Er was onmin tussen de Europese Christelijke Politieke Beweging (ECPM) en Europarlementariër voor D66 Sophie in ’t Veld. In een opiniestuk in het RD memoreerde ze dat nationale partijen bij Europese partijen zijn aangesloten. Zoals ChristenUnie en SGP bij de ECPM. Volgens haar ontvangen Europese partijen ‘subsidie uit de EU-begroting, op voorwaarde dat ze de grondbeginselen van de EU in acht nemen, te weten de principes van vrijheid, democratie, respect voor de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat’.
In ’t Veld signaleert in het basisprogramma dat de ECPM Europese kernwaarden niet onderschrijft. Zo staat er onder het kopje Freedom: ‘Christian-democrat thinking also strongly rejects secularism as a public ideology‘. Daaruit concludeert de D66-er dat de ECPM de scheiding van kerk en staat, en seculiere instellingen verwerpt. En: ‘ECPM stelt daarbij dat de Europese democratie wortelt in het christelijk geloof, en zonder christelijk geloof en waarden niet kan bestaan. ”Freedom” geldt dus niet voor wie een ander of geen geloof heeft.‘
Johannes de Jong van denktank European Christian Political Foundation van de ECPM reageerde in het RD op In ’t Veld en stelt dat de ECPM voor de scheiding van kerk en staat is. Hij meent dat ze tot een verkeerde interpretatie komt omdat er in het programma ook wordt gepleit voor ‘een democratische samenleving met echte pluraliteit en diversiteit van meningen en overtuigingen‘. Als uitleg voor de gewraakte zin die In ’t Veld citeert verwijst-ie naar een agressief secularisme dat afkomstig is uit Oost-Europa waar de ECPM voor een groot deel geworteld is. En dat inhoudt dat secularisme geen ruimte laat aan religie in de publieke ruimte.
Dit is in lijn met wat evenals de paus de Estlandse ECPM-voorzitter Peeter Võsu agressief secularisme noemt: ‘In steeds meer landen is er sprake van een antireligieuze trend gevoed door een agressief secularisme‘ . Ik betwijfelde dat in ‘Christelijke politiek demoniseert het secularisme’ en zei over de opstelling van Võsu: ‘Maar hij verwart de gelijkberechtiging met de afschaffing van de privileges voor gelovigen. Het lijkt er sterk op dat met name strijdbare christenen het opgeven van hun voorkeurspositie niet kunnen accepteren ten koste van minderheden als homosexuelen of moslims die een gelijke plek onder de zon opeisen’.
De ECPM spreekt vanuit een werelds pragmatisme vol marketing met meerdere monden tegen meerdere publieken. In Oost-Europa laat Peeter Võsu het harde geluid klinken. In West-Europa is het Johannes de Jong die in redelijkheid de liberalen countert. Het beginselprogramma van de ECPM leest als kruising van belangen. Het moet voldoende redelijk klinken om Europese subsidies te kunnen incasseren, maar moet onheilspellend, urgent en militant genoeg zijn om christenen angst aan te jagen en zo bij de les te houden. De zin die In ’t Veld citeert valt echter wel degelijk het secularisme in de kern af. Feit dat de ECPM met zo’n uitgangspunt dat andersdenkenden in de kern uitsluit Europese subsidie krijgt toont het ongelijk van de ECPM het beste aan.
Foto: Paus ontvangt in Rome het Internationaal Democratisch Centrum, inclusief de Slowaakse KDH met voorzitter Ján Figel, september 2012