Ondernemer weigert geld Chinese overheid door moord op burgers

Een Amerikaanse uitvinder weigert in tweede instantie geld van de Chinese overheid omdat-ie leert van hun handel in organen van gevangenen. Wetenschapper Jeffrey Van Middlebrook loopt zo een Chinese investering van 60 miljoen dollar in zijn gasproject mis. En mogelijk wereldfaam en rijkdom. Andere overheden en bedrijven toonden onvoldoende belangstelling in zijn uitvinding. Is dat de prijs van een gerust geweten?

Hoe kan de wending van een wetenschapper die tot inkeer komt opgevat worden? Als-ie de uitzondering is die normbesef boven faam en rijkdom stelt, dan betekent dat andere wetenschappers, bedrijven en overheden dat nalaten. Hoe meer Van Middlebrook wordt geprezen, hoe meer blijkt dat-ie een witte raaf is. Dat maakt dit bericht over een uitzondering tot een somber verslag waaruit blijkt dat met bloedgeld principes te koop zijn.

China krijgt een steeds slechtere pers. Vooral in Europa en Noord-Amerika. Dit gaat verder dan verslaggeving over incidenten als de vervolging van de leden van de Falun Gong, illegale orgaantransplantaties op gevangen, gevangenkampen als Masanjia, de opstandige kunstenaar Ai Weiwei, isolatie van Nobelprijswinnaar Liu Xiao, onderdrukking van activisten en dissidenten, streng gecensureerde media en internet, de interventie in Tibet, schandalen met besmet melkpoeder, milieuschandalen, boeren die zonder compensatie van hun land gejaagd worden, zelfmoorden van ‘vervreemde’ arbeiders in fabrieken, een gebrekkige rechtsstaat en het gebrek aan perspectief voor de opbouw ervan, en een Communistische Partij waar diefstal, fraude en corruptie de regel zijn. Het stopt niet meer bij incidenten. Wie wil weten over het onrecht in China, kan het weten. Het patroon is duidelijk voor iedereen die zaken doet met China. Zonder of met een geweten. Zoals Jeffrey Van Middlebrook.

Jeffrey-Van-Middlebrook-676x450

Foto: Ondernemer en uitvinder Jeffrey Van Middlebrook in Pioneer Park, Silicon Valley, California. 14 mei 2013. Credits: Jasper Fakkert, The Epoch Times.

Ai Weiwei is meer bij de tijd op internet dan in het museum

In het Hirshhorn Museum in Washington DC loopt de tentoonstelling ‘According to What?‘ van Ai Weiwei ten einde. De politieke kunst van Ai Weiwei is niet in lijn met de propaganda van de Chinese regering, maar staat er haaks op. Publicist James Panero ziet de basis ervan in het scepticisme van de Punk-beweging. Een wantrouwen tegenover de staat dat ook het Russische Pussy Riot op de been bracht. Opvallend omdat de staat zelf vaak het initiatief neemt voor politieke kunst. Het schrijnt dan als kunstenaars hun eigen weg kiezen.

Ai Weiwei kon niet op de opening van zijn eigen tentoonstelling in Washington DC zijn. Zoals-ie nergens meer kan komen. Geen nieuws omdat het bekend is dat-ie China niet wil verlaten uit angst er niet meer in te mogen. Samensteller en directeur Kerry Brougher ziet een vermenging van Ai’s internet-activiteiten en zijn kunst: ‘There is a blurring of his internet activity and his art.’ In zijn isolement maakt de kunstenaar gebruik van de middelen die hem resten. Internet en sociale media buit-ie uit met de mentaliteit van de punker. Tegelijk relativeert dat het belang van zijn ‘klassieke’ kunst die noodgedwongen in dat isolement blijft steken.

ai-weiwei-new-york

Foto: Ai Weiwei fotografeert in New York (1983-1993). Mirror, 1987.

Ai Weiwei: In China wint internetvrijheid van overheidscensuur

Ai Weiwei denkt met ons mee en hoopt dat internet tot meer vrijheid kan leiden. Zeker in een autoritair land als China. Hij meent dat de vrijheid van expressie niet gecontroleerd kan worden. Onduidelijk is of-ie dat technologisch, politiek of maatschappelijk bedoelt. Zo citeert W.J. Poolen in zijn masterscriptie ‘Intentional Disintegration of Cybercriminal Networks’ van Clarke en Knake Cyberwar (2010): ‘They mention that the Government of the People’s Republic of China has equipped all its computers, servers and routers with special software (Green Dam Youth Escort software, The Great Firewall DNS manipulator and other components) that enables the Chinese government to literally flip an application switch “to disconnect all Chinese networks from the rest of the global Internet”‘. Zo heeft de Chinese overheid vermoedelijk ook mogelijkheden ingebouwd hebben om regionale netwerken los te koppelen. Bijvoorbeeld van steden als Peking, Shanghai of Hongkong.

Censuur in China door verkoop Westerse technologie

Informatief programma van Al Jazeera English over censuur in China. Op het Chinese internet bestaat een wapenrace tussen gebruikers en de Chinese regering over de informatievrijheid. Da’s een kat en muisspel. Gebruikers hebben geen vrije toegang. De regering probeert ze angst aan te jagen en tot zelfcensuur te bewegen. Volgens Eva Galperin van EFF verkopen Westerse bedrijven als Cisco en Hewlett Packard hun technologie waarmee de Chinese overheid burgers van internet kan afsluiten, opsporen en zelfs opsluiten.

Paradox is dat er aan de verkoop van deze spionagetechnologie door voornamelijk Amerikaanse bedrijven aan dictaturen om burgers te onderdrukken weinig beperkingen zijn. De discussie op internet spitst zich door de machtige Amerikaanse auteursrechtenlobby eenzijdig toe op het intellectueel eigendom, dus de economische belangen van hoofdzakelijk Amerikaanse bedrijven. De invoering van ACTA is daarbij de focus van debat. De steun van Westerse bedrijven aan de onderdrukking van Chinese internetgebruikers verdient meer aandacht.