Tentoonstelling over Utrechts historisch onderwerp roept vragen op over internationale oriëntatie waarin het wordt gepresenteerd

Gisteren zag ik in Utrecht op een opening een prachtige presentatie van een goede kunstenaar. Over een historisch onderwerp. Ik heb veel respect voor dit project van Bart Lunenburg. Ik raad iedereen aan dit project in het centrum van Utrecht te bezoeken. In de Lange Nieuwstraat 7 schuin tegenover Het Utrechts Archief.

Maar dat is niet het hele verhaal. Jammergenoeg. De opening en presentatie door de organiserende instellingen Casco en Fotodok die voor het eerst samenwerkten en anders presentaties afwisselen, riepen bij mij en enkele bezoekers allerlei vragen op. Waarom een Engelstalige context met Engelse teksten, Engelse toespraken (inclusief die van de Nederlandstalige kunstenaar) en een Engelse titel waarin een door en door Utrechts/Nederlands onderwerp wordt geframed? Dat komt onnodig, krampachtig en niet uitstrekkend over.

Dezelfde ontwikkeling lijkt hier aan de orde te zijn als in het Nederlandse universitaire onderwijs. Namelijk dat de internationalisering beperkt wordt tot de toepassing van de Engelse taal en cultuur zonder het niveau van het Britse of Amerikaanse taalbeheersing te halen. Het gevolg is verarming van het Engels én het Nederlands, de verwaarlozing van andere culturen en talen, en een gedachtewisseling die niet meer goed tot stand komt.

Zo’n gereduceerde internationalisering kan opgevat worden als een beschimping van een puur Nederlands onderwerp dat verwijst naar de Nederlandse taal, de Nederlandse geschiedenis, de Nederlandse architectuur en het Nederlandse onderwijs. Op z’n minst had daar een middenweg in bewandeld kunnen worden. Dat was blijkbaar niet mogelijk. Daarnaast is er de grafische vormgeving die het blijkbaar meer van grapjes moet hebben dan van leesbaarheid. Dat gebrek van dienstbaarheid aan het onderwerp lijkt een mentaliteit.

Op het gevaar af te generaliseren kom ik tot de constatering dat de opstelling van dit soort kleine culturele organisaties die betrekkelijk los opereren van hun omgeving te denken geeft. Om niet te zeggen dat het gaat om internationale enclaves die vreemd in hun Nederlandse omgeving staan. Ze leggen verantwoording af aan zichzelf en hun kring van getrouwen en lijken luchtdicht afgesloten van de stad waarin ze opereren. De besturen van dit soort organisaties stempelen dit af. Die besturen zouden andere eisen moeten stellen. Dit soort culturele organisaties is blijkbaar zo vervreemd van de omgeving dat het niet meer kan schakelen naar een Nederlandse context als het thema dat vraagt. Dat gebrek aan flexibiliteit is de kern van mijn kritiek.

Af en toe voelen ze dan toch de noodzaak om een venster open te zetten. Het is uitstekend dat ze een kunstenaar als Bart Lunenburg een platform hebben geboden. Daarvoor alle lof. Maar daarmee voldoen ze nog niet aan hun opdracht en aan de opzet van Lunenburgs onderzoek. Een goede organisatie moet faciliteren en zichzelf weg kunnen cijferen als dat nodig is. Het behoort niet om een directeur of curator te gaan, maar om de kunst en de kunstenaar. Voor de eigen achterban kunnen de lange toespraken van de betrokken stafleden tot interessante Kremlinologie leiden, voor andere bezoekers werkt dat eerder afleidend en zelfs storend.

Het gaat niet alleen om Casco en Fotodok. Het is een toevallig voorbeeld. De kwestie speelt in het hele land waar kleinere, internationaal georiënteerde culturele instellingen verwijderd zijn van hun omgeving en dit onvoldoende lijken te beseffen. Of dit mogelijk wel beseffen, maar zich er niks van aantrekken. De kritiek is niet hun profiel, hun eigenwijsheid of het feit dat ze een internationaal perspectief hebben. Dat moeten ze zo houden. Wie weet zelfs nog versterken. De kritiek is dat ze niet flexibel kunnen zijn of weten te zijn als dat van hen gevraagd wordt. Die onveranderlijkheid keert zich tegen de omgeving waarin ze opereren, want ook Nederland is een deel van hun internationale context. Het is hooghartig en krom om daaraan voorbij te gaan.

