Heineken snijdt ook financieel in eigen vingers als het niet snel schuld bekent over het handelen in de Russische Federatie

Heineken in de Russische Federatie, ANP maart 2022.

De kwestie Heineken in de Russische Federatie geeft aan dat er veel mazen in de Europese sancties zitten. De sancties worden omzeild door import en export via derde landen of gewoon niet uitgevoerd.

Zoals Heineken Holding doet, volgens onderzoek van onderzoeksplatform Follow The Money. Het zou nog steeds investeren in de Russische Federatie en zelfs uitbreiden door nieuwe producten te lanceren.

Heineken ontkent in een persbericht van 21 februari 2023, maar de publicitaire schade is aangericht. Heineken zegt: ‘Nu wij onze activiteiten in Rusland beëindigen, streven wij ernaar dit op de juiste manier te doen. Dit betekent dat we onze commitments voor een goede afwikkeling met zorg voor onze mensen nakomen. Wij streven ernaar de verkoop van onze Russische activiteiten in de eerste helft van 2023 af te ronden.

Dat kan in normale omstandigheden passend zijn, maar is het in de huidige oorlogssituatie van een Russische Federatie die Oekraïne met grof geweld wil opdoeken niet. Een westers bedrijf die de urgentie daarvan niet begrijpt heeft een verstoorde politieke en ethische kompas. De oorlog is al ruim een jaar geleden in een nieuwe fase terechtgekomen en woedt al sinds 2014.

Er wordt in analyses gezegd dat het een grote PR-blunder van Heineken is om in de Russische Federatie het een te zeggen en het ander te doen. Of het de grootste PR-blunder uit de gescheidens van het bedrijf is valt te bezien. Ook de kwestie Afrika liegt er niet om. Ook toen keek Heineken weg voor dictators. De kritische Heineken-watcher Olivier van Beemen doet verslag van beide kwesties die het aanzien van Heineken beschadigen, Afrika en de Russische Federatie.

Een overzicht van ManagementSCOPE over het bedrijf zegt: ‘Freddy Heineken had een feilloos gevoel voor marketing en communicatie en dat maakte Heineken tot één van de belangrijkste spelers op de mondiale biermarkt.’ Dat feilloze gevoel voor communicatie lijkt de huidige top van het bedrijf te missen.

De verdediging van topman Dolf van den Brink is zwak als hij zegt dat Heineken vooralsnog geen geschikte koper in de Russische Federatie kan vinden. Dat is een halve waarheid. Het schermen met het belang van ‘onze mensen‘ in de Russische Federatie oogt als een gelegenheidsargument.

Heineken wil zowel de hoofdprijs voor de verkoop van het Russische belang als in de tussentijd onder het mom van die vermeend stagnerende verkoop bier blijven verkopen. Zelfs via het lanceren van nieuwe producten. Het gehannes met de introductie van nieuwe en bestaande merken (Amstel als vervanger van Heineken) toont ongeloofwaardig.

Heineken zou er verstandig aan doen om op de zeer korte termijn ondubbelzinnig toe te geven dat het fout heeft gehandeld en niet met verdedigende persberichten te komen waarmee het vooral in de eigen biervlek wrijft. Dat maakt het er alleen maar erger op.

Het concern zou voor het einde van het tweede kwartaal 2023 het volledige belang in de Russische Federatie af moeten stoten. Ook als het geen geschikte koper vindt.

Dat is ook het eigenbelang van Heineken. Anders blijft dit publicitair zeuren. Dat zet de beurskoers van Heineken onder druk, zoals het ook jaren publicitair last had van het wegkijken voor dictaturen én het inhuren via tussenpersonen van biermeisjes in Afrika. Ook nu verschuilt Heineken zich weer achter tussenpersonen en weigert het zelf verantwoordelijkheid te nemen.

Die geschiedenis van politieke ongevoeligheid, slechte communicatie en korte termijn denken van zowel bestuur als Raad van Commissarissen (RvC) van Heineken herhaalt zich nu in de Russische Federatie. Wellicht speelt mee dat de RvC die het bestuur kan corrigeren eenzijdig is samengesteld met vooral bedrijfsadviseurs en commerciële bedrijfsmanagers. Heineken moet leren strategisch te denken en niet alleen dient uit te gaan van de verkoop van het aantal hectoliters bier per kwartaal.

Disclaimer: Ik ben sinds 10 jaar houder van aandelen Heineken die ik een slapend bestaan laat leiden. Mijn verontwaardiging over het gebrek aan ethisch handelen en de slechte communicatie van de bestuursvoorzitter van Heineken uit ik niet op de aandeelhoudersvergadering, maar hier. Ik meen dat een nog steeds Europees bedrijf als Heineken aandeelhoudersbelang niet voorop kan zetten in een oorlogssituatie. Ik wil graag dividend ontvangen, maar niet ten koste van Oekraïne. Dat zouden bestuur en RvC van Heineken moeten beseffen, als ze dat besef aanleren of opgelegd krijgen omdat het in hun eigen geweten afwezig is.

Hypocrisie van kunstmanifestatie sonsbeek20→24. Het is niet gedekoloniseerd en kent veel kritiek, maar geen zelfkritiek

Deel artikelREKENING VOOR KOLONIALE DWANGARBEID: 9,5 MILJOEN‘. One World, 23 augustus 2021.

