Zwarte-kousen-liberalisme

Lang geleden zagen we ze ’s zondags lopen. In dat Zeeuwse havenstadje. Achteraf zie ik er de massa uit Metropolis van Fritz Lang in. Niet op weg naar de fabriek, maar naar de kerk. Er werd geen woord gesproken, de hoofden gebogen. Groepen van meer dan tien personen, met dezelfde onderlinge lengteverschillen als de Daltons. Wij kinderen uit een liberaal milieu vonden het fascinerend en angstaanjagend. We noemden ze de zwarte kousen.

Het beeld van stappende families draag ik al jaren met me mee. Daaronder ook mensen die mijn ouders goed kenden, maar ons op zondag niet mochten groeten als we ze op straat tegenkwamen. Sommigen boden er door de week hun excuus voor aan. Natuurlijk begrepen we dat. Religie. Contact werd onmogelijk door groepsdwang. Zoals het nu heet. Ooit gingen de kerkdeuren op slot en wachtte de zondaar een donderpreek. Of werd na zijn leven het levenloze lichaam de Waarheid gezegd. Vrouwen telden zelfs als afvallige niet mee.

In november 2010 sprak D66-voorman Alexander Pechtold op een congres van zijn partij zijn vrees uit dat de VVD op weg was naar het zwarte-kousen-liberalisme. SGP-er Kees van der Staaij vatte dat op als een belediging. SGP-voorlichter en spindoctor Menno de Bruyne betichtte de vrezende Pechtold er zelfs van ‘eigenlijk een hondsbrutale opmerking’ te maken. De SGP-ers lijken geraakt in hun ziel. Waarom eigenlijk?

Pechtold zei: Maar vergeet ook niet, naast gedoger eerste klasse staan buiten beeld de gedogers tweede klasse: de mannenbroeders van de SGP. Daarmee is de VVD op weg naar het ‘zwarte-kousen-liberalisme’. In de jacht op de macht heeft deze partij zich in 2010 uitgeleverd: én aan een partij die de vrijheid van godsdienst betwist én aan een partij die de gelijkheid van man en vrouw betwist. In 2010…

Doorgaans ben ik het oneens met Pechtold. Maar deze keer niet. Hij veinst weliswaar verontwaardiging door te zeggen dat-ie zich zorgen maakt de liberale bondgenoot VVD te verliezen, maar heeft onmiskenbaar beet. Pechtolds observatie is het gevolg van de afslag die Mark Rutte onder druk van zijn partij heeft genomen. Niet naar het midden, maar naar rechts. Niet naar Groen, maar naar Oranje. Niet naar liberalisme, maar naar conservatisme. Nu zit Rutte klem in de onmacht van de macht.

Binnen de SGP zijn meerdere stromingen. Verzuilers tegenover Van Rulerianen. Theoloog Arnold van Ruler was tegen isolatie. Hij zag niets in de oprichting van christelijke organisaties en ging voor godsdienstige en nationale eenheid. Kerk en staat behoren van twee kanten nauw samen te hangen, tot en met overheidssubsidie voor de kerk. Dat idee van theocratie is nog steeds leidend binnen de SGP en staat in het beginselprogramma. Hoewel de partij adviseert het woord theocratie niet te gebruiken. Met de gedoogpositie tweede klasse zoekt de SGP steun voor het handhaven van de uitzonderingspositie.

De huidige VVD oogt verloren. Law and order is het enige authentieke wat rest uit de onderbuik van de partij. PVV en SGP blokkeren elke hervorming. Behalve het PVV-voorstel het koningshuis te moderniseren. Het CDA is zielloos. Met tegenzin stemde ik voor de kleine ramp om met Job Cohen geen grote ramp te krijgen. Maar nu neemt de kleine ramp de vorm aan van zwarte-kousen-liberalisme. David Cameron gaat niet mee in de rancune tegen kunst. Mark Rutte duikt en zwijgt. Zwarte kousen sloffen de VVD binnen. Zelfs door de week.

Foto: Kerkgangers in Staphorster streekdracht, ansichtkaart, circa 1905

Advertentie

Metropolis: suiker of vergif?

Metropolis is een half gelukte stomme film. Waar moeten we beginnen iets over een icoon uit 1927 te zeggen? Door Lotte Eisner, Luis Buñuel, Stephen Jenkins en regisseur Fritz Lang is al zoveel gezegd. François Truffaut pakt in een van zijn films -was het La nuit Américaine?- een stapeltje boeken uit bruin knisperend pakpapier. Waaronder een monografie over Fritz Lang. Was dat rond 1967 toen Fritz Lang een regisseur speelde in Le Mépris van Jean-Luc Godard?

I. Metropolis ging in januari 1927 in première in het Berlijnse UFA Palast am Zoo. De versie van 2 uur werd vlak daarna ingekort. De ontvangst was niet positief en bracht de UFA-studio op de rand van de afgrond. In het kader van het Berlijnse Filmfestival, de Berlinale, werd op vrijdag 12 februari 2010 in Frankfurt een nieuwe versie van Metropolis vertoond met live orkestmuziek. Metropolis is van Fritz Lang. Metropolis is van Thea von Harbou. Metropolis is van de UFA-studio. Metropolis is van de Weimarrepubliek. Metropolis is van Duitsland. Metropolis is van de cinefiele filmwereld. In elk geval is Metropolis twee films.