Foto 1: Schermafbeelding van deel aankondiging tentoonstelling ‘This Creaking Floor and All the Ceilings Below’ (6 maart tot 14 juni 2020) van Bart Lunenburg van Fotodok.

Foto 2: Schermafbeelding van deel aankondiging programma van Casco.

Advertentie

Petitie ‘Internationalisering onderwijs’ is kritisch op het bestuur van de Radboud Universiteit Nijmegen

Een ongelofelijke en kenmerkende petitie op Petities.24.com van studenten Psychologie aan de Nijmeegse Radboud Universiteit met drievoudige kritiek. Ze voelen zich voorgelogen en belazerd omdat de universiteit de afspraak schendt en geen Nederlandstalig maar Engelstalig onderwijs aanbiedt. Tevens vinden ze dat de universiteit daar onvoldoende over heeft gecommuniceerd. Tenslotte vinden ze het niveau van het Engelstalig onderwijs dat de docenten geven onder de maat, mede omdat het niet onafhankelijk getoetst wordt. De studenten merken op dat ze zich hadden aangemeld voor Nederlandstalig onderwijs ‘met het oog op een baan in Nederland (vaak in de zorg), waarbij het van groter belang is de juiste termen te kennen in het Nederlands’.

De meesten reageren anoniem, maar enkelen spreken zich uit en geven aan teleurgesteld te zijn in hun universiteit. Jette: ‘Ik teken omdat de kwaliteit van onderwijs echt onderuitgaat door het internationaliseren van de studie.’ Judith G.: ‘Ikzelf 2ejaars psychologie studente ben en hier last van ervaar. Als ik van tevoren had geweten dat het zo liep op de Radboud universiteit had ik me misschien wel aangemeld bij een andere universiteit in Nederland.’ Judith S.: ‘Ik teken dit. omdat ik boos ben dat ons onderwijs (psychologie Radboud Universiteit Nijmegen) ontzettend achteruit gaat in kwaliteit, doordat cursussen zo nodig in het Engels gegeven moeten worden, terwijl het overgrote deel later in Nederland aan de slag gaat…….’. Liz: ‘Ik teken omdat dit probleem al veel te lang speelt en de universiteit zich er gemakkelijk van af maakt door de problemen bij de student te leggen. Het wordt tijd dat de kwaliteit weer voorop komt, in plaats van het geld.’

Nederlandse universiteiten hebben geen vijand nodig, want ze helpen zichzelf om zeep. Zoals Liz opmerkt, universiteiten zetten niet de kwaliteit van het onderwijs voorop, maar het geld. Daarnaast gaat het erom dat zoals de studenten beweren ze zijn voorgelogen. Dat is ontoelaatbaar omdat het studenten schaadt en de geloofwaardigheid van de Radboud Universiteit beschadigt. De internationalisering van het onderwijs is prima, maar moet op een serieuze manier gebeuren. Met moedertaal sprekers van het Engels en geen Nederlandse docenten die hun variant van Steenkolenengels spreken en daarbij geen nuances kunnen overbrengen, laat staat als het al lukt om de grote lijn over te brengen. Overigens zijn deze docenten eveneens slachtoffer omdat ze voor de leeuwen worden gegooid door een onverantwoord opererend universiteitsbestuur.

Een andere taal kan het Nederlands niet vervangen. Evenmin is er noodzaak voor als het gaat om studenten die naar verwachting in een Nederlandstalige omgeving in Nederland werk zullen vinden. Internationale oriëntatie moet niet vermeden worden, maar het kan het onderwijs in het Nederlands niet vervangen en moet goed voorbereid worden. Dat gebeurt nu niet zoals dit voorbeeld aan de Radboud Universiteit verduidelijkt. Terwijl het probleem van slecht Engelstalig onderwijs door Nederlandse docenten toch al jaren geleden is geconstateerd. Dat laten gebeuren is onverantwoord gedrag van het universiteitsbestuur. Een bijkomend nadeel van Engelstalig onderwijs is trouwens dat oriëntatie op het Engels andere moderne talen als Chinees, Russisch, Spaans, Frans of Duits wegdrukt. Universiteitsbestuurders verliezen de essentie van een universiteit uit het oog in hun blindstaren op bedrijfsmodellen, rendement, marketingplannen, groei, internationalisering en de drang ‘om bij de tijd te zijn’ en de concurrentie met andere universiteiten niet te verliezen.

Foto: Schermafbeelding van deel petitieInternationalisering onderwijs’ van Amber Albrecht en Eileen Markmann op Petities24.com, 10 november 2018.