Wie kritiek op de ander heeft en die beschuldigt van onmaatschappelijk handelen loopt de kans ongeloofwaardig te zijn door samenwerking met iemand die precies dat is waarvan men de ander beschuldigt. Namelijk een fraudeur of profiteur die onmaatschappelijk handelt. Het woord dat zo’n dubbele standaard karakteriseert is hypocrisie.

De critici zijn in dit geval Mitchell Esajas (The Black Archives) en co-curator Amal Alhaag van kunstmanifestatie sonsbeek20→24 die in het artikel ‘REKENING VOOR KOLONIALE DWANGARBEID: 9,5 MILJOEN’ dat op 23 augustus 2021 werd gepubliceerd op One World de aanval openen op de Arnhemse regentenfamilie Brantsen. Door de ondertekening van artistiek directeur Bonaventure Soh Bejeng Ndikung die expliciet verwijst naar sonsbeek20→24 valt dit artikel op te vatten als deel van de manifestatie. Dus de kritiek komt van sonsbeek20→24 als instelling.

Ze vragen 9,5 miljoen euro voor ‘de onbetaalde arbeid door hun voorouders in de periode 1727 – 1780‘. Het is geen serieuze juridische claim die bij een rechtbank enige kans op succes maakt. Het is een politiek pamflet dat de activisten gebruiken om hun politieke doelen onder een breed publiek te verspreiden.

De site van sonsbeek20→24 zegt bij de beschrijving van Amal Alhaag het volgende: ‘Haar projecten bevinden zich op de snijvlakken muziek en hedendaagse kunst, (post)kolonialisme en antropologie om ‘oncomfortabele’ zaken te onderzoeken, te agenderen en te bekritiseren‘.

Bij de deelnemende kunstenaars wordt ‘The Black Archives’ genoemd als een ‘fysiek en digitaal archief en cultureel platform op het snijvlak van archieven, cultureel erfgoed, kunst en onderwijs‘. De mensen achter ‘The Black Archives’ zijn geen traditionele kunstenaars met een kunstopleiding of autodidacten die op eigen kracht een artistiek niveau hebben bereikt, maar interdisciplinaire activisten die een politiek geëngageerd verhaal vertellen. ‘The Black Archives’ kan als de definitie van kunst ver opgerekt wordt een kunstinstelling worden genoemd, maar het valt eerder op te vatten als een historisch archief, een ontmoetingsplaats voor activisten of een debatcentrum.

Die politieke inzet kan waardevol zijn, maar waarom iemand als Mitchell Esajas door sonsbeek20→24 genoemd wordt als kunstenaar en niet als politieke activist is naar twee kanten verwarrend. Het rekt zoals gezegd de definitie van wat een kunstenaar is op en het schept ook verwarring over wat een politieke activist is.

In het project ‘Sound Waves of Resistance‘ van ‘The Black Archives’ en Yinka Ilori wordt ook verwezen naar Huis Zypendaal dat in het artikel van One World centraal staat. In dat artikel zegt Mitchell Esajas met Amal Alhaag: ‘Onlangs bezochten wij uw terrein, waar de tentoonstelling ‘Sound Waves of Resistance’ de verborgen ontstaansgeschiedenis van Huis Zypendaal op het landgoed zichtbaar maakt‘. Esajas verwijst naar zijn eigen project van sonsbeek20→24 zonder dat hij bekend maakt dat hij naar zichzelf verwijst. Het moet steekhoudende argumenten en legitimiteit suggereren.

Partners van sonsbeek20→24, onder wie financier en sponsor Stichting Ammodo.

Wie open is en maatschappelijk onrecht wil bestrijden doet er verstandig aan om dat naar alle kanten te doen. Een financier en sponsor van sonsbeek20→24 is de Stichting Ammodo. Daar heeft Mitchell Esajas geen kritiek op. Maar anderen wel, zoals FTM in meerdere publicaties, kunstenaar Timo Demollin in het artikelDe Fuik van de Filantropie‘ in Platform BK en ikzelf in een commentaar. Stichting Ammodo geeft geld aan sonsbeek20→24 dat het van havenwerkers heeft ontvreemd. Tot verbijstering van velen is het protest tegen deze opmerkelijke gang van zaken uiteindelijk gaan liggen.

Demollin zegt over de herkomst van het besmette geld van Ammodo: ‘Maar hoe is het verzuimen van een eerlijke reflectie op de herkomst van dit geld te rijmen met de huidige inspanningen van zoveel door Ammodo gesponsorde kunstinstellingen om hun organisaties te ‘dekoloniseren’, om onderdrukkende machtsstructuren te herkennen en te ontmantelen?

Dat is de valkuil waar Mitchel Esajas intrapt. Hoe kan hij volhouden met zijn politieke projecten de samenleving te willen dekoloniseren als hij daarvoor, al is het indirect, de steun van een stichting aanvaardt die havenwerkers heeft bedrogen? Esajas neemt besmet geld aan om besmet geld aan de orde te stellen. Hoe cynisch is dat?

Het Ammodo-dossier is van nu. Het speelt niet in de 18de, maar in de 21ste eeuw. Esajas en het curatorenteam van sonsbeek20→24 dat kritiek heeft op ‘oncomfortabele’ zaken missen zelfkritiek. Ze hadden respect verdiend als ze hadden geweigerd om bij een kunstmanifestatie betrokken te zijn die besmet geld aanvaardt.

