
Er is in vele landen vanuit gematigd linkse kringen kritiek op radicaal-links dat met identiteitspolitiek, cancel culture, wokeness en politiek correct denken van oorsprong linkse kiezers naar rechts jaagt. In de VS wijst de Democratische strateeg James Carville op het gevaar de traditionele achterban van Blue collar kiezers (= arbeiders) te verliezen. Dat denken zou het failliet bevestigen van links en radicaal-rechts in de kaart spelen. Zijn idee is dat er een kantelpunt bestaat dat als de wokeness binnen linkse partijen toeneemt de aantrekkingskracht van een breed publiek voor links afneemt.
Een nieuw netelig onderwerp in dit politieke debat is het slavernijverleden waarvoor stad en land excuses zouden moeten aanbieden. Voor welk probleem dat een oplossing biedt is de vraag. Opinieleiders uit radicaal-linkse kringen proberen elkaar de loef af te steken in politieke correctheid. Het is hun optimale kans om zich tegenover elkaar te profileren. De samenleving heeft daar echter weinig aan want, zoals gezegd, dat gaat niet ongestraft. Voor traditioneel links kan het zelfs de doodsteek betekenen.
Er bestaat overeenstemming over het feit dat het terecht is om te erkennen dat slavernij een zwarte bladzijde in de vaderlandse geschiedenis is geweest. Het was beter geweest als het nooit had bestaan. Het heeft velen onnoemelijk leed gebracht. Die erkenning moet breed uitgedragen worden.
Maar het aanbieden van excuses gaat een stap verder. Zeker als nog niet omschreven is hoe zich dat verhoudt tot schadevergoeding voor de verre nazaten van de slachtoffers van de slavernij, het herschrijven en dekoloniseren van de geschiedenis, het verwijderen van standbeelden van vaderlandse admiraals en bestuurders en het hernoemen van straten en instellingen omdat ze zouden verwijzen naar een besmette naam.
Het is een kluwen van aspecten die samenhangen en waarvan onduidelijk is wat nou wat is. Ze vormen samen de lagen van de taart. Het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden van Nederland is de kers op de taart. Een taart waarvan onduidelijk is wat er precies inziten hoe die gemaakt is. Voordat excuses aangeboden worden dient duidelijk omschreven te worden wat de aspecten zijn.
Ook moet opgepast worden dat hedendaags racisme niet vermengd wordt met het slavernijverleden van bijna 150 jaar geleden en ouder. In 1873 kwam officieel een eind aan de slavernij in Nederland toen het verboden werd. Het gevaar is dat het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden in de plaats komt van de bestrijding van hedendaags racisme op arbeidsmarkt, sociale huisvesting en in de samenleving in algemene zin. Dat is een oneigenlijk gebruik van excuses.
Nodig is een brede maatschappelijke discussie waar vertegenwoordigers van de hele bevolking aan deelnemen. Voor de acceptatie en sociale cohesie is het niet zinvol dat een groep activisten anderen een mening opdringt. Hoewel ze wel het debat kunnen helpen voorbereiden door de feiten boven water te halen en in het debat in te brengen. Maar ze zouden er door politieke en publicitaire druk in hun eentjes niet over moeten kunnen beslissen. Daar lijkt het nu op uit te draaien.
Het zou als uiterste sanctie geen taboe moeten zijn om de namen van de meest kwaadaardige personen uit het slavernijverleden die het meeste kwaad hebben aangericht uit de openbaarheid te verwijderen. Zonder dat ze uit de geschiedenis verdwijnen of wat nog erger is de geschiedenis herschreven wordt door hun uitwissing. Uitsluitend ter zake kundige historici zouden na gedegen onderzoek hier een voorstel voor moeten doen.
Maar laat het evenmin een automatisme zijn dat alle historische personen die in verband worden gebracht met slavernij en handel in slaven gecanceld moeten worden. Of dat standbeelden en straatnamen die hun naam hebben gekregen om politieke redenen hernoemd zouden moeten worden. Een ‘bijschrift’ kan de kwalijke kanten belichten van genoemde personen. Het is ongewenst én onmogelijk om met de bril van nu naar 1650, 1750 of 1850 te kijken.

Aanleiding voor mijn zorgen over een ver doorgeschoten identiteitspolitiek die uiteindelijk traditioneel links electoraal beschadigt is een enquête in het AD. Een krant die door vele ‘doorsnee’ Nederlanders geraadpleegd wordt. De respondenten vinden in grote meerderheid dat de gemeente Utrecht geen excuses aan moet bieden voor het slavernijverleden. Het valt niet te verwachten dat ze representatief zijn voor de Nederlandse bevolking, maar desalniettemin geeft de stemming aan dat er tegenstand is tegen het aanbieden van excuses. Dat kan niet lichtvaardig. Als het gebeurt, dan moet het goed voorbereid, uitgelegd en afgebakend worden.