March Rutté maakt furore in het Engelstalig taalgebied

Het inmiddels befaamde ‘No’ dat premier Mark Rutte afgelopen maandag uitsprak tegen president Trump in de Oval Office heeft in de Angelsaksische pers veel aandacht gekregen. Vooral de media die Trump minder goedgezind zijn vonden het wel een aardige tussenwerping van Rutte. Het ging over importtarieven op goederen. Maar mede omdat Nederland ooit Nieuw Amsterdam dat nu New York heet in moest wisselen voor Suriname weten journalisten niet hoe de naam Mark Rutte uitgesproken moet worden. Farron Cousins voor TYT geeft in een commentaar grif toe dat hij het niet weet. Maar dat een YouTube-kanaal dat notabene ‘Dutch Pronunciation’ heet het woord verkeerd uitspreekt en de Engelstalige wereld op het verkeerde been zet is wel erg merkwaardig. Het helpt niet om op het Engels gerichte transcripties los te laten op het Nederlands. En zo wordt het nooit wat met het Nederlands wereldwijd. Mijn reactie: ‘This is a completely wrong pronunciation. In Dutch the ‘e’ in Rutte’s last name is pronounced as a ’schwa’, an unstressed and toneless vowel.’

Petitie: Geen Engels, maar Nederlands bij Geesteswetenschappen

gees

Deze petitie onderteken ik van harte. Uit de tekst wordt niet duidelijk in hoeverre het Engelstalig onderwijs het Nederlands als voertaal al verdrongen heeft op de faculteiten Geesteswetenschappen van onze universiteiten. Is het al zover of waarschuwen de petitionisten voor een dreiging die zich aankondigt? Universitair onderwijs in taal, geschiedenis, filosofie, muziekwetenschap, cultuurwetenschappen, kunstgeschiedenis of theologie behoort in de vormende fase van wetenschappers in de basis Nederlandstalig te zijn. Simpelweg omdat taal een fijnzinnig afgesteld instrument is dat nodig is om op niveau te kunnen opereren bij dit soort vakken.

Een andere taal kan dat niet vervangen. Internationale oriëntatie moet niet vermeden worden, maar het kan het onderwijs in het Nederlands niet vervangen. Een bijkomend nadeel van Engelstalig onderwijs is trouwens dat de oriëntatie op het Engels andere moderne talen als Chinees, Russisch, Spaans, Frans of Duits wegdrukt.

Verstandig om ze naast het Nederlands een plek te geven. In 1875 zei de Vlaamse voorman Julius Sabbe: ‘De Taal is gansch het volk’. Dat geldt in de kern nog steeds. Wat bedrijfsmodellen en marketingplannen van de hedendaagse universiteitsbestuurders in hun drang om bij de tijd te zijn en ondergeschikt te zijn aan de wensen van politiek of bedrijfsleven ook uitwijzen. Daar heeft de wetenschap geen boodschap aan. No way. 

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Geen Engels, maar Nederlands bij Geesteswetenschappen’. Tekenen kan hier.

Als fusie moet: Voeg Nederland en Vlaanderen toe aan Duitsland

In 2001 voorspelden Nederlandse en Vlaamse politici dat binnen 20 jaar de twee landen/regio’s zullen fuseren. Volgens hun voorspelling duurt het nog zeven jaar voordat de fusie een feit is. De voorbereidingen vinden waarschijnlijk achter de schermen plaats, want in de openbaarheid valt er niets van te merken.

‘De Vlamingen zijn Nederlanders, maar ze weten het niet‘, zo zegt een pleiter voor samenvoeging. Vreemd dat Vlamingen dat niet weten. Hoe komt dat? Hoe moet de nieuwe eenheid heten? Nederland? Wat doen we met het Nederlandse en Belgische koningshuis? Die beide zo overdadig met vreemde smetten besmet zijn door hun Duitse wortels. Toch maar streven naar een republiek? Aardig wordt het talenonderwijs met vele officiële talen: Nederlands, Fries, Frans, Duits, Engels en Papiaments. Maar wacht even, is het niet verstandiger om Nederland en Vlaanderen gewoon de 17de en 18de deelstaat van Duitsland te maken? Materieel is Nederland dat al. De nieuwe werkelijkheid van 2014. Tot over 20 jaar. Dan zien we verder hoe deze voorspelling uitpakt.

B12

Foto: Manifest voor de Lage Landen