De Code Inclusie & Diversiteit in de kunstsector zegt in theorie ruimte te maken voor nieuwe verhalen en te werken aan een gelijkwaardige sector voor iedereen. Dat is een evenwichtig streven waarbij niet de politiek meest actieven en best georganiseerden die het meest brutaal en inventief de publiciteit weten te bespelen en het beste weten politieke druk weten te zetten in media, politiek en onderwijsinstellingen telkens weer subsidie ontvangen of vanwege hun politieke overtuiging en relatieve bekendheid die buiten de kunst is gelegen worden uitgenodigd voor presentaties.

Volgens de code gaat diversiteit ook over het verschil of de achterstand in sociaaleconomische status en opleidingsniveau. Dat betreft ook de havenwerkers van Ammodo die zijn verdwenen achter een Arnhems verhaal over slavernij, historische achterstelling, sociaal onrecht en ongelijkheid. Volgens de organisatie van sonsbeek20→24 weegt blijkbaar de ene ongelijkheid zwaarder dan de andere ongelijkheid. Dat is Animal Farm anno 2021. Laten we beseffen dat maatschappelijke verontwaardiging aan mode onderhevig is en de kunstsector uit zelfbehoud een grotere afstand tot die activistische waan van de dag moet houden dan nu gebeurt.

Tobias Walraven weg bij COMM. Was het toezicht voldoende?

Tobias Walraven heeft na kritiek ontslag genomen als directeur van het COMM. Aanleiding was een artikel van onderzoeksjournalist Siem Eikelenboom in FTM. De klokkenluider die hem van informatie voorzag wordt niet beloond door de Raad van Toezicht omdat zij een wantoestand naar buiten heeft gebracht, maar gestraft met een rechtszaak omdat zij de geheimhouding zou hebben geschonden. Het museum is aan de rand van de afgrond gebracht door een dure verbouwing, hoge marketingkosten en een riant salaris voor Walraven. In een interview in het AD zegt Walraven dat hem niks te verwijten valt. Toch neemt hij ontslag, naar hij zegt om het COMM te beschermen. Zijn uitleg is ontwijkend en halfbakken. Hij zegt terug te treden vanwege ‘negatieve publiciteit’, niet omdat hij toegeeft dat onder zijn leiding het COMM aan de rand van de afgrond is gebracht.

Het lijkt op twee manieren mis te zijn gegaan bij het COMM. Allereerst door onvoldoende gebrek aan bestuurlijke kwaliteit en de verkeerde focus én prioriteit van de Raad van Toezicht. Het toezicht ontbrak grotendeels of was onvoldoende en de Raad was onevenwichtig samengesteld. Voorzitter Willem Ackermans was rond 2000 de financiële man van KPNQwest. Het COMM had tot september 2018 een Raad van Toezicht zonder iemand met museale expertise. Trouwens, waarom de directeur van Het Scheepvaartmuseum Michael Huijser toen in dit zinkend schip is gestapt valt lastig te begrijpen. Dat was óf te laat óf te vroeg.

Reden waarom medewerkers van het COMM in afgelopen jaren niet succesvol hebben gelobbyd en steun hebben gevonden om het beleid van het museum de pas af te snijden valt te verklaren door de identiteit en mentaliteit ervan. Naar zeggen van een medewerker was het reglementair niet toegestaan om buiten de directeur om contact met de Raad van Toezicht te zoeken. Ondanks het feit dat de medewerkers al vanaf 2011 signalen ontvingen dat de Raad van Toezicht met een sterfhuisconstructie bezig was en die niet serieus met de medewerkers in gesprek wilde gaan. Zodat de informatie vanuit het museum de top niet bereikte omdat de Raad van Toezicht dit afhield. Walraven trad pas in 2016 toe. Een en ander werd versterkt door het feit dat het museum een eigen stichting was met een pot geld van 75 miljoen gulden waarover het zeggenschap had en onafhankelijk van overheidssubsidies kon functioneren. De autonomie van Raad en directeur was groot omdat er geen publiek geld bij betrokken was. Verantwoording aan de overheid en collegiale toetsing ontbraken.

Het afwijzende advies over de Culturele basisinfrastructuur 2017-2020 van de Raad voor Cultuur uit 2016/17 over het COMM is kritisch. Wat volgens de Raad voor Cultuur ontbreekt is een goede en voldoende uitwerking van de plannen. Leidend punt van kritiek is dat de plannen niet aansluiten bij de musea functie van het museum. Hier lijkt zich het ontbreken van museummensen in directie en Raad van Toezicht te wreken. Maar het advies is niet alleen kritisch op de inhoud en de museale functie van het COMM maar ook op de aspecten ondernemerschap en marketing. Als laatste kritische noot zet het advies een kanttekening bij het bestuur van het COMM: ‘De Governance Code Cultuur wordt toegepast en er wordt een overgang gemaakt naar een raad-van-toezichtmodel. Het museum gaat niet in op de taakverdeling en de samenstelling van deze raad.

De constructie van het COMM gaf de bestuurders dus een vrijbrief voor onethisch gedrag omdat ze in hun eigen autarchie wettelijk binnen hun reglementair mandaat bleven. Het lijkt er sterk op dat niet directeur Walraven, maar een foute structuur de verklaring voor het uit de rails lopen van dit museum is. De directeur was weliswaar de foute man op de foute plek zonder museale ervaring of expertise die nooit benoemd had moeten worden, maar het lijkt vooral de Raad van Toezicht die deze ontsporing mogelijk heeft gemaakt. Waarschijnlijk niet uit kwaadwillendheid, maar uit onbenul, onkunde en een verkeerde doelstelling.

