
Sinds 1 oktober 2008 is er in Nederland 95,19 miljard euro overheidsgeld naar banken gevloeid om zieke banken overeind te houden. Deels stroomt dat geld terug naar de belastingbelastingbetaler als banken weer gezond zijn. Maar vermoed wordt dat de Nederlandse belastingbetaler zo’n 20 miljard euro toelegt op de steun aan binnen- en buitenlandse banken. Waarheden van de ministers Bos en De Jager dat Nederland winst zou maken op de leningen aan Griekenland zijn niet bewaarheid. Op leningen aan Nederlandse banken derft Nederland volgens minister Dijsselbloem miljarden euro’s aan renteverlies en dividendinkomsten. Positief is dat Nederland voor 2008 de economie heeft aangejaagd. Maar ten koste van wat?
De EU werkt langzaam, maar gestaag aan de sanering van Europese banken in een bankenunie. Dat hangt samen met het overdragen van soevereiniteit van afzonderlijke natiestaten naar de supranationale EU of een Europese Centrale Bank. ‘Nooit meer‘ is het motto dat overheden nooit meer in een situatie terechtkomen dat ze door banken gechanteerd kunnen worden. De kiezer die ook belastingbetaler is volgt met tegenzin, maar dat kan zo maar veranderen. Opknippen van banken die niet langer ‘too big to fail’ zijn hoort bij de plannen.
Probleem is niet de politiek of de toezichthouders, maar de conservatieve, machtige, hardleerse, volkomen in zichzelf gekeerde en moreel volledig ontspoorde bankensector. Het heeft jarenlang kunnen gokken met overheidsgeld en is daar even gewend aan geraakt als een luxejunk aan cocaïne. Aan de kick, de winst, de roekeloosheid en lak hebben aan afspraken. Lastig voor bankiers om af te kicken van hun slechte gewoonten.
De meerderheid van de consumentenactiviteiten is solide en betrouwbaar. Gevaar schuilt in de combinatie van een consumentenbank met activiteiten van een zakenbank dat zich vertaalt in allerlei vormen van fraude en risicovol gedrag. Dat moet stoppen, maar stopt niet. Deels omdat topbankiers de eigen handel niet begrijpen, deels omdat ze nog steeds vertrouwen op overheidssteun bij verlies. Want door lobbyen en plaatsing van eigen mensen op politieke topposities hebben ze weten te verzekeren dat hun macht ongebroken is.
Signaal voor de hardleersheid van Nederlandse banken is het rapport ‘Taking Lobbying Public‘ van the Centre for Research on Multinational Corporations (SOMO). Hier is onder meer een Nederlandse samenvatting in te zien die concludeert dat banken effectieve hervormingen van de sector blokkeren: ‘De aandacht voor de financiële sector van het algemene publiek, politici, media en maatschappelijke organisaties is na de crisis sterk toegenomen. De intensivering van het debat heeft echter ook geleid tot meer lobbyactiviteiten van banken. Aangezien banken veelal lobbyen op intransparante wijze, is er onvoldoende ruimte voor een open debat en blijft het risico van regulatory capture aanwezig. Volgens velen zijn de banken nu, vijf jaar na het begin van de financiële crisis, nog steeds in staat om noodzakelijke hervormingen te blokkeren.‘
‘Regulatory capture‘ wil zeggen dat de regulering overgenomen wordt door de sector ‘en gebruikt voor het eigenbelang van deze private spelers, zelfs ten koste van het algemeen belang.’ Ontluisterend is het aldus geschetste gedrag van de bankensector en teleurstellend is het optreden van de Nederlandse politiek om de sector effectieve hervormingen op te leggen, politieke druk van de banken te neutraliseren en lobbypraktijken aan banden te leggen. De kamerleden Henk Nijboer en Lea Bouwmeester (PvdA) hebben gisteren kamervragen gesteld aan de ministers Dijsselbloem en Plasterk over het ontbreken van transparantie van de lobbypraktijken van Nederlandse banken. Ze vragen onder meer wanneer er een ‘lobbyparagraaf’ aan wetsvoorstellen wordt toegevoegd om de belangenbehartiging en inbreng van onder meer de bankensector inzichtelijk te maken.
Foto: Bank of the Future, Oklahoma City. Credits: Allison Meier
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...