Drents Museum stoot objecten af. Ontzamelen gaat van au

Harry Tupan, adjunct-directeur van het Drents Museum in Assen legt uit wat ontzamelen is en hoe dat in z’n werk gaat. Het betreft een paar duizend objecten van de C-collectie die de deur uit moeten. Een bulkafstoting van landbouwwerktuigen. Naar andere musea als ze dat willen, waarbij Drentse de voorkeur hebben. Ook de loods die C-collectie huisvestte -en niet geklimatiseerd en goed beveiligd lijkt- wordt verlaten. De vraag of er zich nog onder voorwaarden ontvangen schenkingen en legaten onder de af te stoten objecten bevinden wordt niet gesteld. Evenmin of er nog stukken geveild worden. Gezien de kwaliteit zal dat weinig opbrengen. Tupan schetst de dilemma’s van collectievorming, maar draait er ook charmant omheen. Want natuurlijk ruimt het Drents Museum meer op dan het verwerft. Deels een bezuinigingsactie, deels een beheerprobleem.

In de afgelopen jaren was er binnen de museumsector veel debat over ontzamelen. De te volgen richtlijn stond daarbij centraal waarbij in een tijd van bezuinigingen belangrijk werd wie over de bestemming van de opbrengst kon beslissen. Directie of wethouder? Zodat ermee zelfs gaten in de exploitatie gevuld konden worden wat voorheen ondenkbaar was. Naast de officiële LAMO-richtlijn van de museum- en erfgoedsector kwam de VNG zelfs met een richtlijn wat gemeenten weer ruimte bood om voorwaarden op te rekken en weer een eigen richtlijn op te stellen. Zoals Rotterdam deed naar aanleiding van de plannen van het Wereldmuseum om de Afrika-collectie af te stoten. Daarnaast speelt nog de afstoting van niet-museale collecties, zoals bij de CBK’s die weer hun eigen voorwaarden hanteren. Zodat er een veelheid van richtlijnen ontstond die in de wijze van afstoten zoals Harry Tupan die schetst tamelijk identiek bleven, maar in de bestemming gingen variëren.

Het Centraal Museum in Utrecht met toenmalig hoofd collectie Errol van der Werdt -nu directeur van het Textielmuseum- zwengelde dat debat in 2006 aan en thematiseerde het met de tentoonstelling Uit het depot annex veiling met medewerking van Sotheby’s die liet zien wat afstoten van 1500 kunstwerken omhelsde. Daarna is het niet meer rustig geworden in de depots van museumland. Waarbij Boijmans het groter zoekt.

Advertentie

Museale objecten uit niet-museale kunstcollecties verdienen betere bescherming

Aldus staatssecretaris Halbe Zijlstra in zijn advies aan de Raad voor Cultuur over een nieuw museaal stelsel. Op 23 november 2011 kwam de Raad met het advies ‘Geen Erfgoed in de Etalage‘. Dit naar aanleiding van de omstreden verkoop door museumgoudA eerder dat jaar van het schilderij ‘The Schoolboys’ van Marlene Dumas. MuseumgoudA mocht op het nippertje binnen de NMV blijven. Op 26 maart 2012 buigt de Nederlandse Museumvereniging (NMV) zich in een extra Algemene Ledenvergadering zowel over het sanctiebeleid bij overtreding als de afstotingsregels. Opzet is om een en ander aan te scherpen.

Het afstoten van museale objecten door gemeentelijke, provinciale en rijksmusea staat hoog op de agenda. Dankzij het door de museumsector als onzorgvuldig beoordeelde opereren van museumgoudA. Zijlstra heeft het in september 2011 op vragen van de kamerleden Jasper van Dijk (SP) en Jetta Klijnsma (PvdA) veroordeeld. NMV en de Raad voor Cultuur volgden daarop met hun oproep om de afstotingsregels (LAMO) strikt na te leven. Staatssecretaris Zijlstra vraagt de Raad nu om een brede visie voor de hele museumsector.

Nederlandse museumcollecties lijken dus redelijk beschermd. Hoewel alertheid geboden blijft. Niet-museale kunstcollecties in het bezit van gemeenten en provincies lijken minder zeker van hun voortbestaan. Afgelopen jaren zijn niet-museale collecties in hoog tempo afgestoten en om economische redenen door opkopers op de veiling gebracht. Elke openbare kunstcollectie die het stempel ‘museaal’ mist lijkt weerloos.

Museale en niet-museale kunstcollecties zijn onvergelijkbaar van aard, maar hebben raakvlakken. Zo is de collectie van een kunstuitleen met andere motieven en kwaliteitscriteria tot stand gekomen dan een museumcollectie. Maar aan een niet-museale kunstcollectie met objecten van museale waarde ontbreekt nu elke bescherming. Soms hanteren gemeenten bij afstoten de LAMO zoals in 2011 Nijmegen deed. Maar bij een veiling door Arto Imago met delen van de voormalige Tilburgse Kunstuitleen werd de LAMO niet gevolgd.

Gewenst is een richtlijn voor museale objecten in niet-museale collecties. Zo zouden te privatiseren Kunstuitlenen bij overdracht de LAMO-richtlijn opgelegd moeten krijgen. Met terugwerkende kracht zou dit ook voor de al geprivatiseerde collecties moeten gelden, hoewel dit juridisch ingewikkeld ligt. Met als doel om objecten van museale waarde voor de openbaarheid te bewaren. Men kan het toezicht onderbrengen bij de VNG, de NMV of welke landelijke instantie ook. Als er maar inzichtelijkheid, uniformiteit en zorgvuldigheid komt voor de collecties van (voormalige) kunstuitlenen en CBK’s die nu ontbreekt. Zie ook deze discussie.

Foto: Schermafbeelding van passage in brief van staatssecretaris Halbe Zijlstra aan de Raad voor Cultuur, dd 14 maart 2012