De weeffout is dat dit heeft kunnen gebeuren en er geen enkele instantie was die corrigerend op kon treden. Zoals de Museumvereniging, de gemeente Den Haag of het ministerie van OCW. In algemene zin is deze verkokering en kortzichtigheid een aandachtspunt bij privémusea die vaak maar één sponsor hebben en sterk in zichzelf gekeerd opereren. Een recent voorbeeld is het ontslag van Ralf Beil bij het Kunstmuseum Wolfsburg dat eenzijdig door Volkswagen wordt gerund. Van de andere kant zijn er geen wettelijke middelen om zo’n privémuseum waarvan iedereen van buiten ziet dat het ontspoort bindend op het rechte spoor te brengen.

Walraven verkoopt zijn marketingpraatjes, oneigenlijke argumenten en jeuktaal in het AD als hij zegt: ‘Ik voel me sterk omdat ik niet makkelijk opgeef en omdat ik vind dat ik de situatie professioneel tegemoet moet treden. COMM moet in haar kracht teruggezet worden.’ Walraven voelt zich niet sterk omdat hij een goede directeur was met museale ervaring, expertise, visie en een goed netwerk binnen de museumsector, maar omdat hij niet makkelijk opgeeft. Hijzelf brengt de flinterdunne onzin van zijn orakeltaal als geen ander onder woorden. Deze man had nooit benoemd moeten worden op deze functie. Dat valt echter niet zozeer Walraven, maar wel de Raad van Toezicht aan te rekenen. Voor de duidelijkheid de namen van de leden van de Raad van Toezicht die de ontsporing van het COMM hebben begeleid: Willem Ackermans, Sylvia Roelofs, Leon Merkun en Feer Verkade. Het voelt onrechtvaardig dat Walraven weggaat en Willem Ackermans blijft zitten.

Foto: Schermafbeelding van nieuwsberichtDirecteur Museum voor Communicatie treedt terug’ van het COMM, 23 januari 2019.

Versplintering op populistisch rechts, complot of eigen onkunde? Jan Roos torpedeert Europese samenwerking van VNL

ftm

Chris Aalberts publiceerde op 3 december 2016 voor FTM een vernietigend artikel met de veelzeggende titel: ‘Hoe Jan Roos de Europese samenwerking van VNL torpedeerde’. Het gedrag van VNL-lijsttrekker Roos op een evenement van samenwerkingsveband ADDE (Alliantie voor Directe Democratie in Europa) in Stockholm zou zo onbeschoft en beledigend zijn geweest dat leden van zusterpartijen zich van hem distantieerden. Hij zou te veel gedronken hebben en zich publiekelijk misdragen hebben. Roos zou vanwege zijn onbetamelijk gedraag niet meer welkom zijn bij IDDE, de denktank van ADDE. VNL dat daarop uit ADDE stapte zegt dat dat wegens een subsidiekwestie in verband met een advertentie voor het Oekraïne-referendum was. Aalberts meent dat het vanwege het optreden van Roos en de negatieve publiciteit in verband met de advertentie over IDDE was.

In een persbericht dat op TPO wordt gepubliceerd maar niet op de eigen site zegt VNL dat Aalberts’ artikel vol ‘feitelijke onjuistheden en malle beschuldigingen’ staat. In een Update / Nawoord zegt Aalberts dat wederhoor is gepleegd bij VNL en dat de berichtgeving over het wangedrag van Roos in Stockholm die onder meer vrouwonvriendelijke opmerkingen zou hebben gemaakt door drie bronnen wordt bevestigd. Aalberts lijkt het dan ook bij het rechte eind te hebben. Hoe meer VNL Jan Roos in deze kwestie verdedigt, hoe meer het zichzelf beschadigt en afhankelijk maakt van hem. VNL lijkt met de onberekenbare Roos een miskoop in huis te hebben gehaald. De degelijke Louis Bontes en Joram van Klaveren zijn nog wel welkom bij ADDE en IDDE.

Het Oekraïne-referendum blijkt nu voor drie actievoerders als opstapje naar de partijpolitiek te zijn gebruikt: Roos, Thierry Baudet en Jan Dijkgraaf. Het ging deze actievoerders bij dit referendum dus uiteindelijk niet om Oekraïne of Europa, maar om de eigen politieke profilering. Thierry Baudet doet met zijn Forum voor Democratie mee aan de Tweede Kamer-verkiezingen van 15 maart 2017 en Jan Dijkgraaf doet met Geen Peil hetzelfde. Jan Roos is door zijn activisme dus lijsttrekker van VNL kunnen worden. De geldingsdrang van deze rechts-populistische actievoerders is groot. Maar ze lijken vooral elkaar in de wielen te rijden. En de PVV.

