Bestuurslid Arnout Maat van de Jonge Democraten afdeling Amsterdam heeft een stuk geschreven dat gisteren ook in de NRC werd geplaatst. De titel dekt de lading: ‘D66’ers, doe niet zo elitair, word weer eens populistisch‘. Het is me uit het hart gegrepen omdat het misverstanden over D66 en het populisme rechtzet.
Van het D66 van Hans van Mierlo is volgens Maat onder Alexander Pechtold weinig overgebleven: ‘Bij de burgerlijke elite mag haar weloverwogen sociaal-liberale boodschap dan aanslaan, de ’gewone man’ heeft vooralsnog weinig op met de ondoordringbare zweem van elitairisme die al jaren om D66 heen hangt.’ D66 is een doelgroepenpartij zoals de anderen geworden die de belangen van een achterban behartigen. Pretentie van doorbraakpartij om het politieke bestel omver te werpen is verlaten. Daarmee ook de reden van bestaan.
Volgens Maat heeft het populisme de volgende kenmerken: ‘1) Populisten stellen het ‘goede volk’ tegenover een gecorrumpeerde en slechte elite, meestal het partijestablishment, en 2) politiek zou een voortdurende expressie moeten zijn van de ‘volkswil’ (definitie van Cas Mudde (2004)‘. Maat concludeert dat D66 in haar vroegere jaren ook een populistische partij was met bovenstaande kenmerken. Aangevuld met een charismatische leider. Het ‘inhoudelijke verhaal‘ van D66 van toen komt overeen met dat van de PVV nu.
Maar Maat gaat verder en stelt dat D66 haar eigen DNA verloochent. Want stelde Hans Van Mierlo in die beginjaren niet dat het moest ‘afgelopen zijn met de particratische elite – het partijenstelsel, als de 19e eeuwse uitvinding die zij is, vertegenwoordigde immers nog steeds verzuilde scheidslijnen die in de zestiger jaren reeds achterhaald waren’ en ‘de volkswil moest nu eens écht goed tot uiting komen, dit door middel van democratische vernieuwingen zoals het gekozen staatshoofd en burgemeester, herinvoering van het districtenstelsel en directe afschaffing van de monarchie’.
Maat herwaardeert aan de hand van het praktijkvoorbeeld D66 het populisme. Vanwege PVV en SP wordt het door de gevestigde politiek en media in een kwaad daglicht gezet. Maat roept D66 op terug te keren naar haar beginjaren dat het populistisch opereerde. En zich richtte op de burgers, het afbreken van maatschappelijke verschillen en streefde naar democratische vernieuwing. Het D66 van nu is in haar tegendeel verkeerd. Het bedient een burgerlijke elite, steunt kabinetsmaatregelen die de verschillen doen toenemen en heeft de kroonjuwelen van de democratische vernieuwing dat het trots droeg afgelegd. Maat heeft z’n lidmaatschap van D66 opgezegd. Ik stem al sinds de jaren ’90 niet meer op deze partij die niet meer is wat het ooit was.
Foto: ‘Vrijdagmorgen zijn de fractievoorzitters van de 4 grote partijen door koningin Beatrix ontvangen op paleis Noordeinde‘. Hans van Mierlo bij aankomst, 1986.