
Wat is er makkelijker dan kermis om even uit de realiteit te treden? Nou ja, uit de realiteit van het alledaagse dat ingewisseld wordt voor de veilige rariteit van volksvermaak op een plein. Het leuke eraan is dat het volk zich vermengt. En onder elkaar zichzelf vergeet. Iedereen gaat er in op. Zo is de opzet.
Feest is het vieren van een herinnering. Of het herinneren van een viering. Hoe dan ook hangen feest, viering en herinnering samen. Herinnering aan de viering wordt het aandenken dat in plaats van het feest komt. De vreugde van toen wordt omgezet in herinnering. En behouden.
Ach, wat een uitleg om iets als kermis op te pimpen met dure woorden. Dat heeft het helemaal niet nodig. Het lijkt wel sociologie die gewichtige uitspraken over de menselijke samenleving verkoopt als wetenschap. Dat is geen kennis, dat is buiten kennis.
De twee foto’s van het Engelse Nottingham dateren vermoedelijk uit de jaren 1950. Het is avond, de lichten zijn aan. Het zijn beelden van de oktoberkermis, de Goose Fair die zou dateren van vóór 1541. Dat is wat je traditie noemt. Echter niet meer op de markt, maar op het Forest recreatieterrein.
De man op de bovenste foto kijkt naar de fotograaf. Naar Edgar Lloyd. We weten toevallig hoe hij heet. Goed dat de vrouw (is het zijn echtgenote?) net bukt om te zorgen voor een kind in een wagentje. De mensen gaan gekleed in jassen die loodzwaar tonen. Stugge stoffen. Gezichten hebben moeite om de vreugde uit te stralen die verwacht wordt. Hoe komt dat? Is dat de roemrijke Engelse onverschilligheid of onverstoorbaarheid?
Het ziet er allemaal netjes, maar armoedig uit. In het kraam op de onderste foto kunnen klokken, lampen of dekens gewonnen worden. In de winter is het koud in de huizen die slecht verwarmd kunnen worden. Maar nog even niet. Nu is het nog feest. Onderkoeld, in alle ernst.