Joost Niemoller plaats op zijn De Nieuwe Realist een gastcolumn van Jurrien Bolten waarin de complottheorie niet geschuwd wordt: ‘We weten dat GeenStijl een huismerk is van de Telegraaf. De wakkere krant van Nederland. We weten ook dat de Telegraaf het huisblad is van de VVD. Wat ligt meer voor der hand te veronderstellen dat achter die bureaus een mooi plan is bedacht om de groei van de PVV de beperken door de concurrentie aan te wakkeren.’  En: ‘Opnieuw, vlak voor de verkiezingen slaagt de gevestigde orde er in om op rechts onrust te veroorzaken en verwarring te zaaien. Waarom leren jullie niets uit de geschiedenis van de laatste 40 jaar. De mensen willen geen versplintering, maar een solide, betrouwbare beweging.’ 

Het is ‘de gevestigde orde‘, ‘de elite‘ of ‘het establishment’ dat van populistisch rechts de schuld krijgt als er iets niet gaat zoals het wilt dat het gaat. Het is altijd de fout van een ander. De hand in eigen boezem steken is een onbekend fenomeen in kringen van PVV, VNL, FvD en Geen Peil. Niet omdat het zelfinzicht ontbreekt, maar omdat het een onmisbaar geloofsartikel is om ‘het volk’ te mobiliseren. Zo’n houding is beangstigend omdat het eigen morele gelijk nooit ter discussie kan worden gesteld. Het morele gelijk van populistisch rechts is als de onfeilbaarheid-doctrine van religieuze organisaties. Met als gevolg verstarring, geslotenheid en gelijkhebberigheid. Zelfs als Jan Roos zich misdraagt is het nog de ander die dat op zijn geweten heeft. Is de ultieme verklaring ervoor wellicht dat het rechts-populistische partijen aan een geweten ontbreekt?

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHoe Jan Roos de Europese samenwerking van VNL torpedeerde’ op Follow The Money (FTM) van Chris Aalberts, 3 december 2016.

Stedelijk Museum aanvaardt geld van cultuurfonds Ammodo. Maar zou dit om morele en publicitaire redenen dienen te weigeren

af

Het Stedelijk Museum kijkt samen met Stichting Ammodo naar een nieuwe plek voor het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam, aldus bovenstaand bericht op Artforum. Gezien de achtergrond van Ammodo is dit een opvallende ontwikkeling die alles in zich heeft de kunstwereld te beschadigen. ‘Together with Ammodo, we look forward to investigating ways of creating an inspiring place that offers compelling artistic encounters in Amsterdam and contributes to the city’s thriving artistic climate’ zegt directeur Beatrix Ruf. Maar hoe aantrekkelijk is het voor een culturele instelling om met Ammodo in zee te gaan? Het Stedelijk is zeker niet de enige, het rijtje is uitgebreid. Zelfs inclusief het Van Abbemuseum dat zo vaak politiek de nek uitsteekt.

Ammodo heeft een voorgeschiedenis die instellingen als het Stedelijk Museum zouden moeten kennen. Want elke instelling dient zich voldoende te informeren over een geldschieter waarmee het in zee gaat. De geschiedenis van Ammodo is besmet. Het komt erop neer dat ‘pensioenpremies van havenarbeiders in Rotterdam en Amsterdam buiten medeweten en tegen de wil van de spaarders een andere bestemming kregen’, zoals zes hoogleraren in 2014 in een opinie-artikel in de NRC betoogden. Dit wil zeggen dat in 2007 pensioenverzekeringsbedrijf Optas buiten medeweten van werkgevers en werknemers in de havens is verkocht aan verzekeringsmaatschappij Aegon. De Stichting Optas streek hiermee een vermogen op van circa 1,3 miljard euro dat zij nu besteedt aan ‘culturele en wetenschappelijke’ doelen. Hoewel de overdracht juridisch klopt, is het moreel verwerpelijk. Een culturele instelling kan het geld aannemen, maar moet goed beseffen dat het zich kan corrumperen en hiermee de eigen geloofwaardigheid en morele positie op het spel zet.

In 2014 schreef Eric Smit een artikel voor FTM over de verkoop van Optas en het geld dat Ammodo nu uitdeelt aan kunsten en wetenschappen. Hij citeert CDA-kamerlid Pieter Omtzigt: ‘Het is pensioengeld dat op slinkse wijze werd omgekat tot een fonds voor goede doelen. Mensen hebben voor dat geld gewerkt, dat moet aan pensioenen ten goede komen. Punt. De ontvangers moeten weten waar het geld vandaan komt en moeten overwegen het niet in ontvangst te nemen’. Uit Smits rondgang langs instellingen blijkt dat ze moeilijk kunnen uitleggen waarom ze geld aannemen van Ammodo. Houvast biedt punt 1.4.6 van de gedragscode (2012) van het Instituut voor Fondsenwerving: ‘Iedereen die organisaties of projecten in de sector wil steunen, met respect voor de belangen van de organisatie en van de consumenten, zal naar algemene fatsoensnormen en met respect voor hun wensen worden behandeld. Ter bescherming van de goede naam van de organisatie en van de sector in het algemeen worden bepaalde donateurs echter bij voorbaat geweerd als het risico bestaat dat de geloofwaardigheid van de organisatie in het geding kan komen.