II. In Argentinië was filmmateriaal uit de oorspronkelijke versie gevonden dat jaren ontbrak. De oplossing van de filmhistorische puzzel werd aanleiding voor een feestje. De Duitse Bundesminister van kunst verleende prestige aan de avond. Of gaf Metropolis prestige aan de bestuurders, waaronder de Oostenrijkse minister van kunst? Want Fritz Lang was immers van geboorte Oostenrijks.

Opmerkelijk wat hedendaagse bestuurders op Metropolis projecteren. Alsof het een geslaagde film is. Alsof het een radicaal meesterwerk is. Da’s het maar voor de helft. Is Metropolis de bom die nooit een bom is, maar wordt aangekleed als bom om vervolgens gedemonteerd te worden als heldenstuk? Kunst op afstand is het perfecte vehikel voor bestuurders. Een hedendaags radicaal kunstwerk komt te dichtbij en valt moeilijker te sturen.

III. De sentimentaliteit van Hoofd (kapitaal) en Handen (arbeid) dat door het Hart (plan) verzoend wordt door een Bemiddelaar. Dat klinkt symbolistisch. Dramaturgie die ook in 1927 ongeloofwaardig was. Metropolis eindigt als naïef verhaal dat ver afstaat van de realiteit. Later herinnerde Lang zich dat iedereen in die dagen sentimenteel en uitbundig van emotie was. Deze sentimentele symboliek wordt aan Thea von Harbou, Langs toenmalige echtgenote en scenariste toegeschreven. Het maakt de film voor een hedendaags publiek zwaar verteerbaar.

Het verhaal gaat als volgt. Uitvinder Rothwang en de leider John Frederson begeerden ooit dezelfde vrouw. De overleden moeder van Freder. Rothwang heeft dat nooit kunnen verkroppen en zweert wraak op John. Als deze bij hem aanklopt om help om de arbeiders in de benedenstad te controleren ziet Rothwang zijn kans schoon. Hij boetseert het beeld van de religieus aandoende Maria over de robot die hij ontwikkelt. Zo ontstaat de Maschinen-Maria die de arbeiders misleidt en ze opzet tot opstand. Rothwang raakt John Frederson doordat dankzij de Maschinen-Maria en de opstandige arbeiders diens stad vernietigd wordt. In wezen wordt slechts de kernmachine vernietigd en loopt de benedenstad onder water. De echte, charismatische Maria loopt in allerlei opzichten achter de feiten aan.

In Freders ogen wordt de kernmachine die de benedenstad aandrijft getransformeerd tot een Moloch, de afgod aan wie de arbeiders worden geofferd. Als machines sjokken de arbeiders in het gelid met gebogen hoofd de afgrond in. De arbeiders zijn geen menselijke individuen, maar machines.

De opstand breekt uit door een keten van gebeurtenissen met als motivatie de persoonlijke relatie tussen mensen. Het sentimentele aan het verhaal werkt op verschillende niveau’s: karakterisering, stijl en verhaallijn. Men kan nog verder gaan: Metropolis is kitsch. Acteurs acteren uitbundig en vol emotie en de karakters zijn uitvergroot. Maria is niet goed, maar is Het Goede. Het zijn stereotiepen zonder menselijkheid. Dit past bij dat naoorlogse tijdperk.

Het einde is onwaarachtig omdat de wereld niet symbolisch in elkaar zit. Wie denkt dat in het Duitsland van 1926 of in een toekomstvisie een bemiddelaar het kapitaal kan verzoenen met de arbeid spiegelt het publiek een schijnwereld voor. Da’s geen realiteit, maar escapisme dat uitgaat van een motto, dat niets met de verbeelding van de echte wereld te maken heeft. Dat laatste hoeft geen bezwaar te zijn. Het is toch een kunstwerk met een eigen werkelijkheid?

IV. Een kunstwerk als Metropolis moet allereerst op eigen interne logica beoordeeld worden. Dat gaat om vragen hoe onderdelen samenhangen, hoe overtuigend en geloofwaardig een en ander wordt getoond en wat de diepere intentie van het kunstwerk is om op de wereld te reflecteren. Metropolis is ook techniek en overrompelende visualisering. Metropolis is een blik in de toekomst in de stijl van de jaren ’20 (vdve). Verdiende Fritz Lang in Parijs in 1914 niet de kost als beeldend kunstenaar, de man met de artistieke flair van de Wener? Luis Buñuel vond het verhaal triviaal en romantisch, maar ook een film met prachtige fotografie. Twee tegengestelde elementen onder een dak, zuivere lyriek en irritante anecdotiek.

Metropolis is al met al een belangrijke film in de filmgeschiedenis. Het heeft de weg geopend voor een heel genre van science fiction films, evenals de city-symphonies. Metropolis heeft kwaliteiten, maar ook gebreken. Het feit dat de film geen eenheid wordt valt te herleiden tot de verschillen in inzicht van betrokkenen, de angst te veel van het publiek te vervreemden en de productieomstandigheden van een dure studioproductie met complex teamwork en technische hoogstandjes. Metropolis verdient lof, maar het begrip voor de film is ermee gediend dat haar zwakke kanten worden genoemd.

Foto: Brigitte Helm in Metropolis