen dat deze ideologische PvdA-kadertaal de verdeelde CDA zal afstoten. Daarnaast lijken ze wensdenken in te wisselen voor politiek realisme. In de parlementaire geschiedenis heeft Nederland op landelijk niveau nog nooit een meerderheid van linkse (of: progressieve) partijen gehad en zal die naar verwachting de komende tijd ook niet krijgen. Dus hoe echt ze het bedoelen en op wie hun betoog is gericht is de vraag. Voor nu op de PvdA, of voor straks op SP en CDA? Waarschijnlijk het eerste, zo vlak voor het PvdA-congres. En dat maakt hun betoog gelijk een stuk minder interessant. Want durven Duivesteijn en Van der Ploeg wel echt te dromen over een samenwerking met de SP?

Foto: ‘Den Uyl sprak werknemer Van Gelder’ in de Verkiezingsstrijd ’81 van fotograaf Paul Babeliowsky, 1981.