Robin Hood is de fictieve uitzondering, stelen van de rijken om het aan de armen te geven. In de echte wereld gaat het andersom, stelen van de armen om het aan de rijken te geven. Stelen van havenarbeiders om het aan kunst en wetenschap te geven. Dit voedt de onrust van kanslozen die vinden dat het establishment in een eigen bubbel leeft en zich niets aantrekt van gewone mensen. De logica is dat wie de macht heeft de regels kan stellen. De 1% van Occupy die aan de touwtjes trekt wordt inmiddels de 0,1% genoemd. Zo erg is het. Dat heet in nette termen denivellering. Die ontwikkeling is geen direct gevolg van eerlijke concurrentie of de open markt van het kapitalisme, maar komt voort uit de beschermingsconstructie van het corporatisme. Exact het nadeel van het Nederlandse poldermodel waarin belangenorganisaties, zoals werkgevers- en werknemersorganisaties vooral in het recente verleden met de overheid in vooroverleg afspraken maakten.

Vraag is in hoeverre Nederlandse musea als Museum Boijmans, Van Abbemuseum, Kröller-Müller Museum, Mauritshuis, Museum Boerhaave, Ons’ Lieve Heer op Solder, Rijksmuseum of Stedelijk Museum zich bewust zijn van het verleden van Ammodo. Of doen ze net of hun neus bloedt, zolang het duurt? Er is veel voor te zeggen voor instellingen om op morele gronden geen geld te aanvaarden van Ammodo. Ook om de eigen goede naam te beschermen die zich op enig moment door negatieve publiciteit over Ammodo tegen deze instellingen kan keren. Het verdient ernstige overweging voor instellingen zoals het Stedelijk Museum om voortaan geen geld meer van Ammodo aan te nemen omdat het besmet is. Dan kunnen ze gelijk werken aan het rechtzetten van het hardnekkige beeld dat Nederlandse musea zo behoudzuchtig en ouderwets zijn.

Foto: Schermafbeelding van berichtStedelijk Museum Looking for a New Contemporary Art Venue in Amsterdam’ op Artforum, 24 mei 2016.

Griekenland heeft een referendum dat er niet had moeten zijn

vraag-referendum

Het Griekse referendum van komende zondag lijkt op Nederlandse verkiezingen. Je weet niet wat je krijgt. Wie kon in 2012 bedenken dat een stem op de VVD een stem op de PvdA was? De New York Times legt z’n oor te luister in Griekenland. Het blijkt dat de Grieken geen idee hebben waar het referendum over gaat. ‘No one is saying what will happen to us if we say yes, or what will happen to us if we say no’ zegt een Griek. Nog merkwaardiger is dat het een uitspraak vraagt over een overeenkomst die ten tijde van de opstelling van het referendum al achterhaald was. Het referendum is een vlucht naar voren omdat Syriza geen parlementaire meerderheid had voor haar voorstellen. Het wordt vooral ingegeven door interne partijpolitieke overwegingen.

Het radicaal-linkse Syriza en de extreem-rechtse Gouden Dageraad pleiten voor een ‘nee’-stem. De radicaal-rechtse coalitiepartij Onafhankelijke Grieken (ANEL) is de afgelopen dagen steeds meer verdeeld geraakt. Niemand weet of een ‘nee’-stem een stem voor of tegen de euro is. En of dat de positie van Griekenland in de onderhandelingen verzwakt of niet. Premier Tsipras voert met inzet van overheidsmiddelen een campagne voor de ‘nee’-stem. Zoals het nu naar uitziet staken de stemmen en is het Griekse volk verdeeld. De min of meer onafhankelijke  burgemeesters van de grootste steden Athene en Thessaloniki, Kaminis en Boutaris die losjes zijn gelieerd aan het liberale Drasi dat uitgaat van het gezond verstand voeren campagne voor ‘ja’.

Het is onvermijdelijk dat op termijn Griekenland recht heeft op forse kwijtschelding van schulden en dat de macht van de internationale banken moet worden teruggedrongen. Dat laatste staat trouwens los van de Griekse crisis. Daarnaast is er de paradox van de EU die steeds minder democratisch werkt en om een groter mandaat vraagt om besluiten te nemen. De laatste dagen verschijnen in de media allerlei opinies die eenzijdig naar Syriza of eenzijdig naar de EU wijzen. Op z’n best worden beide opinies zonder eindoordeel naast elkaar gezet. In de media en vooral de sociale media heerst veel verwarring over wat nou wijs is. Waar het om gaat is hoe Griekenland kan hervormen met compassie, realiteitszin en kans van slagen. Of dat optimaal kan door de weg van de crypto-communisten van Syriza en de fascisten van de Gouden Dageraad te kiezen of de weg van Brusselse Eurocraten en internationale banken is de onmogelijke vraag die de Grieken moeten beantwoorden.

Voor de toekomst lijkt de beste uitkomst voor de Grieken een ‘ja’-stem met meer dan 60%. In meerderheid (81%) willen de Grieken in de eurozone blijven zo wijst een onderzoek van Bloomberg uit. Maar de meningen verschillen of dat het beste bereikt wordt door een ‘ja’ of een ‘nee’ stem. Aanblijven van Syriza lijkt de grootste ramp voor de EU dat zoveel aandacht moet besteden aan een economie die slechts 3% van het totaal uitmaakt. Opvallend is overigens dat de oude animositeit tussen sociaal-democraten en communisten op de achtergrond een belangrijke rol speelt bij deze crisis. Het lijkt alsof de Europese sociaal-democraten van alle ‘families’ het minst toeschietelijk zijn om Syriza tegemoet te komen. Zo herleven ook de jaren ’50.

Foto: Tweet van The Greek Analyst. 

Wat zijn de voorwaarden voor een nieuwe start van Griekenland?

50-Greece-GETTY

De Griekse tegenstem loopt volgens de redenering ‘A is waar, omdat B onwaar is’ en drijft op sentiment. Het is geen sluitende redenering omdat zowel B als A onwaar kunnen zijn. A is dan het gelijk van Syriza en premier Tsipras en B het handelen van Amerikaanse ‘adviseurs’, de Duitse en Franse banken, de EU en het IMF. Ofwel het gelijk van Syriza volgt niet uit het ongelijk van de EU. Dat maakt de crisis die nog steeds lijkt te escaleren door de opstelling van de Griekse regering een constructie van gekwelde trots, verbolgenheid, miskenning, het afschuiven van schuld en gebrek aan realiteitszin die een oplossing in de weg staat.

Het gaat er niet om dat de Grieken lui of onwelwillend zouden zijn, wel dat ze hun economie slecht op orde hebben. De Grieken als samenleving hebben het uit hun handen laten vallen en hebben zich afhankelijk van anderen gemaakt. Da’s de kern. Een afgeleide is hoeveel onrechtmatige elementen de steun bevatte en hoe anderen van de Grieken profiteerden. De Grieken hebben hun lot niet in eigen hand weten te nemen. Waarom konden ze geen baas over hun eigen economie zijn? Waarom hebben ze zich afhankelijk gemaakt van andere landen? Grieken zijn toch verantwoordelijk voor wat er met hun eigen land, bevolking en economie gebeurde?

De laatste dagen licht premier Tsipras die zich opstelt als partijpoliticus en zich niet boven de partijen stelt de Griekse bevolking verkeerd voor over de nee-stem bij het referendum. Dat zou de onderhandelingspositie van Griekenland volges hem versterken, terwijl dit onjuist is en die positie juist verzwakt. Syriza gijzelt de Grieken en stelt het algemeen belang van Griekenland niet voorop. Grieken worden niet zozeer collectief gestraft door kwade geesten uit het Noorden, maar zijn geen meester meer over het eigen lot. Da’s hedendaagse tragiek.

Begin van een oplossing is het toegeven dat het eigen beleid is ontspoord en dat kwijtschelding van schulden een noodzaak is voor een nieuwe start. Want Griekenland heeft daar recht op. Maar door de ontkenning van Syriza en het continu vingerwijzen naar de ander over de schuldvraag blokkeert de huidige Griekse regering zo’n start. Syriza is goed in het geven van soms terechte, soms onterechte kritiek, maar slecht in het maken van een blauwdruk voor een nieuw Griekenland. Ondanks de bewering van het tegendeel is Syriza symbool van het oude partijsysteem dat met patronage de eigen partij vooropzet en Griekenland gijzelt. Het land heeft nieuw realisme nodig van mondige burgers die Griekenland uit de klauwen van de partijpolitiek redden.

Foto: Olympische Spelen 1896 in Griekenland. In 1893 was het land bankroet.

Griekenland heeft het toch echt aan zichzelf te wijten. Mag dat gezegd?

Waarom is de verslaggeving over de schuldvraag van de Griekse crisis soms zo onevenwichtig en praat het de spin van Syriza na? Vele critici verheffen oude rekeningen en koppelen hun mening aan de gebeurtenissen in Griekenland. Tekenend is de titel van een opiniestuk voor FTM van Frank Vanaerschot: ‘En als we de banken nu eens even hard aanpakten als Griekenland?’ dat de schuld vooral bij de Noord-Europese banken legt. De opinie wint veld dat de macht van de banken veel te groot is, maar verklaart dat wat in Griekenland gebeurt?

De Britse Europarlementariër voor Labour Richard Corbett gelooft het niet op het eerste gezicht en zoekt het in een andere hoek. Hij waarschuwt voor het sentiment om IMF, banken of Noord-Europese landen de schuld te geven: ‘But anyone who has actually looked into the figures and the details of this ongoing saga will know that it ain’t so simple.’ Ook Griekenland is schuldig aan de eigen crisis door spilziekte zodat het boven stand leefde, het gedurende decennia niet aanpakken van corruptie en belastingontwijking en het niet op poten zetten van een concurrerende economie. Gedeelde schuld is de betere analyse, maar de primaire fout is toch echt door Griekenland zelf gemaakt. EU, IMF, Noord-Europese banken en Griekenland faalden in de aanpak.

Na fraude komt Rabobank weg met schikking. Alleen in Nederland

kog

Multinationals zoeken de grenzen van wet, winst en ethiek op en schoten er de afgelopen 30 jaar overheen. Ewald Engelen omschrijft het in een column zo: ‘De inkomensongelijkheid loopt scherp op – en dat roept de prangende vraag op wie er eigenlijk van de neoliberale utopie heeft geprofiteerd. Een handvol bankiers en bestuurders, accountants en fiscalisten, enkele advocaten, een verdwaalde commissaris, een omhooggevallen politicus en, niet te vergeten, vierhonderd miljoen Chinezen (maar die mogen niet stemmen).‘ Hij concludeert dat er twee smaken zijn voor de multinationals: ‘Betaal fatsoenlijke lonen, kom je belastingplichten na, ruim je rotzooi op, hou je aan democratische normen en stop de race naar de bodem. Dat is geen ideologie. Dat is welbegrepen eigenbelang. Reformisme uit eigen kring of revolutie– meer smaken zijn er niet.’

Trouwens opmerkelijk dat Engelen deze column in de NRC plaatst gezien zijn vaarwel uit 2011 aan deze krant: ‘Al langer stoort mij de gemakzucht van de krant. Te vaak domineren sensationele foto’s en reportages de voorpagina. Wat is er mis met droge, zo objectief mogelijke verslaggeving? Wat is er gebeurd met de scheiding van feit en mening? Met het journalistieke ambacht?‘ Wat bezielt Engelen om mee te werken aan een in z’n ogen gemakzuchtige krant die er sinds 2011 niet beter op is geworden met de overdaad aan licht amusement voor een zich vrijgesteld voelende klasse? De menselijke geest kent onbegaanbare spelonken.

Zakenbanken zijn de multinationals die het het meeste verbruid hebben bij publiek en politiek. Maar toch niet aangepakt worden. Dit type banken is de spreekwoordelijke olifant in de kamer die het porselein dreigt te vertrappen, maar iedereen ontkent te zien. Zeker niet in Europa dat afgelopen week onder leiding van ECB-president Mario Draghi de kapitaaleisen voor de bankensector in het Basel-comité versoepelde.

Dat er tussen landen een aanzienlijk verschil in aanpak is maakt de behandeling van banken die de LIBOR-rente hebben gemanipuleerd inzichtelijk. De VS heeft deze week drie ex-medewerkers van de RABO-bank in staat van beschuldiging gesteld. Paul Robson, Paul Thompson en Tetsuya Motomura die in London, Singapore en Tokio werkten worden naar verwachting direct door het Amerikaanse ministerie van Justitie (DoJ) aangepakt als het Britse Serious Fraud Office (SFO) niet optreedt. Het Nederlandse ministerie van Justitie staat erbij en kijkt ernaar. Het laat het gebeuren met minister Ivo Opstelten die doorgaans de mond vol heeft van een strenge aanpak, maar nu op z’n handen blijft zitten. Ook in de samenwerking met het DoJ en de SFO.

PVV’er Tony van Dijck stelde vandaag kamervragen aan minister van Financiën Dijsselbloem over Rabobank-topman Sipko Schat onder wiens toezicht de LIBOR-fraude gebeurde en negen ton meekrijgt bij z’n vertrek. En over de drie ex-medewerkers van de Rabobank die mogelijk door het Verenigd Koninkrijk en zeker door de VS aangepakt worden, maar waarschijnlijk niet door Nederland. Een en ander geeft aan hoe pervers zakenbanken handelen en hoeveel vrijheid ze tot nu toe kregen. Gaat dat onder druk van de publieke opinie veranderen? De kans daarop in Nederland lijkt gezien het passieve optreden van kabinet en OM niet groot. Door een schikking van 70 miljoen tussen de Rabobank en het OM is vervolging afgekocht. De Tweede Kamer reageerde woedend.

Foto: Still uit Komedie om Geld (1936) van Max Ophüls. (In m’n ogen de beste film ooit gemaakt in Nederland. Met een Duitse regisseur). 

Halberstadt herdenkt Friso. Telt afkomst in de dood niet?

Oranjepropaganda laat ik graag aan me voorbijgaan. Dat gaat vanzelf. In een pluriforme samenleving heeft iedereen de gelegenheid om zich op een positieve en opbouwende wijze te verbinden met gelijkgezinden. Sorry dat dit wat klef klinkt. Toch is het af en toe wel verkwikkend om te bijten, te schamperen of te spotten. Is afzetten tegen de ander van die andere groep immers niet een onlosmakelijk onderdeel van positieve discriminatie? Dat doen we allen op onze tijd. Uiteraard met mate. Als dat afzetten een gewoonte wordt, dan verkeert het in rancune en haat. Het moet wel aangename spot blijven om er zelf niet in verstrikt te raken.

Familievriend van de Oranjes Victor Halberstadt is het ideale doelwit voor spot. Eric Smit schreef gisteren een kostelijk commentaar onder de titel ‘Het geval Victor Halberstadt‘ op FTM. Hij beschrijft een omhooggevallen koekenbakker die vaardig als geen ander in dienst van de elite achter de schermen weet te ritselen. Daarom kan-ie ‘familievriend’ van de Oranjes zijn. Ook nog eens om ondoorgrondelijke redenen sociaal-democraat.

De dienst voor prins Friso heb ik gemist. Of beter gezegd, het was niet eens tot me doorgedrongen dat er zo’n dienst was totdat ik het stuk van Smit las. Dat bracht me op het spoor van het fragment. Ik meen dat niet ongemerkt kan blijven hoe onthullend het is. Niet alleen vanwege de bijzondere uitspraak van het Engels -‘taken for grented’- van familievriend Halberstadt, maar vooral om wat-ie zegt over Friso. Want deze prins geloofde sterk in het idee van meritocratie, zo zegt Halberstadt. Da’s dus een samenleving waarin afkomst en status van je familie geen rol spelen. Begrijpt u het? Nou ik niet. En volgens mij familievriend Halberstadt evenmin. Maar deze welsprekende ritselaar en regelaar van de elites praat zoals-ie denkt dat-ie van die elites moet praten. En da’s ongewild komisch. Zo komisch dat het aan de menselijke zwakte en de tragiek grenst.